Vandaag is het Huis voor democratie en rechtsstaat officieel opgericht. Hard nodig,want we hadden natuurlijk nog geen democratie, laat staan een rechtsstaat.
De nog officieel te benoemen directie, stelde zich alvast voor aan de pers en verklaarde een sterker Nederland te bouwen. Redt u dat met zijn tweeën?, vroeg een journalist. Nou, antwoordde directielid I, alle goede dingen komen in drieën, dus hebben we de hulp ingeroepen van iemand die de meest wilde ideeën over de democratie en de rechtsstaat heeft.
Het Huis voor democratie en rechtsstaat krijgt een tijdelijke huisvesting. Dat is logisch. Je moet de democratie en de rechtsstaat niet vastpinnen op één plek, in een architectonisch hoogstandje waar een regering over kan struikelen omdat de kosten de pan uit rijzen. Voor de tijdelijke huisvesting had de directie aanvankelijk een grote tent in gedachten. Het hulpje in huis was daar tegen, want een tent trekt alleen maar islamitische nomaden aan. Daar is het Huis voor democratie en rechtsstaat natuurlijk niet voor bedoeld.
Maar, vroeg alweer de journalist de democratie en de rechtsstaat is er toch voor iedereen? Zeker, repliceerde directielid I. Behalve dan voor islamieten, riep het hulpje in huis. Correctie, riep directielid II, het is er wel voor iedereen, mits iedereen zich gedraagt zoals wij dat willen, mits iedereen doet wat wij willen en mits iedereen denkt zoals wij willen. Ja, lachte directielid I, iedereen zal daar iets van merken.
Het is een feestelijke dag. De officiële oprichting van het Huis voor democratie en rechtsstaat is een feit. Een historische omslag, riep het hulpje in huis. Het moet de burger dichter bij de politiek brengen. Dat mag wat kosten, dus leveren we allemaal wat in. Want als er iemand verantwoordelijk is voor de democratie en de rechtsstaat, dan zij wij allemaal dat wel. De overheid treedt terug, sprak directielid I. De hardwerkende burger krijgt het land terug, juichte hij.
Ah, merkte een andere journalist op, u treedt terug en de hardwerkende burger mag het opknappen. En wat gaat u doen?
Wij gaan nu eerst een lekkere borrel nemen op dit geweldige akkoord, sprak directielid I met pretlichtjes in de ogen. Zo is het maar net, zie directielid II en gaf hem een joviale ram op de schouder. Het hulpje in huis was blijkbaar hard aan die borrel toe, want hij bleef maar slikken en zijn lippen bevochtigen.