Categoriearchief: Maakbaarheid

Swiebertjedorp of Pietje Bellstad?

Swiebertjedorp of PietjeBellstad? Lang geleden had het bevoegd gezag in Rotterdam de nodige moeite met Pietje Bell. We hebben het dan wel over nostalgische fictie en het Rotterdam uit de tijd van deze kwajongen, bestaat niet meer. De stad heeft een heel ander imago, hoewel de kwajongens nog wel over elkaar heen rollen en de burgervader zich daardoor genoodzaakt ziet over te gaan tot hertelling van de stemmen van de laatste verkiezingen. Misschien moeten de verkiezingen wel helemaal overgedaan worden.

Wat een rust tref je aan in krimpende oorden elders in het land. Je begrijpt niet waarom men in pittoreske plaatsjes zoveel moeite doet, de woonplaats in de vaart der volkeren op te stoten. Neem het Groningse
gehucht Wedde. Gemeentebestuur en zakenleven willen het dorp oppimpen tot Swiebertjedorp. Natuurlijk bedoeld om wat meer volk over de vloer te krijgen.

Daarmee concurreert men met Oudewater. De Zuid-Hollandse plaats, de televisie serie Swiebertje
ooit werd opgenomen. Kijk en vergelijk op de afbeelding hier linksboven. Wat vind jij het beste Swiebertjedorp?

Wedde mag dan uiterlijk veel overeenkomsten hebben met de plaatjes uit de serie, het gehucht is zeker niet in de tijd van Swiebertje blijven steken. Vorige maand werd er nog een
ondergrondse hennepkwekerij opgerold. Misschien is dat ook een reden om de gemoedelijke sfeer van Swiebertje op te roepen. Voor de nodige aanpassingen is wel wat geld nodig en, jammer voor Wedde, de eerste een miljoen euro van de Bankgiroloterij, is al aan de neus voorbij gegaan.

Maar wat bezielt Wedde om Swiebertje binnen te halen? Rotterdam is groot geworden met de rebelse Pietje Bell en zie wat er van is geworden. Streeft Wedde met het binnenhalen van de even rebelse zwerver, naar een status zo groot als Rotterdam? Of heeft men meer het bloeiende zakenleven in Hoofddorp voor ogen? Waar ooit de
corpulente Dik Trom de boel onveilig maakte. Wil Wedde ook een vliegveld en een kantoren- en bedrijvenvlakte?

Waarom halen lokale bestuurders geen bravere types van stal om een mooie toekomst voor hun gemeenten te bewerkstelligen? In
plaatsen waar de tv-serie Q en Q werd opgenomen, gaat het er heel anders aan toe.
In Ankeveen heb je
nog lijstduwers, die hun verantwoordelijkheid wel nemen. In Huizen is iedereen blij en worden er geen stemmen opnieuw geteld. Alleen in Nederhorst den Berg heerst opstandigheid. Het dorp wil zich afscheiden van Nederland, uit protest tegen plannen een stukje natuur onder water te zetten. Maar eigenlijk is dat een toonbeeld van het fiere karakter dat ons allen in de strijd tegen het water zo heeft gevormd.

De vraag van vandaag. Welke jeugdidolen uit boeken of tv-series, moet een stad of dorp erbij halen, om lokaal gedonder te overstijgen?

Tieners en carrières

Tieners en carrières Terwijl volwassenen somberen over politiek en economie, denken tieners dat de crisis geen gevolgen zal hebben voor hun toekomstige carrière. Nu gaat dat bericht over Amerikaanse tieners. Een onderzoek in de VS stelt dat bijna 90 procent van de jeugd serieus meent hun ideale baan te zullen vinden.

Hoe is dat in Nederland? Nou, dat ziet er hoopvol uit want onze tieners horen, crisis of niet, tot de succesvolle jonge ondernemers.
Zo zijn er in Haarlem twee meiden begonnen met een uitzendbureau voor tieners. Het is één van de voorbeelden, die het door comazuipertjes en breezersletjes geschonden imago van de hedendaagse puber, probeert te herstellen. Om dat beeld om te keren zetten de twee dames met uitzendbureau Rebup, tieners aan het klussen. Een voorbeeld van jong maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Maar ook voor keiharde business halen Nederlandse tieners hun neus niet op. Zelfs niet als het om mest gaat. De
16-jarige mesthandelaar Niels Lentjes uit Gelderland wist zijn handel in 1 jaar tijd te verdubbelen en dirigeerde vorig jaar 1,5 miljoen ton drijfmest en vaste mest door het land.. Voor een vergoeding van 1 euro per ton mest. De volwassen collega’s zijn natuurlijk stinkend jaloers en ze beschuldigen hem van zwarte handel.

De 19-jarige Tilburger Michael van Poppel, gaat groot geld verdienen met zijn Twitter-account
BreakingNews. Een zelf opgezet nieuwskanaal, ooit begonnen door nieuws uit de bekende bronnen te plukken maar verspreidt, dankzij een wereldwijd netwerk, nu ook eigen actualiteit. De jonge ondernemer heeft de Twitter-account in de verkoop gegooid en zal er zeker een heel aardig bedrag aan overhouden.

Nog zo’n succesnummer is de 17-jarige Robbin Robijn uit Emmen. In anderhalf jaar tijd is zijn
RR Minicars uitgegroeid tot de grootste verkoper van brommobielen geworden. Net als bij mesthandelaar Niels Lentjes, kijken de volwassen collega’s nu sip op hun neus.

Hoe doen die jongeren dat? Wie weet hebben ze de cursus gevolgd, die de 18-jarige eigenaresse van
Hipvoordeheb.nl heeft bedacht. Fleur Kriegsman zette ook een business school op voor ondernemende tieners op. Het zogenaamde Young Entrepreneur Program geeft tieners de gelegenheid een bedrijfsplan op te zetten en misschien zelfs al een financiering te regelen voor hun plannen.
Zul je zien dat ze op de Nyenrode Business School beteuterd staan te kijken.

Komen die erg jonge ondernemers uit de lucht vallen? Het zou het resultaat kunnen zijn van het actieprogramma
Onderwijs en Ondernemen. In 2000 stelden de ministeries van Economische Zaken, Onderwijs Cultuur en Wetenschap en Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit 17 miljoen euro beschikbaar om het ondernemerschap wat beter op het lesrooster te krijgen. Met winkeltjes op school, stages in bedrijven en zelfs lessen in marketing. kun je nu op basisscholen en middelbaar- en hoger onderwijs de beginselen bedrijfsvoering leren.

Hopelijk leren ze ook een crisis te voorkomen. En wat maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemerschap inhoudt. De voorbeelden hierboven zijn fraaie voorbeelden van jong en big booming business. Het succes is de tieners van harte gegund. Maar zijn er ook tieners die met succes bedrijven opzetten, waar we voor een betere toekomst wat aan hebben?

Aardbeving, tsunami en gevolgen

Aardbeving, tsunami en gevolgen Het leven is een film. Dat wil zeggen, volgens verhalen met een hoog broodje aap gehalte, speelt die film zich vaak af, net voor je geconfronteerd wordt met einde van dat leven, als je getroffen wordt door een ongeluk of een ramp.

Ik vraag me nu af of in landen rond de Grote Oceaan zich op dit moment taferelen afspelen, die doen denken aan rampenfilms. Films waarin de autoriteiten weten wat er op ze afkomt en de kijker in spanning wordt gehouden of ze de bevolking wel op tijd kunnen evacueren.

Na de
aardbeving in Chili, geldt nu een tsunami-alarm. Binnen 17 tot 31 uur kan de tsunami de andere kant van de Grote Oceaan bereiken, De eilandengroep Juan Fernandez, tussen de Chileense kust en de Paaseilanden is al flink geraakt. Ook de Galaposeilanden zijn al getroffen en daar is het gelukkig meegevallen, Hoe het er aan toe zal gaan in Samoa, dat vorig jaar september al een tsunami over zich heen kreeg en Hawaï of Japan, moeten we afwachten en zullen we pas morgen weten.

Op CNN is de hele dag al nieuws over en uit Chili te volgen. Met ter afwisseling informatie over hoe de tsunami zich vermoedelijk zal ontwikkelen. De eerste beelden van de gevolgen van de aardbeving worden inmiddels vertoond. Echter (nog) geen beelden uit de landen waar men zich moet voorbereiden op de tsunami. Zijn de CNN-teams al lang vertrokken uit de bedreigde gebieden?

Of is het niet rampzalig genoeg? De
eerste berichten melden dat het meevalt met de gevolgen van deze tsunami. In Australië is het alarm zelfs ingetrokken. Nu maar hopen dat het verder rustig blijft.
Dat er vooral veel materiële schade is en relatief weinig mensen zijn omgekomen, naar tot nu toe bekend is, mag misschien wel te danken zijn aan een combinatie van ervaring, geld en voortschrijdende techniek.

In Chili en Japan heeft men heel wat ervaring met aardbevingen en heeft men de mogelijkheid gehad diverse preventieve maatregelen te nemen tegen gevolgen van aardschokken. Zoals het maken van gebouwen die een schok kunnen verduren en waarschuwingssystemen.
Na de tsunami in Azië (2004) is aardig wat geïnvesteerd in verbetering van een waarschuwingssysteem. Maar of verschillende landen er ook wat mee kunnen? Dat hangt natuurlijk sterk af van hoe goed organisatie, menskracht en ondersteunende techniek ter plaats is geregeld.

De rijkste landen (o.a. Japan) zullen er meer mee kunnen, dan de armste landen. We zijn nog niet zover dat we aardbevingen en tsunami’s kunnen voorkomen. Afhankelijk van de kracht van deze natuurfenomenen, zullen ook nooit slachtoffers te voorkomen zijn. Wat wel kan is de welvaart mondiaal zo verdelen, dat wereldwijd iedereen zich zo goed mogelijk kan voorbereiden om het aantal slachtoffers te beperken.

Maar ja, het geeft natuurlijk wel een heel goed gevoel ruimhartig de portemonnee te trekken, als een land niet zo goed in staat is voorbereiding en adequate hulpverlening achteraf zelf te bekostigen.

Vrachtautoloze zondag

Vrachtautoloze zondagCU Europarlementariër Peter van Dalen gaat samen met de Duitse christendemocraat Martin Kasteler handtekeningen verzamelen voor een petitie die een vrachtautoloze zondag in heel Europa bespreekbaar moet maken op de Europese agenda. De motivatie: ook het gezin van een trucker heeft recht op een dag van rust en bezinning.

Natuurlijk wordt een eenduidig Europees zondagsbeleid voor vrachtverkeer er ook met de haren bijgesleept, maar dat is vooralsnog een debat zonder einde.
Liberalen steunen de meeste transportbedrijven, die gewoon zeven dagen per week willen rijden. Open markt en vrij vrachtverkeer, waarbij iedere ondernemer maar zelf moet uitmaken of er op zondag wordt gereden of niet.
Zelfs de geloofsgenoten van de CU, de CDA-fractie in het EU-parlement, vinden het voorstel onzinnig en stelt dat in Nederland de transporteurs zelf maar moeten uitmaken of ze rijden of niet. Natuurlijk niet naar winkels, want het CDA is hier tegen de koopzondag.

De landen die wel zo’n zondagsverbod kennen, zijn tegen de liberale wensen en houden vast aan hun zondagsrust. Dat leidt dan weer tot ergernissen in andere landen. Bijvoorbeeld een gebrek aan parkeerplaatsen voor truckers aan de Nederlandse grenzen met Duitsland. Onze minister van vervoer, Camiel Eurlings, zag zich gedwongen de portemonnee te trekken om
meer parkeergelegenheid aan de grens te creëren.

Juist dat argument van de zingevende zondagsrust zal er voor zorgen dat de petitie misschien wel leidt tot agendering, maar zeker niet tot een besluit conform de CU-wensen. Alleen al omdat het hele truckergezinnen uiteen zal rijten. Is de truckende pa of ma net onderweg naar huis vanuit Portugal of Italië, lopen ze de kans onderweg stil te moeten staan wegens die uniforme zondagsrust.

Of je komt op voor een zondagsrust voor iedereen, of je laat het punt rusten. Nu lijkt het er toch sterk op dat de CU-leden ruim baan willen om snel met eigen auto ter kerke te gaan en niet gehinderd willen worden door het vrachtverkeer.

Demissionaire verzekering

Demissionaire verzekering Elk kabinet moet natuurlijk een beetje in de gaten gehouden worden, maar een demissionair kabinet helemaal. Dat heeft de geschiedenis wel geleerd. Welke besluiten jast Balkenende V er op de valreep nog even door?

Vandaag een besluit tegen extremisme, waar niemand ooit nog over zal vallen? Minister Verburg deelde de Kamer per brief mee, dat ze vier verzekeringsmaatschappijen toestemming heeft gegeven een
brede weersverzekering op de agrarische markt te gooien. Boeren die zo’n verzekering willen afsluiten krijgen in 2010 en 2011 tot 65% subsidie op de premie.

Verzekeren tegen breed weer? Is er iets met het klimaat aan de hand dat we nog niet weten?
Zeker, stelt de
Vereinigte Hagel, een van de verzekeraars die door Verburg is goedgekeurd. “Met het veranderen van het klimaat en de toename van extreme weersomstandigheden is er ook een uitbreiding van het aantal schadedagen in een jaar“.
Sterker nog: AgriVer, ook goedgekeurd door Verburg, weet dat natuurgeweld door opwarming van de aarde de komende jaren steeds extremer zal worden”. En natuurlijk: “Dit roept de vraag op naar nieuwe verzekeringsproducten”. Waarna wordt gewezen op de 65% subsidie en een 30% eigen riscio.

Zijn we daarmee af van hulpgeroep uit de agrische sector als hagelstenen, groot als tennisballen, de oogst verpletteren? Of als een compleet agrarisch gebied dagen onder water staat of juist door droogte verdampt?
Tot nu toe verzekerden boeren zich vaak niet, omdat de premies buitengewoon hoog waren. Of was de schade zo groot dat boeten èn verzekeraars een beroep op de overheid deden, om bij te springen.

Extreem weer is een calamiteit dat niet alleen de oogst verpest, maar ook tijd (dus geld) kost, omdat het bedrijf eerst de schade aan gebouwen, schuren en machines moet herstellen en ook nog eens moet wachten tot het land weer geschikt is voor de volgende aanplant. De totale bedrijfsschade kan dus erg oplopen.
Hoe hoog moet een premie zijn om dat te kunnen vergoeden? En als eenderde van de schade voor eigen risico is, valt te voorspellen dat de overheid niet gevrijwaard zal zijn van hulpgeroep om financiële bijstand.

Want dat is wel de bedoeling. “Het doel van de financiële ondersteuning in de vorm van subsidie op de premie is om te komen tot een privaat instrument dat zelfstandig in de markt functioneert”, schrijft Verburg in haar brief aan de Kamer.
Ofwel: mocht u getroffen worden door noodlottige gevolgen van klimaatverandering, dan zoekt u het maar zelf uit. Een terechte opvatting, want de overheid (in deze Balkenende I t/m IV) heeft tenslotte alles al gedaan om sluitende klimaatmaatregelen te realiseren. Toch?

Nog een voetnootje risico tenslotte. Zal Eurocommissaris Kroes het wel goed vinden dat slechts vier verzekeraars van deze regeling mogen profiteren? Of zal ze, net als een paar boeren akkoord zijn met een verzekeraar, de minister terugfluiten? En, als dan de susidie vooralsnog niet verstrekt mag worden, komen die boeren dan wel van hun brede weersverzekering af?

Er is dus een beste kans dat na de eerste de beste overstroming in het voorjaar, de maatregel niet afdoende blijkt te helpen en alweer een aantal agrarische bedrijven zullen afvloeien.
Kan Verburg daar dan op afgerekend worden als ze in hetvolgende kabinet, Balkenende VI, vice-premier blijkt te zijn?

Niet bij brood alleen

Niet bij brood alleen “De welstandsgroei is de afgelopen jaren fiks geweest. Helaas nam ook de werkloosheid toe. Grondstoffen en energie worden schaarser, het levensmilieu is op vele punten grondig beschadigd en het lot van de armste landen heeft nauwelijks verbetering ondergaan.
Onderlinge menselijke verhoudingen zijn op niet weinig punten verhard. Mensen worden vanwege hun godsdienst vervolgd of op grond van hun ras onderdrukt. Ook binnen onze grenzen stellen mensen zich makkelijker dan ooit in bunkerstellingen tegenover elkaar op.
Bij dit alles neemt voor velen de eenzaamheid toe. Een gevoel van onveiligheid, van zich bedreigd weten steekt de kop op. Tegen de overmacht van een moderne wetenschap, alles regelende techniek en een bijna magische economische macht voelt de mens zich ongeveer weerloos”.

Komt bovenstaande je bekend voor? Nog niet? Lees dan eerst het antwoord op genoemde problemen:
In de eerste plaats is het onze overtuiging dat veel problemen teruggaan op het feit, dat onze samenleving te weinig de trekken heeft vertoond – en nog toont – van een echt verantwoordelijke samenleving. Een samenleving, waarin mensen zich voor elkaar verantwoordelijk weten en ook aan elkaar verantwoording willen afleggen”.

Rinkelt het belletje al? Wat je net las, komt uit het
eerste verkiezingsprogramma (pdf!) van het CDA. In 1977 ging de partij op verkiezingscampagne en deed een appel op de burgers. Het christen democratisch appel was gebaseerd op de overtuiging dat “de mens niet leven kan bij brood alleen”.
Het is 2010, de problemen zijn nog steeds hetzelfde. Het antwoord ook. De verantwoordelijke samenleving staat centraal in het regeerakkoord van het huidige kabinet.

Met ‘niet bij brood alleen’ bedoelde het CDA “een samenleving waarin de verantwoordelijkheid wordt beseft die wij dragen tegenover God voor de instandhouding van zijn schepping, ook al kost dat wellicht een vertraging in de uitbouw van ons materieel geluk”.
Dat materieel geluk staat nu onder druk. Welvaart in de vorm van goed onderwijs, goede gezondheidszorg en een aardig inkomen heet onbetaalbaar te zijn, als de burger zelf niet meer gaat betalen voor deze luxe. De oplossing wordt dus gezocht in de portemonnee van de burger, want die moet immers zijn verantwoordelijkheid kennen?

Nu zal een goedwillende burger best meer willen betalen voor die voorzieningen. Vrij veel burgers kunnen ook meer betalen, zonder al te veel overdadige luxe in te leveren. Maar ook vrij veel burgers zullen drastische wijzigingen in hun uitgavenpatroon moeten aanbrengen, om solidair te zijn met die algehele verantwoordelijkheid. En bij brood alleen moeten leven.
Klinkt overdreven dramatisch, maar je zal het aantal mensen op wie dat slaat maar de kost moeten geven.

Die kost geven, onze samenleving nog wel op dat solidariteitsprincipe gebouwd. Wie zwemt in het geld, betaalt mee aan de kost van degenen die op een droogje staan.
Het is dus belangrijk dat er genoeg mensen zijn die veel verdienen. De grondslag voor het solidariteitsprincipe zijn de inkomensverschillen? Zonder rijke mensen stort de gedeelde welvaart in elkaar?

De directeur van de broodfabriek moet dus meer verdienen dan de bakker en die weer meer dan de bakkersknecht. De directeur van de broodfabriek heeft een hele grote verantwoordelijkheid. Draait hij of zij de fabriek naar zijn mallemoer, zit de bakker zonder brood. Die kan de winkel wel sluiten en zijn bakkersknecht de bijstand in schoppen.
Dat is de heersende logica van onze economie. De directeur komt er nog redelijk van af, want directeur kan je van elke fabriek zijn. De bakker kan misschien nog iets ander opwarmen en een andere toko beginnen. De bakkersknecht moet maar afwachten of zijn baas plaats heeft in de nieuwe winkel.
Niet getreurd om de knecht. Die mag een poosje bungelen in het vangnet van de Sociale Dienst, die hem in ieder geval tijdelijk actief houdt als straatveger, tot er weer wel werk is, waarvoor hij zo kundig is opgeleid op het vmbo.

De directeur gaat er niet op achteruit, de bakker een beetje en de knecht behoorlijk, omdat degenen die rijk en werkend zijn, niet teveel kunnen betalen aan die solidariteit. Er moet ook nog wat overblijven om huizen te betalen, waarvan je de status van een directeur van af kunt zien. Wat heb je eraan als je kunt zwemmen in het geld en geen zwembad hebt?

Nou kan iedereen wel zonder een zwembad, niemand kan zonder brood. Wat is er nou zo slecht aan het idee iedereen die voor brood zorgt, een riant en zorgeloos inkomen te betalen? Die directeur dus, maar ook die bakker en zijn knecht.
Het nieuwe solidariteitsprincipe zou moeten zijn: iedereen die arbeid levert voor alle zaken die we belangrijk vinden, moeten meer verdienen. De bakkersknecht kan alleen meer verdienen als de directeur wat inlevert. Dat moet geen probleem zijn, omdat de directeur niet zonder zijn knechten kan.

Noten:
1. Het gelinkte CDA-verkiezingsprogramma komt van de Rijksuniversiteit Groningen.
2. Dit artikel is een reactie op het artikel “Stelen van de rijken is niet solidair” op Sargasso.

Helpen bezuinigingen wel?

Helpen bezuinigingen wel? Nog even over die studenten. Wat willen ze met hun acties bereiken? Het onderwijs naar de prehistorie helpen? De bezuinigingen zullen toch wel hard nodig zijn?

Dat, dames en heren, valt nog te bezien. Het zal niet de eerste keer zijn dat ook het onderwijs er aan moet geloven. De vraag is of het ook echt zal helpen de stijgende kosten in te dammen. Toen het land na de Tweede Wereldoorlog weer moest worden opgebouwd, zijn de uitgaven aan onderwijs continu gestegen.
Logisch, want de bevolking groeide, het aantal onderwijssoorten werden uitgebreid, de leermiddelen werden duurder en de salarissen stegen. Als je echt wil bezuinigen zul je aan één van die vier factoren wat moeten doen, of aan een combinatie ervan.

Zo zou je minder mensen tot het onderwijs toelaten. Niet door geboortebeperking, maar door het financieel onaantrekkelijk te maken, zoals het onzalige plan de basisbeurs af te schaffen.
Je kunt ook minder onderwijs aanbieden. Schaf wat studies af, fuseer wat scholen. Maatregelen die we eerder hebben meegemaakt.
Je kan het met minder en goedkopere leermiddelen doen. Een deel van de onderwijskwaliteit wordt dan minder, maar zijn we zo aan kwaliteit gehecht?
En ja, de salarissen kunnen best nog wel omlaag. Eigenlijk zouden ze omhoog moeten, om eerdere bezuinigingen ongedaan te maken en weer meer personeel voor de klas te krijgen, maar dan wordt het onderwijs nog duurder.

Bezuinigen dus. Het onderwijs heeft er regelmatig mee te maken gehad. De vraag is dus waarom het dan toch alsmaar duurder blijft worden. Of anders gezegd: helpen de bezuinigingen wel?
De naoorlogse geschiedenis van onderwijsuitgaven maar eens op een rijtje gezet (in deze excelsheet met behulp van CBS en Wikipedia). Met de onderwijsministers en kabinetten erbij, voor wie behoefte voelt beschuldigende vingers naar linkse of rechtse kabinetten uit te steken.

In echte euro’s stijgen de kosten dus. Per hoofd van de bevolking liep het op van ruim 15 euro in 1946 tot bijna 2000 euro in 2008.
Naar percentage van het bbp (bruto binnenlands product) wisselde het, maar globaal is het gestegen. Het gemiddelde percentage over de jaren 1946- 2008 ligt op 5,8 procent. De naoorlogse jaren tot en met 1963 lagen daaronder (gemiddeld 3,2%). Van 1964 tot en met 1992 lag het erboven (7%). En toen was de lol er kennelijk vanaf, want vanaf 1993 ligt het percentage nog steeds onder dat gemiddelde van 5,8 procent en schommelt het rond de 5,2 procent.
Onder de kabinetten Balkenende ligt het bbp percentage voor onderwijs op een gemiddelde van 5,4.

Dieptepunt was de periode (1982 – 1997) waarin onderwijs ministers Deetman en Ritzen het tot 5x lukte de groei aan onderwijsuitgaven sterk terug te dringen en bewezen dat bezuinigingen wel degelijk helpen voor de cijfers op de rijksbegroting.
Sindsdien hebben de navolgende kabinetten de kosten dus redelijk in de hand weten te houden. En daarmee ook veel minder uitgeven aan onderwijs dan andere landen. België, Frankrijk, Zweden, Denemarken, Malta en Cyprus geven meer uit.

De vraag is wat ons onderwijs mag, of moet, kosten. En, als het economisch tij wat tegen zit, moet ook het onderwijs dan inleveren?
Mijn stelling: hou de uitgaven voor onderwijs de komende paar jaar op 7% van het bbp. Het is dan niet echt schreeuwend duur en je houdt genoeg over om te investeren in de toekomst.

Lees ook deze artikelen over een geschiedenis
van onrust en grote bezuinigingen in het onderwijs.

Haïti, the days after

Haïti, the days after Volgt u het nieuws over Haïti nog steeds? Of is de interesse wel geluwd nadat er ruim 83 miljoen euro op de hulptafel was gelegd?

Vijf dagen geleden schreef ik een stukje over
Neerlands barmhartigheid. Die bleek gemiddeld 22 miljoen euro per jaar waard te zijn. Het is ondertussen wat meer geworden. Want nog steeds zamelen mensen geld voor Haïti in. Ruim 100 miljoen is er al opgehaald, waarmee de actie voor Haïti op de tweede plaats komt van grootschalige hulpacties in de laatste 56 jaar.
Op de eerste plaats staat nog steeds de hulpactie voor Azië, na de tsunami’s. Wie meer wil weten: in deze excelsheet staat meer informatie over Nederlandse mediamieke hulpacties (de gegevens over Haïti zijn bijgewerkt).

Menig donateur zou willen dat de Haïtianen net zo snel geholpen worden, als het geld bijeen is gebracht. Dat de opbouw van het land jaren gaat duren, begrijpt iedereen. Maar waarom de eerste noden zo zorgelijk worden verleend, zal de wenkbrauwen doen fronsen.
Zo ligt de evacuatie van gewonden al enige dagen stil. Omdat er ruzie is over wie dat gaat betalen, zegt de een. Nee, we hebben gewoon ziekenhuisbedden tekort, zeggen de Amerikanen. Waarom springen andere landen dan niet bij? Zo snel als Nederland adoptiekinderen hierheen wist te halen, zo rap kunnen ze toch ook gewonden hierheen vliegen? Dat lukt ook bij de eerste de beste skivakantie.

Dat de Haïtianen soms zelf er een wanordelijk zootje van maken bij de voedseldistributies, is niet netjes. Maar dat buitenlanders ook de chaos misbruiken om
kinderen weg te halen, waarvan de ouders nog in leven zijn, is zonder meer schandalig.
Dat gaat allemaal nog om de mensen zelf. Er zijn inmiddels ook mensen die zich om heel andere zaken zorgen maken. Zo luidt de Unesco de noodklok, omdat de paar kunstschatten die Haïti heeft, misschien wel geroofd zullen worden. Een situatie die we ook in Irak zagen, waar in de chaos overheidsgebouwen en musea werden leeggehaald.

En heeft u er wel eens bij stil gestaan, dat onze goedgeefsheid als een boemerang op ons terug kan slaan? De Belgische minister van Financiën, Francis Adyns, legt uit dat donaties aan een goed doel aftrekbaar zijn van de belastingen. Dat kost de Belgische staat
elk jaar 60 miljoen euro. De federale overheid betaalt gemiddeld 40 procent van de giften, legde de Belgische minister uit. Koren op de molen die al moeite hadden met Koenders’ verdubbelaar.

Wel weer een fraai staaltje overgaan tot de orde van de dag. Voor de Haïtianen zien de “days after” er voorlopig nog erg zorgwekkend uit. Die van ons ook, want het gaat weer over belastingen.

Mobieltje als zorgassistent

Mobieltje als zorgassistent Dat mobieltjes en internet uitstekende middelen zijn om de burger in de gaten te houden, is nu wel bekend. Veel mensen maken zich er niet druk om, want het gaat toch om wangedrag te spotten? Wangedrag waar doorsnee burgers zich natuurlijk nooit schuldig aan maken? Staan die burgers er wel bij stil dat de grootste zonde ook gemonitored kan worden met die technologie?

Iedereen maakt zich wel eens schuldig aan die grootste zonde: ziek zijn. En eenmaal ziek, dan gedragen ook doorsnee burgers zich ronduit misselijk.
Krijgen ze keurig pilletjes voorgeschreven, die ze dan weer niet of te laat slikken. Zulk beroerd gedrag kan door de huisarts gevolgd worden via, bijvoorbeeld, je iPhone. Stel je moet 3x daags bij het eten een pil slikken. Je neemt er alleen eentje om een uur of tien ’s morgens en eentje tien uur ‘s avonds. De huisarts kijkt op zijn pc en kan dan twee dingen constateren: je houd er rare eettijden op na en je houdt je niet aan het recept.

Natuurlijk komt dat in je EPD en een dag later krijg je van minister Klink de boodschap dat je de kosten voor de pilletjes zelf moet betalen, wegens overtreding van de zorgregels.
Totale fictie? Lees dan eens dit artikel op VPRO’s Noorderlicht. Dat gaat over pillen met een ingebouwde microchip, die communiceert met een andere chip, die het mogelijke maakt de gegevens via je iPhone naar de computer van je huisarts te sturen. Een technologisch hoogstandje dat al bestaat en voor velerlei toepassingen in de zorg bruikbaar is. Ook voor de controle van een patiënt.

Patiënt ben je als je door ziekte bent getroffen. Om de zorg te verbeteren, makkelijker te maken of goedkoper, is al heel wat technologie in ontwikkeling. Zolang er geen pillen met chips zijn, kun je met
het beeldhorloge herinnerd worden aan het tijdstip van inname. Of aan een afspraak bij de fysiotherapeut. Deze gadget is al getest om te kijken of “mensen met een verstandelijke beperking, autisme, PDD-NOS, ADHD, het syndroom van Asperger of beginnende dementie” er wat aan hebben.

Bij de fysiotherapeut aangekomen, kan het voorkomen dat je
door een robot wordt geholpen. Minister Klink houdt wel van robots. Hij ziet ook wel wat in zorg op afstand. In plaats van verpleging aan huis of bed, wordt je vanuit een centrale in de gaten gehouden (lees mijn gastlogje op GeenCommentaar).Er is in Nederland al een echte hoogleraar voor technologie in de zorg. Dus reken maar dat er nog veel meer wordt uitgevonden.
Of gebruik gemaakt gaat worden van technologie die al volop aanwezig is in ons dagelijks leven. De mobieltjes, iPhones en internet.

Ook geschikt om je gezondheid te rapporteren als je nog niets mankeert. In het artikel op Noorderlicht wordt gesteld dat met behulp van minuscule sensoren in en op het lichaam van alles en nog wat is te meten. Van je hartslag tot je bloedsuikerspiegel. Niet alleen kan die informatie via je iPhone worden doorgeseind, er zullen ook smart phones komen waarmee je zelf een echo kan maken.
Zo wordt je zelf de zorgassistent van huisarts of specialist. Testjes doe je zelf en stuur je op. En wie weet kun je met je mobieltje zelfs een röntgenfoto maken. Komt er een tijd dat je jouw mobieltje vergoed krijgt, omdat de zorgkosten ermee omlaag gebracht kunnen worden?

Waarmee we bij de gezonde burger komen, die vooral gezond moet blijven. Een paar keer per jaar zelf testjes en scans maken en via internet opsturen naar huisarts of ziekenhuis. Waarmee gelijk bekeken kan worden of je rookt, drinkt of te vet eet.
Natuurlijk krijg je de analyse per e-mail toegestuurd. En hoewel je niets mankeert, maar wel ongezond leeft, krijg je gratis de mededeling dat je zorgpremie daarom verhoogd zal worden.

Braindrain versus handgain

Braindrain versus handgain Er is een tekort aan hersens en aan handen. Niet alleen in Nederland. Heel Europa meent dat verplicht langer doorwerken na je 65e, niet genoeg is om gaten op de arbeidsmarkt te vullen. De rest van de wereld vergrijst blijkbaar minder, dus daar moet de arbeid vandaan komen, meent de Europese Commissie.

Maar ja, je kunt niet zomaar andere landen leegplukken. Zeker minder welvarende landen hebben hun eigen intellectuele kapitaal hard nodig. Haal je dat hierheen dan hebben we het over braindrain. Hoogopgeleid personeel, maar ook specifiek gekwalificeerd personeel, daar moet je heel zorgvuldig mee omgaan. We kunnen ze hier wel gebruiken, maar zonder pardon de grenzen wagenwijd open gooien voor bollebozen van heel de wereld, leidt tot problemen. Voor je het weet hebben we er weer teveel en zitten de landen van herkomst zonder. De doodsteek voor ontwikkelingslanden.

Dus wordt er hard nagedacht over hoe dat goed en ook netjes te regelen. Bijvoorbeeld: vorig jaar werd de ‘
blue card’ ingevoerd. Het toegangsbewijs voor hoogopgeleiden. Dit jaar moeten allerlei andere regelingen hun beslag krijgen. Zoals een gemeenschappelijke regeling voor seizoenarbeiders en betaalde stagiaires en een ruimere wetgeving voor werknemers van multinationale ondernemingen die intern worden overgeplaatst.
Europa vindt dat men het nog kalmpjes aan doet: “Ondanks dat de markt voor hoog opgeleid personeel jaarlijks met 3 procent groeit, telt de EU momenteel niet meer dan 1,72 procent buitenlands toptalent. In landen als Australië is dat bijna 10 procent, in Canada ruim 7 procent, 5,3 procent in Zwitserland en 3,2 procent in de Verenigde Staten”.

Vorig jaar deelde staatssecretaris Albayrak mee dat ook Nederland zich nauwelijks te buiten gaat aan braindrain. Vooral de vrees dat medisch personeel op grote schaal wordt weggekaapt, is ongegrond, gaf ze
de 2e Kamer te kennen. Slechts 50 verblijfsvergunningen werden in 2008 verstrekt aan zorgwerkers. Plus nog 200 werkvergunningen aan vooral specialisten en stagiairs. Dat was alles.

Vandaag stuurde Albayrak, samen met minister Koenders, de
Voortgangsrapportage Internationale Migratie en Ontwikkeling 2008 naar de Kamer. Daarin ook een hoofdstukje over de kennismigratie en het gevaar van braindrain.
Beknopte weergave: in Europees verband is het maar lastig sluitende afspraken te maken om de negatieve effecten van studie- en kennismigratie te voorkomen. Nederland werkt wel aan maatregelen, nog in experimenteel stadium, om vooral de voordelen tot hun recht te laten komen. Bijvoorbeeld door te investeren in maatregelen die er toe leiden dat bollebozen die hier meer kennis en ervaring hebben opgedaan, weer naar hun eigen land te sturen, of op zijn minst voor noodzakelijke projecten tijdelijk terug te sturen (circulaire migratie).

Verder in het hele stuk niets over aspergestekers of Oost-Europese handwerklieden. Er lijkt wel meer zorg om hersens dan om handen. Is braindrain dan potentieel funester voor sommige landen, dan de handgain, waar de land, tuin- en huizenbouw, de schoonmaaksector en delen van de industrie mee bezig zijn? Andere sectoren, onder andere de ICT, pakken dat heel anders aan. Die laten de handarbeiders gewoon waar ze zitten en sturen de meest uiteenlopende klussen naar ze toe.

Handwerk hierheen halen of aan ze uitbesteden, het heeft dezelfde voor- en nadelen als bij kenniswerk. De arbeiders zijn in ieder geval verzekerd van werk en dus een inkomen. Werken ze hier, houden ze soms zelfs iets over om, ooit weer thuis, een leuk zaakje op te zetten. Werken ze daar, dan kosten ze stukken minder, maar dat is dan weer beter dan niets.
Maar hoe zit het met de nadelen? Moeten er in die landen geen huizen worden gebouwd, geen groente en fruit worden verbouwd? Zeker wel, maar voor het aanwezige, goedkope handwerk zijn er meer ongeschoolde arbeiders beschikbaar, dan er werk lijkt te zijn.

Dat is althans de heersende opvatting. Een ongeschoolde of arbeiders hier de aspergevelden opjagen, en terug naar huis sturen als de werkgeefster ze wel erg slecht blijkt te huisvesten en te betalen, is natuurlijk ook een veel betere oplossing, dan een kaart met weet-ik-veel wat voor kleur te geven. Een kaart die men bemachtigd door akkoord te gaan met een verplichte deelname aan enige vorm van onderwijs, zodat ze niet alleen met een zakje geld, maar ook verrijkt met kennis huiswaarts kunnen.
De kenniseconomie, voor wie geldt dat eigenlijk?