Bent u een onderhandelaar?

Bent u een onderhandelaar? Onderhandelen is een kunst. Blijkbaar is dat in de zorg voor verbetering vatbaar, dus kunnen verzekeraars en instellingen morgen, dinsdag 29 juni, bij de Zorgmarkt Academy leren wat goede onderhandelingen zijn.

Er ontbreekt één partij: de zorgconsument. Die betaalt immers een zorgpremie en afhankelijk van zijn pakket, betaalt de zorgconsument ook voor diverse behandelingen.
De zorgconsument laat het blijkbaar in goed vertrouwen over aan de professionals. De verzekeraars, die de beste kwaliteit voor de laagste prijzen probeert af te dwingen. En de zorginstellingen die de beste kwaliteit voor de beste prijs willen leveren.

Dat is misschien maar goed ook. Het is lastig onderhandelen over de prijs van een operatie als je van de pijn vergaat wegens een acute blindedarmontsteking. Geen tijd voor handjeklap met de chirurg.
Toch adviseerde de RVZ (Raad voor de Volksgezondheid en Zorg) in 2003 al dat de patiënt een betaalrelatie moet krijgen met de zorgaanbieder. “Alleen zo kan de patiënt in de gezondheidszorg de klant worden die koning is, zoals dat in andere sectoren vaak het geval is”, stelde de RVZ in haar persbericht destijds.

Meer dan een persoonsgebonden budget, te besteden naar eigen inzicht, zit er echter niet in. En daarmee heeft de patiënt nog geen invloed op de prijzen. Die worden bepaald in de onderhandelingen tussen verzekeraars en zorgaanbieders.
De klant wordt er niet wijzer van. Kennis over hoe de prijzen uiteindelijk zijn vastgesteld, wordt slecht gedeeld met de zorgconsument. Zo bekeken is in de zorg de klant nog lang geen koning. Zoals dat in andere sectoren vaak het geval is, zei de RVZ.

Is dat zo? Er zijn, voor zover ik weet, maar twee branches waar de klant onderhandelingsruimte heeft. De huizenmarkt en de autobranche. Bij het kopen van een huis kun je een zelf bedacht bod uitbrengen en bij de autohandelaar kun je onderhandelen over de toeters en bellen die je op de aan te schaffen auto wil. Maar verder?

Onderhandelt u bij de bakker over de prijs van het brood? Gaat u een handjeklap aan met uw energieleverancier? Doet u een tegenbod als u de rekening in een restaurant gepresenteerd krijgt?
De enige vrijheid op al die markten, bestaat er voor de consument uit, te kiezen waar de gewenste waar het goedkoopst wordt geleverd. Hoe de prijzen tot stand komen, behoort tot de vrijheid van de producenten en leveranciers. Van een vrije markt economie is dus absoluut geen sprake.

Het gekke is, dat sommige mensen het leuk vinden te onderhandelen, zodra ze op vakantie zijn in een land waar dat gewoonte is. En trots aan het thuisfront melden welke koopjes ze hebben gescoord. Waarom dat handjeklap niet hier geïntroduceerd?
Ik ken iemand die wel onderhandelt bij alle duurdere uitgaven en kleding. En het lukt vaak om iets van de prijs af te krijgen. Bij de bakker en groenteboer wordt echter geen handjeklap aangegaan.

Wat denkt u? Moet de consument meer onderhandelaar worden?

Groeten uit Sebaldeburen

Groeten uit Sebaldeburen In Barendrecht was men niet zo blij met de plannen CO2 op te slaan. Het demissionaire kabinet heeft gelukkig andere locaties gevonden.

Het kabinet heeft geen nader onderzoek naar de mogelijke risico’s laten doen. Het kabinet heeft gewoon een gebied gevonden, dat ooit bekend was van de vele ja-knikkers ter plaatse.
Boerakker, Sebaldeburen (Groningen) en Eleveld (Drenthe) zijn de gelukkigen. Boerakker telt 390 inwoners. Sebaldeburen toch nog 610 en in Eleveld houden nog 35 inwoners stand.
Zullen de in totaal 1035 inwoners zich even hardnekkig verzetten als de ruim 46 duizend inwoners van Barendrecht?

Het grootste probleem met CO2 opslag, is dat men niet zeker weet wat er gebeurt als het spul vrijkomt. Dat zou kunnen bij aardschokken, dijkdoorbraken of onverwachte lekkages. Als het vrijkomt dan kan er zomaar een verstikkende atmosfeer ontstaan.
Nu is Eleveld behoorlijk aardschokgevoelig. En Sebaldeburen is al eens getroffen door een flinke windhoos. Gelukkig alleen materiële schade. Dat kan anders worden als door die materiële schade een lek ontstaat in de CO2 opslag.

Wat bezielt dit demissionaire kabinet om zulke risicogebieden aan te wijzen voor de CO2 opslag?
Het definitieve besluit mag door het volgende kabinet worden genomen. Mogen we er op rekenen dat deze locaties naar de prullenmand worden verwezen?

Informatief Eindverslag

Informatief Eindverslag De informateur werkt aan zijn eindverslag.

Uwe Hoogheid,
Droef te moede deel ik U mede, dat niemand water bij de wijn bliefde. Als betrokken burger heeft U natuurlijk het nieuws op de voet gevolgd, dus laat ik niet in details treden.

Bij de eerste verkenning meende ik de zaak zo rond te hebben. Heer W. leverde alles in. Echt alles. Heer R. vroeg hem nog of hij ook zijn standpunten aangaande de islam los wilde laten. Heer W. antwoordde: Maar natuurlijk, Mark. We verzinnen wel iets anders om het volk vrees aan te jagen. Daar komen we samen wel uit.
Dat dacht heer R. ook. Helaas drong heer V. er op aan dat beide heren dat dan maar eerst moesten doen. Zouden ze er samen uit gekomen zijn, zou hij wel zien of hij ermee akkoord kon gaan.

Uit pure arremoe heb ik daarna de heren C. en P. en mevrouw H. geconsulteerd. Heer R. was daarbij aanwezig. Echter: verder dan wat amicale grappen wilde hij niet gaan. Ach, dat was uit pure zenuwen. Heer R. heeft wel een grote mond. maar een bang hartje. Dat valt hem niet kwalijk te nemen. Zijn partij heeft altijd de 2e viool gespeeld en nu moet hij ineens de kar trekken?
Het was een gezellige middag, maar het ging eigenlijk nergens over. En daar heb ik een voetbalwedstrijd voor moeten laten schieten!

Hoogheid, het is gebruikelijk dat ik U nu ook een advies mee geef. Maar Majesteit, ik zou het echt niet weten. Enerzijds bekruipt mij het gevoel door geen van de fractieleiders serieus genomen te zijn. Anderzijds begrijp ik ze wel. Natuurlijk zijn zij allen bereid te regeren. Even natuurlijk willen ze eerst van de ander horen, wat deze in te leveren heeft. Helaas was er maar één die de belangrijkste speerpunten van zijn programma onmiddellijk opofferde.

Majesteit, ik rond af met het gevraagde advies.
Het is nu 162 jaar geleden dat heer Thorbecke uw voorvader Willem II van dienst was. En zie, nu zitten we met de gebakken peren. Ik adviseer u de leiding ter hand te nemen en streng op te treden. Als oprechte liberaal doe ik hiermee de heer Thorbecke te kort, maar mijn partij heeft amper nog iets met de ware grondbeginselen van het liberalisme. Heer R. zal daarom gaarne met U meewerken.
Bovendien: U wordt door het volk op handen gedragen. Op wat verdwaalde republikeinen na, is het volk daar toch redelijk unaniem over.

Het volk heeft nagelaten zich in het stemhokje even zo unaniem te gedragen. Met de huidige impasse tot gevolg.
Majesteit, het is aan U. Ik dank U voor het in mij gestelde vertrouwen. Mijn nederige excuses dat ik dat zo vreselijk heb beschaamd.
Met Uw welnemen, ga ik nu van een prachtig vrij weekend genieten.

Uw informateur.

P.S. Past u op voor heer V. Het is pure valse bescheidenheid, dat hij zich op het zetelverlies van zijn partij beroept. Met de nadruk op vals. Driewerf bah!

Verkouden speld wijst dader aan

Verkouden speld wijst dader aan Ben je verkouden? Dan is er een kans opgepakt te worden voor een inbraak of moord. Moet je maar uit de buurt blijven van criminelen. Je herkent ze immers zo? Gestreept pakkie en een balkje voor de ogen. Want sta je naast zo’n boef, net als je een flinke niesbui krijgt, zit dat boevenpak onder jouw DNA.

Dat DNA wordt dan op de plaats van misdaad gevonden en hupsakee, je kan achter de tralies. Onmogelijk? Deskundigen, gehoord in de zaal van de
moordzaak Vincent ’t Hooft, leggen uit dat de verdachte behoorlijk verkouden was, op het moment dat-ie stond te tanken en daar ook de vrouw van “t Hooft aanwezig was. De deskundigen stellen dat indirecte overdracht van neusvocht, geleid kan hebben tot aanwezigheid van het DNA van de verdachte op de plaats van misdrijf.

Trots meldt het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) heeft DNA in huis van meer dan 100.000 mensen. Zit daar het DNA van de werkelijke dader tussen? Blijkbaar niet, anders zou het NFI dat toch zeker gevonden hebben?
Nu is dat DNA van veroordeelden. De DNA-berg groeit omdat “de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden is sinds 1 mei 2010 van toepassing op veroordeelden wegens ieder misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is. Voordien werd alleen celmateriaal afgenomen bij personen die veroordeeld waren wegens een gewelds- of zedenmisdrijf of die behoorden tot een categorie van de veroordeelde zeer actieve veelplegers” (zie ook persbericht van het NFI).

DNA-sporen worden nogal eens gezien als het sluitstuk in de bewijsvoering. Gelukkig gaan rechters daar voorzichtig mee om.
Om te beginnen moeten de sporen rechtmatig verkregen zijn. In een zaak tegen de directeur, verdacht van vleesfraude, legde de rechter een lagere straf op dan werd geëist. Een dierenarts had DNA- en haarmonsters genomen, maar daartoe was hij niet bevoegd.

Is het materiaal wel rechtmatig verkregen, dan hoeft het nog niet zo te zijn dat het gevonden DNA aantoont dat bijbehorend persoon de dader is.
In Groningen bekende een man, na jaren, een moord. De man, inmiddels ernstig ziek, bekende omdat hij gewetenswroeging zou hebben. Hoewel de politie twijfels had bij deze biecht, is de man wel veroordeeld. Omdat er in de woning van het slachtoffer DNA-sporen zijn gevonden, die bij het DNA-profiel van de spijtoptant zouden kunnen horen.
Let wel: zouden kunnen horen. Er is nog veel meer DNA gevonden, maar die matchten niet bij bekenden van justitie.

Daarmee kan de trots van het NFI meteen gerelativeerd worden. De berg DNA is de verzameling spelden waarin wordt gezocht naar daders die al een strafblad hebben. Bij elke nieuwe zaak zijn zij als eerste verdacht, als hun DNA ter plaatse wordt gevonden. Ook al is dat er via hooikoorts terecht gekomen.
De dader kan er natuurlijk wel bij zitten, maar als de advocaat dan wijst op alle andere gevonden DNA-sporen, rijst er twijfel. met een mogelijke vrijspraak tot gevolg.

DNA is dus bij lange na geen waterdicht bewijs. Ik mijd voortaan alle verkouden mensen. Straks vinden ze een criminele fluim op mijn pak. Bewijs dan maar eens van wie dat afkomstig is. Ik wordt minstens verdacht van banden met de onderwereld.
Ik geloof dat het maar het beste is gewoon thuis te blijven nu ik aardig verkouden ben.

Wiens tijd zal de formatie wel duren?

Wiens tijd zal de formatie wel duren? Nu informateur Rosenthal na twee pogingen in 18 dagen, de derde gok gaat nemen, tijd voor wat formatie-weetjes.
Natuurlijk zijn we benieuwd of Rosenthal de geschiedenis in wil als de informateur met de meeste pogingen in de kortste tijd. Maar dat is nog geen feit.

Dat Rutte de tweede poging heeft gesaboteerd is enigszins wonderlijk. Dat wil zeggen: hij wilde toch heel graag
uiterlijk 1 juli zijn nieuwe kabinet op het bordes presenteren? Of hij is zijn diepste wens vergeten,òf Rosenthal draait hem een loer.
Goed, er is nog een heel kleine kans dat Rutte 1 juli haalt. Dan zou hij, net op tijd, de jongste premier in de naoorlogse geschiedenis zijn. En we zouden dan ook de kortste formatie kunnen boeken.

De eretitel “jongste premier” staat nu op naam van Ruud Lubbers. De kortste formatieperiode ging vooraf aan het kabinet Drees-van Schaik. Slechts 31 dagen waren nodig om deze PvdA, CDA, VVD coalitie te smeden. Rosenthal moet dus in een paar dagen regelen dat die combinatie het nu gaat worden, om een formateur nog genoeg tijd te geven om op 30 juni klaar te zijn. Zou Rutte premier worden van een kabinet met slechts 26 dagen formatietijd.

De langste formatie, 208 dagen, leidde tot het kabinet Van Agt I, een coalitie van CDA en VVD. Korte of lange formaties zeggen overigens niets over de houdbaarheid van een kabinet. De drie kortst zittende kabinetten, Van Agt II, Balkenende I en Biesheuvel I, werden geformeerd in respectievelijk 108, 67 en 69 dagen.
De drie langst zittende kabinetten, Lubbers III, Den Uyl en De Jong hadden 54, 163 en 48 dagen nodig om in elkaar getimmerd te worden.
In dit exceldocument een overzicht, waarin de rompkabinetten buiten beschouwing zijn gelaten.

De gemiddelde formatieduur staat op 82 dagen. Als een formatie van heel gemiddelde kwaliteit wordt, dan staat het nieuwe kabinet pas op 1 september op het bordes. Rutte heeft dan niet de kortste formatie beleef en is zeker niet de jongste premier. Als-ie al premier wordt. Die kans heeft hij vandaag een
stuk kleiner gemaakt.

Nu er een poging wordt gedaan het CDA er weer bij te betrekken, stijgt de kans wel om tot een korte formatie te komen. De tien kortste formaties hebben geleid tot kabinetten met CDA, PvdA en VVD er in. Waarbij CDA en VVD elkaar 4 keer snel vonden, CDA en PvdA 3 keer vlot van formeren waren en slechts 2 keer alle drie de partijen het snel eens waren. Uitzondering in dat rijtje is de formatie van het CDA, VVD, LPF kabinet.

Alleen als de betrokken partijen rap hun principes inleveren, kan er nog vlot worden geformeerd. Maar blijken de fractieleiders van hetzelfde principiële hout gesneden als ooit Van Agt en Den Uyl, dan wordt het nog een hele lange rit.
De maakbaarheid van kabinetten kent geen tijd.

Huldig Rietveld met een krentenbol

Rietveld gehuldigd met een krentenbol Naarmate de aardbol ouder wordt, groeit het aantal personen waar een heel jaar aan gewijd kan worden. Zelfs in een klein land als Nederland, zijn de 365 dagen lang niet genoeg om betekenisvolle burgers te eren met een “Jaar Van…”. De oplossing is dan mooie ronde getallen te kiezen voor een jubileum van de geboorte of het overlijden van een markante Hollander.

Dan kun je nog een druk jaar krijgen. Als we dit jaar voor alle mensen die 100 of 150 jaar geleden geboren of overleden zijn, hun “Jaar van…” geven, zouden we nog 28 keer de hoed af moeten nemen. Zo is
Pieter Jelle Troelstra 150 jaar geleden geboren. Iemand iets van gemerkt? Nee, hè? In plaats van een feestelijk jaar van de Revolutie, hebben we net de treurnis van 9 juni achter de rug.

Ronde getallen, het zal wat, moeten ongeduldige festivalorganisatoren hebben gedacht. Want Multatuli’s geboorte kan pas over 10 jaar herdacht worden. Geen nood. De man heeft een opstandig boekje geschreven over Neerlands koloniale tijd in Indonesië. Laat dat boekje. De Max Havelaar, nou precies 150 jaar geleden zijn uitgekomen. Reden dus voor
een Multatuli-jaar.

Wie ook een hekel aan mooie, strakke perioden hebben, zijn de mensen achter
het Rietveld-jaar. Dat is merkwaardig. Rietveld, de ontwerper van strakke meubels en gebouwen, kwam 122 jaar geleden ter wereld, om die 46 jaar gelden weer te verlaten. Een echt Rietveld-jaar zou je dus op zijn vroegst over 4 jaar verwachten, als de man 50 jaar dood ligt te zijn.

In Utrecht hebben ze dat geduld niet en nemen ze zijn geboorte- en sterfdag als ophangpunt voor een Rietveld-jaar. Te beginnen op 24 juni. Je zou dan verwachten dat het eindigt op 26 juni 2011. Mis! Al op 30 januari 2011 is het gedaan.
Dat is niet het enige, dat afwijkt van Rietveld’s rechtlijnigheid. De opening van het jaar wordt gevierd met krentenbollen. Die worden uitgedeeld aan het Utrechtse publiek.

Nou zijn die bollen wel speciaal voor de gelegenheid gemaakt door chef-kok Jon Sistermans. Dus misschien komt het nog helemaal goed als blijkt dat Sistermans de Rietveld-krentenbol in het strakke vierkant van de tompouce heeft gegoten. Gaat u aanstaande donderdag maar naar Utrecht en laat hier dan weten met wat voor bol men in Utrecht vierkant achter Rietveld is gaan staan.

Dat klinkt weer vreselijk sarcastisch. Zo is dat niet helemaal bedoeld. Van mij mag het elke dag feest zijn. Graag zelfs. Maar dit heeft niets te maken met het eren van bekende Nederlanders. De manier waarop men zich in Utrecht in alle bochten heeft gewrongen om er een Rietveld-jaar uit te persen, is exemplarisch voor de festival-economie.

Leeuwarden had vorige week, op 17 juni, evengoed het Jaar van Escher kunnen starten. De graficus werd op die dag,
122 jaar geleden aldaar geboren. Hij kwam in maart 1960 met het beroemde werk Klimmen en dalen. Vijftig jaar geleden dus. Ook een mooi getal voor een “Jaar van…”.
En dan natuurlijk de lokale bakker vragen een paar Friese suikerbroden een beetje Escheriaans in elkaar te vlechten, om die bij de opening in plakjes te snijden voor het toegestroomde publiek.

De maakbaarheid van Neerlands hulde aan Multatuli en Rietveld, grenst aan het ongelofelijke van Escher.

Strikt en deftig

Strikt en deftig Maandag gaat de informateur even uitzoeken of een paars-plus coalitie haalbaar is. Dat is het natuurlijk niet, maar stel dat er wel een kabinet met VVD, PvdA, D66 en GroenLinks zou komen. Wie moet dat kabinet dan gaan leiden?

Omdat de tegenstellingen tussen de VVD en de andere drie erg groot zijn, is het al een raadsel waarom PvdA, D66 en GroenLinks er heil in zien met Rutte samen te werken. Rutte zelf heeft al aangegeven er niets in te zien. Waarom niet? Omdat het dan uitgesloten is dat hijzelf premier wordt. Hij gaf voor de verkiezingen al aan dat hij voor het
fractieleiderschap kiest, als er een ingewikkeld kabinet komt.

Nou, dat paars-plus mag gerust een ingewikkeld kabinetje heten. Rutte zei in zo’n geval mevrouw Kroes aan het roer te zien. Maar hij benadrukte ook dat de VVD meer geschikte kandidaten heeft. Ik verwacht dat Rutte er alles aan zal doen een paars-plus te verhinderen. Niet zozeer om de programmatische tegenstellingen, eerder omdat het premierschap dan aan zijn neus voorbij gaat.

Als hij strikt is. Dat moeten we nog even afwachten, want ambitie kan een belofte aardig in de weg zitten. Heeft Rutte de kwaliteiten om een paars-plus te leiden?
Ach, waarom niet. Als hij het goed voorbereid, is het een kwestie van losjes uit de pols de maat aangeven. In de muziek gaat dat ook zo. Rutte moet daar, als begenadigd pianist, mee bekend zijn.

Neem een voorbeeld aan Frank Zappa, zou ik zeggen. Hij leidde vaker bezettingen waarin vogels van diverse pluimage zaten. Hij eiste wel alle inzet van zijn muzikanten en eenmaal op het podium waren kleine aanwijzingen genoeg, om de boel bij elkaar te houden.
De bandleider nam ook wel een de dirigeerstok ter hand. Meer symbolisch natuurlijk, want de band kent de partijen uit het hoofd. Zappa volstaat met de maat slaan, zoals in het Youtube-filmpje, waarin hij het nummer Strictly genteel dirigeert.

Kijk Rutte, zo doe je dat. Wel voor een degelijke compositie zorgen en op de repetities je mannetje staan. Rutte is alleen te deftig om de allure van Frank Zappa te halen. Jammer, want wat leuk kan zijn aan een paars-plus kabinet, wordt dan inderdaad nodeloos ingewikkeld gemaakt.

In de serie Leiderschap en dirigenten verscheen eerder:
7 maart: Sax en de democratie; 14 maart Het stokje overdragen; 4 april: Rammelende partituur, klinkend resultaat?; 1 mei: Democratie op afstand; 22 mei: Het magische moment van de politieke leider.

Nauwelijks nog rapaille op straat

Nauwelijks nog rapaille op straat Waar is het schorremorrie? Het tuig van der richel, de rioolratten? Het rapaille lijkt zo goed als verdwenen. Het buro voor toerisme vreest aantasting van het Hollandse folkloristische imago, door het ontbreken van de pittoreske clochards.

Koopt u nog wel eens een daklozenkrantje? Nee, want je ziet de verkopers niet meer op straat. Wordt u bij het winkelen nog wel eens lastig gevallen door een bedelaar? Nee, want ze zijn er niet meer. Rent u wel eens in paniek over de Dam? Niet meer, want er zijn geen dakloze damschreeuwers meer.

Het
Trimbosinstituut meldt dat de aanwezigheid van en de overlast door dak- en thuislozen sinds 2007 afneemt. Er zijn amper nog dak- en thuislozen. Dat wil zeggen: op straat. Verschillende kranten brengen het nieuws onder de kop “Nauwelijks nog daklozen in de grote steden”.
Ze zijn er natuurlijk wel. Eerder schreef ik hier al dat ik ze ook minder op straat zie, maar wel veel vaker en in grotere getale op mijn werk mag ontmoeten (dagopvang voor deze ‘doelgroep’).

Het mag tot het succes van het beleid der grote gemeenten gerekend worden dat de verschillende vormen van 24-uurs opvang aardig vol zitten. En dat er vormen van wonen zijn ontwikkeld, waar voormalig daklozen het wat langer uithouden, bijvoorbeeld omdat ze er wel een biertje mogen drinken. Het aantal echte daklozen, de mensen die dag in, dag uit op straat leven en daar ook slapen, is inderdaad iets minder geworden.

Maar niet veel minder dan men doet geloven. Bovendien betekent het dat de groep thuislozen groeit. Dat begrip ‘thuisloos’ begrijpt niet iedereen. In de vakterminologie is een thuisloze iemand die wel over enige vorm van wonen beschikt (zelfstandig of onder begeleiding), maar geen sociaal netwerk heeft. Geen contacten met familie, geen vriendenkring, geen collega’s. Een van de redenen waarom deze mensen vaak in problemen komen, want ze staan er alleen voor om die op te lossen. In de meeste gevallen hebben ze daar ook de capaciteiten niet voor.

Vroeger kon een dakloze het nog wel eens tot gemeenteraadslid schoppen. Bekend is het verhaal van de Amsterdamse clochard
Hadt-je-me-maar, die in de 20’er jaren, dankzij een actie van anarchistisch ingestelde kunstenaars, een zetel in de raad haalde voor de Rapaille-partij. Nog voor hij er ook echt op kon gaan zitten, was hij alweer opgepakt wegens openbare dronkenschap, dus tot een prachtige carrière als politicus is het niet gekomen.

Tegenwoordig moet een dakloze zich de longen uit zijn lijf schreeuwen om nog een beetje landelijke aandacht te krijgen. De aanwezigheid van daklozen op straat is blijkbaar zo minimaal, dat de eerste de beste juffrouw die er eentje op de Dam tegenkomt, het op een gillen zet. De details van het verhaal kent u natuurlijk. Het verhaal van de man zelf is
hier te vinden.

Minder daklozen op straat betekent eigenlijk meer verborgen dakloosheid. Het is leuk dat er meer voorzieningen zijn waarin de daklozen, al dan niet gedwongen, in zijn opgenomen. Maar velen redden het daar niet. Waardoor ze weer enige tijd op straat leven, tot ze in het volgende project terecht kunnen.
Daarnaast neemt het aantal huisuitzettingen op dit moment weer toe. Ook die mensen staan vaak eerst op straat, omdat er behoorlijke wachtlijsten in de opvang zijn. Bovendien nemen Oost-Europese mensen de op straat leeg gekomen plekken massaal in. Met de bijbehorende overlast: dronkenschap, vechtpartijtjes op straat en winkeldiefstal.

Nee, voorlopig bent u nog niet af van het rapaille. En dat gaat erger worden. In Den Haag hebben drie grote opvangorganisaties de gemeente laten weten dat het geld voor dit jaar al na de zomer op is. Geen geld voor de huidige opvang, laat staan voor uitbreiding of fraaie succesvolle projecten. Met de bezuinigingen, die een nieuw kabinet onder leiding van de VVD zal invoeren, is de kans klein dat de tekorten in de opvang aangevuld zullen worden.

U kunt straks niet alleen uw portemonnee trekken voor Rutte’s snoeiplannen, maar ook voor de bedelaars die terugkeren op straat.

Waar blijven de werklozen?

Waar blijven de werklozen? Als de werkloosheid had mogen stemmen, dan zou de werkloosheid niet op Mark Rutte en zijn VVD hebben gestemd. Nu is heer Rutte wel de grootste geworden, hetgeen te danken is aan het moord en brand schreeuwen over de economie en de belofte iedereen aan het werk te krijgen.

Maar de werkloosheid krimpt. Nu zijn er
7000 minder dan in april en zijn er nog maar 431 duizend werklozen. In plaats van de voorspelde 675 duizend. We zouden zomaar het 80’er jaren record breken, toen er bijna 640 duizend mensen achter de geraniums hun werkloze handen zaten op te houden. Mark Rutte zou ons wel van dat schrikbeeld verlossen, velen geloven hem en nu maakt hij kans crisispremier te worden.

De
werkloosheid wil maar niet stijgen tot de afschrikwekkende hoogtes die in de jaren 60 en 90 zijn gehaald. Dat kan toch niet? We hebben toch een heuse crisis? Waar zijn die werklozen, die niet in de statistieken terecht zijn gekomen?
Op de financieel en economische nieuwssite Z24, gaat Mathijs Bouman op zoek naar het wonder van de lage werkloosheid. Uit CPB-bronnen haalt hij nog 40 duizend zzp’ers naar boven, die wel de omzet zien dalen, maar zich nog niet aanmelden bij het CWI. De deeltijd-WW, crisismaatregel van het vorige kabinet, zou 33 duizend ontslagen hebben voorkomen en de werkgevers zelf hebben zo’n 45 duizend werknemers niet ontslagen, maar houden ze vast, hopend op snel herstel.

Zouden die mensen wel werkloos geworden zijn, dan hebben we nog altijd 130 tot 255 duizend minder werklozen dan het CPB vorig jaar voorspelde.
Het haalt ook bij lange na niet de ongelooflijk lage werkloosheid van de 60’er jaren, toen er geruime tijd minder dan 100 duizend werklozen waren. Dat moeten we ook niet nastreven, want dan wordt de PVV niet langer serieus genomen met hun strijd tegen de immigratie. Sterker nog, wil de PVV blijven regeren dan zou de partij om economische redenen zich gedwongen zien de grenzen weer wijd open te stellen voor ‘gastarbeiders’.

Het fraaiste van alles is wel dat we straks misschien met een werkeloos kabinet zitten. Te weinig werklozen om zich druk om te maken. Natuurlijk, er blijven genoeg andere zaken over waar een nieuw kabinet mee aan de slag kan. Maar daar moeten dan partijen in zitten, die zich veel drukker om andere zaken hebben gemaakt, dan VVD en PVV in hun campagnes deden.

63 x 'Het ga u goed!'

63x Het ga u goed! Vandaag is de Tweede Kamer ontruimd. Omdat morgen de vers gekozen volksvertegenwoordigers hun plaats moeten zien te vinden, heeft voorzitter Verbeet maar liefst 63 zittende leden uitgezwaaid.
Da’s een behoorlijke groep. Maar liefst 42 procent van de 150 Kamerleden, keert niet meer terug. De grootste leegloop ooit?

Van een deel wisten we het al. Kamerleden die hun vertrek al lang hebben aangekondigd. Een ander deel zal de Kamer moeten verlaten, omdat hun partij het met minder zetels moet doen.
Het moet een lange laatste vergadering zijn geweest. Traditiegetrouw spreekt de Kamervoorzitter elk vertrekkend lid persoonlijk toe. Elke speech eindigend met een “Het ga u goed!”
Dat is wel een mooi gebaar. Geen algemene toespraak waarin het vertrekkend smaldeel in zijn geheel wordt bedankt, maar een individueel dankwoordje, met daarin een persoonlijke memorabele kanttekening (hier de gehele toespraak, met daarin, vanaf bladzij 7, de 63 afscheidsspeeches, pdf!).

Van de CDA-bankjes namen 27 leden afscheid. De PvdA liet 16 leden uitgeleide doen en van de SP werden 11 mensen bedankt. Verder werden van GroenLinks en de CU elk twee leden uitgezwaaid en TON en de SGP hadden elk één exit-lid.
Natuurlijk werd het langst stilgestaan bij Bas van der Vlies (SGP), die van deze club ook het langst in de Kamer heeft gezeten. Het is overigens niet zo dat het langst zittende kamerlid, ook de langste afscheidsspeech krijgt. Gerdi Verbeet bleef ook redelijk lang stilstaan bij mensen als Jan Marijnissen, Remi Poppe (SP), Pieter van Geel (CDA) en Johan Remkes (VVD).

Een paar citaten uit de afscheidswoorden van Verbeet. U mag raden (zonder te spieken in de link natuurlijk!) bij welk vertrekken Kamerlid ze horen.

1. U manifesteert u liever in de locale dan in de landelijke politiek.
2. U riep de parlementaire hoffelijkheidsprijs in het leven. Zelf voldoet u ruimschoots aan de criteria om deze prijs eens in de wacht te slepen.
3. U bent een veelzijdig man: tijdens debatten haalde u vaak toepasselijke regels uit popsongs aan.
4. Uw collega’s verraste u met een glaasje gentechvrije melk. Uw fijnzinnige humor zal in dit huis node gemist worden.
5. Op Hyves vermeldt u dat u vulpennen niet alleen verzamelt, maar ze ook zoveel mogelijk gebruikt.
6. (…) en zong u na een hoorzitting met fel protesterende Friezen als beloning een Antilliaans lied omdat zij zo goed hadden meegewerkt aan een ordentelijk verloop.
7. Als een vergadering wat al te lang naar uw zin duurde, kwam er ineens rook onder de vergadertafel vandaan.
8. Voor een voorzitter van een vergadering bent u, ik druk mij parlementair uit, een grote uitdaging.
9. Met hart en ziel, gedreven, authentiek en met verschillende gemoedstoestanden en daarbij behorende lichaamstaal voerde u het debat.
10. U bent één van de weinige Kamerleden naar wie een effect is vernoemd.
11. Ik zou niet eerlijk zijn als ik niet zou vermelden dat in deze zaal ook woorden aan uw lippen ontsnapten die, om het positief te brengen, hier voor het eerst gehoord werden.
12. In die gevallen zou je kunnen spreken van “een tandje erbij, minister”, een wijze van spreken die u kenmerkt. Uw manier van oppositie voeren had concreet effect: een tandje erbij!