Tag archieven: politiek

Naar de werkverschaffing.

Werkverschaffing In de economische winter zullen we dit straatbeeld vaker zien. Want er speelt zich een nationale ramp af. Zo’n dikke drie procent van de beroepsbevolking blijkt te lamlendig om ook maar een poot uit te steken om de economie uit het koude dal te trekken. Ja, 301 duizend mensen steken de poot uit,alleen om de hand op te houden. Dat mag, maar voortaan wel als er een tegenprestatie wordt geleverd. Geen prestatie, geen geld.

Nu zijn er,volgens het CBS, bijna 127 duizend vacatures. Gesteld dat die door bijstandstrekkers vervuld kunnen worden, blijven er nog 174 duizend mensen over, die niks te doen hebben. Die moeten gaan sneeuwruimen bij bejaardentehuizen, bedden verschonen in ziekenhuizen of koffie zetten voor onderwijzend personeel.
Het is goed om werkervaring op te doen, meent VVD-Kamerlid Azmani, die voorstelt een tegenprestatie verplicht te stellen voor iedereen die zich bij de kas van de Sociale Dienst meldt.

De uitgaven voor Sociale Zaken bedragen in 2011 een slordige 67 miljard euro. Een bijstandsuitkering is nu 1416 euro per maand. Voor gehuwden en samenwonenden. Alleenstaande ouders krijgen daar 70 procent van, alleenstaande zonder kinderen vangen de helft.
Stel dat de groep van 301 duizend bijstandstrekkers een afspiegeling van de totale bevolking is, dan is 50 procent gehuwd of samenwonend, 16 procent alleenstaand en 3 procent alleenstaande ouder. Dat zou betekenen dat zij samen bijna 258 miljoen aan bijstand ontvangen, ofwel 0,4 procent van de totale uitgaven van Sociale Zaken.
Waar gaat de overige dikke 66 miljard dan naar toe?

Je kan stellen dat die cijfers natuurlijk niets afdoen aan het principe dat ook mensen met een uitkering enige prestatie mogen leveren. De SP vindt de sollicitatieplicht voldoende. VVD, CDA en PVV vinden dat schoffelen, sneeuwruimen en koffieschenken ook wel gevraagd mag worden. Omdat nou werkervaring te noemen, met als het doel is de mensen aan duurzame arbeid te helpen, gaat iets te ver.
Nou hoor je daar de heer Azmani ook niet over. Hij weet ook wel beter. Er zal altijd een groep werklozen zijn en een deel ervan zal nooit in een reguliere baan verwerven.
Moet de uitkering dan een soort heitje voor een karweitje worden?

Daar zit wat in. Ik ken mensen die schoffelen hartstikke leuk vinden. En in de a-sociale doelgroep, waar ik mee werk, zijn er heel wat een stuk gelukkiger geworden als klusjesman. Ze zouden voor die prestaties wel graag iets meer “salaris” willen, maar een groot deel is echt blij dat ze op straat wat meer doen dan louter rondzwerven.
Prima dus. Maar hou nu eens wel op met te suggereren dat alle mensen met een bijstandsuitkering uit notoire frauderende werkweigeraars bestaat. De mensen die willens en wetens de boel besodemieteren, weten ook wel onder het schoffelen en koffieschenken uit te komen.

Het voorstel van Azmani gaat geld kosten. Wie gaat de coördinatie van de klusjes op zich nemen? Wie zorgt voor het toezicht en de controle? Welk bureau mag de nieuwe wetgeving evalueren? En waar gaan we op bezuinigen als blijkt dat de voorgestelde wetswijziging zo’n doorslaand succes wordt dat de kosten oplopen?
Ik stel voor dat de heer Azmani eens aan het werk gaat. Kom eens met een wetsvoorstel dat er voor zorgt dat we niet weer in een economische crisis belanden.

Gatenmoeheid.

Gate De diplomatieke post die Wikileaks op straat gooide en de geuzennaam Cablegate kreeg, is de 117e affaire die de toevoeging “gate” kreeg, nadat in 1972 Watergate de val van president Nixon bewerkstelligde.

Het engelse gate betekent zoveel als een gat in de muur, of een poort. Een opening waar normaal gesproken handel en wandel door naar binnen en naar buiten gaat, maar in de context van Watergate en Cablegate uitsluitend een lek, waardoor explosief materiaal naar buiten spuit.
Na Watergate zijn er gemiddeld drie affaires per jaar geweest, die door de pers als “gate” werden betiteld. De engelse Wikipedia heeft ze op een rij staan.

Een paar bekende zijn
Waterkantgate, een Duits schandaal in 1987. De media-adviseur van Uwe Barschel, CDU minister-president van de deelstaat Sleeswijk-Holstein, zou opdracht gekregen hebben de SPD-concurrent, Björn Enghol te bespioneren om belastende informatie op te duikelen. Toen Der Spiegel hierover publiceerde, leidde dat tot het aftreden van Barschel, die een week later dood werd aangetroffen in een hotel. Officieel zou hij zelfmoord hebben gepleegd. Maar er zijn mensen die menen dat de Israëlische geheime dienst Barschel zou hebben vermoord, omdat hij de activiteiten van de dienst op Duits grondgebied bekend wilde maken.

Verder herinnert iedereen zich vast nog wel
Monicagate (1998, Bill Clinton’s slippertje), Reutersgate (2006, gemanipuleerde foto’s van Israëlische raketaanvallen in Libanon) en vorig jaar Climategate, het hacken en publiceren van documenten van de Climate Research Unit van de universiteit van East Anglia. Daaruit zou blijken dat wetenschappers opzettelijk onderzoeksdata hebben veranderd of verzwegen. Koren op de molen van de zgn. klimaatontkenners.

Nederland doet niet onder voor de rest van de wereld. Lekken en affaires genoeg. Toch ging alleen
Mabelgate (2003) als zodanig de wereld over. De kwestie waar de verloofde van prins Johan Friso in opspraak kwam, omdat ze connecties zou hebben met drugsbaron Klaas Bruinsma.

Is het gemiddelde van drie “gates” per jaar het topje van de ijsberg? Is er nog veel meer dat niet wordt onthuld of is er verborgen informatie die het publiceren niet waard zijn?
Het is te hopen dat die 117 onthullingen ook alles betreffen dat werkelijk mis is gegaan. Dan zouden we nog kunnen stellen dat het met duistere zaakjes wel meevalt, in een wereld waar zoveel meer gaande is.

Het kan ook leiden tot “gate’-vermoeidheid. Na al die onthullingen gelooft een groot deel van het publiek misschien dat samenzweringen, onethisch handelen van politici en domme diplomatie doodnormale zaken zijn, waar het de schouders verder over ophaalt. Met als gevolg dat er meer interesse is voor bijzaken, die spannender worden gevonden. Blijft Wikileaks nog in de lucht? Waar hangt Julian Assange uit en wat is dat voor man eigenlijk?
O
ndertussen zijn er nergens nog parlementaire onderzoekscommissies ingesteld om de data van Wikeleaks te checken en is er ook nog geen diplomaat of leidinggevende politicus gesneuveld. Cablegate leidt vooralsnog niet tot het aftreden van wie dan ook.

Of dat nodig is, moet nader onderzoek uitwijzen. Het enige nadere onderzoek lijkt nu gericht op de handel en wandel van Julian Assange. Naar de inhoud en betekenis van de gelekte data lijkt niemand echt geïnteresseerd. Als mensen zo moe worden van de zoveelste “gate”, wordt het dan niet tijd voor een wat assertievere houding?

Warme belangstelling voor dakloosheid.

Dakloos December staat al bol van de tradities. Sinterklaas, Kerst, de jaarwisseling en de hoop op een Elfstedentocht. Sinds een paar jaar kunnen we er een traditie aan toevoegen: de belangstelling voor dakloosheid.
Over tradities gesproken: van oudsher mogen daklozen van een brede belangstelling genieten rond de Kerst. De burger wordt buitengewoon genereus en schenkt kerstpakketten, organiseert maaltijden of gaat een dagje met heel het gezin vrijwilligerswerk doen op een van de kerstdagen.
De koude temperaturen genereerde ook altijd enige belangstelling. De pers schreef verhalen over daklozen die kou trotseren of de extra opvang indook.

De trouwe lezer weet dat ik in een daklozenopvang werk. Elk jaar weer kunnen we in deze tijden het journaille aan de deur verwachten. Dit jaar is de belangstelling groter dan ooit. Bijna dagelijks staan er in de kranten berichten over de extra winteropvang die diverse gemeenten hebben georganiseerd.
Het wekt dan ook geen verbazing dat de cijfertjesboer, het CBS, ook wat geeft te melden over Neerlands dakloosheid.

We hebben ongeveer 17,5 duizend zwervers. Veel, hè? Toch is dat maar 0,11 procent van de bevolking. Dat haalt het niet bij de 1,47% daklozen die er
volgens de VN op heel de wereld zijn. Amerika (0,98%) en heel Europa (0,36%) tellen niet alleen in percentages, maar ook in werkelijke aantallen veel meer daklozen. Landen als Frankrijk, Duitsland. Groot-Brittanië en Spanje verslaan ons landje eveneens met groot gemak. Al gauw zo’n 30 tot 70 duizend meer daklozen. België telt slechts 500 minder daklozen, Zweden heeft er weer zo’n 300 meer.

Die cijfers moeten we niet te nauw (of te ruim) nemen. Elk land heeft moeite de daklozen keurig in beeld te krijgen. Alleen al omdat de definitie van dakloosheid kan verschillen.
De Federatie voor Opvang zegt dat de CBS-cijfers slechts een topje van de ijsberg zijn. Terecht zegt de Federatie dat de warme belangstelling voor daklozen niet moet stijgen als de temperatuur bijna evenredig daalt. De Federatie stelt vervolgens de CBS-telling aan de lage kant is.
Dat heeft te maken met de definitie die in Nederland wordt gehanteerd. Hier hebben we het over dak- en thuislozen. Een term die ik talloze keren moet uitleggen aan buitenstaanders. Want wat is het verschil tussen geen dak boven je hoofd hebben of geen thuis onder je kont?

De Federatie heeft het vorig jaar zelf ook onnodig ingewikkeld gemaakt door juichend te roepen dat er bijna geen daklozen meer op straat zijn. Hebben we dan ook minder thuislozen? Of juist meer?
In de reactie op de CBS-cijfers zegt de Federatie dat een groot aantal mensen op de rand van dakloosheid balanceert. Dat mag ook wel wat beter worden uitgelegd. Niet iedereen is continu dakloos. In de echte zin van het woord. Geen huis, maar op straat. Niet dat we ze daar nog veel zien. Dat klopt, want ze bivakkeren in grote getallen en steeds vaker in de dag- en nachtopvangcentra. Ze hebben dus een maatschappelijk dak boven hun hoofd en zijn dan volgens sommige statistieken niet langer echt dakloos.

De groep thuislozen is aanzienlijk groter. Een thuisloze is iemand zonder sociaal netwerk en die moeite heeft zelfstandig en zonder begeleiding voor zichzelf te zorgen. Een hedendaags stereotype voorbeeld: uw paranoïde schizofrene buurman. Zorgt regelmatig voor overlast. Vervuilt zijn huis of staat ineens van zijn dak te schreeuwen. Net zo vaak tot de hele buurt het wel genoeg vindt en de vele aanklachten tot een gedwongen opname leiden.
De man krijgt een adequate behandeling. Dat wil zeggen: in een week tijd wordt uitgezocht welke pilletjes het best aanslaan. Nog een week wordt bekeken of meneer de pilletjes wel slikt en of ze een beetje helpen. Als dat goed gaat wordt de rest verstrekt, inclusief in afsprakenkaartje waarop staat wanneer hij voor zijn herhalingsrecept moet terugkomen, en meneer mag naar buiten.
Inmiddels is hij wel door de woningbouwvereniging uit zijn huis gezet, wegens de talloze klachten. Dat is één manier om dakloos te worden.

De draaideurdakloze. Soms gaat het een poosje goed en woont hij op zichzelf of in enige vorm van begeleid wonen. Tot de mafkees weer doordraait of zich niet aan de regels kan houden en hij weer op straat staat.
Zo vergaat het ook veel mensen die net geen psychiatrische ziekte hebben. Ook mensen met een zeer lage intellectuele en emotionele intelligentie, vervallen bij herhaling in dakloosheid. Eigenlijk hebben we het over mensen met een chronische ziekte en/of handicap.
Nou zijn er voor tal van chronische aandoeningen uitstekende voorzieningen. Voor de dak- en thuisloze is er de maatschappelijke opvang. Nooit ruim bedeeld met subsidies en waar de komende tijd aardig op bezuinigd gaat worden. Waarom? Omdat alle hulp van de afgelopen jaren toch niet blijkt te werken.
Hebben ze eindelijk geleerd te vegen en te schoffelen, zijn ze nog niet capabel voor een normale baan. Zitten ze eindelijk in een leuke creatieve dagbesteding, gooien zo nog de klei tegen het plafond. En als je daar wat van zegt reageren ze met een grote bek en gaan weer aan de drank en drugs. A-sociale sodemieters zijn het. Met dat gedrag kiezen ze zelf voor armoe en dakloosheid.

Zo zit dat niet. Natuurlijk is het mooi als ze, net als elke andere zieke of gehandicapte, zoveel mogelijk participeren in de maatschappij. Maar net als elke andere chronisch zieke of gehandicapte zijn er specifieke beperkingen, waardoor dat nooit helemaal zal lukken.
De hulpverlening en begeleiding zal anders moeten en dat kan als wordt erkend dat het om chronisch zieke mensen gaat. Of de financiering dan ook beter wordt, valt te betwijfelen. Want we leven in een tijd waarin het lijkt of elke kwaal de schuld van de patiënt zelf is.

Ondertussen bedankt voor alle belangstelling in deze dagen. Leuk dat de gemeente geen doodgevroren dakloze op haar geweten wil hebben. Extra opvang met overwerkend personeel, extra uitzendkrachten en beveiligingspersoneel. Mag ik uw belangstelling ook als al dat extra’s wordt teruggetrokken en de bezuinigingen ons werk in de kou laten staan?

Voor wie de klok luidt.

ManningEr is niets anders dan nu. Er is zeker geen gisteren en ook geen morgen. Misschien zelfs geen straks meer. Alleen nu bestaat. Nu en nu en alleen maar nu. Geen ander nu dan nu. (Quote uit For whom the bell tolls, Ernest Hemingway).

Jawel hoor, de bron van Wikileaks is een
psychopaat privaat eerste klasse. De eigenaar van Wikileaks is een zedendelinquent.
De klokkenluider waar Wikileaks gebruik van zou hebben gemaakt, is een Amerikaanse militair, die vooral ging lekken uit frustratie. Op de middelbare school gepest wegens zijn homosexuele trekjes, diep depressief toen zijn relatie op de klippen liep en gedegradeerd toen hij een officier een klap verkocht. Wie zou die informatie hebben gelekt?

Het is niet zo gek dat iemand door stress doordraait. In
Hemmingway’s roman lezen we de gedachten van een Amerikaan die in de Spaanse burgeroorlog meewerkt aan de strijd tegen de fascisten. Gedachten waarin politieke ideologie, trouw aan medemens en geliefde, regelmatig met gewetensvragen in botsing komen. De hoofdfiguur komt tot het krankjoreme besluit zichzelf op te offeren voor het gezelschap waarin hij heeft vertoeft. Hij geeft dat gezelschap de kans te vluchten voor de vijand, door alleen achter te blijven om de naderende vijand onder vuur te nemen.
De titel van het boek is ontleend aan een gedicht van de 17 eeuwse dichter John Donne, die een visionair inzicht gehad moet hebben over het lot van klokkenluiders. Het gedicht verwoordt de betrokkenheid van een mens op het leven van anderen, maar zegt wel: verspreidt niet het nieuws voor wie de (doods)klok luidt. Die klok luidt voor jou.

Wat in ieder geval een belletje doet rinkelen, is de berichtgeving over de hoofdrolspelers in de Wikileakskwestie.
Bradley Manning, de bron van Wikileaks, deed dienst in Koeweit, zag hoe collega’s onschuldige burgers onder vuur namen en zou zijn hele leven al met problemen te kampen hebben gehad. Tja, dan is het wachten op de druppel die doet lekken.
Julian Assange, kopman van Wikileaks mag gearresteerd worden omdat hij verdacht wordt van aanranding en verkrachting.

Dat lijkt verdacht veel op hoe andere
klokkenluiders zijn behandeld. De Nederlandse militair Fred Spijkers meldde de beroerde kwaliteit van landmijnen, waardoor een collega omkwam. Zijn baas betitelde hem als een politiek crimineel, let een psychiatrisch onderzoek doen en Spijker stond vervolgens te boek als een paranoïde schizofreen. Hij kreeg in 2002 uiteindelijk wel eerherstel, maar de praktische uitvoering laat nog op zich wachten.
Ad Bos, de bouwfraudeklokkenkuider, werd zelf veroordeeld wegens frauduleuze handelingen. Eind 2009 werd hem pas schadevergoeding toegekend.

Aan klokkenkluiders zit een steekje los. Je moet gek zijn als je baan, reputatie en privéleven op het spel zet, omdat je geweten opspeelt. Wie doet dat nou? Geen mens is een held en zeker geen heilige.
Wordt dan bekend gemaakt dat de klokkenluider een gefrustreerde, onevenwichtige idioot is, zal de publieke opinie snel de schouders ophalen over waar het eigenlijk om moet gaan. De gelekte informatie.
Als die informatie juist blijkt, dan mag die door een gek gelekt zijn, het gaat dan nog wel om waarheden waar een steekje aan los zit.

Er is niets anders dan nu. Geen ander nu dan nu. Waar misstanden aan de orde van de dag zijn. We gaan toch niet de kop in het zand steken, om de klokken niet te horen luiden?

Datamining: verborgen schatten en valkuilen.

Datamining Zoekt en gij zult vinden. Het credo van datamining, het engelse woord voor spitten. Spitten in gegevens en gebeurtenissen. Met als doel er nuttige conclusies uit te trekken. Schatgraven in grote hoeveelheden informatie. Het geeft inzicht in wat er gebeurt. Het kan helpen antwoorden te geven op vragen als: waarom gebeurt iets of wat is er nodig om gebeurtenissen een andere wending te geven. Is datamining het ultieme hulpmiddel voor de maakbaarheid van de wereld?

Tussen 2002 en 2005 zond de NCRV de Amerikaanse
politieserie The District uit. Daarin stuurde hoofdcommissaris Jack Mannion zijn mensen aan met nieuwlichterij: CompStat. Een computerprogramma dat de criminaliteit in Washington in beeld bracht en waarmee Jack Mannion precies wist waar hij zijn korps op af moest sturen. Datamining om criminaliteit aan te pakken.

Het is 2010. Wikileaks stort een immense hoeveelheid data de wereld in: cablegate. Berichten die Amerikaanse diplomatieke diensten opstelden en waar heel de wereld nu in kan graven om daar conclusies uit te trekken. De Amerikaanse overheid had
de conclusie al klaar: die informatie brengt levens in gevaar. Anderen menen dat met de openbaarheid van deze informatie de ware aard van de Amerikaanse diplomatie geduid kan worden.

Nu het met zoekmachines betrekkelijk snel en eenvoudig informatie vergaren is en met uitgekiende software het even betrekkelijk eenvoudig wordt verbanden te leggen, wordt datamining steeds meer een instrument om beleid te ontwikkelen. Stop de data in
een beslissingsboom en de computer schotelt je een aantal oplossingen voor. Hou het gedrag van winkelend publiek bij en een supermarkt weet hoeveel bier het op vrijdag in voorraad moet hebben. Of bekijk de ongevallenstatistieken in de winter en je weet hoe druk het op de spoedhulp gaat worden en welke letsels het meest behandeld zullen worden.

Dat is allemaal heel praktisch en tamelijk onschuldig. De hoeveelheid data is echter zo groot dat het nog een hele kunst is ze ook goed te interpreteren en te gebruiken. Niet alleen moeten de data zelf juist en volledig zijn, de vraag is ook of die interpretaties en dat gebruik net zo neutraal zijn als de koele cijfers op zich. En zelfs als dat allemaal in orde is, wat doe je er dan mee?
Op mijn werk sla ik de manager om zijn oren met groeiende bezoekersaantallen, data over de hoeveelheid en aard van incidenten. Met als doel een kwantitatieve en kwalitatieve bezetting van het personeel te eisen, om de veiligheid van collega’s en cliënten te waarborgen. De manager slaat terug met onderzoekscijfers die aantonen dat veiligheid in veel gevallen vooral een gevoel is en niet op werkelijke onveiligheid berust. Datamining als strategisch middel. Resultaat? Er verandert niets aan de personele bezetting. Of jawel, er wordt bezuinigd op personeel.

In de discussie over het klimaat gaat het er nog bonter aan toe. Data vliegen over en weer om aan te tonen dat de menselijke factor wel of niet relevant is voor de klimaatverandering. Hier moet dus eerst de opinie over de relevantie van data worden uitgevochten. Wie zich het rapport van de
Club van Rome herinnert, weet dat de wereldwijde schok die deze gegevens veroorzaakte wel tot enig besef leidde over een ander rentmeesterschap over de aarde, maar dat we nu nog ver verwijderd zijn van definitief afdoende oplossingen.

Zolang de valkuilen van schatgraverij niet zijn gedicht, mogen we van datamining geen wonderen verwachten. Valkuilen als onvolledige data en software die verbeterd moet worden, zijn wellicht te vermijden door voortschrijdend inzicht en technologie. Maar hoe dicht je de valkuil van de menselijke factor? De factor die zo zijn eigen doelen kent. Die met zijn eigen opvattingen de interpretaties stuurt?

Naast de hoop data, is er nog altijd ook de hoop van de menselijke factor. De hoop dat we uiteindelijk beter van onze eigen data leren. Die hoop moet de
collega’s van Sargasso hebben gedreven om tot het Dutch Open Data Lab te komen. Met zijn allen aan de slag met alle beschikbare data. Alleen al een mooi initiatief om dat je zo de beschikking kan krijgen over middelen om bijvoorbeeld “op humoristische wijze een punt te maken”, schrijft Sargasso.

In de maakbaarheid der dingen, hebben overheden, managers, marketingstrategen en “gewone mensen” één ding met elkaar gemeen: allemaal knutselaars. Knutselen met data om je punt te maken. Eens kijken wie er wint?

De onberispelijke sollicitant.

C.V. Hoe is het toch mogelijk dat sollicitanten die een politieke carrière ambiëren, door de mazen van de sollicitatieprocedures glippen? Een vraag die menigeen zich wellicht stelt, nu bekend is dat niet alleen bij de PVV, maar ook bij andere politieke partijen, Kamerleden met een “vlekje” in de bankjes zitten.

Volksvertegenwoordiger is niet zomaar een baantje. Houdt dat in dat er geen afspiegeling van “het volk” in de Kamer mag zitten? Er zijn, denk ik, meer mensen met een schoon c.v. dan lui die wat op hun kerfstok hebben, dus zouden er genoeg onberispelijke sollicitanten moeten zijn, om toch van een afspiegeling van de maatschappij te kunnen spreken. Hoe voorkom je dat er toch Kamerleden worden benoemd, wiens
verleden is besmet met een boete of een veroordeling?

De NVP (Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement) geeft het antwoord:
gebruik de sollicitatiecode! In die code staat dat “kandidaten aan een organisatie de informatie dient te verschaffen die deze nodig heeft om een waar en getrouw beeld te krijgen van de geschiktheid van de sollicitant voor de functie”.
Da’s mooi, maar is iemand die een keer beboet is voor een snelheidsovertreding, geheel ongeschikt voor het ambt van volksvertegenwoordiger? Dat is een ethische vraag, die buiten beschouwing moet blijven tijdens een sollicitatiegesprek.

Het is voor werkgevers heel lastig om iemands doopceel te lichten. Behalve in een aantal uitzonderlijke gevallen, mag niet gevraagd worden naar medische en strafrechtelijke persoonsgegevens. De Wbp (wet bescherming persoonsgegevens) verbiedt dat. Een medische keuring of een verklaring omtrent gedrag mag alleen gevraagd worden met toestemming van de sollicitant en dan alleen nog als het relevant is voor de functie (meer op
juristenweblkog.nl).

Veel meer is er wettelijk niet geregeld. Daar waar de wet onvoldoende steun geeft, kan een gedragscode uitkomst bieden. De
sollicitatiecode (pdf!) zou dus uitkomst bieden, volgens de NVP. In die code staat, wat de Wbp al zegt: de werkgever mag alleen nadere informatie over de sollicitant napluizen met diens toestemming en louter in relevante zaken.
In artikel 4.4 stelt de code dat de sollicitant “een waar en getrouw beeld geeft van zijn vakbekwaamheid” en “geen informatie achterhoudt waarvan hij weet of behoort te weten dat deze van belang is voor de vervulling van de vacante functie waarop hij solliciteert”.

Verder geen details hierover. Het is dus aan de werkgever en de sollicitant om dat nader in te vullen. Nu blijkt dat als de pers je antecedenten onderzoekt, het verstandiger is de publiciteit voor te zijn. Het verweer dat met een betaalde boete of een afgehandelde straf een verleden als niet relevant beschouwd mag worden, doet voor volksvertegenwoordigers niet ter zake. Hier worden ongeschreven regels geschonden. Hoewel ongeschreven regels geen enkele wettelijke betekenis hebben, blijken ze reuze relevant in de actualiteit.

Nu kunnen er, als de werkgever er bewijzen voor heeft, arbeidsrechtelijke sancties volgen, als de sollicitant de hand heeft gelicht met zijn “waar en getrouw beeld”. Binnen de PVV weten de “onvolledige” Kamerleden
daar inmiddels van. Mosterd na het galgenmaal natuurlijk. De onberispelijkheid van de politiek heeft alweer een deukje opgelopen.
Hoe voorkom je dat? Een scherpere wetgeving of sollicitatiecode? Dat kan een lastige discussie worden, want aan welke criteria moet de onberispelijke sollicitant voldoen? Een kandidaat-Kamerlid afwijzen, omdat hij of zij zich in het verkeer niet heeft gedragen? Zo’n kandidaat heeft ongetwijfeld een van de 11,8 miljoen verkeersboetes gekregen. Of is het voldoende als de kandidaat dat keurig meldt in het sollicitatiegesprek?

Met regelgeving moet je oppassen. Scherpere regels kunnen tot scherpere leugens leiden. Voor je het weet zitten we met Kamerleden opgescheept die nog gewiekster met de waarheid omgaan, dan we van sommigen al zijn gewend.
Een sollicitatiecode speciaal toegesneden op volksvertegenwoordigers? Met in artikel 1: ik solliciteer volgens de waarheid en niets dan de waarheid?

Eenmaal in beweging, is er geen weg terug.

Eenrichting Een gekozen koers, is een gelopen koers. Hoeveel er ook naar Rome leiden, eenmaal een richting gekozen, zijn er geen andere wegen meer mogelijk. En zeker geen weg terug.

Eigenlijk wilde ik beginnen met: Een colonne eenmaal in beweging, kan niet meer worden gestopt. De roemruchte woorden, die de ontruiming van een gekraakt pand in de Amsterdamse Vondelstraat begeleidden. De overheid bepaalde dat er sprake was van een noodsituatie en een krasse maatregel (inzetten van het leger) onvermijdelijk was. Een
historisch voorbeeld van ‘niet lullen, maar poetsen’.

Het zou overdreven zijn met die woorden het huidige bezuinigingsbeleid te karakteriseren. Het leger wordt niet ingezet om de centen op te halen. Niet nodig, want iedereen lijkt er van overtuigd dat onplezierige maatregelen echt nodig zijn. Niemand werpt dan ook barricaden op.
Dat zou onder de geldende waarden en normen niet geaccepteerd worden. Erover meepraten mag wel. Maar niet alles mag worden gezegd. De rijksoverheid dicteert bezuinigingen, de gemeenten leggen die hun inwoners op, de leidinggevenden in overheden en organisaties voeren ze uit. De betrokken burgers en werknemers mogen alles zeggen, behalve één ding. Elk voorstel om niet bezuinigen, wordt als onverantwoordelijk van de hand gewezen.

Heel vriendelijk wordt gezegd dat men meeleeft en begrip heeft voor de teleurstellingen, waarop in de gunstige gevallen nog wordt gevraagd: maar wat wil je dan? Niet bezuinigen, probeer je nog een keer. Het antwoord is ‘njet, onbespreekbaar’.
Argumenten om eens anders tegen de kwestie aan te kijken, worden weggewuifd. De vraag of het echt nodig is, heet een gepasseerd station. De rekening retour sturen naar degenen die de crisis hebben veroorzaakt, wordt als idioot activisme gezien. De stelling dat investeren een beter antwoord op de crisis is, dan vergaande bezuinigingen, wordt volkomen genegeerd.
Kortom: er is maar één weg uit de economische malaise.

De ‘mensen in het land’, de inwoners van gemeenten, het personeel op de werkvloer wordt gevraagd creatief mee te denken. Dat heeft menigeen ook gedaan. Maar elke alternatieve begroting, elk voorstel op ander grote of kleine zaken te bezuinigen, elk voorstel om andere keuzes dan de kaasschaafmethode te maken, worden niet serieus genomen. We draaien nog een paar rondjes op de rotonde, maar worden maar naar één afslag gedirigeerd.

Als alles is gezegd, maar niets wordt gehoord, heeft het dan nog zin met andere ideeën te komen? Nee, dan blijft er slechts een strategie over: de hakken in het zand en de bezuinigingen niet accepteren. Dat je dan van onverantwoordelijkheid wordt beschuldigd, is de wereld op zijn kop. Een beweging kan altijd worden gestopt of van richting worden veranderd.

Laat ik tot slot eens collaboreren met het eenrichtingsverkeer van Rutte en consorten. Als 16 miljoen inwoners de komende vier jaar elke week 5 euro en 41 cent afstaan, heb je ook de 18 miljard waar Rutte om vraagt. Natuurlijk moet dat in redelijke solidariteit verdeeld worden. De bijstandsmoeder 1 euro per week en de miljonairs 15 euro?

Emotionele kenniseconomie.

Het emo-lab Donderdag 4 november wordt de derde Verwey-Jonkerlezing gehouden. Deze keer gaat het over de kenniseconomie en de emotiecultuur. Het verband tussen die twee zaken?
Een van de sprekers zal het hebben over alle aandacht voor de kenniseconomie, waardoor de burger die zich door emoties laat leiden, misschien verwaarloosd wordt. Moeten we naar “psychologie + economie = kennis”?
De andere uitgenodigde spreker stelt dat in de economische wetenschappen het besef groeit, dat mensen eerder emotionele, dan rationele beslissers zijn. Wordt het tijd voor een andere visie op emoties in onze kenniscultuur?

Kennis is macht. Dat is absoluut niet waar. Bepaalde kennis, in een bepaalde context kan macht zijn. Het ontbreken of achterhouden van kennis kan ook tot macht leiden.
Emotie is macht. Ook niet absoluut waar, hoewel in deze tijden emoties van feelgood-beleving tot onderbuikgevoelens belangrijker lijken te zijn dan rationele kennis.

Kennis over emoties is macht. Dat lijkt me helemaal waar. Bekend van reclame- en marketingtechnieken. De verkoop van allerhande waar, mag gerust de sentimenten-economie worden genoemd. Als het aan sentimenten ontbreekt, dan worden ze wel gecreëerd. Dat kennen we van ‘de politiek’. Nederland is veilig, maar incidenten worden aangegrepen om een gevoel van onveiligheid levend te houden.
Wie de emoties kent, heeft de macht. Met als klinkend resultaat goed verkopende produkten, hoge kijkcijfers of het doorvoeren van wetten, die de macht consolideren.

Kennis of emotie . Wat is uiteindelijk van doorslaggevende betekenis? Kennis dus. Niet alleen kennis waardoor we met betere technologie problemen als een dure zorg kunnen tackelen of een nog mooier beeldscherm op de i-phone krijgen. Ook kennis over “wat-de-mens-beweegt”.
We weten dat we in tranen kunnen schieten als we een ui snijden. We weten ook dat mensen in de lach schieten als ze iemand bezig zien de ui weer in elkaar te zetten, om het huilen te stoppen. We weten nog lang niet waarom iemand tot zo’n idiote handeling overgaat.

We weten ook waarom een grote groep mensen het op een lopen zet als er een idioot staat te schreeuwen bij een dodenherdenking. We weten ook dat er, om biologische en of sociologische redenen, altijd idioten zullen zijn. We weten nog niet idioten zo’n plaats in de samenleving te geven, zonder bang voor ze te zijn.
Er valt nog heel wat kennis te vergaren over emoties.

Geld en de boodschap

Munt slaan Een weekje achter de rug waarin Rutte I de bezuinigingen opschroeft en Wilders het koningshuis wil degraderen. Financiële winst voor de staatskas en publicitaire winst voor de PVV, zou je zeggen. Maar wie sloeg er deze week nou echt munt uit? Willem-Alexander. Onder toezicht van Jan Kees de Jager, dat dan weer wel. De kroonprins mocht het Waterland vijfje slaan. Een herdenkingsmunt die de roemruchte band met het water symboliseert.

De KNM (Koninklijke Nederlandse Munt) is het bedrijfje dat geld aanmaakt. Niet alleen het gewone slijk der aarde, maar ook speciale munten, waar verzamelaars zo dol op zijn. Deze week dus dat
Waterland vijfje.
Eigenlijk begint de geldontwaarding al bij het maken daarvan. Ik neem tenminste aan dat de KNM geen ongesubsidieerde vrijwilligersorganisatie is. Dus elk geslagen dubbeltje is meteen al minder waard, omdat de kosten voor arbeidsloon, machines en vervoer er afgetrokken moeten worden.

Voor al het geld dat we nodig hebben, kunnen we dat voor lief nemen. Maar geldt dat ook voor herdenkingsmunten?
Zo’n munt is een betaalmiddel met een boodschap. Maar meestal een bodschap van weinig waarde. Leuk dat een koningshuis jubileert, maar moet dat op een munt verkondigd worden? En die historische band met het water kennen we toch donders goed? Waarom dan kosten gespendeerd aan een munt waar je weinig aan hebt. Zeker in een tijd waarin de boodschap luidt dat we het met minder geld moeten doen.

Herdenkingsmunten zijn alleen een wettig betaalmiddel in het land van herkomst. Hoe fraai zo’n euro ook is, in eurolanden buiten onze grenzen heb je er niets aan. In eigen land ook niet, omdat vooral verzamelaars de beperkte oplage als snel in beslag nemen en zo onttrekken aan het betaalverkeer.
De kosten voor het maken van zo’n munt zijn ook hoger dan de kosten voor het slaan van gewone munten. Er moet immers nog een officiële handeling aan te pas komen en een publiciteitscampagne worden gevoerd.
Netto rendement van de herdenkingsmunt: financieel verlies voor de staatskas en publicitair van nul en generlei waarde.

Overwegende dat het slecht is voor de economie, overwegende dat het om een volstrekt overbodig produkt gaat, dien ik hierbij een motie in om de herdenkingsmunt af te schaffen en ga over tot de orde van de dag.

Zwaar weer management

Zwaar weer Ambities, uitdagingen, creativiteit. Bezuinigingen zullen heel wat teweeg brengen, maar we moeten het vooral zien als een kans voor mooie veranderingen.

Alle gemeenten bezuinigen. Voor 2011 zijn in totaal een dikke 4 miljard maatregelen verzonnen Vooral cultuur, welzijn en sport zullen het met gemiddeld 7 procent minder moeten doen. Daarnaast wordt de ambtenarij uitgekleed. Dat is het begin, want de gemeenten vrezen ook het snoeimes van Rutte.
Organisatie- en adviesbureau Berenschot inventariseerde de gemeentelijke bezuinigingen en ontmoetten toch veel ambitieuze gemeentesecretarissen, die hier een prachtige kans op “meer creativiteit, innovatie en samenwerking”.
Dat zijn nog eens andere woorden dan ‘roeien met de riemen die je hebt’. Wie blijven binnen boord, wie valt uit de boot en wie gaan de boot missen? De stuurlui van al die organisaties die nu in zwaar weer terecht komen, moeten heftige keuzes maken.
Dat bestuurders en managers alles uit de kast halen om hun medewerkers op sleeptouw te nemen en gemotiveerd te houden, is begrijpelijk. Het zal zeker veel creativiteit vragen door deze woelige tijden te navigeren. Dat betekent niet dat er geen vragen gesteld mogen worden over de aard van die creativiteit.
Tot nu toe heb ik alleen maatregelen volgens de kaasschaafmethode langs zien komen. Zo zijn er gemeenten die op alle culturele voorzieningen en organisaties bezuinigen. Zo zijn er organisaties die op alle afdelingen snoeien.

Ik vind dat niet de creatiefste methode. Het is eerder gebrek aan een doortimmerde visie en lef, waarmee ook heftige, maar wellicht veel slimmere keuzes gemaakt kunnen worden. Het is nobel om te stellen dat alles en iedereen geraakt zal moeten worden. Of je dan ook de solidariteit overeind houdt, die nodig is om elkaar te steunen? Het zal zuur zijn in te moeten leveren, als je op een plek zit waar al jaren met weinig middelen wel goede prestaties worden geleverd. Voor mensen die in zo’n situatie zitten, zal het een hele uitdaging zijn de teleurstelling over de bezuinigingen niet te projecteren op minder goed presterende collega’s of slecht draaiende concurrenten.

Nieuwsgierig naar de resultaten van de gevraagde creativiteit, ben ik benieuwd of er ergens in het land briljante oplossingen worden gevonden. Heb jij zulke oplossingen gezien in je gemeente of in jouw organisatie? Meld ze hier in de reacties. Heb je ze niet gezien, maar zelf heb je wel een goed idee? Meld ze hier in de reacties. De komende tijd zal ik er dn zeker op terugkomen.