Geert Wilders wil onderzoeken of herinvoering van de gulden op lange termijn beter is dan vasthouden aan de euro. Dat onderzoek is dan indirect een research naar zijn eigen jeugdzonden. Want waar was Wilders toen de euro werd ingevoerd?
De voorbereidingen werden getroffen in de jaren voor het verdrag van Maastricht (1992). Het CDA-PvdA kabinet Lubbers III zette de laatste stappen richting invoering van de euro. De voorbereidingen liepen door onder Kok I, met VVD-minister Zalm op Financiën. De Zalmnorm werd een feit (1994) en Kok en Zalm wisten in 1997 het Stabiliteitspact van de grond te krijgen.
Al die tijd was Wilders beleidsmedewerker bij de Tweede Kamerfractie van de VVD (vanaf 1990). Hij mocht zich bezig jouden met het schrijven van toespraken en het sociaal-economisch beleid.
Onder Kok II werd de euro de officiële munt waarmee wisselkoersen en obligaties werden uitgedrukt (1998). In 1999 werd de euro definitief tot officiële munteenheid benoemd. Minister Zalm joeg er in 2001 een aantal wetten door het parlement om de overgang van gulden naar euro te realiseren en in 2002 kregen we dan de euro in onze portemonnees.
Wilders was inmiddels opgeklommen van beleidsmedewerker tot lid van de VVD-fractie (vanaf 1998). Opmerkelijk feitje in deze geschiedenis: in 2000 mocht Griekenland, sinds 1981 wel lid van de EEG, toetreden tot het Europees Monetair Stelsel. De VVD had er destijds niets op tegen.
Pas daarna (2004) stapte Wilders uit de VVD. Niet vanwege onenigheid over de euro, maar omdat hij binnen de VVD te weinig ruimte kreeg voor zijn ‘conservatief-liberale’ gedachtegoed betreffende immigratie en de islam. Toen hij in 2006 aan de verkiezing deelnam verscheen in het PVV verkiezingspamflet dan ook zijn eurospeerpunt: een referendum over de wenselijkheid de euro te behouden.
Het drama van de eurocrisis biedt hem nu gelegenheid dat speerpunt bovenaan zijn agenda te zetten. Maar niet zonder eerst een onderzoek te doen. Dat onderzoek gaat natuurlijk over de toekomst van de gulden en niet over hoe de gulden hier verdween. Toen dat allemaal werd voorbereid, ingevoerd en werkelijkheid gemaakt, werkte Wilders er aan mee en stemde er mee in.
Het is niet meer dan de jeugdzonde van een beginnend parlementariër. Hij had zich natuurlijk aan de fractiediscipline te houden. Hij stapte daar met een groots gebaar uit en even groots erkent hij nu, indirect, zijn schuld. Hulde voor deze rechtsindirecte hand-in-eigen-boezem.
Hier de euro-Wildersgeschiedenis nog even samengevat.