“Ik ben van mening dat het een onmogelijke taak is om te komen tot een helder juridisch houdbaar onderscheid tussen informatie en reclame“.
Een opvallend antwoord uit de beantwoording van kamervragen, waarin de overheid wordt verzocht op te treden tegen symptoomreclame.
Symptoomreclame zijn spotjes of advertenties waarin meestal veel voorkomende kwaaltjes worden getoond en waarin wordt gesteld dat je er toch prima van af kan komen. Critici menen dat dit soort reclame eigenlijk reclame voor medicijngebruik is. De reclame wordt gefinancierd door bedrijven in de farmaceutische industrie.
Reclame voor geneesmiddelen is in Nederland verboden. Symptoomreclame wordt gezien als truc om de wet te omzeilen. Reden voor de Consumentenbond een petitie te starten om de overheid onder druk te zetten een verbod op dit soort reclame in te stellen.
Uit de beantwoording van de kamervragen blijkt dat een verbod er niet echt in zit. Over mogelijke aanscherping van de regels wordt nog nagedacht. Maar goed, intrigerend is dat zinnetje, waarmee minister Klink zegt dat het heel lastig is om juridisch vast te leggen wat het verschil tussen reclame en informatie is.
In de dagelijkse praktijk is het inderdaad lastig dat onderscheid altijd goed waar te nemen. Neem het persbericht van de Consumentenbond, waarin wordt geroepen dat de petitie voor een verbod op symptoomreclame al 12.000 handtekeningen heeft opgeleverd. Die mededeling is natuurlijk informatie. Maar het lijkt me tevens wervend bedoeld: al 12 duizend mensen gingen u voor, nu u nog! Dat mag je dan toch reclame noemen, of niet?
Veel reclame is meteen als zodanig te herkennen. Door informatie te tonen in de reclameblokken op televisie of in kranten het woordje reclame of advertentie te plaatsen, weet je meteen dat het meer om verleiding dan om informatie gaat.
Het wordt al lastiger als je een brief in de bus krijgt, waarin je hoogst persoonlijk wordt geïnformeerd over een leuke prijs doe je gewonnen hebt. Nadere informatie leert dan dat je er echter extra loten in de loterij voor moet kopen, wil je een kans maken op die prijs. Dat is dus regelrechte werving. De zogenaamde informatie is op een misleidende manier verhullend.
Geldt dat ook voor symptoomreclame? De informatie over kalknagels en schimmelvoeten voegt niets toe. Iedereen weet dat het fenomeen bestaat. Dat je er een heuse medische behandeling voor nodig hebt, om het enigszins effectief te bestrijden, blijkt pas als je in de reclame genoemde websites bezoekt. Daar lees je dan dat je met je klachten naar de huisarts moet.
Is dat nou informatie over een kwaal? Of reclame voor de huisarts? Of een manier om je, via je huisarts, de weg naar medicatie te wijzen? Wat dan weer reclame is.
Goed. Reclame en informatie is niet altijd goed uit elkaar te houden. Je kan natuurlijk afspreken dat informatie alleen juiste en te toetsen feiten bevat. Informatie die voor iedereen beschikbaar is en door iedereen gebruikt mag worden, zonder enige bijbedoelingen. Het enige doel is alleen het verstrekken van die informatie.
Het vervelende is dat niet alleen in reclame informatie wordt verstrekt, die meer tot doel heeft dan louter feiten aan te bieden. Iedereen gebruikt informatie wel eens ter ondersteuning van hoogst particuliere doelen. Zo willen we in een discussie een ander wel eens overtuigen met een “maar wist je dan niet dat….”, waarna er en paar echte feiten worden opgesomd.
Reclame probeert altijd een ander te overtuigen. Al dan niet met feitelijke informatie. De keuze om op basis van die informatie daadwerkelijk iets te doen, is aan de individuen in de aangesproken doelgroep. Maar dat geldt ook voor echte, keiharde informatie. Je kan nog met duizend feiten en cijfers komen, wat mensen ermee doen bepalen ze zelf.
Heeft minister Klink dus groot gelijk dat er geen juridisch onderscheid tussen reclame en informatie te maken is?
Het lijkt me wel een nader onderzoek waard. Informatie kan wervend werken, mensen op ideeën brengen, waarmee ze ook iets gaan doen. Reclame gaat om werving alleen. En werving op zich is geen informatie. Kunt u daar wat mee?