1973 gaat de geschiedenis in als de VN-resolutie, waarmee besloten werd tot ingrijpen in Libië. Een bijzonder getal. Want 1973 doet ook denken aan de officiële opening van het World Trade Center. Die opening herinnert niemand zich, de terreuractie op de Twin Towers wel.
1973 is ook het jaar van Pinochet’s staatsgreep in Chili. Zijn er nog lezers die de straaljagers herinneren, die Allende's residentie bestookten? En in 1973 vielen Egypte en Syrië met 200 vliegtuigen Israël aan, de inleiding tot de Jom Kippoeroorlog. In het Thaise Bangkok vielen ruim 1500 doden, toen de militaire junta een studentenopstand neersloeg. Geen VN-ingrijpen.
Goed nieuws was er ook. De V.S. beëindigden de Vietnamoorlog en de bombardementen op Cambodja. Een lange militaire interventie eindigde in de Parijse vredesakkoorden.
De VN-resolutie 1973 is natuurlijk niet terug te voeren op deze gebeurtenissen, maar dat deze resolutie tot stand kon komen, heeft wel te maken met de geschiedenis van de VN en het gegeven dat het bestaan van de VN niet heeft voorkomen dat oorlogen, staatsgrepen en hardhandig neerslaan van democratische bewegingen bijna dagelijkse kost is.
De VN is opgericht vanuit de gedachte dat een catastrofe als de Tweede Wereldoorlog, inclusief de genocide, zich nooit meer zou herhalen. Het idee van de VN als een verzameling van Vredes Naties, in plaats van Verenigde Naties, worstelt tot op vandaag nog met haar volwassenwording.
Naadloos ging de Tweede Wereldoorlog over in de Koude Oorlog, die in sommige delen van de wereld gloeiend heet werd gevoerd, en vele onafhankelijkheidsoorlogen. De VN stond erbij en keek ernaar, omdat de souvereiniteit van de staten erg hoog in het vaandel stond. En natuurlijk omdat de grote spelers, de V.S., Rusland, China, zeker tijdens de Koude Oorlog, regelmatig hun vetorecht in de Veiligheidsraad gebruikten om eigen belangen te verdedigen.
De meeste interventies van de VN bestonden uit verklaringen en resoluties waarin geweld werd veroordeeld en opgeroepen tot staakt het vuren. Maar ingrijpen? Zelden of nooit.
Dat zou na 2005 veranderen. Na de Wereld Top van 2005 zou de VN alle ellende op de wereld wel eens aanpakken. De zogenaamde RtoP-verklaring, Responsibility to Protect, een gedragscode ter voorkoming van genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuiveringen, en misdaden tegen de mensheid.
De drie pijlers de RtoP zijn: 1. Elke staat heeft de verantwoordelijkheid haar burgers te beschermen tegen al die ellende. 2. De internationale gemeenschap verplicht zich die staten te helpen, die de middelen ontberen deze verantwoordelijkheid in praktijk te brengen. 3. De internationale gemeenschap verplicht zich tot tijdig en ferm ingrijpen om schendingen te stoppen, als een staat er duidelijk blijk van geeft die verantwoordelijkheid niet te (willen) nemen.
Dat laatste is nu dus in Libië het geval. En, zoals wel vaker bij VN-besluiten, is dat niet naar ieders zin. Dat Gadaffi het er niet mee eens is, laten we maar even buiten beschouwing. Sommige critici zijn bang dat dit tot een jarenlang wespennest zal leiden, waar niemand beter van wordt. Anderen hekelen het militaire karakter en zijn tegen elke vorm van militaire interventie.
De angsten worden ook door sommige VN-landen gedeeld. Angst voor vervelende ontwikkelingen spelen zeker een rol bij de V.S., die daarom liever de NATO een leidende rol wil geven. Dat houdt de mogelijkheid open later het fanatieke Frankrijk op de donder te geven, als de boel ontspoort.
De kritieken op het militaire karakter komt natuurlijk van mensen die elke vorm van geweld afwijzen. Wat door roekeloze houwitsers wordt afgedaan als naïviteit of bij zich machteloos voelende mensen de vraag oproept: maar wat dan? Kritiek komt ook van mensen die zich afvragen waarom in Libië wel wordt ingegrepen, maar in Syrië en Jemen niet. Ook daar wordt keihard opgetreden tegen demonstranten.
Het begint met de vraag of anderen dan de Libiërs zelf, tot actie mogen overgaan. En zo ja, wie zijn dan gerechtigd tot actie en welke acties zijn toegestaan?
De situatie in Libië lossen we niet op met een humanitaire inzamelingsactie. En wie voelt er wat voor om zijn rugzak te pakken en aan de zijde te gaan staan van de Libiërs die vrijheid en democratie willen? Wie gaat er in Libië langs de kant van de weg staan om demonstraten te beschermen, zoals burgers in 2007 een cordon vormden rond demonstrerende monniken in Myanmar?
Eén optie is de internationale gemeenschap vergeten. Concrete hulp aan Tunesië en Egypte om Libiërs die het geweld willen ontvluchten op te vangen. De no-fly zone kan dan de vluchtelingen beschermen tegen aanvallen uit de lucht. Gaddaffi heeft niet genoeg tanks om beide grenzen onder vuur te nemen.
De vraag blijft wel: welke humanitaire actie kan de achterblijvers wel beschermen tegen Gaddafi’s geweld?
1973
Geef een reactie