De koningin wenste het land een stabiele regering toe, in haar jongste troonrede. Ja, dat zouden we allemaal wel willen, toch? Ondertussen groeit het aantal twijfelaars. Zal de coalitie, die nu zo goed als gereed is, vier jaar in stabiele samenwerking kunnen regeren?
In de digitale editie (betaalde toegang) van het NRC, wijst journalist Oscar Vermeer, op oude wonden die de eendracht kunnen verstoren. Oude politieke vetes ontbranden snel, kopt het artikel. Verwijzend naar wat de huidige onderhandelaars elkaar in het verleden hebben verweten, vraagt Oscar Vermeer zich nu al af hoe groot de levensvatbaarheid zal zijn van een coalitie waarin een draaikont, een relschopper en een lafaard het met elkaar moeten zien te vinden.
In het artikel wordt natuurlijk het historische kabinet Den Uyl genoemd als voorbeeld van een regering dat minstens net zoveel tijd aan ruzies besteedde, als aan regeren. Balkenende IV ging tenonder aan een smeulende veenbrand, die in de kwestie Uruzgan, ineens weer oplaaide. Je kan een verleden, waarin men elkaar soms fikse kopstoten uitdeelde, niet zomaar vergeten, zegt Arie Slob (CU) in het artikel.
Hoogleraar politicologie Rinus van Schendelen verklaart in het NRC-artikel dat oude vetes geen obstakel hoeven te zijn. Maar “bij het grote publiek en de media blijven de oude beelden hangen. Die komen steeds weer terug, waardoor de oude wond elke keer opengaat”. Toch meent hij dat de politici wel een stootje kunnen hebben. “Ik ken geen sector die zo hard is. Er wordt veel eelt gekweekt”.
Eind 2008 vroeg ik de lezers hun oordeel over de binnenbrandjes van Balkenende IV. Nog voor de uitslag binnen was, telde de coalitie al een gloeiend conflictgehalte van 1, 25 binnenbrandjes per maand. Velen waren het er uiteindelijk over eens dat het kabinet hoe dan ook zou vallen. Als het niet over de kwestie Uruzgan was, dan toch zeker over de begrotingsonderhandelingen die nog moesten volgen en waar de meningsverschillen over de aanpak van de crisis een rol zouden spelen.
De combinatie Rutte, Wilders, Verhagen kent al potentieel brandgevaar, nog voor het aan de slag kan. Het smeult binnen het CDA en de gedoogvariant is geenzins een fraai voorbeeld van brandpreventie. De PVV zal geen ministers in het kabinet hebben en kan op elk gewenst moment een vuurtje opstoken. Dat Rutte de koelbloedigheid zelve lijkt, is nog geen garantie dat hij elke brand meester zal zijn. Hoewel hij in het verleden moeiteloos meewerkte aan het verwijderen van onruststokers binnen de VVD. Wilders en Verdonk kunnen daarover meepraten.
Het wordt dus een coalitie van oud zeer. Maar elke andere coalitie zou dat toch ook zijn? Het verschil is wel dat Rutte I een gedoogpartner heeft, die in staat is gebleken minder op inhoud en meer op persoonlijke aanvallen de boel kan opstoken.
Krijgen we de meest instabiele coalitie ooit?
Tag archieven: binnenbrand
Bos brandt Balkenende af.
Niet alleen een gebrekkige moraal, ook een gebrekkig toezicht en een weinig solide regelgeving, maakt van een eerzaam bankier een graaiende boef. Met die stelling corrigeert Wouter Bos de opvattingen van Jan-Peter Balkenende, die in het NRC de gelegenheid kreeg zijn visie op de kredietcrisis weer te geven.
Het NRC herinnert er nog eens aan dat de MP bankiers met de verkeerde menselijke waarden, verantwoordelijk houdt voor de crisis. Niet de markt faalde, maar de mens.
In het tv-programma Binnenhof zegt Bos nu: “Dat schiet qua analyse tekort. Een inbreker komt niet alleen een huis binnen omdat hij het verschil niet weet tussen goed en kwaad. Het scheelt als er politie op straat is en goed hang- en sluitwerk op de deur zit“, aldus het NRC (zie quotes onder aan dit artikel).
Ben benieuwd of Balkenende zijn boekhouder nog terug gaat fluiten. Vorig jaar hekelde Balkenende de openlijk geventileerde voorkeur van Bos voor Obama, toen nog kandidaat voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Het lijkt me voor een premier niet wenselijk dat zijn ministers zijn analytisch vermogen publiekelijk aan de kaak stellen.
Als Balkenende Bos nu weer een uitbrander geeft, komen we aan het 19e binnenbrandje op het Binnenhof. Vorig jaar oktober telden we hier al elf broeierige zaakjes binnen de coalitie (zie verkiezing Binnenbrand van het jaar). Eigenlijk waren dat er 12, omdat ik de Obama-kwestie helemaal over het hoofd had gezien. Het artikel was nog geen week oud of er konden alweer vier wrijvingen toegevoegd worden (zie de uitslag).
Tellen we het interne gerommel over de JSF, begin dit jaar erbij en nu de lucifer waarmee Bos Balkenende's analyse afbrandt, komt de teller op 19 binnenbrandjes te staan. Een gemiddelde van 8,2 per jaar.
Het kabinet sneuvelt niet, het brandt langzaam op. Nog tot 2011 te gaan, als het voor die tijd niet tot as vergaan is.
Van het pluche gebrand
Met het vertrek van Ella Vogelaar, stijgt Balkenende in de statistieken. In een onderzoekje hier naar de binnenbrandjes in Balkenende's coalitie, heb ik het smeulende vuurtje binnen de PvdA over het hoofd gezien. Daarmee komt dit jaar het aantal interne conflicten op 12, maar nu is er wel iemand van het pluche gebrand.
Een ander onderzoek wees uit dat de kabinetten Balkenende ook hoog scoren als het gaat om bewindslieden die opstappen na een vertrouwensbreuk. Onderzoekers van de Universiteit van Utrecht kwamen tot concludeerden: “Wanneer je het aantal vertrouwensbreuken afzet tegen het aantal dagen dat een kabinet heeft geregeerd, dan zijn de kabinetten Balkenende zelfs koplopers in de naoorlogse parlementaire geschiedenis. Nog nooit eerder zaten de bewindslieden zo losjes op het pluche“.
Bijna 15 procent van de bewindslieden is niet zo gehecht aan het pluche, als menigeen soms denkt. Van de bijna 750 aangestelde ministers en staatssecretarissen, hebben 106 bewindslieden het centrum van de macht verlaten (meegeteld: het huidige kabinet, het vertrek van Cees van der Knaap in 2007, Aboutaleb die naar Rotterdam gaat en nu dan Ella Vogelaar). Zie een overzicht van 1945 tot 2006 onderaan dit artikel.
Het vertrek van Vogelaar is een geval apart. Het komt erg weinig voor dat bewindslieden opstappen omdat zij zelf bij het parlement, of de 2e Kamer bij hen, een gebrek aan vertrouwen constateren. Nu blijkt er binnen één van de coalitiepartijen het vertrouwen tekort te schieten in één van de eigen bewindslieden. Natuurlijk, de andere twee partijen hebben de nodige kritiek geventileerd jegens Ella Vogelaar, maar niemand van hen heeft haar geadviseerd een andere betrekking te zoeken. Men ligt er verder niet wakker van. De meeste reacties komen neer op een schouderophalend “jammer, maar helaas”.
Maar weinigen maken zich hardop ongerust over het hoge personeelsverloop in de kabinetten onder Balkenende. Zijn roemruchte voorganger Lubbers zag twee keer zoveel bewindslieden weglopen en ook Den Uyl (16x) en Drees (14x) moesten wat vaker de vacaturebank raadplegen. Toch is Balkenende inmiddels Van Agt (11x) voorbij gestreefd en is met 13 opstappers opgerukt naar de vierde plaats.
CDA-mp's hebben in de gehele naoorlogse periode 70 bewindslieden zien vertrekken, de sociaal-democratische mp's kwamen niet verder dan 36 opzeggers. Maar goed, het CDA heeft dan ook bijna continu (mee-)geregeerd. Een stevige klus en waar gehakt wordt, vallen spaanders.
Affaires als die van Vogelaar komen weinig voor. Onrust of niet, meestal zijn er andere redenen waarom bewindslieden hun heil elders zoeken.
Verreweg de meesten zijn vertrokken om persoonlijke redenen, zoals een kwakkelende gezondheid of men had moeite werk en privé-leven te combineren.
Reden numero twee: carrière-ontwikkelingen. Regelmatig vonden bewindslieden een andere functie, als burgemeester of Navo-secretaris, interessanter dan deelname aan een kabinet.
Op de derde plaats komt dan het binnenbrandje. Soms vond men weinig steun bij collega's binnen het kabinet, soms was men het niet langer eens met het uitgestippelde beleid.
Het minst vaak stapten bewindslieden op omdat de 2e Kamer geen vertrouwen meer in ze had. Kamerleden hebben wel degelijk soms keiharde vraagtekens gezet bij bepaalde bewindslieden, maar dat heeft er niet zo vaak toe geleid dat een minister of staatssecretaris dan maar de handboek in de ring gooide. Waarna de Kamer over ging tot de orde van de dag.
De Utrechtse onderzoekers constateerden dat de ene periode wat stormachtiger was dan de andere. De periode Balkenende mag tot de eerste categorie worden gerekend. Nu lijkt de vierde editie steviger op het pluche te zitten dan de voorgaande afleveringen. Of is het vertrek van Vogelaar een voorbode van de uiteindelijke val van dit kabinet?