De rol van de Koningin.

Monarchie De Tweede Kamer debatteert over de rol van de Koningin.

Minister-president: “Ik wil de geachte afgevaardigden er wel op wijzen, welke belangrijke rollen ons staatshoofd voor dit land speelt”.
Afgevaardigde 1: “Ah, u geeft dus toe dat het maar een spelletje is”.
Afgevaardigde 2: “Rollen, zei u? Rollen? Om hoeveel rollen gaat dat in hemelsnaam dan wel?”
Afgevaardigde 3: “Ja, ja, uit de kassarolletjes van commissie Zalm bleek al hoe duur dat theater is”.

Minister-president: “Ik geef niks toe. En, om maar eens een rol te noemen, zonder de koningin zouden wij geen monarchie zijn. Tevens wijs ik er op dat wij voornemens zijn op theater te bezuinigen”.
Afgevaardigde 1: “U geeft niks toe. Mooi, dat betekent dat u er ook niks aan afdoet”.
Afgevaardigde 2: “Maar wilt u dan de hoofdrollen van de bijrollen scheiden?”
Afgevaardigde 3: “En wat gaat dan de Rutte-norm voor een staatshoofd worden?”

Minister-president: “Ik ga hier geen woordspelletjes spelen. De monarchie is een rol, daar valt niets in te onderscheiden. En wat normen betreft: wij geloven in zelfregulering. De Koningin is prima in staat zichzelf te reguleren”.
Afgevaardigde 1: “Woordspelletjes? Maar wij worden toch geregeerd in naam van de Koningin? Als wij slechts in naam worden geregeerd, lijkt mij de conclusie gerechtvaardigd dat het maar een spelletje is”.
Afgevaardigde 2: “U bedoelt dat linten knippen even belangrijk is als lintjes uitdelen?”
Afgevaardigde 3: “Hoorde ik u nou zeggen dat de Koningin in prima staat is? Hoe komt dat? Mogen wij weten hoeveel onderhoudskosten daarmee gemoeid zijn?”

Minister-president: “Ik kan u wel zeggen dat ik het een hele eer vindt, in naam van de Koningin te regeren. Verder moet u de Koningin als één belangrijke rol zien. En afgevaardigde 3 raadt ik aan zijn oren beter te onderhouden”.
Afgevaardigde 1: “Gaat u mij nu vertellen dat u naar de pijpen van mevrouw de monarch danst?”
Afgevaardigde 2: “Nou ja zeg. Decorum is toch niets meer dan een rol behang? Dat noemt u belangrijk?”
Afgevaardigde 3: “Ik laat in ieder geval mijn oren niet hangen naar een rolmodel”.

Minister-president: “Ik kan u geruststellen. Ik kan absoluut niet dansen. En de rol van Hare Majesteit houdt de natie bij elkaar. Een rol waar afgevaardigde 3 nog een voorbeeld aan kan nemen”.
Voorzitter: “Geachte afgevaardigden, genoeg gezegd. Er staat nog meer op de rol, dus laten we overgaan tot stemming. Wie wil de rollen omdraaien?”

Voorzitter: “Met 24 stemmen voor, blijft de rol van de Koningin staan. We gaan over tot de orde van de dag”.

Het echte nieuwe werken.

Nieuwe werken Vandaag de laatste bijeenkomsten van de Week van het Nieuwe Werken. Een promotiecampagne om het nieuwe werken op te stoten in de vaart der volkeren. Voor wie het nog niet weet: het nieuwe werken betekent werken wanneer je wil en waar je wil.

Het heeft allerlei voordelen. Mensen kunnen files ontlopen, kunnen werk en zorg voor de kinderen combineren, minder werkplekken in kantoren, meer arbeidsvreugde. Goed voor milieu, kostenbesparing voor de werkgever en meer tevreden werknemers.
De nadelen maken veel mensen nog zo huiverig dat dit nieuwe ideaal niet op grote schaal al is ingevoerd. Hoe weet een werkgever dat iemand thuis niet uit zijn neus zit te peuteren? De ict-voorzieningen moeten worden aangepast. En sommige werknemers denken de gezelligheid van de collega’s te missen.

Voorlopig komt men niet veel verder dan flexwerken en neo-kantoortuinen. Flexwerken wordt in mijn organisatie verkocht als een manier om collega’s die van diversiteit houden, de kans te bieden wisselende werkzaamheden aan te bieden. Het is echter een middel geworden om de gaten te vullen, die zijn ontstaan nadat door bezuinigingen collega’s zijn ontslagen en invalkrachten niet meer mogen worden ingezet. Ook de collega’s die niet zo’n behoefte aan diversiteit, hebben worden gedwongen te flexwerken. Verkeerde toepassing van een ideaal.
En ja, niet elk kantoor, niet elke stoel is 24 uur per dag bezet. Maar om dan maar alle werkplekken te verzamelen in een grote hal, opgeleukt met planten, een aquarium en een koffiebar? Je moet dan elke keer onthouden de foto van je gezin mee te nemen, waarmee je jouw plek een eigen tintje gaf.

Het nieuwe werken is vooralsnog een middel om besparingen door te voeren. Besparingen op kosten, op milieu en energie. Het moet ook goedkoop worden ingevoerd, dus komen alleen die baantjes in aanmerking die het minste kosten aan veranderingen in infrastructuur en werkroosters.
Lopende bandwerk past niet in de huidige opvattingen van het nieuwe werken. Leuk als de werknemers een deel van de tijd thuis werken, maar het is niet te doen om de lopende band van de fabriek naar ieders huis te leiden. En we zitten ook niet te wachten op een vuilnisman, die de troep pas ophaalt als hij klaar is met het verzorgen en naar school brengen van zijn kinderen.
Het nieuwe werken is dus alleen voor dat deel der werkenden, dat toch al een comfortabele bureaustoel onder de kont heeft. Creëren we zo niet een nieuwe elite onder de werknemers?

Werken wanneer en waar je wil. Waarom wordt dat principe gekoppeld aan kostenbesparingen en reorganisaties? Waarom kan dat principe niet op zichzelf staan en voor iedereen gelden? Het lijkt mij tenslotte een ideaal dat iedereen wel wil naleven. Eigenlijk zou het echte nieuwe werken niet alleen over wanneer en waar moeten gaan, maar ook over wat. Het werk doen dat je wil.

Dat wordt een rommel, natuurlijk. Ik verwacht niet dat iedereen brood gaat bakken. Bovendien ontstaat er dan een tekort aan kaasmakers. Wat wel kan, is het nieuwe werken in handen van de werkenden leggen. Laat het de mensen op de werkvloer zelf bepalen. Er zijn experimenten bekend waar het uitstekend ging, als mensen zelf de dienstroosters samenstelden.
In de positieve psychologie (zie mijn gastlog op GeenCommentaar) kent men één factor, die mensen tot bevlogen, dus productieve werknemers maakt. Autonomie. Zelfbeschikking over je eigen werk. De term werknemers zou veranderd moeten worden in werkhebbers. Mensen hebben werk aan te bieden. Dat waar ze goed in zijn en dat wat ze graag doen. Bovendien hebben ze zelf prima ideeën over de inrichting van de werkplek, over milieubesparende oplossingen, over kostenbesparingen.

Het echte nieuwe werken is de volledig autonomie van hen die werken.

Is zelfregulering effectief?

Zelfregulering Ongeruste ouders in Utrecht halen opgelucht adem. De Reclame Code Commissie oordeelde dat bierreclame niet is toegestaan bij het sportveld waar hun kinderen spelen. Omdat meer dan een kwart van de toeschouwers uit minderjarigen bestaat, was de bierreclame in strijd was met de Reclame Code.

Leuk dat de ouders en de Reclame Code Commissie een succesje boeken. Ik vroeg me af: helpen zulke uitspraken wel? Wat is het succes van zelfregulerende zaken als de Reclame Code?
De bierreclame is inmiddels verwijderd, dus ja, wat dat betreft heeft zelfregulering geholpen. Je vraagt je wel af waarom de sportclub en de bierbrouwer vooraf niet even de gedragscode over alcoholreclame rond sportvelden er op na geslagen hebben. Nu heeft het alleen maar tot vervelende reclame geleid.

Leiden zelfregulerende gedragscodes ook tot de maatschappelijk gewenste effecten? In dit geval: zet de jeugd het minder op een zuipen? In een tijd waarin plan-do-check-act cyclussen gemeengoed zijn, zal er dus makkelijk een antwoord op die vraag gevonden kunnen worden.
Niet dus. Er wordt wel veel meer onderzoek gedaan naar de invloed van reclame op de jeugd, maar nauwelijks naar effecten van gedragscodes voor alcoholleveranciers, snoepventers en vetverkopers.

De STIVA, de Stichting Verantwoord Alcoholgebruik, opgericht door de gezamenlijke producenten en importeurs van drank, stelt dat jongeren
wel minder zijn gaan drinken. De club bestreed een onderzoek naar de invloed van alcoholreclame tijdens het EK voetbal van 2008. De TU Twente had wat jongeren gevraagd of de drankreclame hen wat deed en concludeerde dat ze er best wel gevoelig voor waren.
Dat onderzoek werd verricht in opdracht van STAP, het Nederlands Instituut voor alcoholbeleid. Ook al zou STIVA gelijk hebben en er minder jongeren drinken, volgens STAP drinken ze dan wel stevig. Het aantal kids met alcoholvergiftiging is toegenomen.

Van de Reclame Code Commissie wordt je niet wijzer. Daar zijn alleen de uitspraken te vinden, die naar aanleiding van klachten zijn gedaan. Geen gegevens over de impact van de commissie, wat betreft de gewenste maatschappelijke resultaten.
Maar waarom niet? De Stichting Reclame Code is tenslotte opgericht door adverteerders, reclamebureaus en media. Bedoeld om verantwoord reclame maken te bevorderen. Okee, dat is een wat ander doel dan jongeren redden van de drank. Toch denken overheid en bezorgde ouders dat verantwoorde reclame kan bijdragen aan een gezonde opvoeding. Een onderzoek dat die stelling bewijst, komt toch ten goede aan de gezamenlijke adverteerders en hun eigen gedragscodes?
Het feit dat de Reclame Code Commissie het redelijk druk heeft, zegt iets over het beperkte effect van de preventieve werking die gedragscodes beogen. Misschien dat daarom nog geen grondige evaluatie heeft plaatsgevonden?

In Europees verband wordt er nog nader op gestudeerd. De
voorlopige conclusies (pdf!) zijn dat de lidstaten wel geloven in positieve effecten van zelfregulering, maar echte bewijzen over het verband tussen zelfregulering en maatschappelijke resultaten zijn er niet.

Nu staat drank en jeugd centraal in dit artikel, maar gedragscodes vinden we tegenwoordig op alle terreinen. Maar nergens iets te vinden over de effecten op de samenleving. De vraag is relevanter dan ooit, want de komende vier jaar worden we geregeerd door een kabinet dat sterk in zelfregulering gelooft.
Misschien heb ik nog niet ver genoeg gezocht. Wie kent een voorbeeld van een grondig geëvalueerde gedragscode en wat waren dan de bevindingen? Is er in het woud van gedragscode ergens een bloeiend boompje te vinden of is het allemaal dood hout?

Helden op sukkels

Helden Werken is niet zomaar wat doen. Je moet het ook goed doen. Gaat het fout dan kom je akelig in het nieuws. Dat wil zeggen: de sector of bedrijf of organisatie waar je werkt. De crisis danken we aan “de banken”. Jaarlijks overlijden er nog teveel mensen omdat iets niet goed gaat in “de zorg”. In het nieuws is de menselijke fout geïnstitutionaliseerd.

Begrijpelijk dus, dat de “individuele verantwoordelijkheid” zo vaak ter sprake komt? In welk zorgzaam, efficiënt, foutloos paradijs zullen we leven, als iedereen die verantwoordelijkheid neemt?
Wie geen verantwoordelijkheid neemt, draagt schuld. En schuld leidt tot boete. Dat vindt niemand leuk, dus zie je dat mensen geneigd zijn de schuld overal te leggen, behalve bij zichzelf.

Voor alle duidelijkheid: mea culpa! Ik meen een hoog verantwoordelijkheidsgevoel te hebben, ik vind dat ik mijn stinkende best doe op mijn werk, toch maak ik wel eens een fout. En ja, dan zijn de rapen gaar. Als de gemeente niet bezuinigt, werk ik niet onder stress en maak ik geen fout. Als de managers wat meer op de werkvloer rondlopen, zouden ze besluiten nemen waadoor ik geen fouten kan maken. Enzovoorts. Met andere woorden: ik ben best bereid een fout toe te geven, maar de oorzaak van die fout ligt noooooit bij mijzelf.

Hulde dus aan de individuele verantwoordelijkheid? Maar natuurlijk! Als niemand een fout maakt, heeft ook niemand er last van. Van de klaagcultuur blijft dan alleen cultuur over. Wie in een foutloze maatschappij nog klaagt, kan dan terecht verweten worden een mauwende misantroop te zijn.
Geen Youp van ’t Heks meer, die foute helpdesks aan de schandpaal nagelen. Geen rapportenlijstjes meer van beste en slechtste ziekenhuizen. Nooit meer een crisis en iedereen altijd een flinke bonus, omdat iedereen het altijd goed doet.

Zover is het nog niet. Elke dag gaat er ergens wat mis. En dat wordt aangepakt ook. Klagen beschuldigen en straffen is de meest voorkomende methode. Daarnaast de positivistische tegenhanger: beloon de goede voorbeelden. Prijs degenen die met eigen initiatief en verantwoordelijkheid een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van het aardse paradijs.
Het ministerie van VWS stimuleert de eigen verantwoordelijkheid en laat het publiek stemmen op de Zorgheld van het jaar. Zorghelden zijn medewerkers in de zorg, die ideeën verzinnen om ondanks de administratieve rompslomp, toch meer tijd te creëren aan het directe patiëntencontact. Tot 22 november kun je op een van de drie genomineerden stemmen.
Belangenvereniging Ypsolon, beloonde het Utrechts Medisch Centrum, voor hun verbeterde begeleiding van familie van patiënten.

Op de hier linksboven afgebeelde sokkel staat een vraagteken. Moet daar nou een schandpaal staan voor de foutenmakers of een standbeeld voor alle helden die het goed doen?
De een zal zeggen: goed voorbeeld, doet goed volgen. Een standbeeld dus. Een ander beweert dat je van je fouten kan leren. Zet de schandpaal dus in het zonnetje. De relativisten op christelijke grondslag zullen wijzen op de balk en de splinter. De nihilisten zullen zeggen: als niets helpt, doe niets.

In een wereld waar zo vaak zaken misgaan, lijkt het percentage helden op sukkels, erg klein. De mensen die het wel goed doen, zijn dus al gauw een held. Dat heldendom vervlakt natuurlijk, als niemand meer fouten maakt. Voorlopig zullen we het met die helden moeten doen. Ook met de helden die hun dagelijks werk gewoon goed doen, ondanks bezuinigingen, ondanks de fouten van anderen.
Ik zet een vraagteken op de sokkel. Waarom hebben zoveel mensen gestemd op politici die nu die “eigen verantwoordelijkheid” prediken om een boekhoudkundig tekort weg te werken? Foute vraag natuurlijk.

Collegiaal adviesnetwerk.

netwerken Een fraai stukje netwerk. Het nieuwsmedium Nu.nl meldt dat een ander nieuwsmedium, Express.be, over een onderzoek van het Nyenrode Instituut bericht. In het artikel van Nu.nl is het woordje “resultaten” gelinkt. Je verwacht dan via die link bij de onderzoeksresultaten te komen. Natuurlijk op de website van Nyenrode. De link komt uit op het artikel van Express.be. Rechtsonder dat artikel staat: gebaseerd op Nu.nl. Dat netwerkje is dus rond.

Op Express.be geen link naar het onderzoek. Terwijl dat instituut er wel een bericht over heeft, maar ook geen links naar het onderzoek zelf. Daarvoor moeten we bij bureau Zuidema zijn, die het onderzoek heeft uitgevoerd in opdracht van Nyenrode.
Het bureau geeft keurig links naar een samenvatting van de resultaten en naar een eerdere publicatie op Managers Online.nl, die er ruim een week eerder mee was dan NU.nl en Express.be.

Het worldwide web is natuurlijk een wirwar van verbindingen, maar hoe je dat naar je hand kan zetten, dat is de kunst van netwerken. Links in artikeltjes zijn de verbindingslijntjes naar meer informatie. Maar doorlinken naar collega’s is natuurlijk het echte netwerken.
Dus Nu.nl verbindt je met de Belgische tak, die precies hetzelfde meldt en ook nog een terugverwijst naar Nu.nl. Voor de lezers is dat een doodlopend netwerkje.
Nyenrode vergeet te linken naar het onderzoeksbureau, zonder welk het instituut het schokkende nieuws nooit ter wereld had kunnen brengen.

Het schokkende nieuws is: voor collegiaal advies maken mensen nauwelijks gebruik van virtuele netwerken als Linkedin en Twitter. “Een netwerk van sociale structuren is een netwerk van mensen die het prettig vinden om in de persoonlijke sfeer met elkaar om te gaan”,
zegt het onderzoeksbureau. Dat nog wel meer ontdekkingen in petto heeft.

Off-line netwerken worden door professionals dus belangrijker geacht dan on-line gemeenschappen. Als het gaat om adviezen over het werk, zoekt men het vooral op de eigen werkvloer. Men raadpleegt eerder en vaker collega’s of leidinggevenden, dan vrienden of familie.
Vriendennetwerken worden dan weer eerder buiten het werkveld opgebouwd. De meeste ondervaagden hebben maar weinig vrienden onder collega’s.

Ik ben niet zo’n sterke netwerker. Veel te slordig voor. Maar ik heb wel al menig voordeel gehad aan het virtuele bloggersnetwerk. Zonder de publicitaire steun van collega-weblogs zou het met de
Blogparel van het Jaar en de Donkey Shocking Award nooit wat geworden zijn. Maar verder helpt slordig netwerken niet om snel een andere baan te vinden. Mijn Linkedin heb ik amper ingevuld en een oproep op Twitter gaf nul respons. Voor werk heb je echt meer aan een off-line netwerk.
Voor een aardig blognetwerkje ook. Marco Raaphorst en Karin Ramakers, een intiem netwerkje uit Den Haag, organiseerden vorig jaar Blog Art. Omdat ze menen dat het leuker is als bloggers elkaar off-line ontmoeten. Ze zagen zelfs een trendverschuiving van on- naar off-line.

Geen idee of dat ook echt waar is. Ze hebben, wat mij betreft, wel gelijk dat het erg leuk is bloggers af en toe real life te zien. Daarom zal de prijsuitreiking van de tweede editie van de Blogparel van het Jaar 2010, in tegenstelling
tot de eerste, wel off-line plaatsvinden. Daarover later meer.
Maar goed, in virtuele netwerken moet je volgens mij, niet teveel verstrikt raken. Het kan zijn dat veel mensen er te weinig op een goede manier gebruik van maken. Maar als ik ergens advies over wil, zie ik de raadgever liever recht in de ogen. Zou dat iets te maken kunnen hebben met een onrealistisch gevoel, de betrouwbaarheid van de adviseur beter in levende lijve te kunnen inschatten?

Ik noem het onrealistisch, omdat ik virtueel wel een paar bruikbare adviezen heb gekregen van collega-webloggers, die ik nog nooit in het echt heb gezien. Misschien ben ik wel niet van deze tijd.

Opm: de foto in het plaatje linksboven, komt van de website van orkater.nl en is afkomstig uit de voorstelling Zie de mannen vallen, uit 1980.

Homo mensura

Homo mensura De mens is de maat der dingen. Een relativiteitstheorie van filosofische aard. Bedacht door Protagoras, die ermee wilde zeggen dat elke waarheid louter subjectief is.

Een waarheid als een koe, is meestal een waarheid zou oud als de weg naar de oude Grieken. Blijkbaar hadden sommige Grieken zo’n dikke 2400 jaar geleden, behoorlijk wat tijd om een eind weg te filosoferen. Over de goden, over de waarheid, over de mens.
Dat kan natuurlijk, als je slaven hebt die het dagelijks werk verrichten. Ik ben geen belezen historicus, maar ik maak me sterk dat er in de geschiedenis een slaaf is geweest die een beeldbepalende filosofie heeft bedacht. Tenzij Plato, Socrates of Protagoras het harde denkwerk ook aan slaven overlieten, het opschreven en hun naam eronder zetten.

In dat geval heeft slavernij de wereld groot gemaakt. Of anders gezegd: diefstal heeft de wereld gemaakt wat-ie nu is. De slaven doen het werk, of dat nou poetsen of denken is. De meesters gaan aan de haal met de opbrengst van al die noeste arbeid.

Maar dat terzijde. Terug naar de mens als maat der dingen. Of de waarheid op zich nou als zelfstandige grootheid bestaat of niet, is een discussie die we niet meer hoeven te voeren. Plato en Socrates deden er nog moeite voor en na hen nog een rijtje andere grote denkers, maar de stelling van Protagoras is vandaag de dag helemaal waar.
Wie meent met feiten en cijfers de werkelijkheid te duiden, ontmoet hordes mensen die daar geen boodschap aan hebben. Subjectiviteit is het leidende principe. Niet alleen in richtingloos gefilosofeer, ook in opvattingen die bepalend zijn bij besluitvorming. Van de keuze in het stemhokje tot het regeerakkoord. Van continu veranderende wetten, tot aan de besluiteloosheid de toestand in de polder dan maar aan gedragscodes over te laten.

De mens is de maat en zit daar in gevangen. De mens begrijpt zijn eigen complexiteit niet en kan daarom ook de ogenschijnlijke chaos om hem heen niet vatten.
Als het onbegrijpelijk is, niet te vatten, dan zou het voor de hand liggen dat de mens ook niet handelt. Maar al dat onbegrip leidt juist tot een gedreven daadkracht. De mens pakt aan en denkt het ongrijpbare te kunnen ordenen door regeltjes, wetten en gedragscodes te maken. En die veranderen weer zodra een andere subjectiviteit het voor het zeggen krijgt. De mens als een soort verkeersregelaar.

Het gekke is dat er geen consensus te bereiken is over de mens als maat der dingen, over de subjectiviteit. Mensen die anderen, op beschuldigende toon, van subjectiviteit betichten, dringen daarmee hun vermeende objectiviteit aan de ander op.
Kortom: als we het met elkaar niet eens worden over de waarheid dat wij de maat der dingen zijn, dan zullen er altijd schisma’s zijn. Van de kloof tussen politiek en burger tot de scheiding der geesten op religieus gebied. Van de scheuren in de samenleving tot werelden van verschil in oost, west, arm, rijk, wetenden en onwetenden.

Natuurlijk kan dit stukje ook in de prullenbak van subjectieve relativiteitsrommel worden gegooid. Ik blijf wel zo eigenwijs te denken dat die relativering eerder deuren openzet naar de oplossingen die we zoeken voor tal van problemen, dan het opleggen van elkaars regels, wetten en codes. Niet voor niets wordt de term ‘dichttimmeren’ wel eens gebruikt als er met een paar regeltjes een oplossing wordt geconstrueerd.
Maar de hokjesgeest is toch niet de enige geest die rondspookt?

Informatiebeheer is spannend.

Informatie Vroeger, jongelui, was informatiebeheer maar een saaie bedoeling. Op een wat afgelegen plek in een gebouw, een slecht verlicht kamertje met een paar kasten, bewaarde een gepensioneerde de informatie. Had je, pakweg, de gegevens van een klant nodig, ging je naar de archivaris en vroeg om het dossier.

Daar ging eigenlijk niet zo veel mee mis. Ja, pas als de archivaris overleed, had je een paar weken een zootje, want de nieuwe ging het oude systeem naar eigen hand zetten. Dan duurde het wel even voor een dossier teruggevonden werd.
Ze bestaan nog wel, archivarissen, maar ook zij worden steeds vaker informatiebeheerders genoemd. Omdat het archief digitaal is geworden, richten de systeembeheerders het archief in. Nog wel naar wens van de archivaris.

Tegenwoordig is informatiebeheer een reuze spannende bedoeling. High-tech architectuur, complexe databanken en leuk voor de gebruiker. Je hoeft niet meer naar een stoffig kamertje, maar kan vanaf je eigen pc met een paar klikken bij je eigen informatie.
Goed, je moet een paar codes onthouden om er echt in te kunnen, maar dat ongemak heb je voor lief, want je weet dat je gegevens veilig zijn opgeborgen en dat alleen jij er bij kan.

Vroeger wist alleen de archivaris waar je gegevens opgeborgen waren. Wilde je erbij dan moest je dus langs die archivaris en zijn geleuter over de nieuwste kleinkinderen, zijn jicht en geklaag over allerlei moderniteiten. Eenmaal dat station gepasseerd, dook de archivaris in een paar tellen je dossier op en je kon er zeker van zijn dat het ook echt jouw dossier was. Dat vertelde de archivaris immers zelf, die blijkbaar op de stille momenten de dossiers doornam. Hoe kon hij anders weten dat jij in Beddingwolde was geboren. De achtergrootvader van de archivaris was daar ooit dominee geweest. Maar goed, met je dossier en een hele geschiedenis rijker kon je met je eigen gegevens aan de slag.

Tegenwoordig heb je geen last van kletsende archivarissen. Bovendien zijn de digitale gegevens zo goed beveiligd, dat de kans wel erg klein is dat de informatiebeheerder je een mailtje stuurt met een “wat leuk dat jij in Beddingwolde bent geboren, ik ook! Herinner jij je de hangplek nog waar het hele dorp gekke Bertje om dwaze boodschappen stuurde?”
Dus nu tik je het webadres van het gewenste archief in, laten we zeggen IB-groep. Dat IB staat voor informatiebeheer. In dit geval: alle informatie over studiefinanciering. Je logt in met je gebruikersnaam en daarna je Digidcode.

En jawel hoor, daar heb je jouw gegevens. Het is zelfs veel leuker dan vroeger. Je bent in Beddingwolde geboren, maar informatiebeheer heeft daar Blaricum van gemaakt. Grappig, want was je in Blaricum geboren, had je zeer waarschijnlijk nooit een studiebeurs nodig gehad. Bij nadere inspectie ben je ook een jaar of twee jonger, want de geboortedatum is ook een andere dan de jouwe.
Zo leuk en ook zo spannend is informatiebeheer tegenwoordig. Leuk dat je vanaf je eigen pc bij jouw informatie kan. Spannend, omdat je niet weet of er tegelijkertijd wel meer mensen bij hun dossier willen. Reuze spannend, want als dat het geval is, gaat het fout. En dan staar je ineens in de gegevens van een ander.
Foutje van het systeem, zegt en woordvierende informatiebeheerder. Met de Digid heeft het niets te maken.

Ook leuk en spannend: heb je even niets te doen, ga dan je Digid eens uit je blote hoofd raden. Maak er een spelletje van. In hoeveel pogingen zit je in je eigen dossier? In april had een autohandelaar in Castricum er maar
een paar pogingen voor nodig en zat toen in het dossier van een mevrouw uit Beneden-Leeuwen. De kans dat jou dat lukt, komt maar zes keer per jaar voor, aldus de toen verantwoordelijke staatssecretaris.
Mooi. Zou het alledaagse praktijk zijn, dan is informatiebeheer niet spannend meer.

Bezuinigingen en dilemma's

Daklozen Wat u hier links ziet, kunt u de komende maanden vaker verwachten. In ieder geval in Den Haag. Ik schrijf hier niet zo gek veel over mijn werk. Een van die dagopvanglocaties voor dak- en thuislozen. Vandaag kan ik het niet laten, want de bezuinigingen beginnen hun tol te eisen. Op de eerste plaats van mijn collega’s, maar binnenkort ook van ‘de doelgroep’ zelf.
In Den Haag zijn er twee locaties voor dagopvang. Die locaties kampen sinds twee maanden met personeelstekort. De eerste bezuinigingsmaatregelen zijn een feit. Een vacaturestop, een verbod op het inzetten van uitzendkrachten en alle collega’s met een tijdelijk contract kregen te horen dat die contracten niet verlengd zullen worden. Op de locatie waar ik werk zijn om die reden drie collega’s vertrokken. De laatste ging vorige week weg.

Het betekende elke week het dienstrooster bij elkaar puzzelen. Want ja, er was ook wel eens een collega een paar dagen ziek. Eén keer lukte het niet en hebben we de opvang een paar uur eerder dichtgedaan. Op de andere locatie gebeurde dat nu al vier keer.
Het is duidelijk dat we met de huidige bezetting de opvang niet meer van 8 uur ’s morgen tot 10 uur ’s avond open kunnen houden. Dat is het management ook duidelijk geworden en de volgende maatregel gaat over 2 weken van kracht worden: de avonddiensten worden afgeschaft.
Dat is tamelijk ingrijpend voor mijn collega’s. Hun onregelmatigheidstoeslag dreigt te verdwijnen. Wie een studie, een hobby, oppas voor kinderen of zieke familie heeft geregeld omdat het door de wisseldiensten mogelijk was, kan zijn agenda herzien. We gaan de toko om 4 uur ’s middags sluiten. Dat zou geen probleem voor de doelgroep moeten zijn, want op die tijd gaan de 2 nachtopvanglocaties open.

Voor de daklozen. De thuislozen konden nog tot 10 uur ’s avonds van wat warmte en gezelligheid genieten in onze opvang. Daarna keerden ze huiswaarts. Naar de eenzaamheid van hun kamers, soms onverwarmd. Want er zijn er bij met een mooi schuldhulpverleningstrajekt, Ze krijgen net genoeg leefgeld om van te eten en eigenlijk zouden ze daar ook de electra en gas van moeten betalen. Sommigen kiezen ervoor dat niet te doen, om sneller van hun schulden af te zijn.
Maar er zijn er ook die nog niet in zo’n traject zitten. Zij zijn van elektra en gas afgesloten, als ze schulden bij een van de energieleveranciers hebben. Geen verwarming, koud water.

Wij vangen elke dag ruim 140 mensen op. Vijf jaar geleden kwamen er nog maar 80 tot 90 mensen per dag over de vloer. Twee jaar geleden was dat al gemiddeld 100 per dag. Al twee jaar lang hebben we gemiddeld 2 nieuwe aanmeldingen per week. Minstens 104 per jaar dus.
Nu raken er gelukkig ook heel wat mensen weer op het goede spoor. Toch bezoeken er elke maand tussen de 500 en 600 individuen onze opvang. Jaarlijks betekent de hele in- en uitstroom, dat er tussen de 3 en 5 duizend mensen voor kortere of langere tijd ons centrum nodig hebben.

Ondanks die drukte heeft mijn locatie geen dit jaar geen verlies gedraaid, hetgeen van andere hulpverleningsprojecten niet gezegd kan worden. Toch gaat onze werkgever tot pijnlijke maatregelen over. Ten eerste omdat de totale organisatie al in oktober door het gemeentelijke budget heen was en de gemeente niet wenst bij te spijkeren. Ten tweede omdat de gemeente voor volgend jaar een bezuiniging van minimaal 7, maximaal 12 procent heeft aangekondigd. En dan moeten de gevolgen van Rutte’s bezuinigingen nog volgen.

Maar wat is nu het dilemma? Wel, aan het besluit de openingstijden in te krimpen, heb ik zelf meegewerkt. Een ander optie was de bezetting van drie collega’s terug te brengen naar twee per dienst en het aanbod van diensten en ondersteuning te minimaliseren. Daar ben ik fel op tegen. Niet alleen de drukte, ook het complexe karakter van de doelgroep, maakt het werk zwaar en regelmatig onveilig. Dat hebben we altijd goed kunnen aanpakken met teams van drie mensen.
Ook al zou het aanbod geminimaliseerd worden (minder handelingen), dan nog zal het druk blijven en vallen complexe en soms gevaarlijke situaties niet te vermijden.

Als we minder lang open zijn, kan de bezetting van drie collega’s overeind blijven. Dat punt heb ik dus gewonnen. Maar daardoor verandert het privéleven en de inkomsten van mijn collega’s wel. En erger: de dak- en thuislozen worden eerder de kou in gestuurd.
Nu kan dit besluit het “beste van het slechtste” worden genoemd. Maar dit voelt niet goed. Eén ding is duidelijk: aan bezuinigingen en onplezierige maatregelen valt niet te ontkomen. Alle verzoeken om ons centrum te sparen zijn afgewezen door de gemeenten en de hoogste leiding van onze organisatie. Toch twijfel ik al dagen over het vorige week genomen besluit, dat mede was ingegeven door mijn standvastigheid niet te torenen aan de teamomvang per dienst.

Morgen bespreken we met het hele team deze nieuwe maatregel. Ik ben benieuwd naar de reacties van de collega’s. Ik hou mijn hart vast voor de reacties van de cliënten, als die daarna het nieuws te horen krijgen.

Excuses voor het lange stuk, maar ik moest het even kwijt.

Britse traditie ten onder aan internet?

Wachtrij Dat internet de wereld zal veranderen, geldt zeker voor de Britten. Internet is het middel geworden om het o zo beschaafde wachten om zeep te helpen.

Terzijde: de Britten hebben natuurlijk al lang niet meer het patent op de brave rij. Nederlanders doen het minstens net zo goed. Files zijn geaccepteerde rijtjes en zodra een dierentuin zich gratis openstelt, staat er al snel een even keurige rij voor de poort. Dat is trouwens goed nieuws. Het Rotterdamse Blijdorp zet vandaag de dieren gratis te kijk, als protest tegen de bezuinigingen. Is de
massale opkomst een voorbode van de velen rijen die Rutte mag verwachten?

Maar goed, de Britten en hun wereldvermaarde queue’s. De
Payment Council (Raad voor Betaalverkeer) onderzocht de huidige rij-beleving van de Britten. Acht op de tien Britten vermijden wachtrijen door over te gaan op internetbankieren en online shoppen. Een woordvoerster van de Payment Council juicht dat de Britten eindelijk ontwaken uit dat suffe wachtgedrag en de rijen verruilen voor de lijn. De ‘on-line’. Dat moesten meer mensen doen, zegt ze.

Natuurlijk vindt de Payment Council dit een gunstige ontwikkeling. De raad is, onder andere,
door de Britse banken opgezet. En net als de Nederlandse banken, willen die het liefst dat iedereen vooral pint en via internet de bank bezoekt. Met tal van listigheidjes wordt de consument ook die kan op gemanoeuvreerd. Papieren bankafschriften krijg je alleen nog tegen betaling, pinnen wordt gestimuleerd en wie een nieuwe rekening wil openen, wordt met lokmiddeltjes het internetbankieren op gestuurd.
De pinpas is niet gratis en voor veilig internetbankieren wordt de klant verantwoordelijk gesteld. Dat zijn bepaald geen maatregelen die het on-line betaalverkeer stimuleren. Wil de Payment Council de laatste Britten uit de rijen voor de bankfilialen halen, zou de raad niet met een publicitair welgevallig onderzoekje moeten komen, maar eerst de voorzieningen eens in orde moeten maken.

Opstekertje uit het onderzoek: in een rij wachten heeft ook leuke kanten. Jongeren vinden het minder vervelend dan ouderen. Ze maken van de gelegenheid gebruik door met hun mobieltje of I-phone hun zaakjes te regelen of ze vinden het een uitstekende kans contact met anderen te maken. Queuing is socializing. Gewoon een beetje dagdromen hoort ook tot de activiteiten die jonge mensen plezierig vinden aan de rij.
Dat zijn dan weer de voordeeltjes van bezuinigingen. Onthou dat als je straks in langere wachtrijen komt te staan voor gemeenteloketten, omdat er ambtenaren zijn wegbezuinigd.

Eenmaal in beweging, is er geen weg terug.

Eenrichting Een gekozen koers, is een gelopen koers. Hoeveel er ook naar Rome leiden, eenmaal een richting gekozen, zijn er geen andere wegen meer mogelijk. En zeker geen weg terug.

Eigenlijk wilde ik beginnen met: Een colonne eenmaal in beweging, kan niet meer worden gestopt. De roemruchte woorden, die de ontruiming van een gekraakt pand in de Amsterdamse Vondelstraat begeleidden. De overheid bepaalde dat er sprake was van een noodsituatie en een krasse maatregel (inzetten van het leger) onvermijdelijk was. Een
historisch voorbeeld van ‘niet lullen, maar poetsen’.

Het zou overdreven zijn met die woorden het huidige bezuinigingsbeleid te karakteriseren. Het leger wordt niet ingezet om de centen op te halen. Niet nodig, want iedereen lijkt er van overtuigd dat onplezierige maatregelen echt nodig zijn. Niemand werpt dan ook barricaden op.
Dat zou onder de geldende waarden en normen niet geaccepteerd worden. Erover meepraten mag wel. Maar niet alles mag worden gezegd. De rijksoverheid dicteert bezuinigingen, de gemeenten leggen die hun inwoners op, de leidinggevenden in overheden en organisaties voeren ze uit. De betrokken burgers en werknemers mogen alles zeggen, behalve één ding. Elk voorstel om niet bezuinigen, wordt als onverantwoordelijk van de hand gewezen.

Heel vriendelijk wordt gezegd dat men meeleeft en begrip heeft voor de teleurstellingen, waarop in de gunstige gevallen nog wordt gevraagd: maar wat wil je dan? Niet bezuinigen, probeer je nog een keer. Het antwoord is ‘njet, onbespreekbaar’.
Argumenten om eens anders tegen de kwestie aan te kijken, worden weggewuifd. De vraag of het echt nodig is, heet een gepasseerd station. De rekening retour sturen naar degenen die de crisis hebben veroorzaakt, wordt als idioot activisme gezien. De stelling dat investeren een beter antwoord op de crisis is, dan vergaande bezuinigingen, wordt volkomen genegeerd.
Kortom: er is maar één weg uit de economische malaise.

De ‘mensen in het land’, de inwoners van gemeenten, het personeel op de werkvloer wordt gevraagd creatief mee te denken. Dat heeft menigeen ook gedaan. Maar elke alternatieve begroting, elk voorstel op ander grote of kleine zaken te bezuinigen, elk voorstel om andere keuzes dan de kaasschaafmethode te maken, worden niet serieus genomen. We draaien nog een paar rondjes op de rotonde, maar worden maar naar één afslag gedirigeerd.

Als alles is gezegd, maar niets wordt gehoord, heeft het dan nog zin met andere ideeën te komen? Nee, dan blijft er slechts een strategie over: de hakken in het zand en de bezuinigingen niet accepteren. Dat je dan van onverantwoordelijkheid wordt beschuldigd, is de wereld op zijn kop. Een beweging kan altijd worden gestopt of van richting worden veranderd.

Laat ik tot slot eens collaboreren met het eenrichtingsverkeer van Rutte en consorten. Als 16 miljoen inwoners de komende vier jaar elke week 5 euro en 41 cent afstaan, heb je ook de 18 miljard waar Rutte om vraagt. Natuurlijk moet dat in redelijke solidariteit verdeeld worden. De bijstandsmoeder 1 euro per week en de miljonairs 15 euro?