Tristan van der V.: case closed?

AlphenDe IZG (Inspectie voor de Gezondheidszorg) heeft de zaak Tristan van der V. onderzocht en concludeert dat veel voor verbetering vatbaar is, maar dat er zijn geen verwijtbare fouten zijn gemaakt. De inspectie stelt nergens in haar rapport expliciet dat het drama in Alphen voorkomen had kunnen worden. Ook bij de voorgestelde verbetermaatregelen wagen de onderzoekers zich niet aan de stelling dat de samenleving daardoor gevrijwaard zal zijn van zulke incidenten.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg concludeert: “De hulpverlening aan de dader van het schietincident in Alphen aan den Rijn is op hoofdlijnen adequaat en redelijk zorgvuldig geweest”, maar heeft wel wat. “kritische opmerkingen over de behandeling door ggz-instelling Rivierduinen”.
In het rapport (pdf) wijst de IGZ er op dat “op hoofdlijnen de behandeling voor zover mogelijk in deze casus adequaat en redelijk zorgvuldig is geweest”. Echter: “Een belangrijk aspect hierbij is dat de ambulante behandeling bij de GGZ op vrijwillige basis plaatsvond”. En, ook niet onbelangrijk, “de patiënt was matig gemotiveerd voor behandeling. Patiënt heeft diverse keren de behandeling gestopt en verscheen soms niet op gemaakte afspraken”.

Drie begrippen zijn van belang: ambulante behandeling, vrijwillige basis en matig gemotiveerd.  Wat dat laatste betreft riep de directeur van GGZ Rivierduinen al: ja, had ons maar ruimere bevoegdheden gegeven om zwaar schizofrene zorgmijders tot opname en behandeling te dwingen. In het geval van Tristan van der V. zou ook dat niet geholpen hebben want, zo schrijft de inspectie: “In de twee maanden voorafgaand aan het schietincident had V. geen behandelcontact met GGZ-hulpverleners. Op 18 oktober 2010 is V. uitgeschreven bij GGZ Rijnstreek en hierover is bericht aan de huisarts. De mogelijkheid bleef open dat V. en zijn ouders contact op konden nemen, hiervan heeft V. begin februari 2011 eenmalig gebruikgemaakt”.

Met andere woorden: blijkbaar gedroeg Tristan van der V. zich zodanig, dat er geen vuiltje aan de lucht leek. Nu kan dat een kenmerk zijn van patiënten die liever de zorg ontlopen. Op cruciale momenten weten zij zich uitstekend te gedragen en dan zijn er voor de ggz-hulpverleners geen wettelijke mogelijkheden om opname en behandeling af te dwingen.
Overigens worden de bestaande wettelijke mogelijkheden (de wet BOPZ – bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen) aardig benut. In acht jaar tijd zijn er 42% meer gedwongen opnames toegepast. Die groei kwam mede tot stand door een verruiming van de wet in 2004 toen de voorwaardelijke machtiging werd toegevoegd aan mogelijkheden tot dwangbehandeling (meer hierover in een eerder artikel).

Tristan van der V. is in 2006 gedwongen opgenomen. Daarna is hij blijkbaar tot 2010 op vrijwillige  basis behandeld. Dat is niet gebeurd omdat de ggz dat zo lollig vindt. Gedwongen opnames dienen een keer beëindigd te worden. Als de ggz dat echter niet verstandig lijkt, dan moet bij de rechter een verlenging van de dwangopname worden gevraagd.
Vrijwilligheid is een groot goed in de psychiatrische hulpverlening. Elke dwang stuit op verzet en kan de behandeling bemoeilijken. Tristan van der V. is dus nog jaren na de dwangopname vrijwillig naar de ggz gegaan om ambulant behandeld te worden. Die vrijwilligheid had wel een eigenaardig karakter want de patiënt bleek “matig gemotiveerd” en kwam afspraken niet altijd na.

De ambulante hulpverlening is de laatste tien jaren met 149% gegroeid. Daar zijn twee redenen voor. Het wordt beter voor de patiënt geacht als hij of zij in de eigen omgeving kan blijven. En het is goedkoper dan een opname in een inrichting. Het is niet alleen om inhoudelijke en methodische redenen dat de ggz de laatste jaren sterk inzet op ambulante hulpverlening. De bezuinigingen vanaf 2008 dwingen ook tot goedkopere behandelmethodes.

De case Tristan van der V. mag nu misschien gesloten zijn, de kwestie is hopelijk wel aanleiding om de ontwikkelingen in en rond de ggz nader te onderzoeken. En dan niet alleen stilstaan bij de vraag of matig gemotiveerde patiënten op vrijwillige basis een ambulante behandeling moeten krijgen.
De inspectie stelt dat in dit geval “meer actieve bemoeizorg, huisbezoek en doorvragen op kritische factoren” nodig was en dat “het regelmatig en systematisch opstellen van behandelplannen met duidelijke behandel- en begeleidingsdoelen beter en meer systematisch had gemoeten”. Nader onderzoek is op zijn plaats om er achter te komen of deze tekortkomingen veroorzaakt zijn door incompetentie van de ggz-instelling of een gevolg zijn van slinkende financiële middelen.

Case closed? Alsjeblieft niet.

Lees ook dit artikel hierover dat ik onder het pseudoniem P.J. Cokema schreef voor Sargasso.

Regels zijn er om afgeschaft te worden.

RegeldrukIedere burger wordt geacht de wet te kennen. Iedere burger weet dat het onmogelijk is alle wetten te kennen. Dat mag echter niet als smoes worden gebruikt om je niet aan de regels te houden. In Nederland is op die stelregel een consequente rechtsgelijkheid van toepassing. Van ministers en rechters, bijvoorbeeld, mag je verwachten dat ze veel meer van de wet weten, dan de gemiddelde burger. Als een minister of een rechter een foutje maakt, dan mag de burger zich beschermd weten en krijgt zo’n functionaris zijn of haar zin niet.

Nederland kent 1871 wetten, 2308 AMvB’s (Algemene maatregel van bestuur) en 5558 ministeriële regelingen. Elke regeling is samengesteld uit een aantal artikelen. De 142 artikelen van de Grondwet kent iedereen natuurlijk op zijn duimpje. Het Burgerlijk Wetboek telt 8 boeken, die samen zo’n 6961 artikelen bevatten. Het Wetboek van Strafrecht telt 479 artikelen. De Wegenverkeerswet heb je na 188 artikelen wel onder de knie. De Rijkswet op het Nederlanderschap zou je moeten kunnen dromen, want die beslaat slechts 27 artikelen.
Maar wel eens gehoord van de Hamsterwet? Gauw lezen, want die zou wel eens van pas kunnen komen in tijden van crisis.

Nu zou ik wel eens willen weten of er een burger is die alle wetten kent en of deze burger er misschien nog een of twee mist. Met zoveel wetten zal alles wel dichtgetimmerd zijn, maar je weet maar nooit. In dit tijdsgewricht is het overigens een onzinnige vraag, want ontregeling gaat het helemaal worden. Het kabinet Rutte I gaat werk maken van het vereenvoudigen en schrappen van wat wetten, Amvb’s en ministeriële regelingen.

Onder Balkenende werd de trend gezet: minder regels, meer eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Dat laatste vertaalde zich in een populair geworden alternatief voor wetgeving: de gedragscode. Het grappige, of treurige zo je wilt, is dat er niet alleen gedragscodes voor nieuwe fenomenen worden ontwikkeld. Je kunt je nog iets voorstellen bij een gedragscode voor sociale media, omdat het om een kersvers verschijnsel in de samenleving gaat. Maar er worden ook gedragscodes opgesteld, ter aanvulling van de bestaande wetgeving.

In 2004 verscheen het rapport “Alle regels tellen”. In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum  (WODC) en de Directie Wetgeving van het ministerie van Justitie, turfde de vakgroep Bestuursrecht en Bestuurskunde van de  Rijksuniversiteit Groningen de regelgeving die tussen 1975 en 2003 was geproduceerd. Niet alleen nieuwe regelingen, maar ook wijzigingen op die regelingen.
De conclusie was dat er gemiddeld 86 nieuwe wetten en 128 AMvB’s per jaar van kracht werden. Gemiddeld, want er waren jaren van weinig productie en jaren waarin de overheid geen genoeg leek te krijgen van regulering. De onderzoekers merkten op dat de productie van wetten lijkt toe te nemen tijdens een kabinetsperiode. Vlak na het aantreden van een nieuw kabinet lijkt de productie  af te nemen.
Er waren natuurlijk uitzonderingen op die regel. De kabinetten Lubbers II, Kok II en Balkenende I waren mindere regelneven, dan alle andere kabinetten.

De grote vraag is of Rutte I Nederland voldoende zal ontregelen. Het kabinet wil in 2015 een kwart minder regels hebben en denkt volgend jaar de helft van die ontregeling al gerealiseerd te hebben. Die verlichting geldt vooral voor bedrijfsleven. Het CDA bepleit uitbreiding van de regeldrukvermindering voor de zorg, onderwijs en woningbouwcorporaties.
En de burger? Die krijgt er vooralsnog één wet bij, als het aan minister Donner ligt. Hij wil met een spoedwet de uitspraak van de Hoge Raad ongedaan maken, die bepaalde dat een ID-kaart gratis verstrekt moet worden.

Het lijkt er toch een beetje op dat de (gedeeltelijke) wetteloosheid die het kabinet nastreeft, selectief toegepast zal worden. Dat is jammer, want ik zou graag die brave burger willen zijn die geacht wordt de wet te kennen. Dan moeten er wel heel wat worden afgeschaft en uitgedund, anders slaag ik nooit voor een juridisch inburgeringsexamen.

Vervangbaarheid.

EtalagepopJe hebt soms van die nadenkertjes. Een zinnetje waar je even mee bezig kunt zijn. Zo’n zinnetje waarvan je denkt: daar zit iets in. En als je erover nadenkt, weet je niet precies wat er dan in zit, maar het blijft wel hangen.

Ik kwam er een tegen in de roman 1q84, Boek één van Haruki Murakami. Lekker leesvoer bij de pittige verkoudheid, die me al een paar dagen in de greep heeft. De auteur heeft iets met Kafka, het menselijk (on)vermogen en bizarre fantasie. Wat ik tot nu toe van hem heb gelezen, leest als literaire thrillers. Een genre dat moeite doet hoogwaardige literatuur te zijn,maar dat net niet haalt. Naar mijn mening dan. Maar die is natuurlijk even makkelijk te ruilen voor die van een ander. Zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar.

Als de wereld vol was van mensen die niet vervangen kunnen worden, zitten we met een geweldig probleem.

Dat was dus dat zinnetje. Ik kon even niet verder lezen. Wat er dan in een paar seconden aan gedachten door het hoofd raast, kan ik nu nog niet beschrijven. Ja, dacht ik, Goed geschreven, dacht ik. De relativiteit van het leven in een notendop, dacht ik. Om depressief van te worden, dacht ik ook. Is dit nu prachtige filosofie of iets wat op een wandtegeltje hoort, wist ik ook nog te bedenken.

En ik dacht ook: daar moet ik op dit blog iets over schrijven. Maar het zinnetje is al weer opgegaan in de rest van de dag en nu ik er aan terugdenk, vind ik het wel een sterk zinnetje, maar meer kan ik er ook niet over zeggen.
Niemand is onmisbaar. Iedereen is vervangbaar. Het zijn gezegden die tamelijk gemakzuchtig worden gebruikt.  Je gebruikt ze om je eigen bestaan te relativeren. Of om juist het bestaan van een ander tot nietige proporties terug te brengen.

Het is waar. Onze individuele existentie heeft als uiteindelijk doel de dood. Het voortbestaan van de mensheid moet dus wel aan die vervangbaarheid te danken zijn.
Het is waar. Ik zou niemand willen missen, maar als er eentje sterft, weet ik dat op de lange duur zelfs de herinnering aan iemand steeds vager zal worden.
Het is niet waar. Want er zijn inmiddels ook wat mensen verdwenen, waarvan ik denk dat de wereld ze heel erg nodig heeft.

Dwang is goed voor de samenleving

InrichtingGoed voor de samenleving, goed voor de patiënt en goed voor de GGZ. Zo motiveert de directeur van GGZ Rivierduinen het idee meer mogelijkheden te krijgen om zwaar schizofrene zorgmijders gedwongen te behandelen. Een schot voor de boeg?
Volgende week wordt het inspectierapport verwacht, waaruit moet blijken of Rivierduinen iets te verwijten valt bij de behandeling van de Alphenaar, die in april een bloedbad aanrichtte in een winkelcentrum. Misschien zal uit het rapport blijken dat er wel signalen waren, maar dat de behandelaars beperkt waren in hun wettelijke middelen om de jongen op te sluiten.

Zwaar gek zijn is geen aanleiding iemand gedwongen op te sluiten of gedwongen te behandelen. Wie de informatie op de voorlichtingssite “Dwang in de zorg” eens goed doorneemt,  zou tot de conclusie kunnen komen dat er genoeg regelgeving is mensen aan te pakken die door het lint gaan. De leidraad is immers dat iemand een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving moet zijn. Als iemand op straat staat te schreeuwen en met vuilnisbakken loopt te gooien, lijkt dat het geval.

In de praktijk hoeft dat niet tot een gedwongen opname te leiden. Eerst moet worden vastgesteld wat er precies aan de hand is. Het kan even goed om een gefrustreerde dronkaard gaan, die na een goed gesprek op het politiebureau tot inkeer komt en verder thuis de boete of de rechtszitting af kan wachten.
Gaat het wel om iemand die, bijvoorbeeld, in zijn psychose de marsmannetjes van zich af wil houden door met straatmeubilair te smijten, ligt een gedwongen opname meer voor de hand. Maar eenmaal opgenomen, hoeft het niet tot een behandeling te komen.

Regelmatig ervaren burgers en hulpverleners de huidige wetgeving als te beperkt. Ze zien rampspoed aankomen, maar moeten vaak wachten tot het zover is. Als je een ‘verwarde man’ eerder bij zijn kladden kan grijpen, kan dat dus goed zijn voor de samenleving, goed voor de patiënt en goed voor de GGZ.
Goed voor de samenleving? Zeker. Het is geen prettig gezicht als iemand door het lint gaat. Dat nodigt niet uit voor een praatje, laat staan een knuffel.  Dat is al zo bij iemand die zijn eigen huisraad molesteert, dat is helemaal zo bij iemand die in het rond gaat schieten. Een idioot wordt nog getolereerd als hij het verkeer gaat regelen, maar het houdt op als hij met de auto’s gaat lopen gooien.

Goed voor de patiënt? Daar verschillen de meningen over. De patiënten zelf zien meestal niks in dwang, maar als het aan sommige mensen ligt, hebben die patiënten daar niets over te zeggen. Toch zijn er, op grond van voortschrijdend inzicht, ideeën dat het beter is dwang zoveel mogelijk uit te sluiten. Het vergroot de kans op betere behandeling.
In februari hebben GGZ-organisaties en het ministerie van Volksgezondheid daarom een intentieverklaring ondertekend om “effectieve alternatieven aan de patiënt aan te bieden”. Men wil het aantal dwangmaatregelen tijdens opnames beperken, omdat er ook betere methoden zijn dan isoleercellen en Zweedse banden.

Ook voor gedwongen opnames zijn er misschien andere wegen. De “acceptatie voor dwang” wordt misschien groter als de patiënt zelf het belang ervan inziet. In 2008 werd de wet BOPZ (bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen) verruimd met de zogenaamde zelfbindingsmachtiging. Een machtiging waarmee de patiënt zelf aangeeft gedwongen te willen worden opgenomen wanneer de situatie verslechtert. Sindsdien hebben maar weinig patiënten hiervan gebruik gemaakt. Misschien valt het ze makkelijker als de behandeling thuis of poliklinisch ondergaan kan worden. De overheid heeft hiertoe een wetswijziging in voorbereiding.

Goed voor de GGZ? Wat bedoelt de directeur van GGZ Rivierduinen daar nou mee? In het licht van het Alphendrama zou bedoeld kunnen worden dat hulpverleners niet moedeloos moeten aanzien dat ze een tikkend tijdbommetje moeten laten lopen. Volgens collega’s van GGZ Bouman in Rotterdam, wordt die situatie alleen maar erger door de bezuinigingen. De organisatie denkt zo’n duizend patiënten de straat op te moeten sturen en dat hun gezondheid achteruit zal gaan.
Ziet GGZ Rivierduinen in verruiming van de criteria voor dwangopnames een manier om toch patiënten binnen te houden of te krijgen? Een kwaadaardige opmerking, ik geef het toe. Maar verruiming van de criteria lijkt mij niet nodig,want van de huidige regelgeving wordt al ruim gebruik gemaakt.

Van 2002 tot 2009 is het aantal dwangopnames met 42 procent toegenomen, meldt het Trimbosinstituut in de GGZ-tabellen (pdf –bldz. 46 en 47). Concreet: ruim 13.112 dwangopnames in 2002 en 18.671 in 2009. Even gek geredeneerd: een toename van 36 naar 51 per dag.
Eén van de oorzaken van die stijging is een eerdere verruiming van de wet BOPZ, namelijk de invoering van de voorwaardelijke machtiging in 2004. Dit houdt in dat de rechter ook kan besluiten dat een patiënt niet wordt opgenomen in een instelling, als hij zich maar houdt aan bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld het innemen van medicijnen. De meest gebruikelijke dwangopnames, op last van de rechter of de burgemeester, zijn echter ook toegenomen.

Als verruiming van de criteria voor dwangopnames goed is voor de samenleving, dan is de samenleving het spoor goed bijster. Het is al eerder gezegd en geschreven: angst leidt tot het accepteren van maatregelen, die incidenten als in Alphen niet zullen voorkomen. Angst kan wel heel goed zijn voor de GGZ, als u begrijpt wat ik bedoel.

God uit de troonrede?

BedeHet weblog Retecool is het burgerinitiatief “God uit de troonede” gestart. Een poging de scheiding van kerk en staat te vervolmaken. Een initiatief dat ik van harte ondersteun en wel hierom:

Hoewel religie nog steeds een duidelijk aanwezig element in de samenleving is, het aantal mensen dat er een boodschap aan heeft neemt al jaren af. Volgens het CBS is het christelijk deel der natie de laatste tien jaar gekrompen van 51 naar 44 procent van de bevolking. Dat alleen al zou reden moeten zijn religieuze uitingen uit overheidsstukken te schrappen. De overheid is er immers voor alle burgers.

De slotzin uit de troonrede zal door velen als een even ceremonieel relikwie worden gezien als de troonrede zelf. Hare Majesteit wenst het kabinet veel sterkte. De mate waarin de kracht uit goddelijke inspiratie moet worden gehaald, is nooit helemaal uit de troonrede verdwenen, maar werd wel in net iets andere bewoordingen worden genuanceerd.
In 1980 sprak de koningin: “U mag erop vertrouwen dat velen U wijsheid toewensen en om zegen voor U bidden”. In 1983 veranderde dat in “Van harte wens ik U toe dat Gods zegen op Uw werk rust”. Dat bleef zo tot in 1994 ineens weer het  “(…) in het vertrouwen dat velen met mij u wijsheid toewensen en om zegen voor u bidden” werd uitgesproken. Een toch wat neutralere formulering, waarin gelovigen en ongelovigen een plaats kregen.

In 2002 werd de slotzin weer aangepast. Op initiatief van Balkenende keerde Gods zegen terug in de troonrede. Het christelijke dagblad Trouw peilde de lezers en vroeg hen of het gesteggel over “god in de troonrede” beëindigd kon worden, door het aan de koningin over te laten en niet aan wisselende minister-presidenten.
Hoe dan ook, sinds 2002 sluit elke troonrede af met “U mag zich daarbij gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden”.

De troonrede is nog steeds een regeringsverklaring die wordt opgesteld door de minister-president. De slotzin suggereert een persoonlijke boodschap van hare majesteit aan het kabinet, maar formeel en juridisch is het dat niet. Natuurlijk mag ook de koningin bidden wat ze wil. Van mij mag ze dat ook in het openbaar doen. Ze heeft er volop de gelegenheid voor bij elk prinselijk huwelijk, bij elk te dopen nazaatje of bij het doorknippen van een lintje bij de opening van een nieuw gebedshuis.
In de troonrede spreekt ze echter namens  een regering die voor heel het volk wordt geacht te werken en die al vanaf 1795 zegt de kerk buiten de staat te houden. Maak dat eindelijk eens duidelijk door de “gratie gods” uit de wetteksten te schrappen en de bede uit de troonrede te gooien,

Wie het daar mee eens is, kan nu de petitie van Retecool tekenen. Je moet maar denken dat je zo de regering helpt haar staatsrechtelijke principes waar te maken.

Opm: Een variant op dit artikel verscheen vandaag ook op GeenCommentaar. Gauw lezen, want morgen gaat GeenCommentaar op in Sargasso. Afscheid van een roemrucht tijdperk en het begin van een mooie, nieuwe samenwerking. De bijdrasgen van P.J. Cokema (mijn (pseudoniem op GeenCommentaar) zul je vanaf morgen dus op Sargasso vinden.

Het is het geld, sufferd!

AntisthenesBloggers tikken niet alleen, ze lezen ook wel eens wat. Zo verdiepte Stroomopwaarts zich in een stukje filosofiegeschiedenis en ontmoette de Griekse cynicus Antisthenes. Die heeft ooit iets gezegd, dat volgens Stroomopwaarts behoorlijk actueel is.

Ik neem het citaat ongevraagd over. Antisthenes legde uit waarom hij een voorstander van wettelijke ordening was: Op de eerste plaats ontstaat er uit wettelijke ordening vertrouwen dat voor de mensheid in haar totaliteit van groot nut is (…). Op grond daarvan is geld een geaccepteerd middel en daarvan is er, zelfs als er maar weinig is, dan voldoende, als het maar circuleert, terwijl geld zonder vertrouwen nooit toereikend is, zelfs niet als er veel van is.

Niet gek dat de collega-blogger er enige actualiteit in ziet. Wie even doordenkt, snapt waarom het consumentenvertrouwen wordt gemeten. Dat daalde deze week dramatisch. In het licht van Prinsjesdag, is dat niet verwonderlijk. Het kabinet is van plan heel wat geld uit circulatie te nemen, door het mensen af te nemen, die het geld graag hadden willen uitgeven aan tamelijk noodzakelijke dingen. Dat levert dan weer salarissen op voor degenen die de noodzakelijk dingen produceren. En zo hebben houden al die mensen ook geld over voor, pakweg, een leuk bankstelletje. Weet u hoeveel mensen leven van hert produceren, vervoeren, verkopen en opknappen van leuke bankstelletjes?

In die circulatie dreigt de klad te komen, kon iedereen met eigen ogen lezen in de uitgelekte Prinsjesdagstukken. En ja, toen stortte het consumentenvertrouwen in. Zeker toen de penningmeester van het kabinet zei dat het misschien nog veel erger gaat worden met de economie.

Geld is slechts een hulpmiddel. Er is genoeg van, zei Antisthenes, als het maar circuleert. Dus waarom zou er bezuinigd moeten worden, omdat een paar bange speculanten de beurzen laten kelderen? Waarom geld weghalen bij consumenten, omdat een paar banken zich verrekend hebben? Welk deel van de economie is eigenlijk het belangrijkst?

Het antwoord van Rutte I: de financiële economie. Rutte heeft ook een paar leuke bankstelletjes op het oog. Bankstelletjes die niet zo heel goed op ons geld hebben gepast. Dat geld, was op een paar bonussen en gouden handdrukken na, ineens verdwenen. Toen hebben Balkenende en Bos gauw wat geld gestort. Anders waren we die bankstelletjes kwijt. Rutte vaart diezelfde koers.
In dat gedeelte van de economie circuleert het geld dus prima. Voor een deel een fictieve economie. De economie van hard werken en het loon uitgeven aan brood en spelen, de echte economie dus, zal het met minder moeten doen.

Nogmaals: geld is een hulpmiddel. Het zou de dagelijkse orde makkelijker moeten maken. Zolang dat zo is, hebben mensen wel vertrouwen. Geld kan het probleem niet zijn, ook als er weinig van is.. Als Rutte zijn klassieken kent, zou hij beter moeten weten. Helaas mikt hij op het verkeerde circulatiecircuit.
Hoewel? Met die Grieken is het niet echt goed gekomen.

De tegenbegrotingen

BegrotingOp GroenLinks na, heeft de volledige oppositie een tegenbegroting on-line staan. De alternatieven zijn iets socialer en wat groener dan de Miljoenennota van Rutte I. Ter stimulering van de economie deelt de oppositie financiële prikkels uit op net iets andere terreinen dan het kabinet.  In plaats van uitbreiding van het wegennet, ziet de oppositie meer heil in versterking van onderwijs. Om het maar eens heel kort door de bocht samen te vatten.
De tegenbegrotingen van D66 (Worddocument), de PvdA, de SP en de CU (allen in pdf) hebben één ding gemeenschappelijk met het kabinet: de staatsschuld beperken. De SP komt op een wat hogere staatsschuld uit dan kabinet en de andere partijen.

Om de staatsschuld een beetje onder controle te houden, moet ook de oppositie dus net zozeer schuiven met postjes als het kabinet dat doet. Het mag er dan allemaal wat vriendelijker uitzien, ook in de tegenbegrotingen worden alle voordeeltjes gecompenseerd door nadeeltjes, waar niet iedereen even blij mee zal zijn.
Dat is ook niet te doen, als je er vanuit gaat dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor de staatsschuld. De staatsschuld staat zwaar onder druk door de crisis. Zowel in de plannen van het kabinet, als in de alternatieven wordt amper meer gerept over de oorzaak van de crisis en oplossingen vooreen volgend debacle. Het gaat alleen nog over een uitweg uit de schulden.

Voor D66 is het helder: “Zowel banken (te veel risico genomen), als overheden (te grote overheidsschulden), als individuele burgers en bedrijven (te veel schulden in hypotheken en leningen) hebben een aandeel in de oorzaken van deze crisis”. Met die stelling schurkt D66 dicht tegen de visie van het kabinet aan. Allemaal schuld, dus moeten we er allemaal wat van voelen, volgens Rutte I. En daar is het kabinet eigenlijk nog veel te laks mee, vindt Pechtold, die het crisisverhaal verder overslaat en de vergrijzing als belangrijkste risicofactor opvoert.

De PvdA is het volledig eens met Rutte I dat “de overheidsfinanciën houdbaar zijn en dat bestedingen van de overheid doelmatig en zuinig zijn” en is “voorstander van een begroting die de rijksfinanciën in evenwicht brengt”. Waarna de accentverschuivingen genoemd worden.
De ChristenUnie vindt dat we allemaal moeten leren van de crisis (Never waste a good crisis) omdat “we ons niet gedragen als een rentmeester van de schepping, maar als roofbouwer” en ziet in de crisis kansen om die mentaliteit nu eens voorgoed aan te pakken.
De SP stelt als enige dat “deze crisis niet kwam door een te grote publieke sector maar door een te grote financiële sector”. De SP wil daarom dat “de financiële sector een groot deel van de rekening betaalt in plaats van de publieke sector”.

Waarmee al duidelijk wordt waarom de oppositie niet met een krachtig, gemeenschappelijk alternatief komt. PvdA en D66 weten uit (regerings)ervaring dat een kloppende boekhouding op meer complimenten kan rekenen, dan uit het cashen van bevlogen idealen.
Natuurlijk is het onverstandig het huishoudboekje niet orde te hebben. Dat neemt niet weg, dat er ook een antwoord nodig is waarom dat huishoudboekje herhaaldelijk in de rode cijfers komt. Maar we zullen het niet snel eens zijn over een herziening van samenleving en economie. De tegenbegrotingen mogen dan ook worden gezien als goedbedoelde pogingen, de samenleving wat vrolijker door de modder te helpen.

De tegenbegrotingen gaan vooral over een andere manier van bezuinigen. Daar valt veel voor te zeggen, want de kaasschaafmethode is niet alleen onrechtvaardig, het is te betwijfelen of die methode ook effectief is. Meer snoeien dan investeren zou, volgens sommigen, de economie er ook niet op vooruit helpen.
In de tegenbegrotingen wordt te weinig of geen aandacht besteed aan de vraag hoe noodzakelijk de bezuinigingen zijn. Zijn er wel redenen voor de huidige bezuinigingen, vroeg ik mij in juni hier af. De staatssteun aan banken is voor een groot deel afgelost, er zijn ook meevallers en niet de publieke sector maar de kredietcrisis zette de Maastrichtnorm onder druk.

Dus ja SP, de banken betalen hun schulden, met dikke rente, al terug. En, PvdA en D66, waarom die Zalmdoctrine handhaven (meevallers niet meerekenen) en waarom geen, tijdelijke overschrijding van de Maastrichtnorm? Goed rentmeesterschap, beste CU, is iets dat in voor- en tegenspoed de aandacht verdient.
Eerst maar een duidelijk krijgen hoe hard die bezuinigingen nodig zijn, in plaats van ieders ideologische agenda afficheren als een kans om uit de crisis te komen.

Sinterklaas op Prinsjesdag

KlazenMet update van de OnrustMonitor 2011.
Er zijn geen verrassingen meer te verwachten op Prinsjesdag. Morgen zal Hare Majesteit haar rondje rijden, de troonreden zal amper nieuws bieden en dan is het feest weer voorbij. Het publiek zal weer uitbundig naar de Gouden Koets zwaaien en de pers zal uitermate geïnteresseerd zijn in de hoedjes van de dames politici.

Geen verrassingen dus. Of toch? Uit betrouwbare bron hebben wij vernomen dat Sinterklaas zich in grote getale rond de Hofvijver zal verzamelen. De Klazen zijn blij en ze zijn boos. En wel hierom.
De Klazen zijn blij dat hun  mantels niet onder de boerkawet zullen vallen. Gelukkig maakt het kabinet een uitzondering voor de Sinterklaasjurken.
De Klazen zijn boos omdat Rutte zijn belofte niet nakomt.  Dit prachtige land zou terug gegeven worden aan de burgers, maar uit de Miljoenennota blijkt heel iets anders.  Zo ga je niet om met kadootjes.  De Klazen vrezen dat het gulle geven zo in diskrediet wordt gebracht. Straks gelooft niemand meer in mij, verklaarde de enige echte Klaas.

Die betrouwbare bron is een groteske fantast.  Toch zullen er rond Prinsjesdag meer mensen naar Den Haag trekken, dan traditionele royaltywatchers. Vandaag vind de manifestatie ‘Stop de stapeling’ plaats.  Een protest tegen het feit dat gehandicapten en chronisch zieken meerdere bezuinigingen over zich heen krijgen.  Onderdeel van de manifestatie is het Nationaal Beraad, waarin maatschappelijke organisaties en vakbonden zijn vertegenwoordigd. Zij willen aantonen hoe lage en middeninkomens getroffen worden door Rutte I.

Dat wordt dan de 176e actie tegen de bezuinigingen, volgens de Onrustmonitor (Exceldocument), die we sinds het aantreden van Rutte I bijhouden. Acties tegen bezuinigingen maken dit jaar voor 73,5%  deel uit van alle maatschappelijke onrust, die onder dit kabinet de kop op stak. Het laatste halfjaar is de onrust flink toegenomen,  met meer demonstraties en grotere acties in april, mei en juni. Onrust03

Welke maatschappelijke onrust verder nog plaats vond en waarom dat met het kabinetsbeleid te maken heeft, kun je lezen in het artikel van juni jl.

Waar tot nu toe vooral per belang en veelal lokaal werd geprotesteerd, is de manifestatie van vandaag de eerste grote actie waar meerdere grote organisaties bij betrokken zijn. Van patiëntenorganisaties tot vakbonden. Van de Raad van Kerken tot Humanitas.  En nu richt het protest zich ook tegen meerdere bezuinigingen.  Een eerste stap naar grotere eensgezindheid?
Nu Rutte I op Prinsjesdag meer duidelijkheid verschaft, wordt die eensgezindheid misschien nog groter. Wat daarbij kan helpen is dat iedereen beseft dat de noodzaak tot bezuinigen minder groot is dan het kabinet doet voorkomen, zoals ik eerder schreef.
En als er dan toch wat gesnoeid moet worden, is de manier waarop twijfelachtig. Niet alleen uit oogpunt van solidariteit, ook qua effectiviteit (zie ook dit artikel).

Hopelijk zal de Tweede Kamer in de komende begrotingsdebatten het kabinet doorzagen over de noodzaak en het nut van de kaasschaafmethode.  Iedereen moet er wat van voelen? Leg dat nu eens heel precies uit,  meneer Rutte.

Twee heren

HerenHeer 1 (voor de kijkers rechts): Ik daag je uit het Europa-pakket niet te steunen.
Heer 2 (voor de kijkers links) : Joh, trek zelf de stekker er uit.

Heer 1: Ik heb niks te trekken, want ik zit nergens in.
Heer 2: Hou dan op met gedogen.

Heer 1: Dat kan niet.
Heer 2:  Waarom niet?

Heer 1: We hebben een herenakkoord.
Heer 2: Daar staat toch in dat jullie het niet over alles eens zijn?

Heer 1: Aan je ogen mankeert niks.
Heer 2: Nou dan…..

Heer 1: Niks, nou dan. We hebben ook afgesproken elkaar te respecteren.
Heer 2: Ja, ten koste van Henk en Ingrid.

Heer 1: Van wie?
Heer 2: Henk en Ingrid.

Heer 1: Oh ja, die was ik even vergeten.
Heer 2: Ze zijn wel jouw Henk en Ingrid.

Heer 1: Ja, ja, dat weet ik heus nog wel.
Heer 2: Die worden behoorlijk genaaid.

Heer 1: Ja hoor eens, iedereen moet er wat van voelen.
Heer 2: Hé, da’s jouw tekst niet!

Heer 1: Nou en?
Heer 2: Henk en Ingrid zullen zich wel goed beroerd voelen.

Heer 1: Geeft niks, ik heb extra verplegend personeel voor ze geregeld. Ze worden goed verzorgd.
Heer 2: Ben jij er van af.

Heer 1: Als je dat zo erg vindt, waarom steun je dan al dat geld dat naar de nieuwe moslims gaat?
Heer 2: Hè? Zijn er nieuwe moslims?

Heer 1: Jawel. De Grieken!
Heer 2: Man, dat zijn helemaal geen moslims.

Heer 1: Kan zijn, maar er gaat een hoop geld aan op. En jij doet daar niks aan.
Heer 2: Waarom doe je dat zelf niet? Jij kunt toch zeggen: tot hier en niet verder?

Heer 1: Dat zeg ik ook.
Heer 2: Maar je verbind er geen consequenties aan.

Heer 1: Nee, dat mag jij doen.
Heer 2: Ik zit niet in een positie om consequenties af te dwingen.

Heer 1: Nee, jammer hè? Lekker puh!
Heer 2: Als je een vent bent, trek je de stekker er uit.

Heer 1: Ik wacht gewoon op 2012. Het jaar van de waarheid.
Heer 2: De waarheid? Was dat niet een communistisch krantje?

Hulpmiddelenreclame

BunuelVoor minstens 5000 dollar kun je reclameruimte huren op het kunstoog van de Canadees Robert Lee. De onfortuinlijke man raakte door kanker een oog kwijt. Nu mogen mensen bieden om reclame op zijn nieuwe kunstoog te laten monteren.

Het idee komt precies op tijd. Nederland is bijna net zo failliet als Griekenland. Niet door de crisis, maar door de zorg.  Er kan niet genoeg bezuinigd worden, om dit prachtige land weer gezond te krijgen. Bezuinigen betekent dat mensen zelf meer moeten betalen en dan zul je altijd zien dat er wordt gezeurd over de koopkracht.

Ons soort economie heet een economie van kansen te zijn. Als je maar ondernemerschap toont. Eigen verantwoordelijkheid en zo. De kunstsector zal zichzelf moeten zien te bedruipen. Dat kan, denken sommigen door beter reclame te maken, publiektrekkende projecten te verzinnen en sponsors aan te trekken.

Die gouden aanpak kan natuurlijk door elke burger toegepast worden. Wie een rollator nodig heeft, gaat op zoek naar bedrijven die hun reclamebordje aan het wagentje willen hangen. Krukken kunnen opgetuigd worden door reclameplaatjes en het gips om je gebroken been laat je niet meer door je vrienden vol kliederen, maar door een reclamebureau.
Het idee is wat lastiger toepasbaar op de niet zichtbare hulpmiddelen.  Mensen met een pacemaker kunnen wel een t-shirt dragen, waarop vermeld staat welk bedrijf het apparaat mede mogelijk heeft gemaakt. Beter is het om gewoon sandwichborden om te hangen. “Ik koos voor een kunstheup van ArtHipWalking, mede mogelijk gemaakt door Unileverancier”.

Het Rgb (reclamegebonden budget) heeft twee voordelen. Mensen maken hun eigen zorg betaalbaar. En iedereen kan zo zien welke burgers zo onverantwoordelijk met hun gezondheid om hebben gesprongen.