Als het aan ingenieur Robbert Snep ligt, worden ook bedrijventerreinen tot natuurgebied verklaard. Omdat veel van die terreinen verouderd zijn en aan herstructurering toe zijn, is er een mooie gelegenheid die fantasieloze, soms troosteloze area's op te pimpen en een “meerwaarde voor hun omgeving” mee te geven.
Aanstaande vrijdag promoveert de ingenieur op zijn onderzoek naar het behoud van biodiversiteit op bedrijventerreinen. Uit zijn onderzoek is gebleken dat bijzondere broedvogels en amfibieën al op die terreinen voorkomen en met een beetje aanpassing kan de natuurlijke meerwaarde nog vergroot worden.
En dat geldt niet alleen voor de bedrijventerreinen die diep in de polder liggen. Ook de complexen aan de stadsrand kunnen als “bron voor meer natuur in de stad dienen, zodat bewoners van aangrenzende wijken meer vlinders en vogels in hun tuin krijgen”.
De gebruikers van de terreinen zijn welwillend en onderschrijven de meerwaarde van natuur op hun grondgebied. Maar dan moet het wel passen bij de gewenste uitstraling van hun business en gezond en leefbaar zijn voor werknemers en omwonenden.
Groene daken en gevels, tijdelijke natuur op braakliggende stukken grond, ecologische verbindingzones en meer ecologisch groen in plaats van het steriele bedrijfsgroen zijn middelen om tot een biodivers bedrijfsterrein te komen, stelt Robbert Snep. Nederland loopt op dat gebied nog achter bij het buitenland, waar veel meer bedrijven aan natuurbehoud op hun eigen terreinen doen.
Je hoort het bedrijfsleven al bijna opgelucht zuchten dat Milieudefensie nu hun actie “Teken tegen nieuwe bedrijfsterreinen” wel in de prullenbak kan gooien. Zo slecht is alle bedrijvigheid niet voor de kleine watersalamander. Dat diertje is wel slecht voor de bedrijvigheid. Want er hoeft maar één salamander, korenwolf of rugstreeppad gesignaleerd te zijn of bouwplannen lopen vertraging op. Minister Verburg (LNV) heeft zelf een professor aangesteld als Gegevensautorteit Natuur, die er voor moet zorgen dat ontwikkelaars niet ineens een onverwacht beestje op hun pad treffen.
Wat nieuwe bedrijventerreinen betreft zal nog enige waakzaamheid op zijn plaats zijn. Dat Milieudefensie als kritische tegenhanger van de Gegevensautoriteit Natuur optreedt, mag voorlopig dan ook behouden blijven als de noodzakelijke “kwaden” der democratie.
De herstructurering van bestaande terreinen zouden ook op vertraging kunnen rekenen, omdat daar toch ook diertjes blijken te leven die onder bescherming van de Flora- en Faunawet vallen en tot de zo gewenste biodiversiteit van dit land behoren.
De ideeën van ingenieur Snep bieden ruimte voor de bedrijven. Maar ik kan me voorstellen dat men het terrein niet graag overwoekerd ziet door allerlei wildgroei dat bescherming biedt aan elke willekeurige vlinder of koekoek. En bovendien, moet een bedrijventerrein afgesloten worden als de daar opgegroeide padden aan hun jaarlijkse trek beginnen? Het is toch geen representatief gezicht als het asfalt bezaaid ligt met paddenlijkjes.
Het zal nog wel praktijk blijven dat, in de strijd om elke vierkante centimeter, er zowel een bedrijfsterrein hier als een korenwolf daar zullen sneuvelen. Op de weg naar een grotere integratie van menselijke bedrijvigheid en noodzakelijk groen bieden ideeën als die van ingenieur Snep voorlopig minimale winst en hoeven we voorlopig geen keuze te maken hoeveel natuur ongerept dient te blijven ten behoeve van onze overleving.