Nieuwjaar: “Zo ouwe, het zit er bijna voor je op.”
Oudjaar: “Gelukkig wel, jongen, ik ben zo ontzettend moe…”
Nieuwjaar: “Tja, je wordt sneller oud dan je denkt, hè?”
Oudjaar: “Je hebt helemaal gelijk. Al is het denken nog zo snel, de leeftijd achterhaalt het wel” Nieuwjaar: “Huh?”
Oudjaar: “Laat maar. Dat was nog even een doordenkertje op de valreep van de tijd.” Nieuwjaar: “Oh. Nou, dat is mij te diep, geloof ik.”
Oudjaar: “Geeft niet, joh. Je hebt een heel jaar om erachter te komen.”
Nieuwjaar: “Nog dingetjes die ik mee moet nemen?”
Oudjaar: “Nee, gedane zaken nemen geen keer. En verder moet jezelf er maar het beste van maken. lijkt mij zo.” Nieuwjaar: “Okay, ik heb er al helemaal zin in!”
Oudjaar: “Jij liever dan ik, jongen. Als jij wist wat ik nu weet, zou je hier misschien helemaal niet staan.” Nieuwjaar: “Goh, ouwe, dat klinkt wel erg deprimerend.”
Oudjaar: “Trek het je niet aan. Jij bent jong, jij hebt nog mogelijkheden. Grijp je kansen en doe wat je ermee kunt.”
Nieuwjaar: “Ja, ik zie wel. Ik heb werkelijk nog geen idee……” Oudjaar: “Hou je daar maar goed aan vast.”
Nieuwjaar: “Wat?” Oudjaar: “Dat je nog geen idee hebt. Stel je voor dat je die wel zou hebben!”
Nieuwjaar: “Ik volg je even niet, ouwe.” Oudjaar: “Luister, als je barst van de ideeën, wil je daar ook wat van maken. Je zult zien dat het alleen allemaal niet zo maakbaar is.”
Nieuwjaar: “Ach, waar een wil is, is een weg, toch?” Oudjaar: “Tja. Nou ja, ik heb niks meer te vertellen. Mijn tijd zit er op. Het is helemaal aan jou nu.”
Nieuwjaar: “Je hebt het echt gehad, hè? Wat is er toch gebeurd met je, dat je zo moe bent?” Oudjaar: “Dat wil je niet weten, joh. En zelfs als je het wel wilt weten, ga ik je het niet vertellen. De beurt is nu aan jou. Trek je van mij niets aan en ga je eigen gang.”
Nieuwjaar: “Dat ben ik wel van plan. Maar heb je, met al jouw ervaring, echt geen bruikbare tips? Ik bedoel, het is toch ook zonde van de tijd om telkens het wiel opnieuw uit te vinden?” Oudjaar: “Dat is nou precies wat je wel moet doen. Bekijk alles alsof je het voor de eerste keer ziet. Wie weet levert dat een wiel op dat deze keer niet vastloopt in zijn eigen raderwerk.”
Nieuwjaar: “Tjonge, ouwe! Eindig ik straks ook als een opgebrande filosoof?” Oudjaar: “Misschien wel. Misschien niet. Maar trek je er niets van aan, jongen. Je moet gewoon je best doen. Reik hoger dan je voorgangers. Reik verder. En hou het vooral leuk.”
Nieuwjaar: “Ja, ja… daar heb ik wel zin in. Ik ga het ongelofelijk leuk maken!” Oudjaar: “Prima! Zeg, nog een paar seconden en dan mag je er tegenaan. Je moet nog wel even de Eed van de Tijd af leggen voor je over de drempel gaat.”
Nieuwjaar: “Okay, het is me in ieder geval een heel genoegen je nog even gesproken te hebben. Rust lekker uit, geniet van je ouwe dag. Kom nu maar op met die eed.”
Oudjaar: “Goed, leg je hand op de zandloper en zeg me na……”
Nieuwjaar: “Ik zal mijn vermogens gebruiken om de gemeenschap naar beste weten en oordeel te helpen; ik zal me onthouden van het schaden en tekort doen van wie ook. Wat ik zie en hoor, zal ik aan een ieder door vertellen, ten behoeve van het eerlijk delen van kennis en ervaring.” Oudjaar: “Dat je gelukkig moge worden, jongen.”