De boosheid van de macht

De boosheid van de macht

Het CDA congres zit er op, de toekomst is weer vastgelegd en men gaat weer aan het werk. In dit artikel en in dat gastlogje, heb ik iets geschreven over de dialoog die het CDA met de samenleving voert. Dat moet ik even rechtzetten, want ik heb een woordje over het hoofd gezien. Het CDA voert geen dialoog, het CDA gaat het debat aan.

Da's heel wat anders. Men voelt zich sterk genoeg in een debat de normen en waarden te verdedigen die het CDA zo graag door heel de gemeenschap ziet overgenomen. Al die mopperende Limburgse kroegbazen die hun boterham in het rookverbod zien opgaan, al suffe blowers die individuele vrijplaatsen zien verdwijnen, zelfs al die critici binnen het CDA die hun partij te weinig zien schitteren in de media, kunnen rekenen op een stevig debat onder leiding van een boze Balkenende.

Zijn gezinsleven, hoeksteen van een goed functionerende MP, ligt aardig aan grabbels. Want hij heeft het vreselijk druk, achter de schermen. Of we daar eens een beetje rekening mee willen houden?

Voor wie zich afvraagt met welke legitimiteit Balkenende zo hoog uit het van de torentje blaast, even een geheugenopfrisser.

Vanaf 1945 hebben 27 kabinetten dit land bestuurd. Van christelijke huize hebben 22 informateurs en 26 formateurs 10 minister-presidenten in het zadel geholpen en nam men deel aan 25 kabinetten.

Men zwalkte 13 keer aan de rechterkant van het politieke spectrum, 6 keer avontuurde men ter linkerzijde en ook 6 keer hield men meer het midden.

Slecht 2 keer stond het CDA buitenspel, maar ook mocht men het slechts 2 keer geheel op eigen kracht doen (zie hier een overzichtje, xls-document, met dank aan Wikipedia).

Dat het CDA een voorkeur heeft voor samenwerking met de liberalen is opvallend, omdat bij 6 van de 13 kabibetscrissen de liberalen de trigger waren. Twee keer kwam de val uit eigen hoek en 3 keer waren sociaaldemocraten de oorzaak.

De arrogantie van de CDA-macht is historisch verantwoord. Altijd te klein om het alleen voor het zeggen te hebben, maar groot genoeg om altijd de baas te spelen. Met dank aan de kiezers, die dat ook mogelijk hebben gemaakt. En natuurlijk dank aan de verdeeldheid onder alle overige partijen.

Met zo'n geschiedenis en god aan je zijde, is het begrijpelijk dat men andersdenkenden als klagers afschildert.

Op het CDA-congres hield Balkenende zijn
gehoor voor (pdf'je) dat het nu op aanpakken aankomt. De tijd van aanmodderen is voorbij, de spades moeten de grond in!
Daar is men al druk mee bezig. In een reactie op een
Sargasso-artikel over één van de CDA-doelen, presenteerde Perik al een leuke lijst met wapenfeiten:
De ID-plicht (Donner), de registratie van medische gegevens (Klink), de abortuscoaching (Rouvoet), het rookverbod in private bijeenkomsten (Klink), komend verbod op gereguleerd cannabis-gebruik (Van Geel), religie in het openbare onderwijs (Van der Hoeven en Marcouch), internetbewaarplicht (Hirsch Ballin), de cartoonistenrel (Hirsch Ballin), de overheid als opvoeder (Rouvoet), de sexregels (vandaag weer, Rouvoet), De regeling ‘Ruimte voor De Lange Tenen Gods’ (voorstel art 137c, Hirsch Ballin) en tot slot de stelling dat een religieuze overtuiging zwaarder telt dan een niet religieuze overtuiging en dus wettelijk beter beschermd moet worden (opnieuw, art 137c, Hirsch Ballin).

Waarom is het CDA toch zo boos op ons?

Het CDA in dialoog bijeen

Het CDA in dialoog bijeen

Samen sta je sterk. Een slogan die vooral door socialisten is gebruikt, maar die tot in finesses wordt beheerst door het CDA.

Lang voor die partij een Collectief Dogmatische Appèlgroep werd, verenigden gelovigen met politieke ambities zich in samenwerking. Toen ons kiesstelsel nog in de kinderschoenen stond, schaarden gereformeerden en katholieken zich eendrachtig achter het doel openbaar en bijzonder onderwijs van gelijke rechten te voorzien. Nu, negentig jaar later, werkt men samen om elk denkbaar maatschappelijk terrein van christelijke normen en waarden te voorzien.

De geschiedenis van het CDA is er een van afsplitsingen en fusies. Onenigheid en verbroedering wisselden elkaar de hele historie af. Met regelmaat werd men uit elkaar gedreven door verschillende opvattingen over hoe je van de bijbel nou politiek moest maken. Maar met een zelfde regelmaat sloeg men de handen ook weer ineen, teneinde genoeg kracht te verzamelen om enige macht van betekenis te behouden.

De ARP, de eerste parlementaire partij, heeft sinds de oprichting zeker zes keer broeder en zusters de gelederen zien verlaten. Eén afsplitsing leidde tot de VAR (Vrije Anti-revolutionaire partij), die de voorloper was van de CHU (Christelijke Historische Unie). Maar nu zitten ARP en CHU alweer 28 jaar saamhorig bijeen in het CDA. En met latere afgesplitste geloofsbroeders (GPV en RPF) werkt men nu zelfs samen in het huidige kabinet. GPV en RPF hebben in 1975 een eigen collectiefje gesmeed: de CU van Rouvoet.

Hoewel de katholieken veel later tot een landelijke politieke partij wisten te komen, hebben ze de christelijke samenwerking altijd gedomineerd. Ze hadden wat minder last van afsplitsingen en die paar dwalenden waren nooit zo'n lang leven beschoren, dat ze van genoeg betekenis waren om ze weer tot de roomse kudde terug te roepen (zie hier de geschiedenis van het CDA en klik-je-link voor verdere historie).

Vandaag, 8 november, is het CDA in dialoog bijeen. Het najaarscongres is volop aan de gang en weer rollen de meningsverschillen over tafel.
Minister Klink stelde voor een versoepeling van
het rookverbod te onderzoeken, het congres heeft dat inmiddels verworpen.
Fractievoorzitter van Geel wil
de coffeeshops geheel van de kaart vegen, staatssecretaris Timmermans vindt dat geen goed idee.
Van Geel vindt het verder niet van pas komen om
de koopkracht te repareren als die door de kredietcrisis in de knel komt. Dat is een heel andere stelling dan het CDA verkondigt in hun visie op de toekomst: inkomenszekerheid bieden via sociale zekerheid, die toereikend moet zijn om met perspectief te kunnen leven. Mensen moeten immers volwaardig kunnen meedoen aan de samenleving.

De CDA-jongeren roeren zich ook. Die moet je wel aan het woord laten, want de jeugd heeft de toekomst, nietwaar?
De
CDA-jeugd heeft een conflict met de oudere generatie: ze vinden het CDA eigenlijk nog veel te soepel, zeg maar, te links. Ze halen zelfs een oude ambitie van stal en poetsen die wat op. Streden hun historische voorgangers voor gelijkberechtiging van openbaar en bijzonder onderwijs, de CDA-jongeren eisen nu een eigen universiteit waar ze recht in de leer worden onderwezen. De huidige universiteiten hebben het alleen maar over postmodernisme en sociaal-constructivisme. Geef ons alsjeblieft conservatieve schrijvers als Ad Verbrugge en paus Benedictus XVI te lezen, aldus de CDA-jongeren.

In de CDA-dialoog over de toekomst (“Morgen begint vandaag” het centrale thema op het congres), ziet Balkenende zijn rol nog lang niet uitgespeeld. Maar ter rechterzijde klinken kritische geluiden. Hans Hillen vindt dat de premier teveel belang hecht aan een harmonieus samenzijn: “Wie met zijn gezicht naar de harmonie loopt, loopt met zijn rug naar de toekomst”.

Zullen al die onderlinge twisten leiden tot nieuwe afsplitsingen? Zal het gekrakeel het CDA doen wankelen?
Wie daar op hoopt moet niet vergeten dat het CDA heer en meester is in de dialoog met de samenleving. Slechts één keer heeft men niet zo goed geluisterd naar die samenleving en dat was ook de enige keer dat het christelijke verbond van regeringsdeelname werd uitgesloten. Dat duurde slechts een kleine negen jaren ( de kabinetten Kok). Maar verder heeft men altijd het centrum van de macht beheerst.
Vanaf 1945 hebben 10 christelijke minister-presidenten het land geleid (de sociaal-democraten: drie mp's, de liberalen slecht één). En, op twee verkiezingen na, wist men altijd de grootste partij te worden. Soms wat aan de krappe kant en slechts drie glorierijke overwinningen in 1956, 1959 en 1963, maar meestal
genoeg zetels om almachtig te blijven.

Macht smaakt altijd naar meer en dat zal dan ook de reden zijn waarom het CDA zo graag in dialoog met de samenleving wil blijven. Men moet immers op tijd weten of men de principes dan weer eens wat strak, dan weer wat rekkelijk moet hanteren. Zodoende weet men welke coalities het meest geschikt zijn om tot in den eeuwigheid te kunnen regeren.

Update 8 nov.; 22.45 u.: Lees ook deze aardige analyse over de toekomst van het CDA (Volkskrant).

Update 9 nov.
Balkenende eindigde zijn congresspeech met:

Het CDA als partij die er altijd staat.
Rots- en koersvast.
Betrouwbaar, solide en solidair.
Dank u wel.

Die eerste regel klopt, zoals in het artikel is te lezen.
De tweede regel valt wel wat op af te dingen. Tenzij het laveren van rechter- naar linkerzijde onder koersvast moet worden verstaan.
De derde regel geldt alleen intern. Met alle anderen neemt het CDA elk loopje dat ze goeddunkt.
De laatste regel is wel op zin plaats. Je mag het kiezersvolk wel heel hartelijk bedanken, dat je maar één keer in je geschiedenis een pak slaag hebt gehad.

Goede vrijdag.

Vandaag is het de Nationale Goed Nieuwsdag. Een soort Goede Vrijdag dus.

Het goede nieuws is: ik kan niet multi-tasken. Een of ander onderzoek had uitgewezen dat met name mannen daar niet zo goed in zijn.
Wel, in mijn geval blijkt dat te kloppen en nu ben ik met vreugde overladen dat ik ergens bij hoor!

Bij menig onderzoek heb ik dat niet en ik vraag me dan ook regelmatig af of ik wel helemaal normaal ben.
Voor vandaag was ik met twee stukjes bezig. Eentje voor hier en eentje als gastlog op GeenCommentaar. Dat was teveel van het goede en alleen het gastlogje kreeg ik af.

Misschien komt hier later op de dag nog wat. De redaktie van GC heeft gelukkig aangekondigd het gastlogje te zullen plaatsen dus kijkt u daar eens en lees de column van P.J. Cokema.
Ga ik ondertussen verder op jacht naar goed nieuws.

Presidentiële dialoog

Presidentiële dialoog Uit Sam Cooke's “A change is gonna come“:
“It's been a long, long time coming, but I know a change is gonna come”.

Uit de toespraak van Obama:
“It's been a long time coming, but tonight, because of what we did on this date in this election at this defining moment change has come to America”.

Balkenende feliciteert Obama:
“Ik denk in eerste instantie natuurlijk aan de financiële crisis (…), en de verslechterende economische situatie. Maar ik denk ook aan de terrorismebestrijding, de klimaatverandering, de mensenrechten en de vrije wereldhandel”.

Uit de toespraak van Obama:
“I will listen to you, especially when we disagree”.

Balkenende:
“Luisteren en uitvoeren is niet hetzelfde”.
(Uit de uitzending op 21 mei 2007 bij van Knevel en Van de Brink, na de 100-dagen tour).

Ik vroeg het me gisteren al af: gaat Balkenende Obama net zo enthousiast steunen als hij Bush steunde?
Balkenende zit er al weer “a long, long time”. Te lang voor “a change coming?”

Binnenbrand van het jaar – de uitslag

Binnenbrand van het jaar 2008 Terwijl ieders oog is gericht op een verkiezing van internationaal belang, heeft u nog recht op de uitslag van de verkiezing Binnenbrand van het jaar. Ondanks alsmaar oplaaiende ruzietjes, zit het huidige kabinet nog ferm in het zadel. Hoewel je, ook de laatste week weer, moet afvragen hoe lang ze dat nou volhouden.

Want na het hier gepubliceerde overzicht van 11 binnenbrandjes (negen door mij gevonden en twee door reaguurders toegevoegd), was het meteen na de publicatie weer 4 keer raak. Waarmee de coalitie een gemiddelde scoort van 1,25 binnenbrandjes per maand.

Meteen op de dag dat hier de brandmeldingen op een rij werden gezet, waarschuwde het CDA dat PvdA-minister Bos erg voorzichtig moest zijn met de aanpak van de kredietcrisis. De PvdA reageerde aangebrand en vond dat de soep niet zo heet gegeten moest worden als-ie werd opgediend.
Alsof dat niet genoeg was, sloeg diezelfde dag het CDA de brandmelder in, want het zag de alom aanwezige rook van de PvdA de top van de ontwikkelingshulp verstikken.
Twee dagen later kookte het CDA van woede over de vergeetachtigheid van Wouter Bos. Die had in alle kredietdrukte verzuimd
de nominatie van Aboutaleb voor het burgermeesterschap in Rotterdam te melden.
En gisteren werd bekend dat CDA en PvdA de Gezinsnota van CU-voorman Rouvoet erg koeltjes had ontvangen. Koel of niet, er bestaat toch wel het risico dat de coalitie nog voor kerstreces is opgebrand.

Wat vonden de stemmende lezers hier nu de belangrijkste binnenbrand van 2008?
De uitslag is gebaseerd op de stand per 4 november, 23.00 u. Alle stemmen die nu nog binnendruppelen, worden niet meer meegeteld.

1. CU stookt vuurtje onder embryoselectie kreeg 35 procent van de stemmen en is daarmee tot heetste topic binnen de coalitie gekozen.
2. Met 30 procent eindigde de rookontwikkeling binnen het kabinet over
de Fitna-film op de tweede plaats.
3. Zeventien 17 procent is voor
Plasterk en Rouvoet die verhit raakten over een andere film: Deep Throat.

4. Iets minder warm liepen de kiezers voor het feit dat CDA en PvdA de vingers brandden aan het JSF-onderzoek, dat een brandgevaarlijkheid van 9 procent scoorde.
5. Uit de gedeelde vijfde plaats, beide 4 procent, mogen we opmaken dat de onenigheid tussen de CDA-bewindslieden Eurlings en De Jager over
het milieuplan en de wrijving tussen CU en PvdA betreffende abortus door de kiezers amper als brandgevaarlijk wordt gezien.
6. De conflicten binnen het kabinet over
de BTW, het geschil tussen Eurlings en Bos over de BPM en het feit dat de CU de aanleg van de A4 nog een strobreedje in de weg legde, wordt als wat te verwaarlozen sigarettenrook weggewuifd. Niemand vond dat de moeite waard er ook maar een stem op uit te brengen: nul procent.
Ondanks de redactionele oproep de kwesties die reaguurders Eric (CDA en PvdA oneens over
het gedoogbeleid) en Teun (de reactie van de CU op de PvdA-deelname aan de Gay Pride Parade) inbrachten van stemmen te voorzien in de reactie-editor, kregen ook deze kwesties geen stemmen.

Het kabinet heeft nog tot 2011 te gaan. Als het voor die tijd niet aan een burn-out ten onder gaat.
Wie durft een voorspelling te wagen en kan zeggen aan welke kwestie het kabinet de vingers zo ernstig zal branden dat het de handen af moet trekken van de zo begeerde regeringsverantwoordelijkheid?
En voorspelt u dan ook wanneer dat binnenbrandje een heuse uitslaande brand zal zijn.

Rest ons te hopen dat Obama onze Balkenende een even goede assistent van de Amerikaanse president zal vinden, als Bush, die onze MP complimenteerde met de steun aan de oorlog tegen Irak. Zal Balkenende nu “the big change” steunen?

(Met dan aan Sargasso en GeenCommentaar voor de publicitaire ondersteuning van de binnenbrandverkiezing).

Zorgwekkende keuzes

Zorgwekkende keuzes Zou de keuze van de Amerikaanse kiezer nog beïnvloed kunnen worden door het overlijden van Obama's oma? Zonder zijn grootmoeder staat-ie er tenslotte een stuk eenzamer voor en wie weet zal dat tot emphatische stemmen leiden.

Die oma was al een poosje ziek, maar uit geen enkel bericht kunnen we concluderen dat Obama's oma in erbarmelijke omstandigheden aan haar einde gekomen. Dat had wel gekund, als je de bedroevende staat van Amerika's gezondheidszorg in aanmerking neemt. Wel een wat misselijke streek om je stemmenwinst over de rug van je oma binnen te halen. Zo slecht stond Obama er nou ook weer niet voor. Maar ja, campagne voeren is ook een kwestie van keuzes maken.

De Nederlandse kiezers hebben in 2006 gekozen en dat heeft geresulteerd in aanslagen op onze gezondheidszorg. Sorry, dat formuleer ik verkeerd. Het moet zijn: … dat heeft geresulteerd in het redden van onze gezondheidszorg.

Die zorg is peperduur en willen we die voor de toekomst behouden dan zijn maatregelen nodig. Neem bijvoorbeeld het gesjoemel met de adequate aanpak van de AWBZ. Een bezuiniging van ruim 3,8 procent moet de expansief gestegen kosten binnen de perken houden.

Na veertig jaar zaken aan de AWBZ toevoegen, weer weghalen en weer toevoegen, is het nu tijd om er weer wat uit weg te halen.
Zo wordt de doelgroep beperkt. De AWBZ,
zegt VWS (ministerie van Volksgezondheid en Welzijn), hoort eigenlijk alleen gericht te zijn op de mensen “voor wie de AWBZ oorspronkelijk bedoeld is: mensen die door een stoornis of aandoening langdurig niet in staat zijn zelfstandig te leven. Dit zijn bijvoorbeeld dementerende ouderen, verstandelijk gehandicapten en ernstig psychiatrische patiënten”. Per 1 januari 2009 moeten mensen met lichte psychiatrische aandoeningen hun heil elders zoeken. Verder verdwijnt er wat zorg uit de AWBZ, die helemaal geen zorg is. Althans, volgens de opvattingen van dit kabinet.
Thuiszorg is er al uit en bepaalde hulpmiddelen en begeleiding gaat er per januari ook uit. Alles wat bijdraagt aan welzijn gaat uit de zorg. Huiswerkbegeleiding voor autisten, ondersteunende begeleiding van daklozen, de sta-op stoel voor stramme bejaarden, het is geen echte zorg. Weg ermee! (lees ook Geen zorg voor welzijn met daarin de geschiedenis van de AWBZ).
Dat soort zaken kunnen wel uit andere potjes worden gefinancierd. De WMO bijvoorbeeld. Zo had de SER dat geadviseerd.

Nu de plannen ook uitgevoerd gaan worden, trekken wat partijen aan de rem. Het gaat ze iets te snel. De staatssecretaris van VWZ komt de diverse partijen iets tegemoet en belooft een overgangsperiode. Niet langer dan een maand of negen, want het oorspronkelijke schema mag natuurlijk niet te gek lang uitlopen. De AWBZ moest uiterlijk 2010 gereorganiseerd zijn, dat wordt nu dus 2011.

De SER had in
haar advies wel een paar keer aangegeven dat de veranderingen niet al te snel doorgevoerd moeten worden, maar ja een advies hoeft natuurlijk niet integraal worden overgenomen. De SER zei het zelf al: het advies is geen blauwdruk voor de toekomst, daarvoor is het nog veel te vroeg. Immers, er is nog te weinig kennis over de ontwikkeling van de nog maar kort functionerende Zvw (zorgverzekeringswet) en de WMO. Daarom waarschuwde de SER dat het niet zeker is dat een vergaande “herverkaveling” van de AWBZ ook zal renderen.

Vier keer gaf de SER in haar advies aan geleidelijkheid en voorzichtigheid te betrachten. De raad stelde een geleidelijke benadering voor. Vier jaar de tijd nemen om uiteindelijk pas in 2012 de verbeteringen gerealiseerd te hebben. Wat overheveling naar de WMO betreft meende de SER dat er eerst nader onderzoek nodig is. Ook moest onderzocht worden hoe gemeenten het beroep op de AWBZ kunnen beperken en wat betreft de financiering op de langere termijn zou het kabinet eerst een moeten afwachten hoe de nieuwe samenhang tussen AWBZ, Zvw en WMO gaat uitpakken.

Mag ik een voorspelling doen? De WMO wordt zo duur dat ook daar 800 miljoen op bezuinigd gaat worden. Dan staat een toekomstig kabinet opnieuw voor de keuze of er wat aan de AWBZ wordt toegevoegd of dat men een aardig deel van de zorg definitief failliet verklaart.

Vrijdag ga ik met een cliënt uit de dakozenopvang naar het ziekenhuis, ter ondersteuning bij het gesprek met de specialist, die de resultaten van wat onderzoeken zal uitleggen. Die dakloze is een erg simpele man, die uit angst voor de uitslag zonder die begeleiding niet eens naar dat gesprek gegaan zou zijn, laat staan dat-ie er iets van begrepen zou hebben. Hoe die ondersteuning straks betaald gaat worden is nu volstrekt onduidelijk.

Tot slot: heeft u enig idee onder welke condities u uw oma graag ziet overlijden, als haar tijd daar is? Als u vindt dat uw oma haar laatste jaren mag slijten in een schoon en opgeruimd huis, omringd met de nodige aandacht en ondersteuning waar dan ook nodig, wilt u er dan bij onze toekomstige verkiezingen rekening mee houden welke partijen nu die zorg hebben wegbezuinigd?

De maat nemen

De maat nemen Deze week is het dus een drukte aan dialogen. De 2e Kamer gaat de dialoog aan met de bewindslieden van Justitie en volgens een aantal partijen moet de zwaarte van straffen het onderwerp van gesprek worden.

De VVD wil een aantal delicten zwaarder bestraffen, met name kindermisbruik mag twee keer zo zwaar worden bestraft.
De PvdA wil het voorwaardelijke deel van een straf verlengen. Zo zou justitie meer tijd hebben een delinquent na de feitelijke straf te volgen en toezicht kunnen houden op gedragsverandering.
Het CDA wil een onderzoek naar straffen in andere landen. Als de strafmaat lager ligt dan in andere Europese landen en de V.S. dan moet Nederland de zaak gelijk trekken, ofwel ook een hogere strafmaat gaan hanteren.

Hirsch Ballin en zijn collega's zullen zich ongetwijfeld verweren, door te verwijzen naar de plannen om van straf en nazorg één samenhangend geheel te maken. Doel is natuurlijk de criminaliteit terug te dringen. Het is tamelijk frustrerend boeven te vangen, ze in het gevang te gooien en ze even later weer voor de rechter terug te zien. Het huidige stelsel werkt blijkbaar nog steeds als een draaideur, waar te veel wetsovertreders hun weg door vinden.

Hoewel ik meen dat geen enkele maatregel er toe zal leiden dat elke burger ook een brave burger zal zijn, hoop ik dat het zwaartepunt van het debat op dat thema “straf en nazorg” zal liggen. Met andere woorden: focus niet zozeer op het begrip “zwaarte” maar op de aard van de straf.

De vraag blijft of we ooit een consensus zullen bereiken over de lengte van gevangenisstraffen, wanneer je taakstraffen of zware boetes of pittige detentie moet toepassen en welke straffen over die ene kam van onrustgevoelens in de samenleving moeten worden geschoren.

De Raad voor de Rechtsspraak vindt dat we een heel redelijk stelsel hebben en helemaal niet te licht straffen. De Raad is niet te beroerd dat ook uit te leggen. De Raad meent dat we hier op maat straffen: “de meest toepasselijke straf voor de concrete situatie”.

Het is prima om uit te leggen hoe er wordt gestraft, want daar blijken nog al eens misverstanden over te zijn. Zo denkt een deel der natie dat “levenslang” hier helemaal niet levenslang is. De werkelijkheid is dat juist Nederland daar strenger in is dan landen om ons heen. Levenslang wordt naar de letter toegepast. Hooguit kan de minister van Justitie na 20 jaar een gratie overwegen, maar dat is hier de laatste 63 jaar slechts twee keer toegepast.

Ondertussen nemen de levenslange straffen aardig toe. In de periode na 1945 zijn er 38 levenslange straffen uitgedeeld, waarvan 25 na 2000.
Wat celstraffen betreft doet Nederland het, in internationaal verband, “niet slecht”. Het staat op de 10e plaats wat betreft veroordelingen, op de 12e plaats als het gaat om het aantal gevangenen en haalt de 10e plaats met gevangen in voorarrest (Gegevens worden bijgehouden door het
European Sourcebook, zie ook deze excelsheet). De aantallen stijgen alleen maar.

Dat moet voldoende reden zijn vooral te debatteren over het plan van aanpak dat Hirsch Ballin en Albayrak in gedachten hebben.
Een misschien wat lichte vergelijking, maar ik ben er van overtuigd dat de strafaanpak die ik vroeger op school mocht genieten, zijn vruchten geeft afgeworpen.
Als je wat uitvrat dan was het strafregels schrijven of wat uurtjes nablijven. Net als je dacht dat het daarmee was afgedaan, moest je met de meester aan tafel zitten en die ging een dialoog aan over je gedrag.

De meesters die ik heb gehad hebben dat heel kundig gedaan. Want het waren heel zinnige gesprekken en het gevoel twee keer zo zwaar gestraft te worden omdat je ook nog eens dat babbeltje aan moest gaan, verdween snel. Mijn meesters waren niet zo moraliserend, maar hielpen je inzien dat er leukere dingen zijn om je mee bezig te houden.

Hopelijk kan men deze week in de dialoog over schuld en boete, zich losmaken uit de boeien van straf alleen en durft men andere wegen te zoeken.

Dialoog

Dialoog Archie Bunker Van 3 tot 9 november: Nationale Week van de Dialoog.

Twee mannen (het mogen ook mensen zijn, vrouwen bijvoorbeeld) lopen door de Kalverstraat. De een loopt wat zoekend rond, de ander loopt met zijn mobieltje aan het oor.
De een loopt op de ander toe en vraagt hem op de man af:
Heeft u nog wel eens een goed gesprek?
De Ander (kijkt hem verbaasd aan – Ogenblikje, er is hier iemand die wat wil weten -houdt mobieltje even opzij). Wat zeg je?

De Een: Of u wel eens een goed gesprek heeft.
De Ander: Nou, ik dacht dat ik nu even in gesprek ben, of is je dat ontgaan?

De Een: Ja, maar ik wilde weten of dat nou een goed gesprek is of niet.
De Ander: (houdt mobieltje weer bij zijn hoofd- Sorry, ik hang op, even hier wat regelen). Wat gaat jou dat eigenlijk aan?

De Een: Nou, ik doe een onderzoekje om uit te vinden of mensen nog wel eens een goed gesprek met elkaar hebben.
De Ander: Waarom dat?

De Een: Wel, de komende week is wordt voor het eerst de Nationale Week van de Dialoog georganiseerd en ik vroeg me af of dat echt nodig is.

De Ander: De week van wat…??

De Een: Van de dialoog.
De Ander: Wat is dat?

De Een: Een dialoog is een gesprek.
De Ander: Van een hele week???

De Een: Ja.
De Ander: Man, dat kan toch niet?

De Een: Eh…, hoe vaak gebruikt u dat mobieltje?
De Ander: Nou, wel een paar keer per dag.

De Een: Elke dag?
De Ander: Ja, tuurlijk, hoezo?

De Een: Dus je kan wel een hele week in gesprek zijn?
De Ander: Verrek, nou je het zegt….

De Een: Juist, maar de vraag is: kan zo'n gesprek ook een goed gesprek zijn?
De Ander: Ja, weet ik veel. Dat hangt er van af.

De Een: Bijvoorbeeld?
De Ander: Tja, eens denken, eh…., nou, of de ander naar je luistert misschien?

De Een: Waarnaar luistert die ander dan?
De Ander: Naar wat ik te zeggen heb, natuurlijk!

De Een: Dus als iemand goed luistert naar wat je wil zeggen, dan heb je een goed gesprek gehad?
De Ander: Ik dacht het wel.

De Een: Da's geen gesprek, dat is een monoloog.
De Ander: Zeg, nou moet je niet grof worden!

De Een: Grof? Hoezo?
De Ander: Loog. Je zei loog! Dat noem ik grof!

De Een: Je luistert niet. Ik zei monoloog. Dat is als iemand in zijn eentje het woord voert.
De Ander: Ja, en….?

De Een: Dat is dus geen gesprek.
De Ander: Maar het kan nog wel goed zijn, hè?

De Een: Zeker, er zijn voortreffelijke monologen bekend. Maar dat zijn dus geen gesprekken.
De Ander: Okee, wat vind jij dan een goed gesprek?

De Een: Bijvoorbeeld als wat mensen met elkaar praten en iemand doet dan wat jij nu net deed.
De Ander: Huh?

De Een: Nou, je stelde net mij de vraag die ik eerst aan jou stelde.
De Ander: En wat maakt dat dan tot een goed gesprek, zoals jij dat noemt?

De Een: Nou, door vragen te stellen kun je erachter komen wat een ander bedoelt. Jij stelde die vraag in plaats van het onderwerp te negeren en het gesprek op je eigen ideeën te brengen of het gesprek te stoppen door er van weg te lopen.
De Ander: Wacht even. Dus jij zegt: als je vragen aan elkaar stelt, heb je een goed gesprek?

De Een: Ja.
De Ander: Nou heb ik je! Da's ook geen gesprek!

De Een: Oh nee, wat dan?
De Ander: Da's een interview!

De Een: Ah! Je bedoelt het vraaggesprek!
De Ander: What ever! Maar het is dus een interview. Zoiets als je op televisie wel eens ziet. Wat Matthijs van Nieuwkerk doet, bijvoorbeeld, in De Wereld draait door.

De Een: Nee, dat is ook een monoloog.
De Ander: Ho, ho, hij stelt allerlei vragen aan zijn gasten!

De Een: Jawel, maar heb je wel eens meegemaakt dat-ie iemand helemaal liet uitpraten om het antwoord te geven?
De Ander: Nou, nee. Daar heb je een punt.

De Een: Zou jij meedoen aan die Week van de Dialoog?
De Ander: Hm, geen idee. Ik weet niet eens waar dat over gaat.

De Een: De bedoeling is dat in elke gemeente mensen rond de tafel gaan zitten en met elkaar praten om zodoende de betrokkenheid bij je stad of dorp sterker te maken. Begonnen in 2001, na de aanslag op de WTC-torens in Amerika. Met de bedoeling mensen dichter bij elkaar te brengen. De dialoog is inmiddels mode geworden.
Het vorige kabinet heeft zelf een
Huis van de Culturele Dialoog opgericht. Met 12 miljoen euro per jaar wil ze zo de mensen in de vier grote steden aan de praat houden over hun cultuur en identiteit. Dat lukte prima, behalve in Amsterdam. Daar hadden ze blijkbaar eerst de verkeerde gesprekspartner gekozen.
En dan het huidige kabinet: 100 dagen in gesprek geweest, voordat ze aan het werk gingen en ze sloten die 100 dagen af met de superdialoog in de Jaarbeurs in Utrecht.
Later organiseerden ze zelf een
Week van de Dialoog, om eens lekker te keuvelen over de toekomst van de Randstad. En dan is het nu ook nog eens het
Europees jaar van de interculturele dialoog.
Ze noemen dat telkens een dialoog, om de gesprekken een beetje fatsoenlijk te laten verlopen. Respect en zo.
Maar echte dialogen zijn het natuurlijk niet Althans niet zoals we dat kennen van Socrates, een oude Griek. Die vond een gesprek pas goed als je eerst eens met elkaar probeerde vast te stellen waar je het nou precies over had (
anamnese), dan via alledaagse voorbeelden naar hogere ideeën te komen (hermeneutiek) en continu vragenderwijs elkaars kennis te achterhalen (maieutiek), overigens alles met de nodige humor, ofwel ironie.
Ik denk dat het in de Week van de Dialoog het zo er niet aan toe zal gaan.
De Ander: Zeg….

De Een: Ja?
De Ander: Weet je wat jij nu doet?

De Een: Nou?
De Ander: Je staat een monoloog te houden!

De Een: Ach, verrek! Kon ik het weer niet laten! Sorry.
De Ander: Man, geeft niet. Ik snap niet helemaal waar je het over hebt, maar mag ik je wat anders voorstellen?

De Een: Tuurlijk, vragen staat vrij.
De Ander: Zullen we dan nu een pilsje pakken?

De Een: Hé, goed idee! Dank je wel. Ik kreeg toch al een droge mond.
De Ander: En dan zal ik jou eens vertellen hoe ik het allemaal zie….

Ach, arme God…..

Godslastering … die in de hemel zijt. Of waar dan ook, want een rechter heeft in al zijn wijsheid gesproken dat U nergens te vinden bent. Dus ook in de hemel niet, denk ik dan.

En nu wordt hier,
de corpus juris criminalis aangepast. U, of uw gelovige adepten, kunnen zich straks niet langer verweren tegen scheldkannonades en beledigingen, al dan niet humoristisch van aard.

Ach, arme god, zou dan nu wettelijk worden vastgesteld dat Uw bestaanrecht geen legale gronden heeft?

Kijk God, ik besta. Dat wist U natuurlijk al. Mocht iemand mij krenken of mijn naam en faam door de modder sleuren, dan is één gang naar de rechter voldoende om daar een eind aan te maken en de lasteraar een boete op te leggen. Dat kan, mits ik mijn bestaan aantoon door een identiteitsbewijs te overleggen, hetgeen alleen kan als ik ook daadwerkelijk op een of ander adres sta ingeschreven.
U mag straks vrijelijk belasterd worden en omdat U geen adres heeft kunt U zich niet verweren.

Nou hoeft U zich geen zorgen te maken over de rechtvaardiging van Uw bestaan. Stel dat ik verhuis en mij uitschrijf bij de burgerlijke stand van de woonplaats die ik verlaat, onderweg naar elders mijn identiteitskaart verlies en en passant dakloos wordt ten gevolge van de kredietcrisis, dan besta ik nog wel. In ieder geval naar mijn overtuiging en in de hoofden van mijn familie.

U heeft een wel heel grote familie. Uw bestaan is gegarandeerd tot in den eeuwigheid. Maar leuk is het allemaal niet. Dat, uitgerekend op Hervormingsdag, zelfs een deel van Uw volgelingen akkoord gaat met het verwijderen van artikel 147 uit ons wetboek van strafrecht, moet toch een doorn in Uw oog zijn.

Ach God, U kunt natuurlijk altijd nog Uw toorn over hen heen storten. Da's tenslotte Uw specialiteit.
Is het niet zo dat U eigenlijk al vanaf de schepping Uw gramschap op de mensheid loslaat? U lijkt mijn vader wel. Elke keer als zijn scheppende hand een foutje maakte, bij het in elkaar zetten van een pling-plong deurbel bijvoorbeeld, en het apparaat werkte niet zoals hij dat had bedacht, dan sloeg-ie een taal uit waarvoor hij wel twintig keer veroordeeld had kunnen worden op grond van dat artikel 147.

Uw schepping is ook niet helemaal foutloos. Is dat de reden dat U de een na de andere vloek op de mensheid loslaat? Bijvoorbeeld al die plagen die in de bijbel zijn vermeld en die tot op vandaag de dag hele volkeren teisteren? Hongersnoden, overstromingen, verdeeldheid onder de volkeren en nu dan weer die files en de kredietcrisis.

Het is echt verdomd (sorry) jammer dat U niet bestaat, want wat had ik U daarvoor graag voor de rechter willen slepen.
Iedereen is wel eens boos op zichzelf, maar om dat nou zo eindeloos te botvieren op onschuldige mensen, dat gaat echt te ver.

Luister, beste God, ik kan nu wel godlasterlijk gaan terugschelden, zeker nu dat in alle vrijheid wordt toegestaan, maar daarmee zou ik Uw toorn slechts verder opwekken. Daar worden we geen van beiden wijzer van.

Weet U wat? Als U nou eens ophoudt nog langer boos te zijn over Uw eigen schepping? Een foutje maken we allemaal wel eens. Laat Uw gramschap varen en probeer de komende jaren Uw veelbesproken goedentierendheid eens uit.
Dan beloof ik dat, ondanks de weggevallen bescherming van artikel 147, U van mij geen kwaad woord meer zal horen.

P.S.
Ach God, het kabinet is er uit. Artikel 147 verdwijnt, maar artikel 137 wordt aangepast.
Uw naam hoeve niet langer te worden geheiligd, maar Uw volgelingen wel. Dat kan nog leuk worden, want ook U weet wel, dat Uw kudde een oneindige hoeveelheid interpretaties van Uw woord er op nahoudt. Eén komma verkeerd kan als belediging van Uw gelovigen worden opgevat.
Ja U kunt nou wel zitten lachen daar op Uw wolkje, maar doet U er nou eens iets aan!

Masterclass toezichthouder

Masterclass toezichthouder

Ben ik enthousiast over de financiële sector? Zeker wel. Het zijn uitermate boeiende tijden en mijn kennis over die markt ondergaat een gigantische update. Jammer dat ik niet veel eerder de uitnodiging heb gezien van de DNB (De Nederlandsche Bank).

De DNB houdt vandaag een masterclass. Thema: Kruip in de rol van de toezichthouder. Bedoeld voor studenten in de laatste fase HBO of WO (ben ik niet), economen, juristen en econometristen (ben ik ook niet) of mensen die enthousiast zijn over de financiële sector (dat ben ik wel).

Nou ben ik vooral enthousiast over het feit dat bravoure-jongens en meisjes op die markt onderuit gaan. Niet leuk voor de consumenten, maar wel spannend om te zien hoe het nou allemaal verder moet.

Wat zou ik nu graag aan die masterclass meedoen. Net op het moment dat er op het Binnenhof wordt geruzied over een onderzoek naar de kredietcrisis, waarbij de rol van de toezichthouders ook onder de loep moet worden genomen.
De DNB is toezichthouder. De bewaker van de financiële stabiliteit die, zo staat het op de website, snel en adequaat moet reageren.

Nou, snel zijn ze wel bij de DNB. Directeur Nout Wellink werd bij elk rimpeltje in de geldvijver uitgenodigd voor menig interview en altijd had hij wel zijn statements klaar. Zo zei hij 18 september in Nova dat we wel wat hinder van de Amerikaanse perikelen zullen krijgen, maar dat het geen reden tot ongerustheid is. Want de DNB is “een hele lastige toezichthouder”, die flink wat verplichtingen stelt, dus de nederlandse banken “kunnen wel tegen een stootje”.

Met dat laatste doelt hij waarschijnlijk op het adequaat reageren van de toezichthouder. Om er zeker van te zijn dat onze banken tegen dat stootje kunnen heeft Wellink Wouter Bos gesouffleerd een paar euro's ter beschikking te stellen. Fortis is “gered”. De rest van de bedelaars volgen en houden hun hand op bij vadertje Staat.

Als vandaag in die masterclass de prangende vraag wordt gesteld hoe het in hemelsnaam toch allemaal zo ver heeft kunnen komen, zal de “master” ongetwijfeld Nout Wellink citeren, die in juni een interview gaf ter gelegenheid van zijn eredoctoraat aan de Universiteit van Utrecht: “Meer afspraken over transparantie hadden mogelijk de kredietcrisis kunnen voorkomen”.

Met andere woorden: de DNB kan ook niet alles weten. Als de banken hun boeken gesloten houden, valt er weinig toezicht te houden.

Heeft de toezichthouder die transparantie dan niet geëist? Heeft de toezichthouder niet met fikse sancties gedreigd als men niet aan de benodigde transparantie voldoet?

Je zou zo langzamerhand Neelie Kroes liever als directeur van de DNB willen zien. Transparantie of niet, ze krijgt het toch elke keer weer voor elkaar kartelvorming aan het licht te brengen en snel en adequaat mega-boetes aan de daders op te leggen.

Dat onderzoek moet er komen. Omwille van de transparantie. Niet door een parlementaire commissie. Het lijkt me meer iets voor de FIOD-ECD. Die is er tenslotte voor om financiële en economische fraude tegen te gaan en een integer beroeps- en bedrijfsleven te waarborgen.