Dit artikel verscheen ook op Sargasso.
Werken is een feest. Elke dag weer is het in de vroege ochtenduren een kabaal van jewelste van duizenden mensen die fluitend naar hun werk gaan. Wat een tegenstelling met de oorverdovende stilte aan het einde van de werkdag, als de werkenden weer chagrijnig huiswaarts keren.
De Dag van de Arbeid heet een feestdag te zijn. Wie de geschiedenis van de eerste mei kent, zal verbaasd zijn dat juist de bolwerken van het kapitalisme, de beurzen, deze dag gesloten zijn. In tegenstelling tot de fabrieken, kantoren en winkels, waar gewoon wordt door gewerkt. En daar heerst nog steeds de traditionele ontevredenheid van de werkende klasse.
Het schorriemorrie ervaart de combinatie van werk en privé als een zware last. Dat zou blijken uit een representatief onderzoek (pdf), dat Maurice de Hond uitvoerde voor SBI, een bureautje dat klanten zoekt die training en advies willen, om hun werkzame leven op orde te krijgen.
Er is in de geschiedenis van de arbeid veel veranderd. De schamele acht uren die arbeiders ooit hadden om bij te komen van gedane arbeid, werden al zo’n 128 jaar gelden omgezet in de 8-urige werkdag. Na aftrek van een 8-urig slaapje, moesten werknemers dus zelf verzinnen wat ze in de resterende 8 uren moesten doen. Van de zevendaagse werkweek is voor velen niet meer overgebleven dan vier vreugdevolle dagen.
De Dag van de Arbeid wordt gevierd met een dubbele moraal. Enerzijds wordt de heroïsche arbeidersstrijd herdacht, die tot al die werktijdverkorting zou hebben geleid. Anderzijds gaan in verschillende landen mensen de straat op en schreeuwen om behoud van, of zelfs meer werkgelegenheid.
De Internationale Organisatie voor Arbeid viert 1 mei met een alarmerend rapport (samenvatting in pdf) over de aanhoudende werkloosheid. De ILO adviseert de verantwoordelijke regeringen te investeren in werkgelegenheid, in plaats van deze weg te bezuinigen.
In de geschiedenis van de Dag van de Arbeid moet ergens iets vreselijk mis zijn gegaan. Als meer mensen minder dagen en uren werken, zou er werk over moeten blijven voor degenen die nog geen werk hebben. En minder werk zou tot meer vreugde moeten leiden. Dat was immers ooit het doel van al die arbeidersstrijd?
Beide redenaties zijn onwaar gebleken. Minder werken leidt niet tot meer werkgelegenheid en wel tot meer armoede.
Het is natuurlijk allemaal een kwestie van verdeling. Verdelingen die op tal van aspecten grondig herzien zouden moeten worden. Neem de snoevers die op dit soort artikelen reageren door op te scheppen over hun 60-urige werkweek. Ze mogen daar dan hun arbeidsvreugde uit halen, maar het is ongehoord a-sociaal. Maar liefst 20 onproductieve uurtjes houden ze bezet, die een ander veel productiever in zou kunnen vullen. Wie die 60 uren wel superproductief uitvoert, zal op niet al te lange termijn een dure kostenpost voor de gezondheidszorg worden. Aldus Geoffey James in de Times.
Om nog maar te zwijgen over de manier waarop i-phones hier betaalbaar op de markt worden gebracht. Een lastige kwestie, want zou die apparatuur hier worden gefabriceerd, is dat weer slecht voor de zware en onderbetaalde werkgelegenheid in Azië. Wie wil zich nou schuldig voelen over de werkloosheid van arbeiders die voor een Apple en geen ei hun bijdrage aan de welvaart leveren?
De Dag van de Arbeid gaat nog steeds alleen over verdeling van werkuren en loon. Het gaat nog steeds niet over de verdeling van de arbeid zelf. Van wie is de arbeid eigenlijk. Hoe is het toch mogelijk geweest dat de rollen van werkgevers en werknemers volslagen verkeerd zijn verdeeld?
Een werkgever is iemand die met lijf en leden arbeid levert. Een werknemer is degene die dat potentieel afneemt. Tegen een goede prijs en volgens het aantal uren dat de eigenlijke werkgever in de aanbieding heeft.
In plaats van onderling ruzie te maken, zouden vakbonden dat eens centraal moeten stellen. Zolang dat niet het geval is, blijft de Dag van de Arbeid niet meer dan wat nostalgische arbeidsvreugde.