Sinds we een staatsburo voor jeugdzorg hebben, staat de privacy van het gezin onder curatele. Bedoeld om problemen in een vroeg stadium te ontdekken. Tevens bedoeld om er ook wat aan te doen zodat we in de toekomst er minder probleemjongeren of getraumatiseerde volwassenen zijn.
Hoewel het er soms sterk op lijkt dat de Rouvoet-brigades vooral lastpakken moeten opsporen zodat zij alsnog modelburgers worden, is er een schrijnend probleem dat wat moeilijker aan te pakken is.
Er zijn naar schatting ruim 100.000 kinderen slachtoffer van een uit de hand gelopen pedagogische tik of juist het ontbreken van enige pedagogie: verwaarlozing.
Artsen hebben een rol bij het ontdekken van mogelijke mishandeling, maar hebben ook een beroepsgeheim. Bovendien zullen ouders, maar ook de kinderen zelf, niet snel zelf opbiechten dat de opvoeding wat gewelddadig verloopt. Lastig dus om het te herkennen, lastig ook om het te melden. Een arts zal zeker moeten weten dat een kind niet tijdens een onbesuisd spelletje van de trap is gevallen, maar klem heeft gezeten tussen onmachtige ouders. Een verkeerde melding kan heel vervelende gevolgen hebben.
Nu hebben minder dan de helft van alle organisaties die met kinderen hebben te maken een meldcode. De gezamenlijke artsen hanteren een meldcode van de KNMG (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunde). Vandaag heeft de KNMG een vernieuwde meldcode overhandigd aan minister Rouvoet.
De oude code schreef voor dat een arts alleen kindermishandeling mocht melden, als hij de problemen in het gezin niet meer zelfstandig kon oplossen en er toch veel gevaar voor het kind dreigde. De arts stond er dus in zijn eentje voor en had heel wat te wikken en te wegen voor hij de vertrouwensrelatie met het gezin op het spel zou zetten. In de wet is geregeld dat een arts wel degelijk het beroepsgeheim mag schenden als dat in het belang van het kind is. Waarom dan toch een nieuwe meldcode?
De nieuwe code regelt dat een arts er niet langer alleen voor staat en biedt ook een stappenplan, dat zorgvuldige melding moet garanderen. De code moet genoeg bescherming en houvast bieden, zodat artsen nu sneller dan voorheen tot actie overgaan.
De KNMG vindt dat een arts voortaan wel bij derden, zoals school, maatschappelijk werk of andere artsen, zijn bevindingen mag checken. Waarmee de privacy van het gezin wordt aangetast. Het stappenplan moet voorkomen dat dit ten onrechte gebeurt.
Vermoedt de arts, op basis van eigen onderzoek, kindermishandeling, dan raadpleegt hij eerst het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling). Daarnaast kan de arts een deskundige collega te hulp roepen. In deze fase mag de arts de personalia van het gezin niet openbaren. Zo zullen deze stappen, zegt het KNMG, een vroegtijdig contact garanderen.
Als de arts dan, op grond van het ingewonnen advies, meent dat verdere actie noodzakelijk is, wordt er met de ouders gesproken. Dat zal niet altijd verstandig worden gevonden. In dat geval neemt de arts contact op met andere professionele betrokkenen.
Met de zo verkregen informatie gaat de arts weer naar het AMK om samen te beslissen of een melding noodzakelijk is.
Als de ouders vrijwillig hulp aanvaarden, wordt de melding niet gedaan, maar houdt de arts de ontwikkelingen wel in de gaten. Blijft het verkeerd gaan, kan alsnog een melding worden gedaan. Tenzij de arts denkt dat de risico's zo groot zijn dat overleg met ouders en inschakelen van hulp eigenlijk al te laat is. Dan moet onverwijld de Raad van de Kinderbescherming of de politie worden ingeschakeld.
De nieuwe meldcode is in de kern van de zaak niet zo heel nieuw. Eigenlijk zegt de code dat artsen niet te laks moeten zij met meldingen van mogelijke kindermishandeling. Met de nieuwe code hoopt men dat de arts sneller en makkelijker, ook buiten ouders en kinderen om, aan de slag gaat als de professionele intuïtie zegt dat er wat aan de knikker is. Die professionaliteit wordt wel verbeterd door bijscholingen op gebied van kindermishandeling. Een arts zal de ene blauwe plek toch goed moeten onderscheiden van de andere. Een arts zal ook moeten herkennen wanneer de opvoeders om de hete brei heen draaien, als ze gevraagd worden naar hun opvoedkundige aanpak.
De gewetensvraag is nu: voldoet de huidige wet- en regelgeving om kindermishandeling aan te melden of is het juist goed deze te verruimen? Is de nieuwe meldcode van het KNMG een goede stap richting een vlotte aanpak van kindermishandeling?
(Bronnen: artikel op medischcontact.artsennet.nl en de website van het KNMG, alwaar de meldcode en het stappenplan in pdf-formaat gedownload kunnen worden).