Enthousiast werkt het kabinet Rutte aan restauratie van de economie, die vakkundig door de financiële sector naar de knoppen is geholpen. De maatregelen liegen er niet om. Dat kan ook niet, want die zijn openbaar. Waren ze maar gelekte geheimen. Dan zou er ongetwijfeld anders op worden gereageerd.
Het enige wat ik wel zou willen weten: is er wel goed over nagedacht? Bezuinigen mag nodig zijn, maar is er wel over de gevolgen op langer termijn nagedacht? Als we wat geluiden van de laatste tijd op een rij zetten, dan kunnen we niets anders zeggen dan: ja, daar is heel goed over nagedacht. Het liberaal-christelijk kabinet streeft naar een Kuyper-Thorbeckiaanse economie.
Abraham Kuyper, orthodox gereformeerde staatsman, staat in de geschiedenisboekjes geafficheerd als een man met een warm hart voor de “kleine luyden”. De arbeiders onder hen, hield hij voor zich met weinig tevreden te stellen. Klagende arbeiders vond hij staatsgevaarlijk. Hij aarzelde geen moment speciale wetgeving in te voeren om stakend haven- en spoorwegpersoneel aan te pakken. Dat was zo zijn eigen visie op staatsbemoeienis, waarvan hij zei dat die niet te ver moest gaan.Tussendoor richtte hij nog een schooltje op, waar later menig staatsman gepokt en gemazeld is, de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Johan Rudolph Thorbecke, liberaal en vooral bekend als hervormer van ons staatbestel, wist in beroerde tijden al hoe je de economie een zetje kon geven. Uitbreiding van het spoorwegennet, de aanleg van het Noordzeekanaal en het afschaffen van wat belastingen. Hoewel niet in economische context, sprak hij zich over kunst uit: “De Kunst is geen regeringszaak, in zooverre de Regering geen oordeel, noch eenig gezag heeft op het gebied der kunst”.
Misschien dacht Rutte aan zijn verre voorvader, toen hij besloot afstand te nemen van de kunsten. “Het kabinet wil meer ruimte geven aan de samenleving en het particulier initiatief en de overheidsbemoeienis beperken”, staat in het regeerakkoord (pdf!).
VVD en CDA kennen hun bronnen. Kuyper werkte aan het moreel besef van de burgers. Thorbecke aan de hervorming van het staatsbestel. Beiden zetten de schop onder de economie. De kabinetten Balkenende plaveiden de weg naar het uiteindelijke doel, dat Rutte wil realiseren. Een Kuyperiaans normbesef, gekoppeld aan een liberale stokpaardjes zoals lastenverlichting. De crisis- en herstelwet wordt permanent gemaakt, waardoor het mogelijk wordt extra wegen aan te leggen of te verbreden. De hedendaagse variant van Thorbecke’s verbetering van de infrastructuur.
Hoe werkt dat? Het normbesef, de verantwoordelijkheid en het zelfinitiatief van de burger komt vanzelf in de door Rutte gewenste modus door fiks te bezuinigen. Dat gaat heel praktisch. Op openbare diensten van gemeenten wordt bezuinigd, Wat minder groenonderhoud, wat minder sneeuwruimen. Op zorg- en welzijn wordt bezuinigd, behalve op de handen aan het bed.
De oplossing? Burgers gaan het wegbezuinigde werk zelf doen. Om te beginnen iedereen die door de bezuinigingen in de bijstand terecht komt. Verplicht gras maaien in plantsoenen en koffieschenken in verpleegtehuizen. Een verschuiving in de werkgelegenheid. Verder het stimuleren van mantelzorg en club- en buurthuiswerk zal nog sterker op vrijwilligers moeten draaien.
Naar een economie, waarin heel wat werk weer ouderwets onbetaald verricht zal worden. En wat wel wordt betaald wordt met verlaging van minimumloon en loonmatiging beperkt.
De verwachting is dat het afgekondigde beleid de huidige economie er bovenop zal helpen. Dat is een misleidende boodschap. Om te beginnen gaat het nu steeds een klein beetje beter met die economie, dus met wat geduld komen we er ook wel. Tenzij er nog een crisis bovenop komt, zoals sommigen verwachten.
Het is ook misleidend omdat Rutte en consorten geen boodschap hebben aan de huidige economie. Vooral omdat daar nog teveel staatsbemoeienis in zit verweven en de burger er een normloze, luie consumentenrol in heeft. Maar bovenal omdat de “kleine luyden” weer op hun plek moeten en de staat afstand neemt van de samenleving.
Een onzinnige conclusie? Mwah, ik hoor Rutte bij zijn regeringverklaring nog zeggen: “Wacht op onze daden”. Hij meende een citaat van Cort van der Linden aan te halen, maar het was Thorbecke met die woorden de kritiek pareerde, op zijn pas benoemde eerste kabinet.
Tag archieven: Thorbecke
Informatief Eindverslag
De informateur werkt aan zijn eindverslag.
Uwe Hoogheid,
Droef te moede deel ik U mede, dat niemand water bij de wijn bliefde. Als betrokken burger heeft U natuurlijk het nieuws op de voet gevolgd, dus laat ik niet in details treden.
Bij de eerste verkenning meende ik de zaak zo rond te hebben. Heer W. leverde alles in. Echt alles. Heer R. vroeg hem nog of hij ook zijn standpunten aangaande de islam los wilde laten. Heer W. antwoordde: Maar natuurlijk, Mark. We verzinnen wel iets anders om het volk vrees aan te jagen. Daar komen we samen wel uit.
Dat dacht heer R. ook. Helaas drong heer V. er op aan dat beide heren dat dan maar eerst moesten doen. Zouden ze er samen uit gekomen zijn, zou hij wel zien of hij ermee akkoord kon gaan.
Uit pure arremoe heb ik daarna de heren C. en P. en mevrouw H. geconsulteerd. Heer R. was daarbij aanwezig. Echter: verder dan wat amicale grappen wilde hij niet gaan. Ach, dat was uit pure zenuwen. Heer R. heeft wel een grote mond. maar een bang hartje. Dat valt hem niet kwalijk te nemen. Zijn partij heeft altijd de 2e viool gespeeld en nu moet hij ineens de kar trekken?
Het was een gezellige middag, maar het ging eigenlijk nergens over. En daar heb ik een voetbalwedstrijd voor moeten laten schieten!
Hoogheid, het is gebruikelijk dat ik U nu ook een advies mee geef. Maar Majesteit, ik zou het echt niet weten. Enerzijds bekruipt mij het gevoel door geen van de fractieleiders serieus genomen te zijn. Anderzijds begrijp ik ze wel. Natuurlijk zijn zij allen bereid te regeren. Even natuurlijk willen ze eerst van de ander horen, wat deze in te leveren heeft. Helaas was er maar één die de belangrijkste speerpunten van zijn programma onmiddellijk opofferde.
Majesteit, ik rond af met het gevraagde advies.
Het is nu 162 jaar geleden dat heer Thorbecke uw voorvader Willem II van dienst was. En zie, nu zitten we met de gebakken peren. Ik adviseer u de leiding ter hand te nemen en streng op te treden. Als oprechte liberaal doe ik hiermee de heer Thorbecke te kort, maar mijn partij heeft amper nog iets met de ware grondbeginselen van het liberalisme. Heer R. zal daarom gaarne met U meewerken.
Bovendien: U wordt door het volk op handen gedragen. Op wat verdwaalde republikeinen na, is het volk daar toch redelijk unaniem over.
Het volk heeft nagelaten zich in het stemhokje even zo unaniem te gedragen. Met de huidige impasse tot gevolg.
Majesteit, het is aan U. Ik dank U voor het in mij gestelde vertrouwen. Mijn nederige excuses dat ik dat zo vreselijk heb beschaamd.
Met Uw welnemen, ga ik nu van een prachtig vrij weekend genieten.
Uw informateur.
P.S. Past u op voor heer V. Het is pure valse bescheidenheid, dat hij zich op het zetelverlies van zijn partij beroept. Met de nadruk op vals. Driewerf bah!
Naar de ark van Thorbecke?
Wie mist u hier links? De beste stuurlui, natuurlijk. Staan aan wal wat te roepen. De roergangers van het schip van staat willen die stuurlui binnenboord te halen. Het schip van staat moet daarom op de helling en verbouwd worden tot de ark van Thorbecke. De burger mag aan boord.
Dat idee wordt gewekt, als je de vele berichten leest over bestuurlijke vernieuwing (lees ook mijn gastlog op GeenCommentaar, zelfde onderwerp, andere invalshoek). De politiek moet dichter bij de burger en andersom. En de burger zou meer invloed moeten hebben.
De motivatie om aan het bestuurlijk stelsel te gaan sleutelen, ligt in de angst voor opkomend populisme sinds Fortuyn. Vreemd, want democratie betekent van oorsprong een staat gestuurd door het volk. Nu de vox populi zich roert zou je dus denken dat de democratie op haar best functioneert.
Toch is er onder gevestigde politici en bestuurders behoefte dat met regels en wetten te organiseren, De stem des volks is gehoord, nu nog een nieuw reglement van orde. Daarbij valt veelvuldig de naam van Thorbecke, de liberale staatsman die geldt als de architect van onze grondwet en parlementaire democratie, ook wel het Huis van Thorbecke genoemd.
Vanuit de gedachte dat het volk dichterbij dat huis moet staan, soms zelfs toegang tot dat huis moet hebben, willen sommige politici overgaan tot renovatie van het Huis van Thorbecke. Nogmaals: wie daarover meer wil weten, bekijkt de links in mijn gastlog, onder het pseudoniem P.J, Cokema, op GeenCommentaar.
Ik beperk me hier tot wat de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s hebben staan over democratie en bestuur. Dat heb ik samengevat in deze excelsheet. Hier is te zien om welke voorstellen het gaat en op welke punten partijen het met elkaar eens of oneens zijn. Links naar de verkiezingsprogramma’s staan in dat exceldocument.
De voorstellen heb ik verdeel in de categorieën democratie en bestuur. In elke categorie zijn ze gerangschikt naar het aantal zetels dat de partijen volgens de laatste peilingen zouden halen. Een voorstel dat veel zetels scoort, zou dus best eens werkelijkheid kunnen worden na 9 juni.
De vraag is echter: zal de kiezer, de burger, warm lopen voor deze voorstellen? Of anders gezegd: wil het ‘populus’, wel meer democratie en wat zal het vinden van de voorgestelde bestuurlijke veranderingen?
Met betrekking tot meer democratie: Er zou na 9 juni een Kamermeerderheid te vinden zijn voor referenda. Leuk, maar de recente geschiedenis laat zien dat het volk daar niet warm voor loopt. Niet dat we er veel ervaring mee hebben. Er is één referendum over de Europese grondwet geweest. Daarbij was er een opkomst van 63,3%, net iets lager dan de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen (gemiddeld 64%) en stukken lager dan de gemiddelde opkomst bij de landelijke verkiezingen (81%).
Daarnaast zijn er een aantal burgemeestersreferenda gehouden. De respons daarop was nog bedroevender en in 2008 werd besloten dit soort referenda maar af te schaffen.
Het is heel aardig van de zittende politici dat ze de kiezers via referenda vaker naar de stembus willen sturen. Het lijkt er echter op dat het volk daar niet zoveel zin in heeft.
Ligt dat aan de soort en inhoud van de tot nu toe gehouden referenda? Zou het anders liggen als er bijvoorbeeld een referendum wordt gehouden waar voor of tegen de bouw van kerncentrales kan worden gestemd? Of, dichter bij de portemonnee van de kiezer, referenda over ingrijpende wijzigingen in het belastingstelsel.
Met betrekking tot bestuur: De meeste voorstellen gaan over een kleinere overheid. Zo hoopt men natuurlijk tegemoet te komen aan het geklaag over een logge, in efficiënte en peperdure overheid. Minder ambtenaren bijvoorbeeld. De kiezer zal misschien geneigd zijn daarin mee te gaan, hopend op een belastingvoordeeltje. Tot men er achter komt dat allerlei diensten minder toegankelijk worden, omdat diverse loketten minder vaak geopend zijn en procedures langer duren dan we nu zijn gewend.
Het voorstel wat na 9 juni op een fikse Kamermeerderheid kan rekenen is het verminderen van het aantal ministeries. Direkt daaruit volgt de overheid het ook wel met minder ministers, staatssecretarissen en ambtenaren kan doen. Ook dat zal de kiezer wellicht aantrekkelijk overkomen.
Samengevat: aan een kleinere overheid zal met de instemming van de kiezer gewerkt kunnen worden. Maar of de kiezer ook bereid is een actievere democraat te worden?
Ik denk dat de meerderheid der kiezers het wel best vinden om voor de gemeenteraad en de Tweede Kamer naar de stembus te gaan, maar dat verdere participatie alleen door een handjevol enthousiastelingen wordt geambieerd. De kiezer consumeert de democratie alsof het een supermarkt is. Wat er aan produkten in de schappen ligt, heeft de consument nauwelijks een binding mee. Ze worden door anderen gemaakt en de directie van de supermarkt beslist wat er wel of niet te koop is.Is de consument er niet tevreden mee, dan loopt hij naar een andere winkel, in plaats van een actieve stem op te eisen in de leiding.
Dat is jammer, maar verklaarbaar. Het tanende enthousiasme voor deelname aan ondernemingsraden mag als exemplarisch voorbeeld gelden. Wel mee mogen praten over vooral randvoorwaardelijke zaken, maar geen beslissende stem hebben. De invloed is uiterst beperkt. En ja, dan trekt de burger zich dus terug en roept hooguit nog wat als het aan de wal staat.
Voor een meer actieve, democratisch participerende burger zullen er dus veel verdergaande voorstellen moeten komen, waarbij de vox populi niet slechts een adviseur zonder enige status is.
De democratie is dood, leve de democratie
Dames en heren,
Wij zijn vandaag bijeen om de te jong gestorven democratie te gedenken. In de knop gebroken, in de bloei van haar leven geknakt. Er hangt een sluier over de ontluikende lente. De eerste zonnestralen van het prille voorjaar, doen ons opleven. De democratie is echter dood verklaard, door hen die smachtend uitzien naar een zinderende zomerdag op 9 juni aanstaande.
Job Cohen wil het huis van Thorbecke renoveren en wil een Nationaal Akkoord voor de democratie. Jan Marijnissen sprak in zijn Thorbecke-lezing over een problematische democratie. Tjeenk Willink presenteerde het jaarverslag van de Raad van State en mijmerde ook wat over ons politieke stelsel. In elk verkiezingsprogramma staan wel een paar regels over bestuurlijke vernieuwing.
Terecht merkt heer Willink op dat de verkiezingsprogramma’s bestuurlijke vernieuwing vooral in het kader van bezuinigingen plaatsen. Minder overheid, dus minder ambtenaren en bestuurders.
Maar, evenals de heer Cohen, wordt de rol van de burgers niet vergeten. Betrokken moeten ze zijn. Verantwoordelijkheid nemen. De democratie is dood, maar met een vernieuwd burgerschap zouden we er niet om hoeven treuren.
Dames en heren, wat zojuist ten grave is gedragen, is het resultaat van een democratie dat een leven is gaan leiden, die niet naar ieders idealistische zin is. Met name zij die het over bestuurlijke vernieuwing hebben, mogen we verdenken van een aanslag op onze jonge democratie.
Je kunt het hebben over een groot of een klein bestuur, over de wijze waarop een bestuur kan worden gekozen of benoemd, over wie dat bestuur mag kiezen of benoemen, over wat en bestuur mag kosten en wie afgevaardigd mag worden om het bestuur te controleren. Maar dan heb je het nog altijd over het bestuur en niet over de democratie.
Was democratie bij haar geboorte niet bedoeld als een staat geregeerd door velen? Een volksheerschappij? Wel, dat betekent dat de democratie de laatste eeuwen alleen nog in naam levend was. De ‘velen’ zijn vervangen door selecte groepjes bestuurders. Daar waar ‘het volk’ een poging deed haar heerschappij terug te vorderen, werd het afgestraft met bloedige repressie of met de meer humane repressieve tolerantie. Het ontmoedigde en terneergeslagen 'volk' kreeg tenslotte de laatste slagen toegediend. Het kreeg normen en waarden en verantwoordelijk burgerschap gedicteerd. De democratische ruimte is er niet groter op geworden.
Wat als volksheerschappij geboren was, is van regentendom tot bestuurderschap verworden. Als men die democratie dood wenst te verklaren, dan kan men toch alleen nog roepen: de democratie is dood, leve de democratie?
Wat is er zo verschrikkelijk aan 'het volk', dat haar zeggenschap wordt verbannen naar dialoogtafels en de vierjaarlijkse stembusgang? Waarom is 'het volk' nu 'de burger' en niet de verzameling stratenmakers, verplegenden, rijwielhandelaren, boeren, wetenschappers, ouders, studenten, schoonmakers, boekhouders en al wat een individu kan zijn?
Waarom hebben al die individuen niet meer zeggenschap en heerschappij, dan nu het geval is? Moet dat niet de vraag zijn, als we de democratie willen reanimeren?
Richtlijn huilbaby's van de baan
Na fikse onenigheid over de aanpak van huilbaby's, is de conceptrichtlijn ingetrokken. De meningsverschillen onder de betrokken deskundigen betreft vooral de meting van de huilperiodes. In de conceptrichtlijn was het plan opgenomen met een wekker de duur van het huilen te meten. Andere deskundigen verwerpen dit idee, want al een half uur huilen kan op de langere termijn schade betekenen voor de baby.
Het intrekken van de richtlijn betekent dat deskundigen vooralsnog hun eigen aanpak van huilbaby's moeten bedenken. Eén deskundige meent dat huilbaby's vaak verkeerd worden benaderd. Bij het minste geringste geluid wordt de baby opgepakt, toegesproken, rondgedragen of gevoed. De baby raakt overprikkeld met als resultaat dat de baby nog meer gaat huilen. Het is veel belangrijker het gehuil te leren interpreteren, zegt de deskundige. Anders reageer je verkeerd en is de baby niet meer stil te krijgen.
Dat proces is herkenbaar bij landelijk bekend geworden huilbaby's. Met name een crisis in de Thorbecke-crèche te Den Haag veroorzaakte een tsunami aan huilbaby's. Bij één baby is een allergie verkeerd behandeld, bij een ander raakte de crècheleiding zo in war dat men de baby op straat zette. Een derde baby, inmiddels op eigen benen, eist nu dat het huilrecht grondwettelijk wordt vastgelegd.
In alle gevallen strookt het gedrag van deze huilbaby's met wat eerder genoemde deskundige ziet als belangrijke oorzaken van een verkeerde aanpak. De baby's zijn duidelijk overprikkeld geraakt door de wirwar van aandacht. Positieve en negatieve benaderingen wisselen elkaar af. De ene keer worden ze beloond met peilingen, een andere keer wordt gedreigd met een justitiële tik op de broek. Anderen menen het gehuil met media-aandacht te kunnen beheersen, weer anderen achten het doeltreffender de baby op te sluiten in de wc (de zogenaamde cordon sanitaire).
Het is jammer dat de deskundigen het niet eens kunnen worden over een definitieve richtlijn voor huilbaby's. Zo'n 10% van de baby's is een jankerd. Te vrezen valt dat het aantal huilbaby's toe zal nemen omdat, zo stellen sommige pedagogen, we in tijden leven waar de baby's onvoldoende structuur krijgen aangeboden.
Het valt de Thorbecke-crèche niet alleen zelf te verwijten dat men geen eensgezinde en duidelijke gestructureerde aanpak heeft weten te vinden. De subsidiërende overheid vertoont immers zelf een zwalkend beleid, waar veel aandacht (van de kiezers) belangrijker lijkt dan een doelgerichte aanpak van de problematische omgeving waarin de baby's moeten opgroeien.
De landelijke bekende huilbaby's zijn het overigens onderling ook niet eens. De een balt haar vuistjes voor de promotie van Sinterklaas, de ander stampvoet woedend om dan wel de Zwarte Pieten buiten onze grenzen te houden. Het derde grut verwijt de centrale ketel dat die zwart ziet. Die baby heeft immers jaren mogen meewerken aan de uitvoering van het beleid van een huilebalk uit een der christelijke crèches.
Zal een richtlijn, als die er nog komt, wel voldoende zijn om dit land nog droog te houden van de vloed aan tranen der huilbaby's? Of wordt het tijd voor een Deltaplan tegen de stormvloed van al dat gejank?
Kontakt met de tijdgeest
Als het even niet naar wens loopt, kun je altijd de tijdgeest de schuld geven. Sommige liberalen menen dat het vanwege die tijdgeest nu even wat tegenzit voor VVD, D66 en zelfs Groenlinks. Maar ja, hoe hou je kontakt met de tijdgeest? Gelukkig hebben we daar een medium voor.
Medium: ''Fijn dat je er bent Mark. Wat is je vraag?'' Mark: ''Tja, ik zou graag kontakt willen hebben met de tijdgeest.''
Medium: ''Okay Mark, maar wat is je vraag dan? De tijdgeest staat niet zomaar voor alles en iedereen open, weet je.''
Mark: ''Ja, ja, dat begrijp ik. Eh… ik wil graag weten hoe we ons liberale gedachtengoed aan de tijdgeest kunnen aanpassen.''
Medium: ''Oei, Mark! Dat is een hele diepe! Okay, laten we eens kijken of we kontakt kunnen krijgen…..''
Mark: ''Spannend! Ik ben benieuwd…''
Medium: ''Oh ja, Mark? Ben je dat echt? Want je kan alleen kontakt krijgen met de geesten als je er echt helemaal voor open staat, weet je.''
Mark: ''Ja, ja… natuurlijk. Ik sta er echt voor open.'' Medium: Okay, Mark. Wacht! Ik hoor geklop. Ik geloof dat de tijdgeest al aan de deur staat. Laten we proberen te kijken wie het is. Dus Mark, ken jij iemand wiens naam met een W begint?''
Mark: ''Nou zeg, da''s ook sterk! Daar ken ik er wel meer van!''
Medium: ''Okay Mark, maar ik zie er hier maar één. Ik zie ook een bril en een sigaar. Komt je dat bekend voor?''
Mark: ''Ach nee hè! Daar heb je hem weer. Da''s Wiegel. Ook een soort orakel, maar zeker geen tijdgeest!''
Medium: ''Okay Mark, maar ik zie nog een W. Er zit ook een i en een l in de naam. Zegt je dat wat?'' Mark: ''Verrek! Dat zou goed kunnen. Misschien heb je het over Wilders? Dat is inderdaad een spook die denkt dat-ie de tijdgeest zelf is. Ik denk niet dat ik bij hem te rade moet gaan.''
Medium: ''Juist, Mark. Het probleem is een beetje dat veel mensen je willen spreken. In die drukte komt de tijdgeest maar moeilijk door. Maar wacht even…. ken je iemand met een T in de naam?
Mark: ''Jawel….''
Medium: ''Een h of een o…?''
Mark: ''Nou, ik ken wel iemand met een t èn een h en een o in de naam, maar of…
Medium: ''Okay! Dat moet dan Thorbecke zijn!''
Mark: ''Ik dacht dat die nu juist helemaal uit de tijd was!''
Medium: ''Aan het spinrag te zien waarmee deze man is omhuld, zou dat best eens kunnen kloppen, Mark. Laten we nog één poging doen. Even concentreren hoor. Ik zie hier een V.''
Mark: ''Dat zegt me niks.''
Medium: ''Okay, ik zie behalve die V ook een T…..''. Mark: ''Een T…., nee, dat komt me ook niet bekend voor.''
Medium: ''Toch dringt deze geest zich sterk op, Mark. Ken je echt niemand met een V of een T, of allebei?'' Mark: ''Nee, echt niet. ''t Zegt me helemaal niets.'' Medium: ''Mark! V, T! Dit is Vadertje Tijd! We hebben kontakt met de echte tijdgeest!''
Mark: ''Joepie!!''
Medium: ''Stil, Mark. De tijdgeest heeft jou wat te zeggen.''
Mark: ''Ja, ja, dat zal wel…..''
Medium: Mark, foei! Als je dit niet serieus neemt, loop je de kans dat de tijdgeest het kontakt met je verbreekt!''
Mark: ''Okee, okee. Ik luister al.''
Medium: ''Vadertje Tijd, de tijdgeest, vraagt of je wel goed bij je hoofd bent.''