Ik schrijf maar weinig over het werk waar ik mijn boterham mee verdien. Zo rond de kerst staan dak- en thuislozen traditioneel in warme belangstelling. Het moment dus om er weer iets over te schrijven.
Sinds eind 1999 werk ik in een dak- en thuislozenopvang. Een onderdeel van het hulpverleningscircuit, die op last (=subsidie en voorwaarden) van de overheid tot taak heeft elke dakloze aan een woning te helpen en alle dak- en thuislozen de maatschappij in te participeren.
Lukt dat? Toen ik begon, amper kennis van zaken,adviseerde een collega mij geen hoge verwachtingen te koesteren. “Als je er eens in de twee jaar eentje voorgoed op de rails krijgt, mag je blij zijn”, zei hij.
Veertien jaar later is dat nog steeds zo. Ondanks alle reïntegratieprojecten, dwangmaatregelen bij sociale diensten, tegenprestaties, ontschotting tussen de vele hulpverlenende instanties en eindeloos veranderende methodieken en aanpak.
Het houdt mij en mijn collega’s flink aan het werk. Het levert de dak- en thuislozen nagenoeg geen enkele volwaardige baan, zelfstandig wonen of een werkloos, maar geregeld bestaan op. In al die jaren dat ik er nu werk, heb ik tien echte “succesverhalen” meegemaakt. Twee daarvan redden het geheel op eigen kracht. Blijven er dus acht over, eentje meer dan mijn collega destijds voorspelde. We gaan vooruit!
Lees verder