Werknemers op het olieveld in Nafoora (Libië) zijn in staking. Daar komt voorlopig geen olie mee vandaan. Eén van de berichten op de zender Al Jazeera, over het uitermate onrustige Libië.
Gisteren leek het er even op of het regime van Kadhaffi (Gadaffi genoemd in de berichten uit die omgeving) zijn laatste uren beleefde. Een toespraak van een van zijn zonen, Saif, op een Arabische zender maakte duidelijk dat de Gadafficlan zich niet gewonnen wenst te geven.
Misschien verveelt het je als ik er over doorga of boeit het je helemaal niet. Dat behoort natuurlijk tot de vrijheden die wij hier kennen. Collegablogger Berend Quest hield gisteren een twitterenquête en vroeg wat lezers onder vrijheid verstaan. Zou je nu zo’n enquête in de landen in Afrika, Midden-Oosten en Azië houden durf ik te wedden dat er heel andere antwoorden uitkomen. Eén van die antwoorden is, dat men verveelt is geraakt van langdurige en dictatoriale regimes. Wat veel mensen nu boeit is een verandering van bestuur en staatsinrichting.
Blijkbaar kan een verandering in Libië niet door netjes naar de stembus te gaan. Volgens laatste twitterberichten worden in de hoofdstad Tripoli nu overheidsgebouwen en politiebureau’s in de fik gestoken. Dat had misschien niet zover gekomen, als Gadaffi even rustig had gereageerd als de overheid in Marokko. Of even snel veranderingen had aangekondigd als de regeringen in Tunesië en Jordanië. In Libië worden echter huurlingen ingezet om met scherp te schieten op de lokale bevolking. Er zijn al meer dan 330 doden gevallen.
Ondertussen is de hele regio in beweging. In zeker 14 landen vinden demonstraties plaats. Wat in Tunesië begon alk de jasmijnrevolutie, spreidt zich als een olievlek uit en inspireert zelfs tot ver daarbuiten. In China zijn eerste pogingen tot demonstraties verijdeld door de regering. Wat heeft dat allemaal met ons te maken?
Meer dan we misschien beseffen. De onrust in olierijke landen als Libië, Koeweit, Iran, Irak en Algerije kan gevolgen hebben voor onze economie. Als de stabiliteit in al die landen lang onzeker blijft, kan het vluchtelingenstormen op gang brengen (zie Tunesië) of op zijn minst een toename aan politieke vluchtelingen veroorzaken. Alleen die twee zaken al, kunnen er toe leiden dat ook wij voor nieuwe keuzes komen te staan.
Het gaat in die landen niet alleen om grotere vrijheid, het gaat ook om armoede. Het is niet voor iets dat de eerste toezeggingen die de regimes doen, verbetering van lonen en prijzen betreffen. Armoede is al eeuwen de bron voor onrust over heel de wereld. Onrust die er herhaaldelijk toe heeft geleid dat de V.S. en Europa gemotiveerd waren met economische en militaire middelen in te grijpen.
Het is voor iedereen, denk ik, begrijpelijk dat de bevolking dat soort onrust een keertje zat is. En wij? Moeten wij herhaaldelijk verdeeld raken als er weer eens over een missie, die rust en democratie moet helpen bewerkstellingen, gediscussieerd moet worden? Moeten we ook even verdeeld raken als er over immigratiestromen gepraat moet worden?
Of worden we onze eigen onrust ook een keertje zat? In dat geval is steun aan de protesterende mensen zeker op zijn plaats.
Het is moeilijk te bepalen wat voor steun dat moet zijn. Het minste is actief in de sociale media de berichten volgen en er over communiceren. Dat wordt in die landen zeker opgemerkt. Actievoerders zoeken wegen hun kanalen open te houden, de regimes proberen dat te verstoren of af te sluiten.
Verder kun je de jou bekende politici mailen en ze vragen hun acties te ondernemen. Veroordelingen van het geweld, sancties tegen de regimes die er op los knallen, het opzetten van hulp om ziekenhuizen te bevoorraden en het onmiddellijk stopzetten van elke wapenleverantie.
Wie meer ideeën heeft, mag het hier melden. Ondertussen kun je op Sargasso deze open draad volgen. Of volg zelf Al Jazeera en Libische twitteraars als ShababLiya en SultanAlQassemi. Wie de meest betrouwbare bronnen weet te vinden, mag dat ook hier melden.
Zouden we met elke vorm van aandacht of steun olie op het vuur gooien of is nu niets doen ook een keuze?
Tag archieven: Midden-Oosten
Steun de roependen in de woestijnen.
Gisteren vroeg ik me af waarom het in de Nederlandse blog- en twittersfeer zoveel rustiger is over de protesten in de Noord-Afrikaanse, Midden-Oosten en Aziatische landen, dan tijdens de Egyptische rally’s. Treedt er mediamoeheid op? Zijn er twijfels over de aard en afloop van de protesten? Leeft het minder omdat er geen live televisiebeelden zijn?
Er is minder zichtbaar, maar de ernst is er niet minder om. In Bahrein en Libië heeft het leger mensen doodgeschoten. Toch gaan ook vandaag weer mensen de straat op om meer vrijheid te eisen. Voor morgen staan demonstraties gepland in Algerije en Marokko. In Jemen blijft het onrustig en ondertussen heeft ook Djibouti zich bij de ontwikkelingen aangesloten. Ook in Koeweit waren er protesten. Hier gingen statenlozen de straat op om een einde van hun pariabestaan te eisen.
Misschien wordt het ons teveel? Het is niet mee goed bij te houden. Wat op 17 december 2010 in Tunesië begon, had snel gevolgen in Jordanië, Jemen, Algerije. Egypte, Syrië, Bahrein, Iran, Libië, Irak, Djibouti en Oman (chronologische volgorde, zie dit NOS-overzicht).
Zowel in Tunesië als in Egypte, de twee inspirerende voorbeelden voor de andere landen, is de onrust nog niet voorbij. De overheid heeft toegezegd de gewenste veranderingen door te zullen voeren. Dat kost natuurlijk tijd. In die tijd is niet iedereen even gerust over de goede afloop.
In Egypte probeert het leger de rust te herstellen, onder andere omdat de economie flink te lijden heeft onder de openbare manifestaties. Er is een stakingsverbod afgekondigd. En dat maakt de mensen opnieuw argwanend. Een staking kunnen houden hoort immers tot een van die vrijheden waar het ze om te doen is? Misschien willen de Egyptenaren wel over tot de orde van de dag, maar zo’n verbod kan wel eens nieuw olie op het vuur zijn.
Maar goed, in Egypte is men een stapje verder dan in de andere landen. Waarom krijgen die niet de massale aandacht en steun, die de Egyptenaren mede heeft geholpen vol te houden? Worden in Libië, Bahrein, Iran en Irak andere eisen gesteld dan in Tunesië en Egypte?
Nee. In alle gevallen gaat het om meer vrijheid. Aan de basis van de onrust lijkt het hier en daar om rivaliteit tussen bevolkingsgroepen te gaan (Libië en Irak bijvoorbeeld), maar in wezen gaat het om protesten tegen de dominantie van regimes, die niet beroerd zijn om de bevolkingsgroep waartoe ze zelf behoren, met corruptie en geweld de overheersende posities en rijkdom toe te bedelen.
Hier voeren we discussies over wat vrijheid in moet houden. Wel of geen scherpe cartoons, wel of geen politieke partijen met een bedenkelijk programma. Die discussie moet ook worden gevoerd. Vrijheid is geen objectieve waarheid. Het is wel zo prettig dat je het daar over kan hebben, zonder van de straat geknald te worden. Dat is de enige reden, waarom de roependen in de woestijnen van Noord-Afrika en Azië onze steun verdienen.
Als we ze wel willen steunen, hoe kan dat dan? Om te beginnen door op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Het zal de media en hopelijk ook de mensen in die landen, niet ontgaan dat er massaal wordt afgestemd op de nieuwsgaring uit (onder andere) Bahrein, waar het leger zich heeft teruggetrokken, maar de politie nog wel optreedt tegen demonstranten. Of uit Algerije, waar de politie vandaag demonstraten van de straat knuppelt. Volg het nieuws over Marokko, waar de regering heeft beloofd rustig te reageren op de aangekondigde demonstraties van morgen. Volg ook de live blogs van Al JAzeera over Libië, Bahrein, Algerije en Egypte.
Verder kun je de sociale media gebruiken om te reageren op berichten die nog wel over de wereld worden gestuurd via Twitter, Facebook of Youtube. Libië heeft die kanalen dichtgegooid, maar dat betekent niet dat er op de vrije kanalen gezwegen moet worden over dat land.
Tot slot: Obama heeft het geweld veroordeelt. Dat kunnen we ook eisen van onze regering. Rutte en Rosenthal hoeven niet te wachten tot de EU-bijeenkomst op maandag. Rutte mag zijn weekendje skiën afbreken, om ambassadeurs van de gewelddadige regimes op het matje te roepen. Rosenthal mag nu al verzinnen welke concrete stappen hij gaat voorstellen. Dat mag, dat moet massaal getwitterd, geblogt en gemaild worden. Zoek de twitteraccounts van Rutte, Rosenthal en het ministerie van Buitenlandse Zaken maar op. Of stuur mails via de websites van Algemene Zaken (Rutte) en Buitenlandse Zaken.
Krijgen de roependen in de woestijn je steun?
Twitterstilte na de storm in de woestijn?
Er zijn roependen in de woestijn.Dat ongepolijst landschap, waar zoveel ruimte is maar waar weinigen het voor het zeggen hebben.
Tunesiërs wacht de aangekondigde veranderingen af, door in grote getale het land te ontvluchten. Egyptenaren gaan met een nieuwe mars de omwenteling vieren. Ze werden nog gehoord. Hun geroep werd dagelijks gevolgd door miljoen anderen over heel de wereld.
Hoe vergaat het de roependen in Algerije, Jemen, Iran, Bahrein, Libië, Jordanië, Irak, Syrië en Marokko?
In Marokko wil men aanstaande zondag de straat op te gaan. De overheid zegt naar de demonstraten te zullen luisteren. Een andere aanpak dan in Syrië, waar de eerste protesten meteen de kop in werden gedrukt, door de initiatiefnemer op te pakken. Daar lijkt het nu stil. In andere landen kan de harde hand van de overheid niet voorkomen dat er telkens toch weer mensen de straat op gaan.
In Algerije is voor aanstaande zaterdag een demonstratie gepland, ook al heeft de regering beloofd eind deze maand de jarenlange noodtoestand op te heffen. Vandaag vielen doden en gewonden in Jemen bij hun dag van de woede. Zondag wil de Iraanse oppositie de straat op, terwijl vandaag hun tegenstanders roepen om executie van de oppositieleiders.
In het oliestaatje Bahrein probeert het leger de straten rustig te houden en in Libië hield Kadhafi een rondritje om te tonen dar er niets aan de hand is. In Jordanië laait het protest op en in Irak is een brug bezet, nadat woensdag al mensen de straat op gingen en met geweld er weer van afgejaagd werden.
De eisen van de oproerkraaiers lijken uiten te lopen maar overal klinkt de roep om meer vrijheid en minder armoe. Lang zittende regimes moeten opkrassen, beperkingen van vrijheden moeten worden opgeheven en er moet een einde komen aan corruptie, werkeloosheid en de vaak idiote verschillen tussen arm en rijk.
Het moest er een keer van komen. De mensen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten ruiken hun kans, mede door de inspirerende voorbeelden uit Tunesië en Egypte. Met name Egypte moet de mensen een hart onder de riem hebben gestoken. Heel de wereld keek mee, heel de wereld leefde mee. En niet zomaar.
Elders in de wereld, ook in Nederland, hield men elkaar op de hoogte van de ontwikkelingen via internetmedia. Zodra er ook maar een blogger was opgepakt, wisten we het binnen een uur. Daarnaast werd er getwitterd over de soms iets te terughoudende reacties van sommige regeringen in de vrije landen. En daar dreigt het nu mis te gaan. Blijkt de zogenaamde kracht van de sociale media, na Egypte, nu ook een internetzeepbel?
Er lijkt mij geen enkele reden de mensen in de nu onrustige landen geen steun te geven bij hun roep om meer vrijheid en meer welvaart. Het heeft niet zoveel zin de koffers te pakken en massaal af te reizen naar deze doorgaans toeristische paradijsjes.
Bovendien zullen de burgers het zelf moeten doen, er vanuitgaand dat ze zelf wel het beste weet welke kant het met hun land opmoet. Maar moeten ze nu het gevoel krijgen dat alleen Egypte ons interesseert en de rest ons niets kan schelen?
Waarom niet via twitter en mails eisen van onze regering, dat ze de regimes manen geen geweld tegen de demonstraten te gebruiken? Ambassadeurs op het matje roepen. Met spoed een EU-bijeenkomst beleggen om concrete steun aan de roependen in de woestijn te organiseren.
De regimes gaan niet opzij als de burgers niets doen en zeker niet als de rest van de wereld het op zijn beloop laat.
Diplomatieke codes in het Midden-Oosten.
Terwijl de Palestijnse gebieden steeds dieper wegzakken in een burgeroorlog, verschijnt een vertrouwelijk overdrachtsrapport van de VN-gezant in het Midden-Oosten Alvaro de Soto via de Guardian en daarop volgend NRC Handelsblad Het rapport, gedateerd 5 mei jl., geeft een dramatisch zicht op de codes die gelden bij het werk van deze VN-missie voor vrede in het gebied en het zogenaamde Kwartet voor het Midden-Oosten (samenwerking tussen VS, EU, Rusland en de VN).
In mijn eerste blog op Peterspagina wil ik verhalen en citeren uit dat indrukwekkende rapport, juist op dit moment. Want deze oorlog is er niet alleen een van Palestijnen onderling. Deze oorlog is er ook vanwege het falen, dan wel de onwil van internationale diplomaten om een oplossing van het Isrælisch-Palestijnse conflict dichterbij te brengen. Deze oorlog is er een van verraad aan basisprincipes van internationaal recht en de doelstellingen van de VN. Laat dit blog geen reden zijn om het rapport van Alvaro de Soto niet zelf te lezen. Hoewel de lengte van mijn bijdrage anders doet vermoeden, heb ik me grotendeels beperkt tot de machinaties van het diplomatieke verkeer en veel andere ontwikkelingen buiten beschouwing gelaten.
Als De Soto in juni 2005 aan de slag gaat in Gaza en Jerusalem aan de slag gaat, treft hij een onderbezet en slecht geleid bureau aan, dat geen goede betrekkingen onderhoudt met andere VN-missies in de regio. Tijdens zijn missie, krijgt hij nooit toestemming om naar Syrië te gaan of direct met de Palestijnse Autoriteit in overleg te treden. Dit heeft hindert zijn werk enorm. “I have frequently felt like the Black Knight in “Monthy Pyton and the Holy Grail”, who, after having both legs and both arms lopped off by the King, still accuses his adversary of cowardice and threatens to bite off his legs”.
Wolfensohn – de kandidaat opvolger van Wolfowitz bij de Wereldbank – wordt door de VS geparachuteerd als speciale afgezant voor Gaza. Na veel duwen en trekken wordt hij gezant van het hele Kwartet, met een ruim mandaat. Hij krijgt het beste personeel van elk lid van het Kwartet toebedeeld en beschikt over de beste informatie, aangeleverd door het US State Department. De samenwerking tussen de missie van De Soto en die van Wolfensohn verloopt steeds moeilijker. Niettemin doet Wolfensohn goed werk, al wordt hij op belangrijke momenten gedwarsboomd door uitgerekend de VS-gezanten en uiteindelijk Rice zelf. Wolfensohn verdwijnt tamelijk geruisloos van het toneel.
De meest dramatische ontwikkelingen vinden plaats rond de Palestijnse verkiezingen. President Abu Mazen’s strategie om Hamas zoveel mogelijk mee te laten doen in het politieke proces en ze daarmee ook het vredesproces in te trekken krijgt aanvankelijk de steun van het Kwartet. Echter, als Hamas de verkiezingen wint is het hek van de dam. Onder leiding van de VS worden alle banden met de Palestijnse Autoriteit voorwaardelijk gemaakt aan afwijzing van geweld, erkenning van Israël en het overnemen van alle vorige vredesakkoorden, inclusief the ‘Roadmap to Peace’. De EU en Rusland gaan er zonder protest in mee.
Hiermee wordt het Kwartet onderdeel van het conflict in plaats van onderdeel van de oplossing. De belangrijkste opdracht van Wolfensohn was om de Palestijnse economie weer uit het slop te trekken. Wat daar van over is wordt effectief om zeep geholpen door de boycot van het Kwartet. Dit heeft ernstige gevolgen voor de levenstandaard van mensen, vooral in de Gaza-strook. De insituties van de Palestijnse Autoriteit storten in. Wederopbouwhulp wordt weer noodhulp.
Israël stopt met het doorsluizen van BTW en douaneheffingen naar de Palestijnse Autoriteit. Dit geld wordt opgebracht door Palestijnse bedrijven. Het is in strijd met de akkoorden waar Hamas wél aan gehouden wordt. Hierdoor valt ongeveer een derde van de inkomsten van de Palestijnse Autoriteit weg. Drie van de vier leden van het Kwartet zijn ongelukkig met de gang van zaken en roepen Israël op de betalingen te hervatten. Onder druk van de VS blijft de kritiek binnenskamers. De kritiek op het gebrekkige regeren van de nieuwe Palestijnse regering neemt steeds verder toe.
Kort na de verkiezingen laat Hamas weten een breed samengestelde regering te willen vormen. De VS verzetten zich fel tegen een regering met Hamas én Fatah. Daarmee zouden de ‘good guys’ namelijk niet meer eenvoudig van de ‘bad guys’ te scheiden zijn: “… the US envoy declared twice in an envoys meeting in Washington how much ‘I like this violence’, referring to the near civil-war that was erupting in Gaza in which civilians were being regularly killed and injured, because ‘it means that other Palestinians are resisting Hamas’”. Uiteindelijk wordt door inspanningen van koning Abdullah van Saoedi-Arabië in Mekka tot een regering van Nationale Eenheid gekomen. Als de VS zich niet verzet hadden, had de regering een jaar eerder gevormd kunnen worden en was veel leed en ellende voorkomen.
Aanvankelijk is De Soto positief over het concept van ‘het Kwartet’. Het is geen gek idee om het drukke diplomatieke verkeer in het Midden-Oosten te stroomlijnen. Maar twee jaar later vindt hij dat de VN serieus haar positie binnen het Kwartet moet overwegen. Het Kwartet functioneert als een vriendengroep van de VS, die de VS gebruikt wanneer het haar uitkomt. Tegelijkertijd is de VS de enige partij die werkelijk invloed heeft op Israël, maar zelden bereid is enige druk van betekenis uit te oefenen. Binnen het Kwartet is de leidende rol van de VS onuitgesproken en al helemaal niet geformaliseerd. Elk lid van het Kwartet spreekt voor zichzelf en niet zelden spreken ze elkaar openlijk tegen.
Ondank de tekortkomingen kon De Soto met de positie van de VN in het Kwartet leven, totdat zij posities ging innemen die nooit op een meerderheid binnen VN-organen zouden kunnen rekenen, die in strijd zijn of tenminste op gespannen voet staan met VN-veiligheidsraadresoluties en/of internationaal recht, dan wel een minimum aan onpartijdigheid ontberen dat de levensader van diplomatiek optreden van de Secretaris-Generaal is.
Dit betekent allerminst dat De Soto geen kritiek heeft op de Palestijnse autoriteiten en Hamas in het bijzonder. Hij beschrijft bitter de spiraal van geweld en verharding.
De blokkade van de Palestijnse Gebieden wordt door veel gewone Palestijnen gezien als collectieve straf voor de verkiezingsuitslag en het Kwartet als degene die de straf oplegt. De facto is het niet het Kwartet dat de sancties heeft opgelegd, maar Israël, de VS en de EU. Maar door de Palestijnen wordt het wel zo gevoeld, waardoor het Kwartet geen effectieve politieke rol meer kan spelen en ook de reputatie van de VN ernstig op de proef wordt gesteld. Het Kwartet, met Rusland en de VN, biedt een scherm waar de VS en de EU – die de sancties feitelijk opleggen – zich achter verschuilen.
Het Kwartet is verworden tot een mechanisme dat niet primair gaat over het oplossen van het Palestijns-Isrælische conflict. Het gaat net zo goed over Transatlantische relaties en wat verder van belang wordt geacht. Er wordt gegniffeld over de EU die met drie vertegenwoordigers aan tafel zit en daardoor geen eenduidig, maar wel een representatiever, geluid laat horen.
De VN Secretaris Generaal is een vreemde eend aan tafel. Hij zit er niet als vertegenwoordiger van de lidstaten, hij heeft geen mandaat van de Veiligheidsraad of de Algemene Vergadering, maar zit er vooral vanwege zijn vermogen om de lidstaten achter zich te krijgen. Naar de mening van De Soto is de plicht van de VN om zich binnen het VN-recht en het internationale recht te bewegen in het Kwartet. De stellingname van het Kwartet heeft de VN op glad ijs gebracht en de VN-medewerkers – die ‘op de grond’ de effecten van de blokkade proberen te verlichten, in een onmogelijke positie.
“With the benefit of hindsight. perhap we got carried away somewhat by our desire to be in the political game, after a fashion, in the Middle East. Embarking on this endeavour in a role for which the UNSG, because of the unique nature of his job, may not be suited, has put us in a difficult position, where our responsibilities toward the Palestinian people and the MEPP in general, are compromised, if not sacrificed, on the altar of an improved relationship with certain member states, however important they may be”. De Soto stelt dat de VN niet langer verantwoordelijkheid moet dragen voor de beslissingen van het Kwartet, maar beter een soort waarnemer-positie kan innemen.
Een belangrijk voordeel van VN-diplomatie is dat de VN met partijen praat waar andere partijen/landen zich niet aan branden, zolang het het doel van vreedzame conflictbeslechting dient. Na de verkiezingsoverwinning van Hamas heeft de VN richtlijnen opgesteld over contacten met de regering van de Palestijnse Autoriteit. Voor De Soto betekent dit dat hij alleen op hoog niveau contact mag hebben met de toestemming van de Secretaris-Generaal. Deze toestemming krijgt hij vrijwel nooit en bovendien werd niet uitgelegd waarom, behalve dat het de contacten met de Kwartet-partners zou bemoeilijken. Dit maakt effectieve diplomatie onmogelijk en is in VN-context moeilijk te volgen. Waarom wel praten met de Libanese Hezbollah en niet met Hamas? Er is geen enkele VN-resolutie die deze contacten verbiedt. Door diplomatieke relaties met de Palestijnese Autoriteit en Syrië in te ruilen voor goede relaties met de VS en Israël heeft de VN zich irrelevant gemaakt in de regio. Als de Secretaris-Generaal zijn onpartijdigheid in het Midden-Oosten verliest door zich teveel te vereenzelvigen met één of twee leden van de Veiligheidsraad, verliest hij zijn geloofwaardigheid wereldwijd en kan de VN dus ook elders niet meer effectief aan het oplossen van conflicten werken.
Het moment dat de nieuwe Secretaris-Generaal Ban Ki-moon de relatie van de VN met de Palestijnse Autoriteit verder op scherp zette door te spreken van voorwaarden aan verdere contacten, was voor De Soto de druppel die de emmer deed overlopen. Hij realiseerde zich dat zijn inspanningen geen resultaat konden hebben en besloot na 25 jaar de VN te verlaten.
De Soto noemt het ineenstorten van de Palestijnse Autoriteit een realistisch scenario, als de boycot en het isoleren van de Hamasleden in de regering aanhoudt. In dat geval moet Israël haar verantwoordelijkheid voor het welzijn van de bevolking in de bezette gebieden weer op zich nemen en zijn de institutionele vorderingen sinds de Oslo-akkoorden tenietgedaan. Dit brengt ook de twee-staten oplossing verder weg. Want voor die oplossing zijn twee territoria en twee regeringen nodig. Ook voor Israël is dat geen aantrekkelijk perspectief.
“Should that (het uiteenvallen van de Regering van Nationale Eenheid, LdB) happen, it will be a huge setback for Isræl and the Palestinians alike and be a major setback for efforts to resolve conflict through diplomacy rather than violence in the region and even beyond – and I fear that the UN will not be able to say that we did what we could to prevent it”.
Hij verwijt zichzelf en de VN Israël met fluwelen handschoenen aan te pakken. Israël weet haar vermogen om de relatie tussen VN en VS te beïnvloeden feilloos aan te wenden. “We are not a friend of Isræl if we allow Isræl to fall into the self-dilusion that the Palestinians are the only ones to blame, or that it can continue blithely to ignore its obligations under existing agreements without paying an international diplomatic price in the short-term, and a bitter price regarding its security and identity in the long-term”.
Rode draad in het verhaal van Alvaro de Soto is de code om Israël en de VS niet voor het hoofd te stoten. Deze code is sterker dan die van internationale diplomatie en blijkt zelfs het VN-verdrag opzij te kunnen zetten. De tragedie is dat daarmee het hart van haar bestaan van de VN – het vreedzaam voorkomen en beëindigen van conflicten – wordt geraakt.