Rutte valt niet te benijden. Vol enthousiasme wil hij het land er bovenop helpen, maar hij komt er maar niet aan toe. Het ene Europese overleg na de andere Eurovergadering kosten hem zijn dure tijd op zijn agenda. Bovenaan die agenda staat nog steeds:“Iedereen zal er iets van voelen”. Daar staat dan wel een beloning tegenover. We krijgen dit prachtige land terug.
Steeds meer mensen maken zich ongerust over de staat waarin dat land zal verkeren, op het moment dat het teruggegeven zal worden. Sterker nog, steeds meer mensen komen in beweging en proberen die zaken te redden, die zij prachtig vinden. Men begint blijkbaar te voelen, wat Rutte’s redding betekent. Het wordt alsmaar onrustiger in de samenleving. Het is nog niet zover dat het Binnenhof volstroomt en wordt omgedoopt tot Neerlands Tahrirplein, zoals Britse demonstranten hun Trafalgar Square wel een jasmijntintje gaven, toen ze zit weekend te hoop liepen tegen hun bezuinigingen.
In Nederland lijkt een tsunami aan lokale acties aan te zwellen. Toen het kabinet Rutte van start ging, kreeg het meteen al een hete december voor de kiezen. De maatschappelijke onrust was in de eerste maanden van het nieuwe kabinet al even groot als alle maanden daarvoor. In 2010 manifesteerde de maatschappelijke betrokkenheid van de burgers zich in 34 acties. Een gemiddelde van 2,8 per maand. De meesten betroffen arbeidsconflicten (50%), zoals cao-onderhandelingen en reorganisaties. De bezuinigingsplannen scoorden wel al 47% van alle onrust.
Het eerste kwartaal van 2011 zit er bijna op en we zien een fikse opleving van acties tegen de bezuinigingen. In de eerste drie maanden zijn er al 40 acties gevoerd, een gemiddelde van 13,3 per maand.. Daarvan betrof 68% de bezuinigingen. Arbeidsconflicten waren goed voor 25% van de acties.In januari leek de rust terug te keren. Slechts acht acties, na de tien van december. Maar dat was snel anders. In februari werden er twaalf acties gevoerd en in deze maand staat de teller al op twintig. In drie maanden tijd is de maatschappelijke onrust al 15 procent groter dan heel 2010.
Vooral in het onderwijs is de onrust het grootst. Acties tegen bezuinigingen op het hoger onderwijs blijven elkaar opvolgen. De kabinetsplannen met het speciaal onderwijs brengen ook steeds meer mensen op de been. Maar ook de dreigende sluitingen van bibliotheken, zwembaden en club- en buurthuizen leiden tot tal van lokale acties. De actiebereidheid lijkt alleen maar groter te worden.
In dit exceldocument de laatste stand van zaken.
Wat kan Rutte doen om de onrust te beteugelen? De plannen doorzetten en er een schepje bovenop doen, zoals bij het speciaal onderwijs is aangekondigd? Of de plannen bijstellen? Ik ben geen regeringsadviseur, maar dat laatste lijkt mij het wijste, wil het rustig blijven in dit prachtige land. Laat ik eerlijk zijn, het gaat mij ook om mijn eigen rust.
Als werkende in de daklozenopvang heb ik met twee zaken te maken. Minder personeel en meer daklozen. Dankzij de bezuinigingen doen we het werk met minder collega’s. Ach, wat harder werken, ook al dreigt er een slechtere cao uit de bus te komen, dat moet een betrokken burger er voor over hebben.
Maar hoe gaan we dat redden, nu het aantal nieuwe daklozen toeneemt? In 2009 hadden we hier gemiddeld twee aanmeldingen per week. In 2010 is dat opgelopen tot gemiddeld vier per week. Nu staat die teller al op gemiddeld zes per week. In nog maar drie maanden tijd. Elke dag komen er meer dan honderd individuen over de vloer, die onze opvang op de een of andere manier nodig hebben.
Ik ben Rutte’s onrust eigenlijk wel zat.
Rutte's Onrust.
Geef een reactie