Het menselijk tekort bestaat niet. Er zijn namelijk altijd wel mensen. Het tekort zit in de menselijke wil.
Er zouden te weinig mensen vrijwilliger willen zijn bij Oranjeverenigingen. Daarmee dreigt een stukje folklore verloren te gaan. De Koninklijke Bond van Oranjevereniging roept dan ook de minister van Cultuur ten hulp.
Maar, zoals gezegd, er zijn altijd wel mensen. In enkele plaatsen heeft men de oplossing gevonden. In Lienden helpen Polen mee, in Balk redden Somalische asielzoekers de Nederlandse traditie. Misschien kan Wageningen zo aan voldoende verkeersregelaars komen voor de 4 en 5 mei activiteiten?
Er zouden te weinig mensen zijn om de zomerkoninkjes op tijd te oogsten. Dus willen de tuinders Roemenen en Bulgaren inhuren. De minister van Sociale Zaken wil dat niet. Er zijn altijd wel mensen. De werkelozen kunnen de aardbeien plukken en willen ze dat niet, dan moeten ze maar op de uitkering worden gekort.
Defensie zou, door de bezuinigingen, met te weinig mensen komen te zitten om de taken naar behoren te doen. De minister van Defensie wil dat oplossen door niet-strategische onderhoudsactiviteiten zoveel mogelijk uit te besteden. De minister van Sociale Zaken zal er wel voor zorgen dat niet de Polen, Roemen en Bulgaren de kazernes onderhouden, maar het leger der werklozen voor de klusjes opdraait.
Het kabinet heeft een wel erg kleine meerderheid in de Tweede Kamer en in spanning wacht men de Eerste Kamerverkiezingen af. Het kabinet heeft daar nu nog een minderheid achter zich staan en het is lang niet zeker of er in mei wel een meerderheid komt. Het kabinet komt gewoon stemmen tekort.
Er zijn altijd wel mensen, die hun stem willen geven. Zou zouden Polen, Roemen en Bulgaren in ruil voor een werkvergunning hun stem kunnen geven. De Somalische asielzoekers geven hun stem in ruil voor het prachtige integratiewerk, dat ze in het Friese Balk leveren op Koninginnedag.
Want op het legertje werklozen hoeft het kabinet niet te rekenen, natuurlijk.
Er is geen menselijk tekort. Je moet wel voldoende mensen willen vinden.
Tag archieven: vrijwilligers
Waterschapsparticipatie
Donderdag wordt u geacht uw burgerplicht te doen bij de waterschapsverkiezingen. Deze keer in nieuwe stijl. Voor het eerst doen ook politieke partijen mee.
De nieuwe stijl is in het leven geroepen om, onder de noemer “burgerparticipatie”, het waterschap dichter bij de burger te brengen. Of omgekeerd, da's niet helemaal duidelijk.
Dat de burger tot nu toe zich amper geroepen voelde een stem in het kapittel van zijn kraanwater te hebben, lag vooral aan de manier waarop waterschappen en verkiezingen waren georganiseerd. Dat is bij rijk, provincie en gemeente wel anders, dus als je bij deze ook politieke partijen laat meedoen, dan zal de burger ineens wel veel meer geïnteresseerd zijn.
Met die gedachte in het hoofd, stemde de 2e Kamer voor een wetswijziging en de waterschapsverkiezingen nieuwe stijl waren een feit. Doel: een grotere burgerparticipatie bij het waterschap.
Even los van de zin of de onzin van verkiezingen voor zulke uitvoerende organen, wil ik hier eens bekijken wat het waterschap eigenlijk aan burgerparticipatie doet, in vergelijking met, bijvoorbeeld, een gemeente. Die vergelijking pas ik toe omdat mijn eigen waterschap stelt dat de dijkgraaf te vergelijken valt met de burgemeester van een gemeente, de heemraden met de wethouders en de rest van het dagelijks bestuur met een gemeenteraad.
Nu doet het waterschap veel dingen, waarbij een participerende burger alleen maar in de weg zou lopen. Het houdt water op peil, letterlijk en kwalitatief. Een dijk aanleggen en onderhouden moet je aan vaklui overlaten. Het drinkwater schoonhouden ook. Hooguit zou de burger zich meer kunnen bemoeien met het waterbeheer. Wanneer moet een stuk polder, wegens problemen met overtollig rivier- en regenwater, of welke sloot mag worden gedempt om er een recreatief voetpad van te maken?
Maar ook dat zijn zaken die zorgvuldig moeten gebeuren en die de burger dus graag aan ingenieurs overlaat.
Toch kunnen de ingezetenen van een waterschap al op verschillende manieren participeren. Net zoals andere overheden houdt men regelmatig hoorzittingen over tal van kwesties. Bovendien laat een waterschap zich bijstaan door commissies, te vergelijken met gemeenteraadcommissies en waar ook de waterschapburger in plaats kan nemen.
De burger kan ook heel praktisch meedoen. Neem de dijkschouw. Twee keer per jaar worden de dijken gecontroleerd. Onder leiding van de schouwmeester gaan deskundige ambtenaren en vrijwilligers kijken of alles nog in orde is. Het dijkleger, noemt men dat. Ook bij dreigende watersnood, gaat dat leger de dijken bewaken. Heel praktische participatie.
Ook kan de burger zelf melden dat hij een zwak plekje in een dijk of kade heeft gezien, evenals dode vissen in de sloot of te hard varende boten die een gevaar voor de waterkant kunnen betekenen.
Het lijkt dus al aardig wat, maar het valt niet te vergelijken met de participatiemogelijkheden die gemeenten er op na houden: wijk- en dorpsraden in alle maten en soorten, buurtpanels, stadsdeelbesturen, dialoogdagen, de mogelijkheid tot een burgerinitiatief en zelfs, op nog veel te bescheiden schaal, directe invloed op besteding van geld (het burgerbudget).
Het Rijk heeft een Participatieprijs ingesteld om de kleinere overheden te stimuleren de gewenste participatie tot grote hoogten op te stuwen.
Tot op heden is er nog geen waterschap genomineerd geweest, laat staan in de prijzen gevallen. Daar ligt dus nog heel wat terrein braak, zou je zeggen.
Een betrokken waterschapsburger gaat wellicht anders tegen bepaalde zaken aankijken, als hij vanuit het water sommige zaken beschouwt.
Voorbeeldje: een terras aan een stadskade of bij een parkje van een vinexwijk is een gemeentelijke kwestie. Burgers kunnen van hun lokale participatiemogelijkheden gebruik maken en zullen in dit geval eerder gefocussed zijn op hoe het er moet uitzien of op de eventuele overlast.
Maar stel je bent participerende waterschapsburger en je constateert dat het gemaal vaker moet worden schoongemaakt omdat er peuken, servetten en plastic bierglazen in terechtkomen? Of omdat de kwaliteit van het water achteruitgaat om dat jan-en-alleman, op een zonnige dag, de blote poten in het wijkwater laat bungelen?
Kortom, je moet er bij betrokken zijn, wil je er ook wat van kunnen weten. En die kennis zou misschien je mening over gevolgen van gemeentebeleid kunnen veranderen.
Wat denkt u? Ziet u participatiemogelijkheden bij de waterschappen?