Hoge keuken tegen vetzucht

Haute cuisine Wat slecht is, hoeft niet vies te zijn. De wetenschap dat de vette hap slecht is voor de gezondheid, weerhoudt mensen er niet van smakkend van genot hun hart- en vaatstelsel te teisteren. Is er iets te bedenken dat beter werkt dan publiciteitscampagnes die vooral op de nadelen wijzen?

Misleiding werkt beter. Aandacht voor de ongezonde produkten kunnen achterwege blijven. Ook er op blijven hameren hoe goed de gezondere produkten zijn, kan ook de afvalemmer in. Het gaat erom dat mensen zichzelf misleiden met het idee dat duur en/of onbereikbaar ook wel goed zal zijn.
VPRO’s Noorderlicht wijst op een experimentje waaruit zou blijken dat muizen net zo om de tuin zijn te leiden, als mensen.

Mensen zullen een duur wijntje of een duur gerecht sneller als goed beoordelen, dan eten of drinken dat nog geen euro kost. Goedkoop zal wel duurkoop zijn.
Nu is haute cuisine voor veel mensen onbereikbaar. De hoge keuken is bij sceptici vooral bekend van de erg grote borden, met zeer weinig eten. En dat voor een bovenmodaal prijsje. Maar wie zich er eens aan te buiten gaat, zal zeker beweren dat het voortreffelijk voer is.
Muizen lijken ook een voorkeur voor onbereikbaar voedsel te hebben. Die ontdekking leidt tot de gedachte dat je eten op een bepaalde manier onbereikbaar moet maken, zodat mensen in ieder geval gaan denken dat het dan wel het beste voedsel zal zijn.

Moet je dus gezond eten goed verstoppen of duurder maken, vraagt Noorderlicht zich af.
Verstoppen zal niet veel helpen. Mensen zijn geen muizen. Mensen hebben wel wat meer te doen dan de hele dag op zoek gaan naar voedsel. Duurder maken lijkt dus wel een aardige optie. Maar dat is riskant. Wie een krap budget heeft, zal nog wel denken dat duur eten goed eten is, maar omdat het geld ontbreekt zal men niet tot aankoop over gaan.

Dat kan anders. Maak gezond eten betaalbaar en ongezond eten vreselijk goedkoop. Een driegangen diner in een vijfsterren toko zou evenveel moeten kosten als patat met een frikandel en een softijsje. Een patatje oorlog bij de Febo zou net zo duur moeten zijn als één stuks vijfcent drop bij de sigarenboer. De hoge keuken blijft duurder, maar wordt bereikbaar.

De overheid is niet te beroerd de tarieven voor te schrijven van medisch specialisten. Zo’n grote stap is het dan ook niet de tarieven van voedsel vast te leggen.

Betaalt Europa bezuigingen?

Europa Het was een zware dag vandaag. De bezuinigingen slaan hard toe in de sector waar ik werk. Vandaag moesten we een keiharde knoop doorhakken, die nu als een baksteen op mijn maag ligt.
Omdat we in korte tijd zoveel collega’s kwijt zijn geraakt, kan de dagopvang voor dak- en thuislozen niet langer in de volle omvang open blijven. Binnenkort gaan we die mensen dus eerder de straat op sturen.

Excuses voor de emotionele oprisping, maar dat besluit voelt een beetje als verraad aan ‘de doelgroep’. Maar goed, geld om op de oude voet verder te gaan is er niet en zal volgend jaar nog minder worden.
De dak- en thuislozen zullen voortaan eerder hun heil elders moeten zoeken. De daklozen dolen dus wat langer op straat rond. De thuislozen zijn aangewezen op de eenzaamheid van hun kamertjes.

Ik zit hier thuis nog wat na te hijgen van het besluit dat we hebben genomen. En dan lees ik dat de ABN Amro geld gaat vragen aan de Europese Unie om
hun bezuinigingen te financieren.
De ellende waar we nu mee opgezadeld zijn, is bij banken als ABN Amro begonnen. Met staatsteun overeind gehouden. Ook bij ABN Amro moeten er mensen uit. In deze tijden doet de overheid een beroep op ieders creativiteit. Dat is bij de ABN Amro niet aan dovemansoortjes gezegd. Ruim 52 miljoen euro wil de bank van Europa, om het ontslag van hun werknemers een beetje humaan af te wikkelen.

Ik krijg ineens ook een creatief idee. Ik ga morgen mijn werkgever twee dingen vragen. Nu ook wij noodlijdend zijn geworden, vragen we staatsteun aan. En omdat aan bezuinigingen niet valt te ontkomen, vragen we meteen geld aan Europa om onze maatregelen te financieren.
Mijn werkgever zal me voor gek verklaren. Waarmee ik me kan aansluiten bij de doelgroep.

Nazorg DNA.

Barneveld DNA De gemeente Barneveld telt ruim 52 duizend inwoners. De nazorg voor slachtoffers van inbraken is voorbeeldig. Iets meer dan 2800 Barnevelders krijgen een gratis DNA-spray setje. Als beloning voor hun aangifte van een inbraak. De overige inwoners kunnen zo’n setje kopen voor 50 euro. En dat alles in het kader van een stevige campagne tegen de criminaliteit in de Veluwse legbatterij.

Stel dat de overige, ruim 49 duizend Barnevelders allemaal meewerken, dan strijkt de gemeente bijna 2 miljoen euro op. Logisch dus, dat de DNA-setjes niet aan alle inwoners gratis worden verstrekt. Dat kan helemaal niet in tijden waarin ook Barneveld moet bezuinigen.
Dat de 2800 door criminaliteit getroffen burgers zo’n setje gratis krijgen, kun je absoluut geen preventie noemen. Dat is nazorg en 140 duizend euro weggegooid.

Het hele project is overigens tot mislukken gedoemd. Niet omdat Barnevelders van die opstandige rebellen zijn die lak hebben aan god en gezag. Helemaal niet zelfs. In god hebben ze alle vertrouwen, in het gezag ietsjes minder, maar toch is ruim de helft tevreden over de politie. Tachtig procent van de Barnevelders voelen zich veilig. Volgens de politie
van Gelderland-Midden, de regio waar Barneveld in valt, rekenen de burgers ‘te hard rijden’ tot de grootste overlast.
De kans is dus klein dat al die 49 duizend burgers een setje aanschaffen. Waarom zou je, als je je veilig voelt? Zit de gemeente Barneveld straks opgescheept met tienduizenden, onverkochte DNA-spray setjes? Of besluit de gemeente alsnog er wat subsidie tegenaan te gooien, zodat de burgers de preventieve waar voor een prikkie in huis halen?

In de grote stad geloven ze wel in subsidie als preventief middel tegen criminaliteit. In Amsterdam, best wel een grote stad te noemen, kunnen ondernemers subsidie aanvragen om een
DNA-douche aan te schaffen. U weet wel, zo’n sprinklerinstallatie bij de uitgang van een winkel, die afgaat als u vergeet af te rekenen.
In Rotterdam en Amsterdam-Zuid had men goede ervaringen met de aanwezigheid van DNA-douches. Zestig procent minder winkeldiefstal en overvallen.
Een installatie kost tussen de 12 en 15 honderd euro. Subsidies kunnen oplopen tot 50 procent van de aanschaf. Zouden alle ondernemers er tussen 600 en 750 euro voor over hebben om een DNA-douche te installeren? En waarom het Barneveldse voorbeeld niet gevolgd en krijgen de reeds getroffen winkeliers zo’n douche niet gratis?

Terug naar Gelderland-Midden. Een stukje verderop bij Barneveld, rekent men zich in Ede alvast rijk. De komende twee jaar denkt men 30 procent minder inbraken te scoren, als de inwoners hun dure spulletjes met synthetisch DNA markeren. De grootstedelijke zestig procent is blijkbaar iets te ambitieus voor provinciale regio.

Het synthetische DNA is echter alleen bruikbaar ter afschrikking. Als bewijsmateriaal is het niet voldoende. Het spul bewijst hooguit dat iets of iemand op de plaats van delict is geweest. Om een persoon ook echt aan het delict te linken, is een bekentenis nodig of aanvullend bewijsmateriaal.
Allemaal niet nodig, want als afschrikking werkt, zijn er geen inbraken of overvallen. Zou dan alleen een bordje “Hier waakt DNA” niet voldoende zijn? Een stuk goedkoper.

Liefhebbers van een stukje kip moeten oppassen. Wie wel eens een Barnevelder verschalkt, kan door overijverige speurders verdacht worden van kippendiefstal, terwijl eigenlijk een Veluwse vos heeft huisgehouden in de Barneveldse kippenhokken. Ontkennen dat jij die vos niet bent, helpt niet als het Barneveldse DNA in je huisafval is aangetroffen.

Emotionele kenniseconomie.

Het emo-lab Donderdag 4 november wordt de derde Verwey-Jonkerlezing gehouden. Deze keer gaat het over de kenniseconomie en de emotiecultuur. Het verband tussen die twee zaken?
Een van de sprekers zal het hebben over alle aandacht voor de kenniseconomie, waardoor de burger die zich door emoties laat leiden, misschien verwaarloosd wordt. Moeten we naar “psychologie + economie = kennis”?
De andere uitgenodigde spreker stelt dat in de economische wetenschappen het besef groeit, dat mensen eerder emotionele, dan rationele beslissers zijn. Wordt het tijd voor een andere visie op emoties in onze kenniscultuur?

Kennis is macht. Dat is absoluut niet waar. Bepaalde kennis, in een bepaalde context kan macht zijn. Het ontbreken of achterhouden van kennis kan ook tot macht leiden.
Emotie is macht. Ook niet absoluut waar, hoewel in deze tijden emoties van feelgood-beleving tot onderbuikgevoelens belangrijker lijken te zijn dan rationele kennis.

Kennis over emoties is macht. Dat lijkt me helemaal waar. Bekend van reclame- en marketingtechnieken. De verkoop van allerhande waar, mag gerust de sentimenten-economie worden genoemd. Als het aan sentimenten ontbreekt, dan worden ze wel gecreëerd. Dat kennen we van ‘de politiek’. Nederland is veilig, maar incidenten worden aangegrepen om een gevoel van onveiligheid levend te houden.
Wie de emoties kent, heeft de macht. Met als klinkend resultaat goed verkopende produkten, hoge kijkcijfers of het doorvoeren van wetten, die de macht consolideren.

Kennis of emotie . Wat is uiteindelijk van doorslaggevende betekenis? Kennis dus. Niet alleen kennis waardoor we met betere technologie problemen als een dure zorg kunnen tackelen of een nog mooier beeldscherm op de i-phone krijgen. Ook kennis over “wat-de-mens-beweegt”.
We weten dat we in tranen kunnen schieten als we een ui snijden. We weten ook dat mensen in de lach schieten als ze iemand bezig zien de ui weer in elkaar te zetten, om het huilen te stoppen. We weten nog lang niet waarom iemand tot zo’n idiote handeling overgaat.

We weten ook waarom een grote groep mensen het op een lopen zet als er een idioot staat te schreeuwen bij een dodenherdenking. We weten ook dat er, om biologische en of sociologische redenen, altijd idioten zullen zijn. We weten nog niet idioten zo’n plaats in de samenleving te geven, zonder bang voor ze te zijn.
Er valt nog heel wat kennis te vergaren over emoties.

Een week lang gratis betalen.

Gratis pinnen Pinnen is betalen. Deze week mag je gratis pinnen. Maar als je met echte euro’s betaalt, worden er toch ook geen extra kosten in rekening gebracht? Dat klopt, maar bij pinnen lag dat tot nu toe anders.

Het zijn vooral de banken, aangevoerd door de DNB (De Nederlandse Bank), die liever geen cash geld meer over straat zien rollen. De winkeliers zien daar ook wel wat voordelen in (veiliger geldtransport), maar zijn niet helemaal overtuigd van de financiële voordelen van pinnen. Een campagne gericht op zowel de consumenten als de winkeliers, promoot nu het pinnen, met de aantrekkelijke slogan dat het deze week gratis zal zijn.

Gratis
voor de winkeliers. Wat ze met de uitgespaarde kosten doen, mogen ze zelf weten. Aan een goed doel schenken, aan de klant terugbetalen of in eigen zak steken. Een actie om de laatste bordjes uit de winkels te krijgen, waarop je kan lezen dat er voor pinnen nog een klein bedrag in rekening wordt gebracht?
De consumenten worden gemobiliseerd door een van het pinnen een loterij te maken en een prijs van 250 euro in het vooruitzicht te stellen.

Dat is nog eens een geinige manier om de marktwerking een handje te helpen. Onze markt is immers gebaseerd op het vraag- en aanbodprincipe. Als ergens veel vraag naar is, dan komt het op de markt. Hoe groter de vraag, hoe goedkoper het produkt. Maak het pinnen dus gratis, nee sterker nog, pinnen kan 250 euro opleveren, en de consument gaat massaal pinnen en de winkeliers gaan overstag.
Waarom hebben winkeliers er eigenlijk wat problemen mee?

Heel simpel. Ook dat betaalverkeer kost ze geld. De machines moeten ze zelf betalen en voor de transacties brengen de banken kosten in rekening. Met olijke websites laten de banken zien dat de kosten voor pinnen aanzienlijk lager zijn dan voor cash geld. De DNB heeft een onderzoek laten naar de kosten voor gewoon betalen en pinbetalingen. Daaruit zou blijken dat een supermarkt wel 10 procent op de kosten kan besparen met pinbetalingen. Een tankstationhouder kan zelfs 28 procent besparen.

En toch aarzelen de ondernemers. Logisch. Want het blijven kosten. Pinnen is
helemaal niet gratis voor de bakker en de bloemist. Ze zijn zelfs bang dat de kosten weer omhoog gaan, omdat ze worden gedwongen naar het nieuwe pinnen over te schakelen. Het nieuwe pinnen moet skim-fraude tegengaan. Geen pasjes meer met een magneetstrip, maar met een chip. De door de banken beloofde veiligheid bleek al snel een illusie.

De ondernemers vrezen hogere kosten, omdat hun apparatuur en software vervangen moet worden. Banken zeggen dat ze niet moeten zeuren, want de ondernemers kunnen voordelige pakketten bestellen. Verder hebben ze de ondernemers beloofd de transactiekosten voor vijf jaar te bevriezen. En daarna? Geen garanties. In andere Europese landen zijn de transactiekosten wel flink gestegen, na introductie van het nieuwe pinnen.

Gratis betalen bestaat niet. Cash geld kost een kapitaal aan transport, beveiliging, onderhoud van flappentappen en is arbeidsintensief. Pinnen is een stuk goedkoper. Onder andere omdat banken maar slecht bereid blijken de veiligheid van elektronisch betalen helemaal dicht te timmeren. Maar waarom delen de banken hun voordeel niet met de ondernemers? Misschien dat ze dan gemotiveerder raken voor het pinnen.
Overigens ben ik van mening dat verplichte keuzes gratis moeten zijn. Dus ook als ondernemers tot pinnen worden gedwongen.

Gansch het raderwerk liep voor

Tijd We waren de tijd te ver vooruit. Een uur te ver, om precies te zijn. Keihard ingrijpen was noodzakelijk. Dat zijn we wel gewend in deze tijden, dus dat moet geen probleem zijn. Het zat helaas wat tegen.

Om 3 uur ‘s nachts moest de klok een uur terug worden gezet. Dat stond op de voorpagina van mijn ochtendkrant. Wetende dat mijn termijngeheugen wel eens tekort schiet, meteen het alarm op de wekker op tien voor drie gezet. Dat kon dus niet mis gaan.
Om een uurtje of twaalf ’s avonds naar bed gegaan. Redelijk vroeg voor de zaterdag, maar ik had me al een paar uur stierlijk zitten vervelen. Het was namelijk ook de nacht van de nacht. Een grappige actie. Een nacht lang alle lichten uitdoen, om het milieu te redden.

Het gaat niet goed met het milieu, het klimaat en de energiebronnen. Keihard ingrijpen is noodzakelijk. Het was tijd dat ik daar ook eens mijn steentje aan zou bijdragen. Geen halfzachte maatregelen. Om er zeker van te zijn dat ik nog geen tiende kilowatt zou verspillen, heb ik om zes uur ’s avonds alle stoppen in de meterkast omgezet.
Geen tv, geen pc, niet eens een radio om de avond door te komen. Een boek lezen ging niet. Heeft u wel eens uren in het donker doorgebracht, zonder enige afleiding? Het valt niet mee.

Om twaalf uur dus naar bed. Geen idee of het echt twaalf uur was, maar een mens mag toch wel op zijn biologische klok vertrouwen?
Al snel in een bizarre droom geraakt. Ik zat in een immens raderwerk en middenin dat complex hing een klok. Alles was met die klok verbonden. Omdat de totale existentie op hol was geslagen en op de klok vooruit was gelopen, moest die klok worden teruggedraaid. Als ik dat niet op tijd zou doen, zou heel het universum ontregeld raken.
Telkens als ik via een radertje vooruit was gekomen, wierp een volgend radertje me weer terug. Hoe ik mijn best ook deed, ik kreeg het niet voor elkaar de klok te bereiken. Ik zag het universum rondtollen. Ik zag hoe de klok oververhit raakte en langzaam begon te smelten.

U begrijpt dat het alarm van de elektronische wekker het af liet weten. Gelukkig wekte mijn droom me. Badend in het angstzweet schrok ik wakker. Geen idee van de tijd.
Op de hoek van onze straat staat een klok. Even uit het raam gehangen om te kijken of ik daar wijzer van zou worden. Gelukkig. De gemeente deed niet mee aan de nacht van de nacht. Het was tien voor drie. Ik was dus precies op tijd!
Gauw naar de meterkast, alle stoppen weer omgezet en de wekker deed het weer. Stipt om drie uur zette ik het apparaat een uur terug. Ik kon gerust verder slapen.

Nu ik stukje zit te tikken is het tien uur. Op mijn klok. Ik kijk naar buiten en zie dat de gemeenteklok elf uur aanwijst. Wat is er fout gegaan? Ik had toch braaf om drie uur ’s nachts mijn klok teruggezet? Braafheid kent geen tijd, zei mijn oma wel eens. Nou, dat klopt. In al mijn braafheid ben ik het spoor volledig bijster geraakt. Ik weet nu niet meer in welke tijd ik leef. De enige houvast is de klok in de straat. De overheidsklok.

Ik besef dat als ik nog bij de tijd wil blijven, mijn vertrouwen in de overheid zal moeten herstellen. Ik zal die klok moeten volgen, om mee te kunnen draaien in de samenleving. Als het verantwoordelijke radertje, dat meedraait in de machinerie van de hedendaagse tijd. Dat is mijn tijd niet, maar wie heeft nog wat te zeggen over zijn eigen tijd?

Geld en de boodschap

Munt slaan Een weekje achter de rug waarin Rutte I de bezuinigingen opschroeft en Wilders het koningshuis wil degraderen. Financiële winst voor de staatskas en publicitaire winst voor de PVV, zou je zeggen. Maar wie sloeg er deze week nou echt munt uit? Willem-Alexander. Onder toezicht van Jan Kees de Jager, dat dan weer wel. De kroonprins mocht het Waterland vijfje slaan. Een herdenkingsmunt die de roemruchte band met het water symboliseert.

De KNM (Koninklijke Nederlandse Munt) is het bedrijfje dat geld aanmaakt. Niet alleen het gewone slijk der aarde, maar ook speciale munten, waar verzamelaars zo dol op zijn. Deze week dus dat
Waterland vijfje.
Eigenlijk begint de geldontwaarding al bij het maken daarvan. Ik neem tenminste aan dat de KNM geen ongesubsidieerde vrijwilligersorganisatie is. Dus elk geslagen dubbeltje is meteen al minder waard, omdat de kosten voor arbeidsloon, machines en vervoer er afgetrokken moeten worden.

Voor al het geld dat we nodig hebben, kunnen we dat voor lief nemen. Maar geldt dat ook voor herdenkingsmunten?
Zo’n munt is een betaalmiddel met een boodschap. Maar meestal een bodschap van weinig waarde. Leuk dat een koningshuis jubileert, maar moet dat op een munt verkondigd worden? En die historische band met het water kennen we toch donders goed? Waarom dan kosten gespendeerd aan een munt waar je weinig aan hebt. Zeker in een tijd waarin de boodschap luidt dat we het met minder geld moeten doen.

Herdenkingsmunten zijn alleen een wettig betaalmiddel in het land van herkomst. Hoe fraai zo’n euro ook is, in eurolanden buiten onze grenzen heb je er niets aan. In eigen land ook niet, omdat vooral verzamelaars de beperkte oplage als snel in beslag nemen en zo onttrekken aan het betaalverkeer.
De kosten voor het maken van zo’n munt zijn ook hoger dan de kosten voor het slaan van gewone munten. Er moet immers nog een officiële handeling aan te pas komen en een publiciteitscampagne worden gevoerd.
Netto rendement van de herdenkingsmunt: financieel verlies voor de staatskas en publicitair van nul en generlei waarde.

Overwegende dat het slecht is voor de economie, overwegende dat het om een volstrekt overbodig produkt gaat, dien ik hierbij een motie in om de herdenkingsmunt af te schaffen en ga over tot de orde van de dag.

Zwaar weer management

Zwaar weer Ambities, uitdagingen, creativiteit. Bezuinigingen zullen heel wat teweeg brengen, maar we moeten het vooral zien als een kans voor mooie veranderingen.

Alle gemeenten bezuinigen. Voor 2011 zijn in totaal een dikke 4 miljard maatregelen verzonnen Vooral cultuur, welzijn en sport zullen het met gemiddeld 7 procent minder moeten doen. Daarnaast wordt de ambtenarij uitgekleed. Dat is het begin, want de gemeenten vrezen ook het snoeimes van Rutte.
Organisatie- en adviesbureau Berenschot inventariseerde de gemeentelijke bezuinigingen en ontmoetten toch veel ambitieuze gemeentesecretarissen, die hier een prachtige kans op “meer creativiteit, innovatie en samenwerking”.
Dat zijn nog eens andere woorden dan ‘roeien met de riemen die je hebt’. Wie blijven binnen boord, wie valt uit de boot en wie gaan de boot missen? De stuurlui van al die organisaties die nu in zwaar weer terecht komen, moeten heftige keuzes maken.
Dat bestuurders en managers alles uit de kast halen om hun medewerkers op sleeptouw te nemen en gemotiveerd te houden, is begrijpelijk. Het zal zeker veel creativiteit vragen door deze woelige tijden te navigeren. Dat betekent niet dat er geen vragen gesteld mogen worden over de aard van die creativiteit.
Tot nu toe heb ik alleen maatregelen volgens de kaasschaafmethode langs zien komen. Zo zijn er gemeenten die op alle culturele voorzieningen en organisaties bezuinigen. Zo zijn er organisaties die op alle afdelingen snoeien.

Ik vind dat niet de creatiefste methode. Het is eerder gebrek aan een doortimmerde visie en lef, waarmee ook heftige, maar wellicht veel slimmere keuzes gemaakt kunnen worden. Het is nobel om te stellen dat alles en iedereen geraakt zal moeten worden. Of je dan ook de solidariteit overeind houdt, die nodig is om elkaar te steunen? Het zal zuur zijn in te moeten leveren, als je op een plek zit waar al jaren met weinig middelen wel goede prestaties worden geleverd. Voor mensen die in zo’n situatie zitten, zal het een hele uitdaging zijn de teleurstelling over de bezuinigingen niet te projecteren op minder goed presterende collega’s of slecht draaiende concurrenten.

Nieuwsgierig naar de resultaten van de gevraagde creativiteit, ben ik benieuwd of er ergens in het land briljante oplossingen worden gevonden. Heb jij zulke oplossingen gezien in je gemeente of in jouw organisatie? Meld ze hier in de reacties. Heb je ze niet gezien, maar zelf heb je wel een goed idee? Meld ze hier in de reacties. De komende tijd zal ik er dn zeker op terugkomen.

(Ver)berg uw schatten in het Noorden.

Kleigrond Wat kun je doen met gebieden die maar niet tot economische bloei komen? Gebieden waar de industrie maar niet van de grond wil komen, waar dienstverleners het vertikken hun bedrijven te vestigen. Waar zelfs dwangmaatregelen van de overheid, het verhuizen van ministeries, niet leiden tot de gewenste dynamiek van een welvaartsbolwerk als de Randstad.

Geen nood, er zijn nog meer oplossingen. Als de welvaart niet vanzelf uit de bodem schiet, dan breng je de welvaart er naar toe. Beter gezegd: je dumpt er de welvaartsresten onder de grond. Een schitterend stukje werkgelegenheid creëer je bijvoorbeeld door kernafval in de Friese klei of in de zoutlagen van het noorden op te bergen. De COVRA (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval) zoekt zich rot naar geschikte opslagplaatsen. Bijna overal stuit het op verzet. De Friezen gaan bij voorbaat
al dwarsliggen, omdat de klei- en zoutlagen niet stabiel genoeg zouden zijn.

Eerder was op dit weblog al te lezen dat het vorige kabinet voorbereidingen trof om CO2
in het noorden op te slaan. Ook dat zien veel Friezen, Groningers en Drenthe niet zitten. Behalve de gezamenlijke noordelijke werkgevers. Zij schreven een brief aan de kakelverse premier, want ze zijn het niet eens met een stukje uit het regeerakkoord. VVD en CDA hebben de CO2-opslag voor zich uit geschoven en willen pas verder met de plannen als er een nieuwe kerncentrale komt.
Slim bedacht van het kabinetje, want dan kun je het verzet tegen zowel de kerncentrale, als de opslagplaatsen voor kernafval en CO2 in een klap aanpakken.

Nou moet u niet denken dat de regering alleen maar allerlei welvaarstresten in het noorden wil dumpen, omdat die gebieden gemiddeld wat armer zijn dan de Randstad. Een praktijk die we kennen van nog veel armere gebieden waar afgekeurde medicijnen in de bevolking worden gestort of waar we onze opgebruikte computers dumpen. Nee, onze overheid is serieus bezorgd over ieders veiligheid.
De vorige regering kwam met een ondergrondse nota, waarin ze verklaarde dat dichtbebouwde gebieden hooguit geschikt zijn om een wirwar aan kabels voor ons pc-gebruik onder de grond te stoppen, maar meer riskanter materiaal moet je niet onder een flatgebouw willen.

De wijde Friese velden zijn natuurlijk wel geschikt. Het enige risico is, dat de commissaris van de koningin een radioactief eerste kievitseitje krijgt aangeboden. In Drenthe en Groningen
rommelt het ondergronds, dus daar alstublieft geen CO2- en kernafval wegmoffelen.

Je gaat erover of niet.

Rutte Terwijl de versgebakken premier zijn plannen verdedigt in de 2e Kamer, even een boeiend puntje uit de regeringsverklaring gelicht. “Ons principe is: 'Je gaat erover of niet'. En we zullen dat principe consequent toepassen (…)”.

In de regeringsverklaring geldt dit principe voor de overheid. Dus voor de nieuwe premier. Het principe zal worden toegepast om de overheid te kleineren, de burger belastingverlichting te geven en de Crisis- en herstelwet tot een permanente soort van tweede grondwet te bombarderen.
Je gaat erover of niet. Leuk dat we minder belasting gaan betalen, maar krijgen dan wel zaken voor elkaar waar wij over gaan? Mogen we bijvoorbeeld op het belastingformulier aangeven waar we dat weinige geld aan uit willen geven?

Je gaat erover of niet. Minder ambtenaren klinkt heel aardig. Mogen we wel beslissen waar de resterende klerken hun werk aan besteden?
En de Crisis- en herstelwet permanent maken? Mogen we zelf beslissen of we wel een permanente crisis willen en zelf bepalen welk herstelwerk we willen?

Betekent deze bijna anarchistische filosofie, dat we voortaan zelf over onze eigen portemonnee gaan? Dat we over onze eigen agenda gaan en zelf bepalen wanneer en waar de overheidsloketten geopend zullen zijn? Dat we over ons eigen budget gaan en van de overheid mogen vragen de huurprijzen van woningen aan te passen? Dat we over onze eigen vrije tijd gaan en zelf bepalen of en waar we vrijwilliger willen zijn?

Je gaat erover of niet. Ik denk toch echt dat Rutte met “je” zichzelf bedoelt en ervoor kiest dat wij er zeker niet over zullen gaan.