Tag archieven: bezuinigingen

De kost gaat voor de bezuiniging uit

De kost gaat voor de bezuiniging Even een praktijkgevalletje maakbaarheid. Eentje uit de welbekende cirkelgang: probleem, idee, proefje, oplossing werkt maar half, er moet geld bij, dat kan niet. Nettoresultaat: geen oplossing en weggegooid geld. Logisch dat voorstanders van bezuinigingen niet geloven in het argument dat je juist op innovaties niet moet bezuinigen.

Er komt geen flistersysteem. Niet te verwarren met het flitsersysteem dat wel geld oplevert. De Flister
is een technisch hulpmiddel om hulpdiensten vloeiender door het verkeer te krijgen. Het zou de veiligheid vergroten, het zou tijd schelen en patiënten worden comfortabeler door ambulances vervoerd. Drie mooie punten, waarvan de eerste twee misschien wel geld op kan leveren.

Eerst die veiligheid. Omdat ook de gewone automobilist comfortabel en veilig over de weg wil zoeven, zijn auto’s beter geïsoleerd. Nadeel: ze horen de sirenes van de hulpdiensten slechter. Je kunt je voorstellen dat een automobilist zich rot schrikt als een gillende sirene ineens pal achter hem zit. Dat verhoogt de veiligheid niet.
Dan de tijd: Hulpdiensten moeten daarom behoedzamer door het verkeer rijden. Of zich er doorheen slingeren. Natuurlijk pakt zo’n zwaailicht dan soms een stoepje mee of schuurt langs de vangrail. Waarmee genoeg is gezegd over het comfort van die patiënt in de ambulance.

De oplossing is dan niet de autofabrikanten verbieden goed geïsoleerde wagens te maken of van de autobezitters te eisen dat ze in weer en wind met de ramen open rijden. Verbieden houden we niet van en kost meer geld aan regeltjes controleren.
Maar dan is er gelukkig een genie die met de Flister komt. Een apparaatje dat een signaal uitzendt “op de specifieke FM-radiobanden van autoradio's van voertuigen die zich binnen 200 meter van het hulpvoertuig bevinden. Binnen hondersten van seconden wordt op de FM-band een akoestisch drietonig signaal uitgezonden. Zo zal dus een audio-attentie-signaal voor de bestuurder in de auto hoorbaar zijn en een tekstbericht op het radiodisplay worden weergegeven. Ook als men luistert naar een CD zal deze onderbroken worden”.

Dat kan het producerend bedrijf wel mooi zeggen, maar werkt het ook? Nee,
zegt staatssecretaris Bijleveld. Uit de proef blijkt dat de beoogde doelen niet zijn gehaald. Bovendien wordt het signaal ook opgepikt door radio’s in huizen van omwonenden. En de overheid loopt het risico dat radiozenders een vergoeding eisen, elke keer als hun signaal wordt weggedrukt door een of andere hulpdienst. Dat kost geld en dat moeten in tijden van bezuinigingen niet willen.

In een brief aan de Tweede Kamer legt de staatssecretaris
het nog eens uit (pdf!). Bij de proef werd nauwelijks positief effect gemeten. Bij de KLPD (Korps Landelijke Politiediensten) toonde de proef wel wat succes, maar de KLPD heeft maar beperkt aan de proef meegedaan.
Als het signaal beter wordt gericht, zullen omwonenden minder last hebben, maar dat gaat wat geld kosten en bovendien is daar nog het probleem van de etherfrequentie, waar de omroepen toch goed voor betaald hebben. Dus zegt de staatssecretaris: “Mede gezien de kosten die mogelijk aan het medegebruik van de FM-omroepband zijn verbonden vind ik, zeker in deze tijden van bezuinigingen, het niet verantwoord om over te gaan tot vergunningsverlening om het systeem Flister officieel te mogen voeren”.

Nou moet je natuurlijk op tijd op de rem trappen als er ongelukken dreigen. De overheid heeft al ellende genoeg van geldverslindende ITC-systemen en campagnes voor veiligheid en rampenbewustzijn, waar de burger zich maar weinig van aan lijkt te trekken. Sinds een mager mea culpa van Balkenende, heet dat tegenwoordig ‘lessons learned’. Dat past Bijleveld nu toe.

Geen dure middelen, die amper effect hebben. Zelfs als zou het signaal goed aankomen, dan werkt het nieuwe systeem soms net zo goed als de bekende sirenes, ook al zijn die inmiddels al 5 decibel harder afgesteld. Bij een druk kruispunt rijdt de Utrechtse brandweer zich toch vast (bron: AD) . De dienstdoende brandweerman weet hoe dat komt. De automobilisten weten niet goed wat te doen. Het mooiste zou zijn als ze de brandweer middendoor laten passeren. U begrijpt nu waarom er verkeersborden zijn verschenen, waarop die instructie staat aangegeven.

Voordat Bijleveld concludeerde dat de proef eigenlijk is mislukt, beweerde de projectleider van het experiment het tegenovergestelde en vond het tijd worden voor een veel
grotere proef. Een woordvoerder van Ambulancezorg Nederland vindt dat het project door moet gaan. Hij hoopt dat de Tweede Kamer de staatssecretaris weet te corrigeren. Het CDA-kamerlid De Rouwe wil dat debat graag aangaan.

Hoeveel er tot nu toe in is geïnvesteerd, heb ik helaas niet kunnen vinden. Omdat ervaring leert dat niet alle investeringen zich ook uitbetalen, valt er wat voor de beslissing van Bijleveld te zeggen. Maar telt de mening van de professionals dan niet?
Het hoeft niets meer te kosten. Bijleveld kan ook tegen het toeleverende bedrijf zeggen: u heeft een ondeugdelijk speeltje geleverd. U draait maar op voor de kosten om het goed werkend te krijgen. Wij hebben een oplossing besteld, niet een probleem.
Een overheid die de mond vol heeft van verantwoordelijkheden, moet zichzelf eens innoveren. De verantwoordelijkheid leggen waar die hoort. Wedden dat dat heel wat geld scheelt?

Er vallen spaanders

Er vallen spaanders Zie hier de logo’s van de recente gemeentelijke begrotingen. De een hanteert het snoeimes, een ander gaat er met de kaasschaaf overheen, maar in veel gevallen gaat er met de botte bijl gehakt worden. Als met de herfst de blaadjes gaan vallen, hoedt u dan ook voor de spaanders.

De een na de andere gemeente presenteert de begroting. Er zullen ambitieuze keuzes worden gemaakt (de kaasschaaf). Er worden met beleid keuzes gemaakt (het snoeimes). Er worden pijnlijke, maar onvermijdelijke keuzes gemaakt (de botte bijl).
Elke gemeente verwoordt het weer anders, maar bij elkaar worden door heel het land ettelijke miljoenen bezuinigd.

De
gemeente Zaanstad legt nog eens uit, waarom dat nodig is. Het Rijk heeft de algemene bijdrage uit het gemeentefonds bevroren. In de praktijk betekent het dat de gemeenten het in 2001 eigenlijk met minder moeten doen. Bovendien geeft het Rijk de gemeenten minder om bijstandsuitkeringen te betalen en heeft het Rijk het Wmo-budget gekort.
En dan moeten de 18 miljard bezuinigingen die Rutte aan het bekokstoven is, nog komen. Dat betekent grote onzekerheid voor de gemeenten, omdat nu nog niet duidelijk is waar de klappen precies zullen vallen.

Dus presenteert de gemeente Alkmaar een begroting met ambities en een duidelijke koers. Bezuinigen is meer een beroep doen op de individuele verantwoordelijkheid van de Alkmaarders. Purmerend zegt dat de enorme bezuinigingsopgave tot pijnlijke keuzes leidt. Zoals bij veel gemeenten wordt er gesnoeid in het eigen ambtenarenapparaat, gaat welzijn op de schop en worden een aantal gemeentelijke belastingen verhoogd.
Voorschoten durft te kiezen. De gemeente doet een beroep op de ondernemersgeest, subsidies worden met vijf procent gekort en gemeentelijke taken worden versoberd. Roosendaal heeft tien gouden regels opgesteld. Het zelforganiserend vermogen van de samenleving staat voorop. Amersfoort heeft door dat het niet alles goud is wat er blinkt en maakt pas op de plaats, vooral ten kosten van welzijnsvoorzieningen.

In Eindhoven komt het college er ineens achter dat er 15 miljoen extra gesnoeid moet worden. De bezuinigingen lopen daar op tot 55 miljoen euro.
De gemeente Hof van Twente heeft een aantal denkrichtingen besproken: korten op sport en welzijn. En zo gaat het maar door in Velsen (geen geld meer voor vervoer van schoolzwemmers en inkrimping aantal buurthuizen), in Hoorn worden ook de subsidies minimaal met vijf procent gekort, in Noordwijk moet nog in gesprek met verenigingen en instellingen, maar het mes gaat er zeker in.
Heiloo moet een
grotere tegenvaller dan verwacht wegwerken. Den Bosch doet vrolijk en zegt niet te bezuinigen. Nadere lezing leert dat ook deze gemeente volgend jaar 15 miljoen zal snijden. Ik ben benieuwd of er onder de lezers mensen zijn die in een gemeente wonen waar de komende jaren niet wordt bezuinigd. Laat het vooral weten!

In tegenstelling tot de bezuinigingen, heeft het verzet tegen de afbraak (nog) geen enorme omvang. In Den Haag gaan culturele instellingen in beroep. In Boekel maakt de politie bezwaar tegen het sluiten van het jongerenwerk. Wie volgt?

Het zelforganiserend vermogen van de samenleving, dat pareltje van individuele verantwoordelijkheid, betekent domweg de afbraak van culturele, sportieve en welzijnsvoorzieningen. De sportvereniging zal wellicht tournooitje minder organiseren. Het klaverjassen in De Buurtboom wordt afgelast, omdat de bejaarden de 15 euro entree niet elke week kunnen dokken. Wijkbibliotheken sluiten. De plaatselijke fanfare repeteert voortaan bij de leden thuis. Kinderboerderijen en speeltuinen gaan dicht.

Maar wat een verschil in presentatie van al die armoe. Gemeenten die het hier over ambities en uitdagingen hebben, draaien hun ingezetenen toch een rad voor ogen. Ambities moeten wat opleveren.
Sloopplannen zijn alleen een uitdaging als er wat te scoren valt. Niet als het enkel tot kaalslag leidt.

Zoals gezegd: de gemeenten vrezen de plannen van het nieuwe kabinet. Maar omdat de coalitiepartners zich in mysterieus stilzwijgen hullen, weten de gemeenten nog niet wat er nog meer bezuinigd moet worden. Beëdig in godsnaam op Prinsjesdag dat kabinet, dan moeten de heren wel hun mond open doen. En dan zul je zien dat we nog terug verlangen naar de jaren Balkenende. Heel listig van die Verhagen.

Wie zorgt voor wie nu leeft?

Wie zorgt voor wie nu leeft? Wie dan leeft, wie dan zorgt. Dus schrijven deskundigen toekomstscenario’s. Want als het even kan, proberen we te voorkomen dat putten gedempt moeten worden, waar hele veestapels in zijn verdronken, terwijl we het hadden kunnen zien aankomen. Maar wat te doen, als er hier en nu een kalf onder onze ogen verdrinkt?

Het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) heeft voor van minister Klink uitgerekend hoe groot het
personeelstekort in de zorg zal zijn. Als we er niets aan doen, zal dat tekort in 2030 voor problemen zorgen. Het tekort zal misschien wat minder toenemen, omdat ouderen gezonder worden of als de politiek besluit een deel van de zorgvraag niet meer te financieren. Het SCP bouwt dit toekomstscenario op basis van cijfers tot 2005.

Tussen 2005 en nu worden we regelmatig geconfronteerd met hedendaagse personeelstekorten in de zorg. Een greep uit het nieuws.
2006: De RVZ (Raad voor de Volksgezondheid en Zorg) berekende toen al een tekort. In 2040, tien jaren verder dan het SCP gaat.
2007: Het kalf is nog niet helemaal verdronken. Er worden de eerste plannen gesmeed en op experimentele basis uitgevoerd, om het tekort aan te pakken.
2008: Toch verschijnen er steeds meer berichten over mankementen in de zorg, die door personeelstekort veroorzaakt zouden worden. Ouderen die urenlang op hun zorg moeten wachten. Die berichtgeving is geen beste reclame voor de zorg en minder mensen lijken gemotiveerd in de zorg te willen werken. Geen nood, beweren optimisten, het personeelstekort zal er toe leiden dat de werknemers creatiever en dus productiever zullen werken. Het valt allemaal wel mee, omdat elk tekort zichzelf weer opheft, zegt een deskundige.
2009: Kan wel zijn, maar ondertussen lijdt het werk er wel onder. Zorgpersoneel komt steeds vaker voor akelige keuzes te staan. Wat doe je nog wel en wat niet? Laat je iemand die net uit bed is gevallen, even liggen omdat een ander zijn medicatie op tijd moet hebben?

2010: Hulp is in aantocht. Er wordt een
compleet nieuwe opleiding uit de grond gestampt. Hoeveel nieuw personeel dat oplevert weten we nu nog niet.
De crisis komt ook te hulp: Het aantal openstaande vacatures is met een kwart gedaald en minister Klink is ervan overtuigd dat de zorg weer aantrekkelijker is geworden voor werkzoekenden. Dan moeten zorgmanagers wel goed omgaan met de werkdruk van hun personeel en dat is nog lang niet altijd het geval. Er zijn toch echt te weinig handen aan het bed.
In een reactie op het SCP-rapport, zegt een voorzitter van een zorgorganisatie dat meer kleinschaligheid en betere samenwerking tussen verschillende disciplines het personeelstekort kan opvangen.

Zeker, het kan anders. Eén verpleger die tien rolstoelen voortduwt. Chirurgen die aan huis opereren. De thuiszorg vervangen door louter tehuiszorg. Elke zorgbehoevende oudere die vanuit het bed nog om hulp roept, gewoon laten liggen, want wie roepende is, is nog niet dood.

Er is dus nu een tekort en naar verwachting zal dat niet verdwijnen. Hooguit zal het tekort minder toenemen. Het kalf houdt maar net de kop boven water. Ondertussen woedt de bezuinigingsdrift voort. De
gemeentelijke bezuinigingen en kortingen op de pgb’s leiden tot minder thuiszorg. Komt er een kabinet met VVD, CDA en PVV, dan zal de zorg nog meer moeten inleveren. De PVV houdt nu nog wel de poot stijf, maar de partij heeft al zoveel van haar punten ingeleverd, dat niet valt te verwachten dat deze partij de formatie hierover zal opblazen.

Ach, wie dan leeft, wie dan zorgt. Dat optimisme is nu alleen voorbehouden aan degenen die niet de achteruitgang in de zorg aan den lijve ondervinden.
Welke zorg gunt u de mensen die nu leven en nu die zorg nodig hebben?

Gemeenten bezuinigen vooral op armoe

Gemeenten bezuinigen vooral op armoe Na de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart duurde het even voor elke gemeenten een nieuw bestuurd had, maar nu de meesten inmiddels aan het werk zijn, wordt duidelijk dat we een jaar van gemeentelijke armoe tegemoet gaan.

Begrotingen en meerjarenplannen zijn opgesteld. Hier en daar zelfs al goedgekeurd door gemeenteraden. Vooral welzijn en zorg worden gekort,
meldde gemeente.nu al in augustus. Met name de vier grote steden pakken de armoe voortvarend aan. Ook cultuur krijgt een douw. Bibliotheken worden gekort, muziekscholen moeten sluiten en jawel, gemeenten geven het goede voorbeeld door ook het mes in zichzelf te zetten.
Den Haag (college van PvdA, VVD, CDA en D66) wil dat alle culturele en welzijnsinstellingen volgend jaar elk 7,7 procent inleveren. Rotterdam gaat er zo’n 1000 ambtenaren uitgooien en bezuinigt 250 miljoen op zichzelf.

Het zijn nog maar een paar voorbeelden. De gemeenten moeten wel, zeggen de burgemeesters en wethouders. Kabinetsmaatregelen dwingen ons ertoe. Ze kunnen het ook niet helpen dat er
op de PGB’s (persoonsgebonden budgetten) moet worden gekort. Bijstanduitkeringen staan onder druk, dankzij de korting van Donner. En er hangt natuurlijk ook nog een fikse korting uit het gemeentefonds boven het hoofd.
De grote steden gaan er fiks tegenaan, elders in het land sputtert men nog wat tegen. Dat het gemeentefonds gehalveerd kan worden is onzin, menen de gezamenlijke gemeenten. Toch is de algemene consensus dat aan geen enkele bezuiniging valt te ontkomen.

Uiteraard worden plannen van een nieuwe kabinet gevreesd. De gemeenten hebben zo weinig vertrouwen in een minder pijnlijke uitkomst, dat nu dus al de botte bijl wordt gehanteerd. De burgers worden tevreden gehouden door minder lastenverzwaring in het vooruitzicht te stellen, hoewel gratis parkeren daar zeker niet onder zal vallen.
De gemeenten leggen de schuld ook bij het huidige kabinet, dat de schuld natuurlijk bij de kredietcrisis legt en het gemeentefonds kort houdt.

Het zwarte pieten zal de burger niet veel helpen. En alle participatieplannen ten spijt, de burger zal er ook nauwelijks invloed op hebben. Daar zijn de volgende verkiezingen voor.
Het woord is de komende tijd aan de gemeenteraden. Aangezien de colleges van B&W op een meerderheid kunnen rekenen, valt te verwachten dat een enkel detail wordt gewijzigd, maar de grote lijnen, en dus de grote bedragen niet.
De stem van de getroffen instellingen zullen wellicht gehoord worden, zonder dat men van plan is er echt naar te luisteren. Gemeentelijke colleges gaan natuurlijk niet eerst op een 100-dagen tour, met de kans het Balkenende-verwijt over zich heen te krijgen.

Bij veel culturele en welzijnsinstellingen zijn de werkgevers inmiddels begonnen hun personeel in te lichten over de bezuinigingen en vragen hun medewerkers plannen te maken hoe ze met minder geld toch nog veel overeind kunnen houden. Sommigen zijn al overgegaan tot vacaturestops en continueren de tijdelijke contracten niet langer.
Burgers zullen, na het snoeien in de lokale ambtenarij, merken dat de dienstverlening achteruit gaat. Want wat de gemeentebesturen daar ook voor mooie woorden over zeggen, haal je geld en mensen weg dan moet dat toch ergens te merken zijn.

De gemeenten gaan niet op de stoep van de regering staan, want er is (nog) geen regering. De burgers zijn erg afwachtend, want de stoepen van de gemeentehuizen blijven leeg. Ik ben benieuwd of dat het komend jaar zo al blijven.

Domweg gelukkig met natte voeten

Domweg gelukkig met natte voeten Ooit moet iemand het imago van de klagende Nederlander zat zijn geweest en vond de tevredenheidsmeting uit. Meten is weten en meestal is de uitkomst van zo’n onderzoek dan ook dat men weet wat men meet.

Meet je tevredenheid, dan krijg je tevredenheid. Eenmaal per jaar wordt op mijn werk de tevredenheid gemeten van onze bezoekers en van het personeel. Terwijl de werkplek bekend staat om de klaagcultuur, rollen er altijd voldoendes uit de bus.
Het geluk in het waterige Nederland is ook van een behoorlijk peil. Al staat men tot de enkels in het water, al heeft men het gevoel dat het water tot de lippen stijgt, Nederlanders zijn tevreden over het belang dat de overheid hecht aan de veiligheid tegen overstromingen.

En hoe komt dat? Nederlanders hebben geen weet van de overstromingsrisico’s. Het geluk is met de dommen?
In opdracht van Rijkswaterstaat onderzocht Alterra Wageningen UR naar de tevredenheid van de bevolking over de bescherming tegen het water (lees ook het onderzoek zelf –pdf!). De tevredenheid heeft wel eigenaardige trekjes. Het publiek is veel gelukkiger met de preventieve maatregelen die de overheid bekend maakt. Maar als er ruimtelijke maatregelen volgen, is men ineens minder blij. Dat weten we wel uit berichten over boeren die hun land kwijt raken, omdat het als waterreservoir moet dienen. En wie is nou blij met een verhoogde dijk in de achtertuin van de net gekochte landelijke woning?

De tevredenheid kan ook gebaseerd zijn op een onrealistisch bewustzijn van de risico’s, menen de onderzoekers. Burgers onderschatten de waterhoogte die ze in huis kunnen krijgen bij een overstroming. In een gebied waar de boel wel tot 2 meter kan onderlopen, denkt 68% wel dat het wat minder zal zijn en 26 procent meent geen druppel water binnen te krijgen. Mensen die wel eens een overstroming hebben meegemaakt zijn iets realistischer.

Het onderzoek komt op een mooi moment uit. Ten eerste: delen van Nederland hebben vorige week met aardig wat wateroverlast te maken gehad en op een enkele plek was de situatie zelfs kritiek en dreigde een rivier buiten de oevers te treden.
Ten tweede: tijdens kabinetsformaties moeten de onderhandelaars wel van informatie worden voorzien, die ze motiveert de bezuinigingen op de juiste terreinen toe te passen. Het rapport zend de boodschap uit, dat het publiek dus redelijk tevreden is over het overheidsbeleid tegen hoog water, dus ga daar nou niet bezuinigen, anders valt de steun van het volk weer weg.

De Deltawerken zijn dan
vorige maand afgerond, de strijd tegen het water is nooit af. De dijk tussen Delfzijl en Lauwersoog is niet veilig genoeg en moet een opknapbeurt hebben. En de klimaatverandering noopt tot stevige voorbereiding voor de toekomst.
Het rapport mag dan ook gezien worden als de publictiare ondersteuning van Rijkswaterstaat. Laat een kabinet het niet in het hoofd halen daar een ambtenaar weg te bezuinigen.

Het water, het zo karakteristieke Nederlandse ongemak, leidt in ieder geval niet tot ontevreden burgers. Met welke ongemakken bent u tevreden?.

Valse start nieuw schooljaar

Valse start nieuw schooljaar De basisscholen in midden-nederland zijn vorige week al begonnen, deze week volgt het noorden. En zo zullen week na week de educatieve bunkers voor basis- en voortgezet onderwijs weer geopend worden tot 5 september de gehele schoolgaande jeugd weer braaf aan de toekomst zal werken. Het nieuwe schooljaar gaat helaas niet helemaal vlekkeloos van start.

In het voorgezet onderwijs blijken gedragscodes voor sociaal gedrag niet te werken, was afgelopen zondag was
hier al te lezen. Erg vervelend nieuws voor de ouders, want die blijken toch al met de handen in het haar te zitten. Ze weten niet meer hoe ze hun kinderen op moeten voeden. Morgen zal het magazine J/M voor Ouders de resultaten van een onderzoekje publiceren, waaruit blijkt dat 88 procent van de ouders opvoeden een stressvolle activiteit vinden. Een derde meent zelfs tekort te schieten.

Dat gaat dan om ouders van kinderen die naar basisschool en/of voortgezet onderwijs gaan. Maar je kunt er donder op zeggen dat ouders wiens kroost dit jaar naar de universiteit gaat, ook slapeloze nachten hebben. Een deel van hen dacht verlost te zijn van de dagelijkse aandacht voor hun erfgenamen. Aardig wat studenten verlaten het ouderlijk nest om in een andere plaats hun academische opleiding te genieten.

Nu kunnen de ouders gestresst raken van het bericht dat Abvakabo FNV de wereld instuurt. De vakbond
kondigt acties aan bij de opening van het academisch jaar, omdat de cao-onderhandelingen zijn vastgelopen. Volgens de vakbond moet je goed voor je personeel zorgen, als Nederland wil dat we tot de top-5 van kenniseconomieën behoren.
De cao-onderhandelingen lopen vanaf februari al niet zo lekker. De VSNU (Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten) wil geen loonsverhoging toepassen en ook geen harde afspraken maken over behoud van werkgelegenheid. Een valse start van het academisch jaar, zegt de bond, dus tijd voor acties.

Zul je zien dat de toch al gestresste ouders hun academische zonen en dochters weer op de stoep zien staan. En dat, terwijl nog niets zeker is over een nieuw kabinet en de reikwijdte van “onvermijdelijke” bezuinigingen. Die kunnen ook het gehele onderwijs treffen en natuurlijk de huishoudportemonnee.
Met een kabinet dat nu in elkaar wordt getimmerd, kun je beter maar geen kinderen hebben. Kinderen hebben de toekomst, wordt gezegd, maar die ziet er nu niet zo florissant uit.

Eenmalige bijdrage bezuinigingen

Eenmalige bijdrage bezuinigingen De rijkste ter aarde gaan de barmhartige Samaritaan uithangen. Al 34 Amerikaanse miljardairs hebben beloofd de helft van hun vermogen aan goede doelen te schenken. Initiatiefje van Bill Gates. Dat brengt me op een idee.

Het is onbekend hoeveel miljardairs Nederland telt. Maar het aantal miljonairs is, ondanks economische rampspoed, weer toegenomen. Ruim 120 duizend mensen mogen zich stinkend rijk noemen. Da’s mooi. Allemaal van harte gefeliciteerd.

Nu wil de rechtse coalitie in de dop 18 miljard bezuinigen. Voordat u mij al verdenkt dat ik daar die miljonairs voor op wil laten draaien, moet u toch even verder lezen.
Met de CBS gegevens over inkomensklassen in Nederland bij de hand, is uit te rekenen welke eenmalige bijdrage nodig is om die 18 miljard bij elkaar te sprokkelen. In dit exceldocumentje een voorbeeld.

De miljonairs dokken wel het meest, maar verder draagt elke inkomensklasse wat bij. Gewoon omdat het landsbelang ons allemaal aangaat.
Hoeft er ook niet bezuinigd te worden en verdwijnt de belangrijkste bindende grondslag voor de minderheidscoalitie in wording. Of ze gaan wel regeren en kunnen zich op belangrijker zaken richten.

Schiet u maar los op dit idee.

AWBZ zit in de lift

AWBZ zit in de lift Het gaat goed met de AWBZ. De uitgaven zijn de laatste tien jaar gestaag gestegen. Mooier kan het niet. Je hebt een voorziening en er wordt nog gebruik van gemaakt ook.

Ondertussen weten we dat dit niet de bedoeling is. De in 1968 ingevoerde AWBZ is een hoofdpijndossier. Dat wil zeggen: een alledaags hoofdpijntje lost u maar met wat aspirines op. Zit niet in het basispakket van de reguliere zorgverzekering en valt zeker niet onder bijzondere ziektekosten. Als we zo omgaan met elke andere kwaal, dan horen we nooit meer wat van dure zorgkosten en gaat ook de AWBZ niet failliet.

Het CBS meldde vandaag dat
de AWBZ-uitgaven in tien jaar tijd met bijna drie kwart zijn toegenomen en nu op ongeveer 1400 euro per hoofd van de bevolking neerkomen. De toename danken we aan de vergrijzing, een ruimer indicatiebeleid en de persoonsgebonden budgetten.
Opvallend genoeg zegt het CBS dat ondanks ingrijpende maatregelen om de kosten te bestrijden, de uitgaven toch blijven stijgen.

Na de invoering. in 1968, is
de AWBZ continu veranderd. Want de AWBZ bleek telkens te duur. Dat gold ook voor andere regelingen. De ZVW (zorgverzekeringswet) en aparte regelingen voor bijzondere groepen (o.a. GGZ, gehandicapten) bleken ook steeds duurder te worden. Al die jaren is er met de potjes geschoven en de AWBZ bleek het schaakbord waar de stellingen alsmaar verschoven zonder tot winst te komen. Tot op vandaag de dag wordt de AWBZ gereviseerd.

Kruiswerk erin, kruiswerk eruit, psychiatrie erin en er weer uit, thuiszorg erin, ook er weer uit. Indicatiestellingen aanscherpen en overbodige ballast als rollators, sta-op stoelen en ondersteunende begeleiding ook er uit. Zie ook
dit artikel uit 2008 op dit weblog waarin een overzichtje van de AWBZ-geschiedenis.
In dat artikel wordt gelinkt naar een pagina van de CVZ (College voor Zorgverzekeringen), die het overzicht destijds op de website had staan. De link is dood. Nergens op internet een levende en toegankelijk link te vinden naar de geschiedenis van de AWBZ. Jammer, maar begrijpelijk. Want het is natuurlijk ronduit beschamend dat het zo’n treurige geschiedenis is.

Er lag een fikse denkfout ten grondslag aan de AWBZ. Want wat zijn bijzondere ziektekosten? Die zijn er niet. Een eenmalige kwaal of een chronisch mankement, het zijn allebei ziekten. Als er tenminste artsen, verpleegkundigen, operaties en medicijnen aan te pas moeten komen. Zijn er tekortkomingen waar het hele medische circus niet bij nodig is, dan hoort dat niet onder zorgkosten te vallen. Daar moeten dan andere voorzieningen voor geregeld worden.

Dan nog zullen de kosten stijgen. Dat is het herhalende verhaal van de zorg. De AWBZ kan goedkoper, maar andere regelingen worden dan weer duurder (bijvoorbeeld de Wmo). Zoals ik al eerder heb betoogd: het gaat om een principiële keuze. Willen we nou wel of niet een kwalitatief goede zorg voor iedereen of niet?
Als we dat wel willen dan kost dat dus wat en zal het geld ergens anders vandaan moeten komen. Er circuleert aardig wat geld in de maatschappij dat aan overbodige luxe wordt gespendeerd. De overheid (wij dus) zou in die pot kunnen graaien om de zorg te financieren.

Gecontroleerd af laten fikken

Gecontroleerd af laten fikken De paar buien die vorige week zijn gevallen, hebben er wel; voor gezorgd dat het brandgevaar in bos en op hei aanzienlijk is verminderd. Overal in het land worden de codes rood of oranje ingetrokken. Het betekent niet dat de brandweer kan gaan slapen.

De brandweer is vooral in het nieuws geweest omdat ze de natuurbranden bestreden en bij het noodweer uitrukten om bomen van de weg te halen en wateroverlast te verhelpen. In diezelfde periode stonden er ook een aantal bedrijfspanden in de hens, moest er iemand uit een auto worden gezaagd en werd de
Volvo van Joop den Uyl gered.

Hoe vaak de brandweer is uitgerukt voor loos alarm vermeld het nieuws niet. En, alsof de brandweer het niet druk genoeg heeft, de brandbestrijders rukken ook uit om overal panden te controleren en voorlichting te geven over brandpreventie.
Dat laatste zou de brandweer aan de burgers en bedrijven zelf moeten overlaten. Dat bespaart 33 miljoen euro.
Moet er dan toch worden geblust, dan kan dat wel met brandweerwagens waar minder apparatuur op zit (besparing: 10 miljoen) èn met minder brandweerlui. Nu zitten er standaard zes mensen op een wagen. Laat er één of twee minder meerijden en er wordt nog eens ruim 83 miljoen euro bespaard.

Dat zijn een paar van de adviezen van de commissie Mans, die vorige week een rapport uitbracht dat in opdracht van de
Raad van Regionaal Commandanten is gemaakt. De gezamenlijke brandweercommandanten weten alles van brandbestrijding, maar voor het bestrijden van de stijgende kosten hebben ze dus advies nodig. Dat advies kwam er dus vorig week (hier te lezen pdf-formaat) en voorlopig gaat het rapport eerst het land in om de reacties van gemeenten, rijksoverheid en vakbonden te peilen.

De eerste reacties van vakbondvertegenwoordigers van zowel de vrijwillige als beroepsmatige brandweer: dat wordt gecontroleerd af laten fikken.
Als er minder controles van panden zijn, betekent het dat de brandweer ook minder bekend is met de situatie als er brand is. In zo’n geval gaat de brandweer niet naar binnen.
Met minder mensen gaat de brandweer ook niet naar binnen. Wordt de brand dan niet bestreden? Jawel, maar de brandweerlui gaan dan in de ‘buitenaanval’. De brand wordt alleen van buitenaf bestreden en dat komt in de praktijk neer op gecontroleerd af laten branden. De omgeving wordt nat gehouden, de brand binnen de perken, maar het object gaat wel in de as( lees de reacties in dit artikel van De Volkskrant).

Kortom, voor zo’n 120 miljoen euro minder krijgen we leuke brandjes, die van begin tot eind te volgen zijn door het publiek. De brandweer loopt het spektakel niet te verzieken door de zaak nog voor de finale ineenstorting, brandveilig te maken. Of de verzekeringmaatschappijen er ook blij mee zullen zijn, is natuurlijk sterk de vraag.
Mocht u erg gehecht zijn aan uw woning, investeer dan in brandmelders, en een goede sprinklerinstallatie. Want de brand weer komt wel, die doen niet meer dan de gevel nathouden.

Raar dat de adviserende commissie juist onder leiding stond van
Jan Mans. Nu waarnemend burgermeester van Maastricht, maar hij moet toch om meer en nog beter uitgeruste brandweer hebben gebeden toen hij burgemeester van Enschede was, waar in 2000 al dat vuurwerk catastrofaal uitpakte.

De bedoeling is dat in het najaar
het Veiligheidsberaad zich over het rapport mag buigen. Het Veiligheidsberaad zal het rapport hopelijk gecontroleerd affakkelen. Want waarom zou, veiligheidshalve, terreurbestrijding wel een smak geld mogen kosten en brandpreventie en brandbestrijding niet?

Nauwelijks nog rapaille op straat

Nauwelijks nog rapaille op straat Waar is het schorremorrie? Het tuig van der richel, de rioolratten? Het rapaille lijkt zo goed als verdwenen. Het buro voor toerisme vreest aantasting van het Hollandse folkloristische imago, door het ontbreken van de pittoreske clochards.

Koopt u nog wel eens een daklozenkrantje? Nee, want je ziet de verkopers niet meer op straat. Wordt u bij het winkelen nog wel eens lastig gevallen door een bedelaar? Nee, want ze zijn er niet meer. Rent u wel eens in paniek over de Dam? Niet meer, want er zijn geen dakloze damschreeuwers meer.

Het
Trimbosinstituut meldt dat de aanwezigheid van en de overlast door dak- en thuislozen sinds 2007 afneemt. Er zijn amper nog dak- en thuislozen. Dat wil zeggen: op straat. Verschillende kranten brengen het nieuws onder de kop “Nauwelijks nog daklozen in de grote steden”.
Ze zijn er natuurlijk wel. Eerder schreef ik hier al dat ik ze ook minder op straat zie, maar wel veel vaker en in grotere getale op mijn werk mag ontmoeten (dagopvang voor deze ‘doelgroep’).

Het mag tot het succes van het beleid der grote gemeenten gerekend worden dat de verschillende vormen van 24-uurs opvang aardig vol zitten. En dat er vormen van wonen zijn ontwikkeld, waar voormalig daklozen het wat langer uithouden, bijvoorbeeld omdat ze er wel een biertje mogen drinken. Het aantal echte daklozen, de mensen die dag in, dag uit op straat leven en daar ook slapen, is inderdaad iets minder geworden.

Maar niet veel minder dan men doet geloven. Bovendien betekent het dat de groep thuislozen groeit. Dat begrip ‘thuisloos’ begrijpt niet iedereen. In de vakterminologie is een thuisloze iemand die wel over enige vorm van wonen beschikt (zelfstandig of onder begeleiding), maar geen sociaal netwerk heeft. Geen contacten met familie, geen vriendenkring, geen collega’s. Een van de redenen waarom deze mensen vaak in problemen komen, want ze staan er alleen voor om die op te lossen. In de meeste gevallen hebben ze daar ook de capaciteiten niet voor.

Vroeger kon een dakloze het nog wel eens tot gemeenteraadslid schoppen. Bekend is het verhaal van de Amsterdamse clochard
Hadt-je-me-maar, die in de 20’er jaren, dankzij een actie van anarchistisch ingestelde kunstenaars, een zetel in de raad haalde voor de Rapaille-partij. Nog voor hij er ook echt op kon gaan zitten, was hij alweer opgepakt wegens openbare dronkenschap, dus tot een prachtige carrière als politicus is het niet gekomen.

Tegenwoordig moet een dakloze zich de longen uit zijn lijf schreeuwen om nog een beetje landelijke aandacht te krijgen. De aanwezigheid van daklozen op straat is blijkbaar zo minimaal, dat de eerste de beste juffrouw die er eentje op de Dam tegenkomt, het op een gillen zet. De details van het verhaal kent u natuurlijk. Het verhaal van de man zelf is
hier te vinden.

Minder daklozen op straat betekent eigenlijk meer verborgen dakloosheid. Het is leuk dat er meer voorzieningen zijn waarin de daklozen, al dan niet gedwongen, in zijn opgenomen. Maar velen redden het daar niet. Waardoor ze weer enige tijd op straat leven, tot ze in het volgende project terecht kunnen.
Daarnaast neemt het aantal huisuitzettingen op dit moment weer toe. Ook die mensen staan vaak eerst op straat, omdat er behoorlijke wachtlijsten in de opvang zijn. Bovendien nemen Oost-Europese mensen de op straat leeg gekomen plekken massaal in. Met de bijbehorende overlast: dronkenschap, vechtpartijtjes op straat en winkeldiefstal.

Nee, voorlopig bent u nog niet af van het rapaille. En dat gaat erger worden. In Den Haag hebben drie grote opvangorganisaties de gemeente laten weten dat het geld voor dit jaar al na de zomer op is. Geen geld voor de huidige opvang, laat staan voor uitbreiding of fraaie succesvolle projecten. Met de bezuinigingen, die een nieuw kabinet onder leiding van de VVD zal invoeren, is de kans klein dat de tekorten in de opvang aangevuld zullen worden.

U kunt straks niet alleen uw portemonnee trekken voor Rutte’s snoeiplannen, maar ook voor de bedelaars die terugkeren op straat.