Het heeft het kabinet behaagt de tuigdorpen voor te dragen voor de lijst van Werelderfgoederen. Waarmee weldadigheid wordt weggezet als museumstuk. Het gaat, onder andere, om pittoreske huisjes, opgetuigd met spreuken als ‘Werken is leven’, ‘Hou en trouw’ en ‘Helpt elkander’.
Bestaan die dan? Jazeker, in Veenhuizen bijvoorbeeld. Overblijfselen van de Maatschappij van Weldadigheid. Een 19e eeuwse club die met hulp van rijksoverheid grond kocht in Drenthe, met de bedoeling arme stadsgezinnen aan den landarbeid te krijgen. Het hoger doel was het stichten van een vreugdevolle arbeidsmoraal in de koppies van de sloebers. Dat werd een proefkolonie genoemd. Ook werd er een strafkolonie gebouwd voor de bedelaars en landlopers, waar ook de versbakken kolonisten mochten verblijven, als ze de wet overtraden. De toenmalige comazuipers en kroegvechters konden rekenen op een verblijf in de strafkolonie.
De club bestaat al lang niet meer, de huisjes, delen van de strafkampen en stukjes landgoed nog wel. Deze relikwieën van weldadigheid dreigen te verpauperen, als ze niet goed onderhouden worden en dat wil het kabinet natuurlijk niet. Als het lukt zulks op de lijst van Werelderfgoederen van de Unesco te krijgen, dan verhoogt het de status. “De voordracht is een steun in de rug voor de verdere gebiedsontwikkeling van Frederiksoord en Veenhuizen”, juichen de burgemeesters van de voormalige tuigdorpen.
Gisteren werd de Tweede Kamer gisteren op de hoogte gesteld van de nominatie. Naast architectonische hoogstandjes als de Van Nellefabriek in Rotterdam en het Teylersgebouw in Haarlem, historische trots als de Nieuwe Hollandse Waterlinie, wordt er ook heel wat koloniaals voorgedragen. Het eiland Saba, het Plantagesysteem West Curaçao en de nederzettingen Veenhuizen, Frederiksoord en Wilhelminaoord van de Koloniën van Weldadigheid in Drenthe.
Nu moet het kabinet alleen nog alle belanghebbenden rond de tafel zien te krijgen, om over de bijkomende kosten te praten. Het zal iedereen bekend zijn dat de rijksoverheid niet in de weldadige positie verkeert, Neerlands stichtelijke historie met al teveel staatsteun overeind te houden. Maar in de brief aan de Kamer (pdf!) zet de verantwoordelijke staatssecretaris, Halbe Zijlstra, de deur op een kier. Samen met de eigenaren van het erfgoed zal hij nagaan of aanvulling van de financiën nodig zijn. Na dat overleg zal het Rijk een instandhoudingregime vastleggen.
Een paar regels later smijt hij dan de deur met een klap dicht. Hij heeft “alle vertrouwen in een goed verloop van deze afstemming met de medeoverheden en eigenaren”. De betrokken bestuurders (gemeenten, provincies) hebben al “uitgesproken een plaats op de Werelderfgoedlijst te ambiëren en de verantwoordelijkheid te willen nemen de erfgoederen in stand te houden”.
Die slotzin betekent natuurlijk dat de lokale overheid zelf maar moet zien hoe het allemaal wordt bekostigd. Op het Rijk hoeft men niet te rekenen, want die gaat flink korten op de lokale overheden.
De gedoogpartner van het kabinet zal ook niet blij zijn als het Rijk er wel geld in zou steken, tenzij het erfgoed beschikbaar komt als hedendaagse tuigdorpen. De VVD en het CDA hebben wat tegen dat idee, en dat hadden de christelijke partijen in de 19e eeuw ook, zij het om andere redenen. De christenbroeders zagen niets in de Maatschappij van Weldadigheid, omdat deze niet religieus was.
De VVD is natuurlijk om de bekende financiële redenen tegen.
Maar CDA en VVD zijn nu dus wel voor het in stand houden van de oude tuigdorpen. Dat kan met recht symboolpolitiek met diepgang worden genoemd. Ze moeten er niet aan denken dat bordjes met ‘Hou en trouw’ en ‘Werken is leven’ wegroesten. Veenhuizen als symbool van dat prachtige land, dat we terugkrijgen.