Het is met de integratie nog geen dikke mik. Ik bedoel niet De Integratie, die hoog op de politieke agenda’s staat. Dat verwarrende debat waar de een het over de normen en waarden van goed burgerschap heeft, een ander de totale assimilatie eist en allen reppen van een probleem bij een specifiek deel der bevolking. Terwijl ze het hebben over mensen die uitstekend geïntegreerd zijn.
Uitstekend, want wat doen de nieuwkomers hier? Ze wonen, werken of ze houden hun hand op voor een uitkering. Precies zoals al die mensen het doen, die hier al jaren wonen.
En er zijn onder de nieuwkomers ook lui die zich snel aansluiten bij typisch inheemse gewoonten als matten na een avondje uitgaan, comazuipen op de bible belt of folklore, waadoor de bekerfinale tussen Ajax en Feyenoord verdeeld moet worden over twee wedstrijden.
Gek dat op veel gebieden integratie, soms op het vervelende af, zo soepeltjes gaat. Toch wil het er bij veel mensen niet in dat een ander er helemaal bijhoort.
Het gaat dus niet om problemen of pluspunten. Het gaat er om of de status quo van ouwe jongens, krentenkoek bereikt kan worden. En dat is tamelijk lastig.
Lastig, omdat iedereen te maken kan krijgen met vormen van uitsluiting. Daarbij is het niet meteen glashelder wat er gedaan moet worden om die uitsluiting te voorkomen. Iemand kan alles in het werk stellen om zich bij een groep aan te sluiten. Dezelfde kleren aantrekken, dezelfde eetgewoontes overnemen, dezelfde winkels bezoeken, dezelfde kranten lezen, dezelfde wetten naleven, hetzelfde onderwijs volgen.
Maar als iemand niet heel rap de ongeschreven gedrags- en culturele codes onder de knie geeft, wordt het moeilijk de status van Ons Soort Mensen te verkrijgen.
Daarom zie je niet alleen te weinig vrouwen in topfuncties, ook mannen hebben moeite een glansrijke carrière te ontwikkelen, als ze niet uit hetzelfde old boys netwerk afkomstig zijn. Dat stelt psycholoog Henk Noort in een column in het Financieel Dagblad. Hij refereert daarin naar een onderzoek van bestuurswetenschapper Mick Matthys.
Die zegt dat een universitaire opleiding alleen, niet genoeg is voor mensen uit de arbeidersklasse, om mee te kunnen draaien in welk old boys netwerkje dan ook. Omdat ze “niet de juiste taal en codes beheersen en niet de bij de beroepsgroep horende sociale netwerken hebben”.
Ouwe koek, lijkt me. Het gaat niet alleen om ‘the way you walk’, het gaat vooral om ‘the way you talk’. Je hoort pas bij een groep als je dezelfde grappen vertelt, hetzelfde jargon hanteert, dezelfde etiquette er op nahoudt.
Mick Matthys pleit voor extra persoonlijke aandacht voor de getalenteerden uit de arbeidersklasse en vindt de plannen om de studiebeurs af te schaffen een slecht idee.
Henk Noort ziet niets in het slopen van het old boys netwerk. Ook hij ziet een taak voor het onderwijs weggelegd. Verwijzend naar de lessen wellevendheid, die officieren vroeger kregen, pleit hij ervoor de academici uit achterstandsgroepen de sleutel tot de ongeschreven codes te geven.
Natuurlijk is het reuze handig de codes goed te kennen, van de groep waartoe je wilt behoren. Wie er ontwetend van wil blijven, zal altijd op dikke muren stuiten. Maar kun je die kennis ook benutten, zonder geweld te doen aan je eigen persoontje? Moet je die codes ook overnemen en integreren in wat jij bent?
Dat gaat weer de richting van assimilatie op en daarmee een gemiste kans voor de ontvangende groep het ingesleten patroon op te pimpen met elementen van het patroon dat de nieuwkomer meebrengt. Ook een ingesleten patroon. Maar je hebt het dan wel over integratie: beetje van dit, beetje van dat en samen het beste er van maken.
Onderwijs kan een handje helpen. Door iedereen te leren dat niets vanzelfsprekend is. Ook de eigen ongeschreven codes niet.
Tag archieven: integratie
Discrimigratienota's
Hoe hou je de samenleving bij elkaar? Door met nota's te komen die de gemeenschap uit elkaar drijft.
De gisteren op het PvdA-congres aangenomen integratienota is één van de vele stukken waarin bepaalde problemen op het bordje van een select deel der bevolking worden gelegd.
Het riekt daarbij stevig naar discriminatie. Dat mag natuurlijk niet worden gezegd. Maar werkloosheid, klederdracht, taalproblemen en vervelende jeugd zijn geen issues die uitsluitend behoren tot de kenmerken van groepen mensen, wiens stamboom buiten onze grenzen ligt.
Dat politici immigranten als probleem op hun agenda zetten is niet nieuw.
Begin 50'er jaren stelde PvdA'er Schilthuis al vragen over de 'velen Indo's of Euro-Aziaten'. Hij meende dat zij ' geknipt zijn voor emigratie naar tropische gebieden'. Die 'velen' waren zo'n 250.000 Nederlanders met één Nederlands paspoort, afkomstig uit Indonesië.
Niet alleen de PvdA, ook de christelijke partijen vonden dat we die medelanders beter kwijt dan rijk konden zijn (met dank aan Martin Roos, die in een discussie hier deze informatie gaf).
In een analyse van politieke debatten na 1945, over nationaliteit, toelating en integratie/inburgering, stelde onderzoeker G. Jones de vraag of het formele Nederlanderschap van Indische, Surinaamse, Molukse en Antilliaanse Nederlanders voor politici voldoende was om die mensen ook als lid van het Nederlandse volk te beschouwen.
Terugkijkend op de debatten over ex-koloniale medelanders, concludeert Jones dat de discussies zich herhalen, nu gefocused op burgers met Marokkaanse wortels (zie ook deze samenvatting).
Natuurlijk duurt het even voor immigranten en reeds aanwezige burgers aan elkaar gewend raken. Maar dat proces kunnen burgers heel goed zelf aan. Zodra een politicus het tot onderwerp maakt, wordt een menselijk proces ineens een maatschappelijk probleem, met het risico dat burgers het problematischer gaan zien dan nodig is.
En waarom, als de gewenning soms wat stroef gaat, de verantwoordelijkheid alleen bij de immigranten leggen? Waarom nu nieuwkomers proberen te persen in de normen en waarden van de met spruitjeslucht doordesemde benauwdheid van de 50'er jaren?
Zeker, er zijn jongeren die zich uitermate vervelend gedragen. Ook dat is van alle dag. Van nozems, wiens subcultuur als irritant werd gezien, tot hippies die door matrozen van de Dam werden geranseld, om van overwegend jonge voetbalvandalen en skinheads maar te zwijgen.
Hele studies naar jeugd en generatiekloven hebben niet kunnen voorkomen dat jongeren aan comazuipen doen of met oud en nieuw de beest uithangen.
En jawel, de werkloosheid is onder bepaalde groepen mensen groter dan onder andere groepen. Maar waarom mag een autochtone burger schoffelwerk weigeren en een allochtone burger de werkzaamheden accepteren waar velen de neus voor ophalen?
Dat er problemen zijn die blijkbaar moeilijk de wereld uit te helpen zijn, is heel vervelend. Maar onderzoek dan eerst eens waarom het probleemoplossend vermogen tekort schiet. Met nota's die de problemen uitsluitend in de schoot van een deel van de bevolking leggen, creëert men een probleem erbij.