Dat de overheid in het geniep haar burgers volgt, daar hebben velen zich bij neergelegd omdat men er op vertrouwt dat in ons soort democratie altijd verantwoording moet worden afgelegd en het in belang van ons aller veiligheid zou zijn. Big Brother is de vijand niet, Big Brother moet de vijand juist buiten de deur houden.
Vroeger liep Big Brother nog wel eens tegen de lamp. Inflitraties in clubjes als de Rode Jeugd mislukten soms omdat men de dienstdoende Broer wist te ontmaskeren. Of Broer verzamelde informatie zonder dat de bevoegde minister er iets van wist. Bijvoorbeeld bij Edwin de Roy van Zuydewijn, wiens staatsgevaarlijkheid niet verder ging dan dat hij in 2000 het liefje van Prinses Margarita was.
Hoe soepeltjes gaat Grote Broer tegenwoordig te werk. De eerste de beste puber die twittert dat hij de school zal opblazen, wordt binnen 24 uur na zijn mededeling in de kraag gevat. Waar Broer vroeger weken werk en ontelbare reis- en verblijfdeclaraties meer voor nodig had, is nu in een paar uur gepiept vanachter een paar computerschermen.
Hoe geheim het ook is, we leven in de wetenschap dat het gebeurt en dat er enige controlemechanismen op staan zoals de vaste Kamercommissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Maar Grote Broer is al lang niet meer alleen. Vele kleine broeders willen alles van ons weten. Grote Broer moet nog speciaal toestemming moet vragen aan officieren van justitie, de rechter of de minister om een telefoontap of inzage in computerdata te verkrijgen. De kleine broertjes hebben het veel handiger opgelost. We kopen hun mobiele apparatuur.
En dan weten ze wanneer we bellen, wie we bellen en waar we bellen. Op de meest moderne mobieltjes kun je ook internetten. De kleine broertjes houden ook dat in de gaten. Met elke toetsaanslag weten ze wat het op het web te zoeken hebt. Er gaan geruchten dat de AIVD aan minister Teeven heeft voorgesteld van staatswege gratis i-phones aan alle burgers te verstrekken. Natuurlijk voorzien van de geheime apps, waarmee de kleine broertjes te werk gaan.
Niet alleen kunnen we met al dan niet geheime applicaties gevolgd worden, RIFD-chips in schoenen of kleding kunnen informatie doorgeven aan Twitter of Facebook. Leuk als speeltje, maar het betekent dat het ook naar andere bestemmingen kan worden verzonden. Naar reclamebureaus die het hebben bedacht, bijvoorbeeld.
Zijn dit soort ontwikkelingen te tegen te houden? Waarschijnlijk niet. Bescherming tegen ongewenst gebruik van ons dataverkeer vraagt om een uiterst omvangrijke en complexe regelgeving en toezicht. Zadel daar de AIVD mee op en de dienst zal moeten worden uitgebreid (weg kleinere overheid) en de dienst heeft geen tijd meer voor echte staatsgevaarlijke elementen.
Toch zijn een paar maatregelen voldoende om dit uitgebreide gespioneer aan banden te leggen. Het moet bedrijven simpelweg verboden worden geheime apps in te bouwen. En dataverkeer mag niet langer dan een paar uur bewaard blijven en moet automatisch vernietigd worden. Als bij controle blijkt dat een bedrijf zich daar niet aan houdt, dan riskeert het torenhoge boetes of zelfs intrekking van vergunningen voor gebruik van datatcentra en satellietverkeer.
Dat zal er niet van komen, want voor Grote Broer is het veel goedkoper even bij kleine broer langs te gaan. De AIVD heeft al voorgesteld vrijelijk te willen neuzen in alle telefoon- en dataverkeer. Daar heeft de dienst alleen wat aan als bedrijven verplicht worden de data langere tijd te bewaren. Zijn wij dan allemaal bij voorbaat staatsgevaarlijk verdacht?