Zo langzamerhand zien verpleeghuizen zich haast genoodzaakt een pr-medewerker in dienst te nemen, om in te haken op de vele onderzoeken die diverse media en organisaties doen naar de kwaliteiten van de rustoorden. De Consumentenbond zocht naar vuil en de gevonden resultaten werden in de media breed uitgemeten.
Vrij snel daarna doken berichten op van verpleeghuizen die trots de eervolle vermelding van de Consumentenbond er uit hadden gepikt, om hun properheid te etaleren.
Het zal niet veel uitmaken, want inmiddels is de beeldvorming van verpleeghuizen allerberoerdst. Als er al geen bewoners worden mishandeld, dan rijden ze hun rollators wel door het drek dat zich in de gangen ophoopt. De ratten knagen de schamele ontbijtjes op. Het kwijl druipt van de ramen en de volgekakte incontinentieluiers leiden inmiddels een uitbundiger leven dan de bewoners zelf.
Er zijn tussen de 300 en 400 van die vuilnisbelten in ons land. De Consumentenbond benaderde er 121, waarvan er 47 niet mee wilden doen en er 37 bezocht werden. Maar 7 verpleeghuizen kregen een ruime voldoende van de Consumentenbond.
Zeven! Dat is wel erg krap als we de vergrijzende natie willen opbergen. Schrik niet, er zijn ook verpleeghuizen waar de bewoners het best naar hun zin hebben en eventuele ongemakjes minder belangrijk vinden, dan gezellige verpleegsters en leuke zangavondjes.
De Volkskrant maakte een top-350 van verpleeghuizen. Bij nadere bestudering ziet het er dan eigenlijk nog beroerder uit. De Cromhoff in Enschede eindigde bij de Consumentenbond op de zesde plaats en de regionale concurrent, Het Wiedenbroek, op de elfde. Madeleine in Boxmeer verheugt zich op een riante derde plaats. Bij de Volkskrant scoorde Het Wiedenbroek beter (42e plaats) dan de Cromhoff (195e plaats), maar Madeleine staat bij de Volkskrant op de 286e plaats. Geen toppertjes dus. Aardig schoon, maar minder tevreden bewoners en net even iets teveel prikincidenten, valpartijen en doorligwonden.
En een van de goorste verpleeghuizen, Meander in Veendam, scoort bij de Volkskrant veel beter dan de Cromhoff, want Meander staat 58 plaatsen hoger (137e plaats). Dat past iets beter bij het beeld dat Meander van zichzelf heeft. Het verpleeghuis juicht het hygiëneonderzoek toe, maar herkent zich niet helemaal in de uitslag. “Wij vinden het belangrijk dat de klant in een prettige, sfeervolle en schoon huis verblijft”, meldt Meander op een forum. Blijkbaar waarderen de bewoners de sfeer net wat beter, dan de Cromhoffbewoners.
“Het monitoren van hygiëne is onderdeel van goed risicomanagement, stelt ActiZ, de organisatie voor zorgondernemers en biedt de verpleeghuizen een programmaatje aan, inclusief helpdesk en een hygiënetrainer, om de hygiëne te monitoren. Daarmee moet men de balans vinden tussen risico’s en huiselijkheid, want “een verpleeghuis is ook een plek waar mensen wonen en dat moet niet zo klinisch worden, dat bewoners zich er niet meer thuis kunnen voelen”, zegt ActiZ.
Thuis is alle beter. Bekend zijn de verhalen over die knusse, huiselijke hygiëne. Snijplanken en vaatdoekjes zijn ranziger zijn dan wc-brillen. En handen wassen na wc-bezoek wordt vergeten, omdat men bij het ontlasten ondertussen het mobieltje of de laptop bepoteld, waarna de apparatuur levensgevaarlijke bacteriën in de samenleving verspreidt. Tandenborstels zijn te smerig. Om maar te zwijgen van de alom bekende huismijt en de besmette groenten die thuis worden verorberd.
Ik zou vrees dat we een nog smeriger uitslag krijgen, als de Consumentenbond de hygiëne van haar leden onderzoekt.
Tag archieven: Consumentenbond
Reclame of informatie?
“Ik ben van mening dat het een onmogelijke taak is om te komen tot een helder juridisch houdbaar onderscheid tussen informatie en reclame“.
Een opvallend antwoord uit de beantwoording van kamervragen, waarin de overheid wordt verzocht op te treden tegen symptoomreclame.
Symptoomreclame zijn spotjes of advertenties waarin meestal veel voorkomende kwaaltjes worden getoond en waarin wordt gesteld dat je er toch prima van af kan komen. Critici menen dat dit soort reclame eigenlijk reclame voor medicijngebruik is. De reclame wordt gefinancierd door bedrijven in de farmaceutische industrie.
Reclame voor geneesmiddelen is in Nederland verboden. Symptoomreclame wordt gezien als truc om de wet te omzeilen. Reden voor de Consumentenbond een petitie te starten om de overheid onder druk te zetten een verbod op dit soort reclame in te stellen.
Uit de beantwoording van de kamervragen blijkt dat een verbod er niet echt in zit. Over mogelijke aanscherping van de regels wordt nog nagedacht. Maar goed, intrigerend is dat zinnetje, waarmee minister Klink zegt dat het heel lastig is om juridisch vast te leggen wat het verschil tussen reclame en informatie is.
In de dagelijkse praktijk is het inderdaad lastig dat onderscheid altijd goed waar te nemen. Neem het persbericht van de Consumentenbond, waarin wordt geroepen dat de petitie voor een verbod op symptoomreclame al 12.000 handtekeningen heeft opgeleverd. Die mededeling is natuurlijk informatie. Maar het lijkt me tevens wervend bedoeld: al 12 duizend mensen gingen u voor, nu u nog! Dat mag je dan toch reclame noemen, of niet?
Veel reclame is meteen als zodanig te herkennen. Door informatie te tonen in de reclameblokken op televisie of in kranten het woordje reclame of advertentie te plaatsen, weet je meteen dat het meer om verleiding dan om informatie gaat.
Het wordt al lastiger als je een brief in de bus krijgt, waarin je hoogst persoonlijk wordt geïnformeerd over een leuke prijs doe je gewonnen hebt. Nadere informatie leert dan dat je er echter extra loten in de loterij voor moet kopen, wil je een kans maken op die prijs. Dat is dus regelrechte werving. De zogenaamde informatie is op een misleidende manier verhullend.
Geldt dat ook voor symptoomreclame? De informatie over kalknagels en schimmelvoeten voegt niets toe. Iedereen weet dat het fenomeen bestaat. Dat je er een heuse medische behandeling voor nodig hebt, om het enigszins effectief te bestrijden, blijkt pas als je in de reclame genoemde websites bezoekt. Daar lees je dan dat je met je klachten naar de huisarts moet.
Is dat nou informatie over een kwaal? Of reclame voor de huisarts? Of een manier om je, via je huisarts, de weg naar medicatie te wijzen? Wat dan weer reclame is.
Goed. Reclame en informatie is niet altijd goed uit elkaar te houden. Je kan natuurlijk afspreken dat informatie alleen juiste en te toetsen feiten bevat. Informatie die voor iedereen beschikbaar is en door iedereen gebruikt mag worden, zonder enige bijbedoelingen. Het enige doel is alleen het verstrekken van die informatie.
Het vervelende is dat niet alleen in reclame informatie wordt verstrekt, die meer tot doel heeft dan louter feiten aan te bieden. Iedereen gebruikt informatie wel eens ter ondersteuning van hoogst particuliere doelen. Zo willen we in een discussie een ander wel eens overtuigen met een “maar wist je dan niet dat….”, waarna er en paar echte feiten worden opgesomd.
Reclame probeert altijd een ander te overtuigen. Al dan niet met feitelijke informatie. De keuze om op basis van die informatie daadwerkelijk iets te doen, is aan de individuen in de aangesproken doelgroep. Maar dat geldt ook voor echte, keiharde informatie. Je kan nog met duizend feiten en cijfers komen, wat mensen ermee doen bepalen ze zelf.
Heeft minister Klink dus groot gelijk dat er geen juridisch onderscheid tussen reclame en informatie te maken is?
Het lijkt me wel een nader onderzoek waard. Informatie kan wervend werken, mensen op ideeën brengen, waarmee ze ook iets gaan doen. Reclame gaat om werving alleen. En werving op zich is geen informatie. Kunt u daar wat mee?