Categoriearchief: Gezondheid & Hypocrisie

Geen verkeerde beddentekort

Geen verkeerde beddentekort Bijna 700 verpleegkundigen hebben de Consumentenbond laten weten dat patiënten regelmatig in een verkeerd bed worden gelegd. Als gevolg van het beddentekort.

Hoe gaat dat? Je moet naar het ziekenhuis voor een opname en op de afgesproken dag sluit je dus aan bij de rij die tot ver buiten de poort staat te wachten. Eindelijk binnen, is het een heksenketel. In de hal roept de portier door een megafoon: “Kanker naar hal 4, hart- en vaat naar hal 12, rokers naar buiten!”
Je schiet een witte jas aan en die zegt: “Wat zegt u? U komt voor een liesbreukoperatie? Juist, daar naar de lift, 8e etage en melden bij de balie”.
Daar aangekomen zegt een andere witte jas dat je helemaal niet op die afdeling moet zijn, maar “gaat u vast maar in bed 4 op zaal 5 liggen en u hoort zo meer”.
Afijn, vijf dagen later komt een arts i.o. binnen (“Ah! Ligt u hier!”) en vertelt dat het zaakje, wegens de overstelpende drukte, niet doorgaat en of je bij de opnamebalie maar een nieuwe afspraak wilt maken.

Komt dat voor? Ja. Niet in de overtreffende trap, zoals hierboven beschreven. Vandaag zou ik een liesbreukoperatie ondergaan. Geconstateerd in februari en de eerste opname zou eind juni zijn. Dat vond ik redelijk vlot, maar dat ging niet door. Drukte en zo, zei het ziekenhuis. Het werd dus vandaag.

Wegens de vakantie was het redelijk rustig in en rond het ziekenhuis. Na binnenkomst, om 11 uur, snel geholpen bij de intake en daarna was het wachten geblazen.
De middagsessie begint om 12 uur, maar het zou ook wel een uur of een of twee kunnen worden. “Kan ook vier uur zijn?”, vroeg mijn vrouw nog. “Neuh”, was het antwoord, “dat ook weer niet, maar ja, er kan altijd wel een spoedoperatie tussen komen.”
Op de zaal waar ik zou komen te liggen, was er nog geen bed voor mij. Ik dacht niet eens aan het beddentekort.

Awel, even naar buiten gegaan, even in het dagverblijf rondgehangen en ergens tussen 1 en 2 uur bleek het bed gearriveerd. Ondertussen gammel van de nuchterheid het bed bestegen om wat te dutten.
Rond drie uur kwam de chirurg i.o. aan het bed en deelde mee dat de ingreep vandaag niet door zou gaan. Er waren spoedoperaties tussen gekomen. Hij adviseerde meteen naar de opnamebalie te gaan om een nieuwe afspraak te maken. Een zorgzame verpleegster vroeg of ik dan wel een boterhammetje bliefde.

Was ik in een verkeer bed terecht gekomen? Nee, die toestand is mij bespaard gebleven. Maar de hele gang van zaken, inclusief rommelige voorlichting, kwam natuurlijk in het perspectief te staan van dat bericht van de Consumentenbond. Je zal maar hartpatiënt zijn en op het bed van de liesbreuklijder terecht komen. Je krijgt er gratis een depressie bij!

Het toeval wil dat de uitgestelde operatie vandaag in een ander ziekenhuis zou plaatsvinden, dan oorspronkelijk de bedoeling was. Zo was ik nu dan een paar uurtjes in het ziekenhuis, waar ik zo'n dertig jaar geleden ook lag, voor een paar weken onderzoek. Ik had aan de voorlichting, de procedures en het gigantische gebrek aan privacy geen beste herinneringen. Ik was dus wel nieuwsgierig hoe dat nu zou zijn, in een tijd waarin ziekenhuizen zich kwalitatief dienen te onderscheiden, onder druk van de inspectie en top-10 lijstjes in de media.

Op de genoemde punten was het nog steeds hetzelfde. Je moet zelf heel alert doorvragen, wil je weten wat er met je gaat gebeuren. Ook vond de intake plaats in de recreatiekamer, in aanwezigheid van andere patiënten. En tijdens het lange wachten, werd ik niet op de hoogte gehouden van de vertraging. Tot aan de receptionist en de kantinemevrouw was de informatieverstrekking wel erg kort en bondig, noch werd ik normaal aangekeken.
Bij de opnamebalie bleek dat de behandelende chirurg de komende drie weken op vakantie zou zijn en daarna stond zijn agenda al bomvol. Voorlopig heb ik dus nog tijd om ongehinderd te blijven bloggen

Het is dus wel degelijk vol in de ziekenhuizen. Althans, met afspraken, die telkens uitgesteld moeten worden. Beddentekort? Personeelstekort? Financiële efficiëntie (= zoveel mogelijk patiënten in zo kort mogelijke tijd)?
Ben ik nou bij toeval ervaringsdeskundige geworden? Gewoon de verkeerde dag, net dat ene verkeerde ziekenhuis? Of lag ik in een van die verkeerde bedden, waar er blijkbaar veel te veel van zijn?

Armen rijk aan medische hulpmiddelen

Armen rijk aan medische hulpmiddelen Wie denkt dat de rijken alles bezitten, of van alles het meeste hebben, zit er goed naast. Het CBS is er achter gekomen dat mensen met een laag inkomen drie keer zo vaak een medisch hulpmiddel bezitten, als mensen uit de hoogste inkomensklasse. Een opvallende noot in een artikel van het CBS, waarin geruststellend wordt gemeld, dat in 2008 het bezit van medische hulpmiddelen niet is toegenomen, ondanks de vergrijzing.

Een mens kan niet meer zonder hulpmiddelen. De hoeveelheid apparatuur, gereedschappen en handige hulpjes in huis is gigantisch. Menigeen zal zich geamputeerd voelen als magnetrons, mixers en mobieltjes plots de geest geven. Is even lastig, maar wie gezond van lijf en leden is, zal zich wel redden. Dat wordt moeilijker als je door ziekte, handicap of ouderdomskwaaltjes minder redzaam bent.

Over hulpmiddelen is regelmatig wat te doen. In 2007 adviseerde het CVZ (College Zorgverzekeringen) de rollator uit het basispakket te schrappen. Na de nodige kritiek uit de samenleving, volgde minister Klink dat advies niet op. En dus komt de rollator nog voor in de CVZ-lijst van loophulpmiddelen die door de zorgverzekering vergoed mogen worden.

Wie hulpmiddelen denkt nodig te hebben, die niet in die lijst voorkomen, kan een beroep doen op de Wmo (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Vorig jaar meenden sommige belangenclubs dat de elektrische fiets in de zorgverzekering opgenomen moest worden. Dat ging niet door en dus kwam men op het idee de fiets dan maar bij de Wmo onder te brengen.

Dat lijkt een uitkomst voor ouderen die nog wel wat kunnen, maar de slechte benen van een Tourrenner hebben. Of voor mensen die door longaandoeningen snel buiten adem raken. Helaas, een elektrische fiets heet en algemeen gebruikelijke voorziening te zijn en wordt daarom niet door de Wmo vergoed.

Op de juridische website judex.nl staan meer van dat soort voorbeelden. Iemand die door een spierziekte geen normale warmwaterkraan kan bedienen en een mengkraan wil aanschaffen, hoeft niet te rekenen op een vergoeding uit de zorgverzekering. Ook niet uit de Wmo, omdat een mengkraan zo'n algemeen gebruikelijke voorziening is.

Zo nu het gebruik van medische hulpmiddelen niet verder zijn toegenomen, omdat we gezonder ouder worden en dus minder hulpmiddelen nodig hebben?

Of zijn de beperkende voorwaarden zodanig dat daarmee een eventuele groei wordt afgeremd? Of gaat er van die beperkende voorwaarden en regelmatig terugkerende commotie over wat wel en niet door verzekeringen en Wmo vergoed gaat worden, een afschrikkende werking uit?

Het is in ieder geval een wonder dat het CBS nog heeft ontdekt dat de armen zo riant in de medische hulpmiddelen zitten.

Is de GGZ gek geworden?

Is de GGZ gek geworden? Kan minister Klink niet rekenen of kan hij niet begroten? Dat vraagt GGZ Nederland zich af, nu de minister de tarieven in de ggz met 3,5 procent wil verlagen.
De geestelijke gezondheidszorg is volgens minister Klink in 2008 maar liefst 185 miljoen euro duurder uitgevallen. Dat moet dus worden terug verdiend met lagere tarieven. GGZ Nederland stelt dat harde cijfers ontbreken. En als zal blijken dat de berekening van de minister wel klopt, dan zal hij het wel verkeerd begroot hebben. omdat hij geen rekening heeft gehouden met de groei van de ggz.
GGZ Nederland daagt minister Klink nu
voor de rechter, om de tarievenverlaging ongedaan te krijgen.

Wie is er gek geworden? De GGZ of de minister? Geen van beide, dames en heren. Wijzelf zijn gek geworden.
Het CBS meldde een jaarlijkse groei van gemiddeld 14 procent. Tussen 2000 en 2007 waren de kosten gestegen van gestegen van 162 naar 275 euro, per hoofd van de bevolking. Daarmee nam de ggz in 2007 zo'n 11 procent van de totale kosten voor gezondheidszorg voor haar rekening.
In een eigen rapport (
Zorg op waarde geschat -pdf!) meldde GGZ Nederland dat in 2007 ruim 900 duizend behandelingen hadden plaats gevonden. Dat aantal zal, naar verwachting, in 2009 de miljoen overschrijden.

Logisch dat die handel duurder uitvalt. Dat valt nog wel mee, zegt GGZ Nederland zelf. Er is dan wel wat personeel bijgekomen, maar lang niet zoveel als nodig zou zijn. Ofwel: minder mensen doen meer werk. Bovendien: “zijn met verbeterde behandelingsmethoden en nieuwe medicatie zijn de kosten van het behandelen van psychische problemen afgenomen, terwijl de effectiviteit juist is toegenomen”.

Volgens GGZ Nederland zou minister Klink de groeiende vraag moeten aanpakken. Met meer preventie of door het verhogen van het eigen risico.
Nu lijkt GGZ Nederland wel gek geworden. Lang niet alle preventie werkt. Twee voorbeeldjes. Eén: Meer sporten leidt tot grotere gezondheid. Ondertussen is het aantal sportblessures toegenomen. Twee: om de verkeersveiligheid te bevorderen (= minder slachtoffers) werd de voorrangsregels voor langzaam verkeer verandert. Het leidde tot een stijging van 5 procent ongevallen tussen gemotoriseerd en langzaam verkeer.
Goed bedoelde maatregelen leiden niet altijd tot daling van de kosten.

En dan de suggestie het eigen risico te verhogen. Dat riekt naar ontmoedigingsbeleid. Het is ook een maatregel die binnen het huidige kabinetbeleid past: de verantwoordelijke betaalt. Jouw ziekte is jouw verantwoordelijkheid, dus krijg je de rekening gepresenteerd.

Ondertussen kan GGZ Nederland vast nadenken over de groeiende wachtlijsten en het bevriezen van de lonen. Er wordt in de ggz, naar mijn menig, redelijk verdiend. Dat moet echter wel zo blijven. Er moet ook voorkomen worden dat de salarissen te onaantrekkelijk worden, om in een tamelijke zware sector je brood te willen verdienen.

Laat zorg in nood vallen

Laat zorg in nood vallen De overheid moet geen cent meer geven aan zorginstellingen die in nood verkeren door de liberalisering en de economische crisis. Dat advies krijgt minister Klink van de Nza (Nederlandse Zorgautoriteit) en de RVZ (Raad voor de Volksgezondheid en Zorg).

Kijk, ferme taal. Faalt het management van een ziekenhuis, dan laat je de tent gewoon vallen. Maakt de directie van een thuiszorgclub er een zootje van, om laten donderen. Da's tenslotte de bedoeling van marktwerking, zo stellen de Nza en de RVZ. Laat de boel dan maar overnemen door instellingen met een gezond management. In uiterste nood, als bijvoorbeeld publieke belangen of de continuïteit in gevaar komt, mag de overheid bijspringen. Het gaat immers om gigantische bedragen. In vier jaar tijd heeft de overheid bijna 100 miljoen euro steun geboden om er zeker van te zijn dat delen van het land een ziekenhuis in de buurt hielden.

Honderd miljoen! De altijd al geliberaliseerde financiële sector, dat ook ineens last kreeg van de crisis, kreeg recentelijk met 20 miljard euro steun. Tel je daar bij de 200 miljard bij die de overheid beschikbaar houdt als garantie voor kapitaalmarktleningen, de 200 miljoen voor de werktijdverkorting bij noodlijdende bedrijven en de 5 miljoen die is uitgetrokken om werkelozen via mobiliteitscentra aan het werk te krijgen, dan steunt de overheid de financiële sector en het bedrijfsleven dus al ruim 2000 keer meer, dan er tot nu toe aan zorgsteun is verleend. Dat is ook bijna 3 keer zoveel als er in 2008 aan de gezondheidszorg is uitgegeven.

Ik geloof niet dat hier nu uitgelegd moet worden dat minister Klink even ferm het advies in de prullenbak moet bonjouren. Al was het maar om te voorkomen dat er nog meer burgers hun heil zoeken bij partijen die minder gezond voor de samenleving zijn.
Want als Fortis was gevallen, dan had de Rabo-bank de zaak toch kunnen overnemen? En als de ING de hand ophoudt, laat je hun marktaandeel toch over aan concurrenten als Triodos en de SNS bank?
Laten Wouter is en Nout Weellink maar te rade gaan bij de RVZ en de Nza. Krijgen we een supergezonde economie.

Misschien vind je dit populistisch geraaskal. Geen nood. Ik hou me serieus aanbevolen voor genuanceerd commentaar, waarin wordt uitgelegd wat er zo goed is aan het advies van de RVZ en de NZa.

Gezondheid is meer dan zorg

Gezondheid is meer dan zorg Vorig jaar moest ik een aantal keren naar de dokter. Alle kwaaltjes werden met de juiste medicatie aangepakt. Maar nou maak ik me toch behoorlijk zorgen. Want met dat gedoe heb ik toch bijgedragen aan de immer stijgende zorgkosten. Maar liefst 79 miljard euro in 2008! Da's ruim 4700 euro per inwoner.
De regering waarschuwt er vaak genoeg voor: dames en heren, het wordt te duur. En maant mij gezond te leven. Ik doe op mijn manier mijn best, maar begin me, zeker met een chronische kwaal onder de leden, zo langzamerhand een landverrader te voelen.

Kan ik er wat aan doen? Jazeker. Heel wat, maar dat garandeert niet dat ik in een ziekenhuis terecht kom. Hetgeen in juni staat te gebeuren. Kunnen de stijgende zorgkosten nog op een andere manier worden bestreden?

Volgens hoogleraar Louise Gunning wel. In het Amsterdamse academisch-cultureel centrum, Spui25, verdedigt zij morgen de stelling: Volksgezondheid is meer dan gezondheidzorg.
De regering ziet dat ook wel en investeert in preventie. Wat vooral neerkomt op campagnes die mensen oproepen meer te bewegen, gezond te eten en te stoppen met roken. Bedrijven worden opgeroepen de gezondheid van hun medewerker te stimuleren. Kortom: de mensen in het land moeten het doen.

Steeds meer mensen reageren daar positief op. De fitnesscentra doen goede zaken en in de bedrijfskantines verdwijnt de vette hap. Wil je de kosten voor de gezondheidszorg aanpakken, zal er meer moeten gebeuren.

Mag ik weer eens een paar idiote suggesties doen? Geheel volgens het 'en-en' principe.
1. Wij eten geen vette hap meer – elke voedselfabrikant die nog een vette hap op de markt gooit, krijgt een fikse boete van de overheid.
2. Wij volgen braaf anti-stress kursussen – bedrijven die toch een hoog stress-gehalte houden, worden gedwongen de zorgpremie van hun werknemers volledig voor hun rekening te nemen.
3. Wij gaan allemaal sporten – de verzorging van sportblessures wordt gratis.
4. Iedereen kapt met roken – de regering maakt vaart met het terugdringen van fijnstof, door autoloze dagen in te voeren en elektrisch (goedkoper of gratis) openbaar vervoer uit te breiden.

Daar zijn wel wat krasse wetten voor nodig, hetgeen de regeringsbijdrage aan de volksgezondheid zal zijn.
Iemand nog wat suggesties?

Spaar levens

Spaar levens Uitgerekend voor de Wereld Gezondheidsdag op 7 april, heeft men in Italië met een ramp te maken, die een groot beroep doet op de aanwezige gezondheidsfaciliteiten en zorgpersoneel.

Nu valt Italië niet te vergelijken met landen waar bij rampen en oorlogen de gezondheidszorg er nog beroerder aan toe zal zijn, dan in de dagelijkse praktijk al het geval is.
Met het thema “Red levens, maak ziekenhuizen veilig in noodsituaties”, wil de WHO de bereidheid vergroten dat landen, organisaties en individuele burgers meer investeren in betere familiekring van de gezondheidszorg. Veilige gebouwen, goed vervoer, voldoende personeel.

Nu vindt deze dagen ook de Week van de Gezondheid plaats. De organiserende instantie is op het lumineuze idee gekomen de gezondheid te koppelen aan de crisis. Logisch, zou je denken, want als we in armoe vervallen hebben we straks alleen nog aardappels op het menu en eenzijdig armenvoer is absoluut niet bevorderend voor onze gezondheid. Onder het motto “Streven naar een Gezonde Crisis” krijg je handige tips als “Neem geen hypotheek op je overgewicht” en “Op de fles? Drink met mate!”
Nee, dat is deze keer geen geintje van de redactie hier, maar
te lezen op de webstek van de Week van de Gezondheid. Klik je daar op de activiteitenkalender, kun je zien waar je gezonde lunches kan nuttigen of een bewegingsprogramma kunt volgen.

De enige activiteit die past bij het thema van de WHO, wordt verzorgd door Oxfam Novib, Wemos, Cordaid, AMREF Flying Doctors en de International Federation of Health and Human Rights Organisations. Die houden op 7 april een bijeenkomst waar het tekort aan zorgpersoneel centraal staat. Ook zij maken een kwinkslag naar de crisis: “Het wereldwijde tekort aan zorgpersoneel is een crisis voor alle patiënten, voor alle zorginstellingen en voor gezondheidswerkers zelf”.

Eén van de zaken die aan de orde komt is hoe zorgpersoneel in armere landen beter opgeleid kan worden. Maar ook hoe je kan voorkomen dat zorgpersoneel wegtrekt naar landen waar wat meer valt te verdienen. Een risico dat steeds actueler wordt omdat rijere landen meer behoefte hebben aan goedkopere zorgwerkers. Onze gezondheidszorg is akelig duur en de personele lasten zijn natuurlijk te drukken door mensen te werven uit landen met lagere lonen.
Zijn wij dus mooi gered. Personeelstekort hier goedkoop opgelost. Dat in Afrika of Azië zodoende meer problemen worden gecreëerd is natuurlijk niet de bedoeling.

In de Week van de Gezondheid krijgt men het elk jaar weer voor elkaar de thema's van de Wereldgezondheidsdag op grote afstand te houden. Natuurlijk, omdat baden in weelde een rampzalige bedreiging is voor onze nationale gezondheid. Maar waar is zo'n week voor nodig als het nergens anders over gaat dan wat we weten van campagnes waar het hier het hele jaar al van sterft?

Als er ergens een crisis is, dan zit-ie wel in het denken van sommige mensen. De “brain drain” uit armere landen is zorgwekkend genoeg. Misschien kunnen de zorgbestuurders en beleidsmakers daar eens rustig over nadenken als ze liggen te relaxen in het kuuroord in de Dode Zee.
Maak je geen zorgen, dat gaat geen duur vliegreisje kosten, want die ligt binnenkort in eigen land, bij het pittoreske Tripscompagnie.

Je baas en je leefstijl

Je baas en je leefstijl

Bemoeit je baas zich al met je leefstijl? Vraagt hij je meer te bewegen en met de fiets naar je werk te vliegen? Het roken te laten en te matigen met drinken? Van de kroketten af te blijven?

Als dat nog niet zo is, dan komt dat vanzelf wel. Want gezondheidsbevordering is niet alleen van groot individueel belang, ook sociaaleconomisch valt er veel winst te behalen. Aldus de SER (Sociaal Economische Raad) in een ontwerpadvies over preventiebeleid in arbeidsorganisaties.

Een goede gezondheid, stelt de SER, vergroot de kans op een lang leven van goede kwaliteit. Dat niet alleen, het vergroot ook de kans op duurzame arbeidsdeelname en maatschappelijke participatie.
Kijk, veel vliegen in één klap. Niks miezerig, ziek, zwak en misselijk achter de geraniums op je oude dag, maar vitaal aan het werk. Iedereen blij.

Nieuwe wet- en regelgeving om prikkels voor gezondheidsbevordering af te dwingen zijn niet nodig, vindt de SER, want “initiatieven voor preventiebeleid ontstaan al vanzelf binnen de ondernemingen”. En daar geeft de SER groot gelijk in.

Bedrijven kunnen bij TNO de leefstijlscan bestellen. “Voor uw werknemers een persoonlijk advies op maat, voor uw organisatie een groepsrapportage”, zo propageert TNO de scan.
Als dan blijkt dat er nodig wat aan de fitheid gedaan moet worden bestelt de baas een of meer van de
vier kansrijke interventies die het NISB in de aanbieding heeft: lunchwandelen, fietsen scoort, de coach-methode (een individuele begeleidingsmethode die te-weinig-actieve werknemers meer laat bewegen) of bedrijfssport.

In een (pdf!)document van Vitaal in Praktijk wordt het rioolbedrijf Waternet in Amsterdam aangehaald, waar bij functioneringsgesprekken een eventuele ongezonde leefstijl aan de orde kan komen als het ziekteverzuim aan de hoge kant blijkt. “We mogen niemand iets opdringen”, zegt een functionaris van Waternet, “maar als privégewoonten het werk raken, vind ik dat we als werkgever er alles aan moeten doen om tot een oplossing te komen”.

Uiteraard benoemen SER, TNO en Waternet de verantwoordelijkheden van de wekgever ook. De arbeidsomstandigheden mogen de gezondheid ook niet in de weg zitten, maar al snel wordt een gezond assortiment in de bedrijfskantine als lichtend voorbeeld gegeven en lees je nergens iets over ziekmakende gebouwen en apparatuur.

Het lijkt me allemaal heel logisch. Een gezonde werknemer rendeert veel beter dan een zieke. En een fit mens zal ongetwijfeld veel beter belastend werk aankunnen, wat voor de werknemers zelf ook wel zo prettig is. Als je ziek wordt door je werk, kun je van je vrije tijd ook niet zoveel genieten.
Maar de nadruk ligt toch vooral op de individuele verantwoordelijkheid van de werknemers. Een houding die misschien wel voortkomt uit de idealistische opvatting: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Hier dus vertaald in: de burger moet aan zijn eigen gezondheid werken, want hij moet langer werken. Da's goed voor de economie en dus goed voor ons allemaal.

Een en ander wordt gemotiveerd door te wijzen op de gigantische kosten van de gezondheidszorg en de mogelijke groei daarvan dankzij de vergrijzing.
Nu heb ik misschien niet genoeg rondgekeken, maar ik ben nog geen cijfers tegengekomen die laten zien wat het oplevert als je eerst investeert in het wegwerken van alle ongezonde factoren in de arbeid zelf. Ploegendiensten, gebouwen met een slecht klimaat, stressfactoren, schadelijke stoffen, te lang achter de computer, werkdruk door onderbezetting, slechte koffie en een zanikende baas.

En wat de vergrijzing betreft: met de ouderdom komen hoe dan ook gebreken. Is al ingecalculeerd hoeveel ziekteverzuim er bespaard kan worden als niet iedereen tot zijn 67e of langer moet doorwerken?
Misschien zijn er wel cijfers over, maar worden ze niet gepubliceerd? Of wordt de moeite niet genomen dat eens te berekenen? Wie daar meer van weet, mag het me zeggen. Graag zelfs.

Ondertussen aan de lezers hier de vraag: mag jouw baas zich met jouw leefstijl bemoeien? En zo ja, hoever mag je baas daar dan in gaan?

Help zuster, daar komt de dokter!

Help zuster, daar komt de dokter! Dokters zijn horken, verpleegkundigen zijn lieverds. Een statement die op een willekeurige verjaardagsborrel nog wel eens de kop op steekt. Toch bleek uit een onderzoek in 2006 naar de beleving van de patiënten, dat 80% niet twijfelde aan de deskundigheid van de medisch specialisten. Maar de klantvriendelijkheid kan wel wat groter, want daar scoorden de verpleegkundigen beter mee.

Uit een
ander onderzoek van vorig jaar bleek dat de verpleegkundigen zelf in ieder geval vinden dat ze een betere band met de patiënten hebben dan de artsen. De medici vinden zichzelf uitermate kundig en de verpleegkundigen klagen daar ook niet over. Maar de artsen vinden zichzelf ook heel assertief en de verpleegkundigen zien dat meer als arrogant en weinig toegankelijk.

Over één ding waren beide beroepsgroepen het eens: de samenwerking kan beter. Reden voor het LEVV (Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging) vandaag op het jaarlijkse congres daar eens aandacht aan te besteden.

Want hoe de wederzijdse beeldvorming ook moge zij, het mag een adequate behandeling van de patiënten niet in de weg staan. In de praktijk blijkt dat artsen en verpleegkundigen met dilemma's worden geconfronteerd, waarbij nog wel eens verschil van opvatting over de te volgen handelswijze naar voren komt. Dat varieert van wie de boodschapper van medisch nieuws moet zijn, tot wie de contacten met familie dient te verzorgen. Maar ook hoe met medicatiebeleid om te gaan of wanneer een patiënt klaar is voor ontslag uit het ziekenhuis.

De LEVV constateerde dat de verpleegkundigen zich dan òf neerleggen bij de beslissing van de arts, òf op eigen houtje gaan handelen. Slecht voor de kwaliteit van de zorg voor patiënten, maar ook slecht voor de motivatie van verpleegkundigen, die soms miskent het vak verlaten.
Oplossingen ziet het LEVV in verbetering van vakkennis, vakinhoudelijk leiderschap en beter teamwork. Artsen en verpleegkundigen zouden gezamenlijke scholing moeten krijgen en ook gezamenlijk de aanpak van het teamwork moeten verbeteren.

Wat de kennis betreft krijgen patiënten het steeds lastiger de verpleegkundige van de arts te onderscheiden. Niet alleen omdat ze allebei met een stethoscoop om hun nek rondlopen, maar ook omdat de kennis die verpleegkundigen soms ver strekt. Een intensive care-verpleegkundige heeft een indrukwekkende studie achter de rug.
Daarnaast is er een tendens verpleegkundigen met zodanig meer kennis uit te rusten, dat ze vaker zelfstandig bepaalde medische verrichtingen kunnen uitvoeren. Zodoende kan de werkdruk van de artsen worden verlicht. Uit een
promotie-onderzoek uit 2007 bleek dat Specialized Emergency Nurses (SEN's) prima bepaalde letsels kunnen behandelen.

Bovendien bleek dat de patiënten meer tevreden waren over de zorg van de SEN's, dan van de artsen. De promotor ziet wel meer mogelijkheden voor de inzet van SEN's. Overigens geldt die uitbreiding van taken niet alleen in het ziekenhuis. Ook de assistent van de huisarts handelt vaker zaken af, die vroeger alleen de huisarts zelf deed, waaronder medisch technische handelingen (een urinemonster checken, een wratje wegsnijden of een oor uitspuiten).

Kijk dokter, zo graaf je je eigen graf. Nog even en je hoort uit alle ziekenhuiszalen roepen: Zuster help! Daar komt de dokter!

Is er nog zorg na de dood?

Is er nog zorg na de dood?

De scheiding tussen kerk en staat blijkt pas in te gaan bij het overlijden van de burger. Bij leven en welzijn kun je, met overheidssteun, stemmen op religieuze partijen, je kind naar het jeugdwerk van Youth for Christ sturen of naar een school met religieuze grondslag. In de praktijk van alle dag is de scheiding tussen religie en overheidsbeleid flinterdun. Tot je dood gaat.

Dan wordt het ineens lastig. Onder het bewind van een kabinet dat in overgrote meerderheid gelooft in een leven na de dood, blijkt nu dat de overgang naar het hiernamaals in een vloek en een zucht geregeld dient te worden. In ieder geval voor die mensen die in een verzorgings- of verpleegtehuis overlijden.

De financiering van die tehuizen is per 1 januari zo gewijzigd, dat de tehuizen alleen voor de direct geleverde zorg vergoed worden en niet voor het aantal bedden. Gaat er iemand dood, dan houdt ook de zorg op en het achtergebleven bed moet razendsnel gevuld worden, anders dreigen er exploitatietekorten.

Volgens de koepelorganisatie Actiz, kost een bed ruim € 150,- per dag. Per 1 januari krijgen de tehuizen nog maar € 55,- per dag en de boekhouders van de tehuizen hadden al snel uitgerekend hoe het ontstane gat gedicht kan worden. Na drie dagen moet een bed weer met een levende cliënt gevuld zijn. Voorheen had men 13 dagen de tijd. Meestal verdeeld in 7 dagen voor de familie om de spulletjes uit te zoeken en weg te halen en 6 dagen voor het tehuis om de kamer weer fonkelnieuw op te leveren voor de volgende patiënt. Da's niet zo leuk voor de nabestaanden en de door de overheid afgedwongen cliëntcentrale protocollen komen ook in de knel.

Vorig jaar hebben de belangenorganisaties al aan de regering gevraagd zich nog eens te bezinnen op de maatregel en een langere overgangstijd mogelijk te maken. Dat kan niet, is de reactie, want dat zou de schatkist 70 miljoen euro extra kosten.
De koepelorganisatie Actiz kreeg natuurlijk de cliëntenorganisaties over zich heen toen in Drenthe al besloten was de nabestaanden slechts drie dagen de tijd te geven. Na overleg is men gezamenlijk tot de conclusie gekomen dat
zes dagen ook mogelijk moet zijn.

Gelovig of niet, de rituelen rond het overlijden krijgen weer meer aandacht. Dat heeft gevolgen voor de rouwperiode. Of de woonkamer van de overledene daar een rol in speelt, hangt af van hoe ieder daar over denkt. De verscheidenheid aan culturele en persoonlijke opvattingen is groot en de gewenste rouwperiode kan dus behoorlijk verschillen.
Maar niet alleen de beleving kan in de knel komen. Ook mensen die een veel nuchterder opvatting over het afscheid van hun dierbaren hebben, komen voor problemen te staan.

Drie dagen zal, puur praktisch geredeneerd, meestal voldoende zijn om dat kamertje in het tehuis te ontruimen. Alleen, wanneer kan in de agenda plaats gemaakt worden voor de laatste handelingen? In een tijd waar we. Volgens de ethiek van de huidige regering, langer en harder moeten gaan werken, is de periode vlak voor en rond het overlijden zelf al hectisch genoeg. Nu wordt men ook nog opgejaagd om de kamer leeg te maken. Even een dag of twee bijkomen van begrafenis of crematie is er niet meer bij. Laat staan dat je met de familie op je gemak de spulletjes kan doornemen en herinneringen ophalen of in alle rust de bestemming te bepalen van het meubilair, kleding, sieraden en de foto's.

Volgens een deel van dit kabinet mag er dan een leven na de dood zijn, maar voor de zorg daarvoor ben je aan de goden overgeleverd.

Zorgelijke sportkosten

Zorgelijke sportkosten Quote van de week: “Wanneer de kosten van de gezondheidszorg als gevolg van een onvoldoende actieve leefstijl, 907 miljoen euro in 2007, worden afgezet tegen een besparing van 230 miljoen euro door alle sportblessures te voorkomen, dan genereert niet of onvoldoende bewegen minimaal 677 miljoen euro aan zorgkosten per jaar“.
(Uit persbericht Sociaal Cultureel Planbureau bij de presentatie van
Rapportage sport 2008, vandaag aangeboden aan staatssecretaris Bussemaker van VWS).

Met een fraai staaltje boekhoudkunde laat het SCP zien dat meer bewegen loont. Gooi geblesseerde sportievelingen op één hoop met mensen die onvoldoende actief leven, reken uit wat je kan besparen aan kosten voor sportblessures en dan heb je ineens 230 miljoen minder kosten die onvoldoende bewegende mensen veroorzaken.

Het SCP zegt wel dat bewegen goed is, maar dat er rekening moet worden gehouden met de blessures die dat op kan leveren. Het rapport meldt dat meer mensen zijn gaan sporten (aandeel sporters in de Nederlandse bevolking is gestegen van 61% in 2003 naar 65% in 2007). Ze doen dat echter vaker op eigen houtje dan in clubverband. Fitness, zwemmen, fietsen en hardlopen zijn de meest gekozen sporten.

Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) kwam in 2005 met een paar feitjes over sportblessures. Ongeveer 1 op de 5 actievelingen heeft wel eens een blessure. De kosten die dat met zich meebrengt kwamen neer op een gemiddelde van 570 miljoen euro per jaar. Bij sommige sporten was een afname van blessures, maar bij andere sporten nam het aantal gewonden juist weer toe. Opvallend: fietsen (wielrennen en mountainbiken) bleek blessuregevoeliger. En trampolinespringen. Dat was volgens het RIVM te wijten aan de toegenomen aanschaf van tuintrampolines.

Preventie kan het aantal blessures terugdringen en mogelijk tot 6 miljoen per jaar besparen aan directe kosten (zorg) en indirecte kosten (arbeidsverzuim). Met andere woorden: een actieve leefstijl zonder blessures is goed voor de mens en goed voor het beperken van de zorgkosten. Op korte termijn.

Datzelfde RIVM heeft namelijk ook berekend dat gezond gedrag op de langere termijn tot duurdere zorg leidt.
Zou iedereen stoppen met roken, dan wordt de zorg over 100 jaar 6,2 procent duurder. Zou niemand meer overgewicht hebben, dan stijgen de kosten met 2 procent. Gaat iedereen lekker bewegen, dan levert dat een stijging van 2,1 procent op.

Gezond gedrag leidt tot een langer leven. Meer ouderdomsziektes, die je niet met sporten kan bestrijden, maar wel dure behandelmethodes kennen. Zo geredeneerd zou er geen geld gepompt moeten worden in campagnes die tot meer bewegen oproepen en preventieve acties die sportblessures helpen terugdringen. Nee, (nog) meer geld naar onderzoek om Alzheimer en Parkinson de wereld uit te helpen, naar preventieve middelen om botontkalking uit te stellen en naar innovaties die beter horen en zien bevorderen. Om maar eens een paar zaken te noemen.

Meer bewegen loont, stelt het SCP. Die beweging zal dan vooral moeten plaatsvinden in het denken over een gezonde toekomst op de lange termijn. De overheid steekt nu veel geld in sport (de uitgaven van de totale overheid, gemeente, provincie en rijk, stegen tussen 2003 en 2006 met 14% tot ruim 1 miljard euro), maar misschien is het beter een deel daarvan toe te voegen aan de budgetten ter bestrijding van ouderdomskwaaltjes.