Tag archieven: politiek

Wiens tijd zal de formatie wel duren?

Wiens tijd zal de formatie wel duren? Nu informateur Rosenthal na twee pogingen in 18 dagen, de derde gok gaat nemen, tijd voor wat formatie-weetjes.
Natuurlijk zijn we benieuwd of Rosenthal de geschiedenis in wil als de informateur met de meeste pogingen in de kortste tijd. Maar dat is nog geen feit.

Dat Rutte de tweede poging heeft gesaboteerd is enigszins wonderlijk. Dat wil zeggen: hij wilde toch heel graag
uiterlijk 1 juli zijn nieuwe kabinet op het bordes presenteren? Of hij is zijn diepste wens vergeten,òf Rosenthal draait hem een loer.
Goed, er is nog een heel kleine kans dat Rutte 1 juli haalt. Dan zou hij, net op tijd, de jongste premier in de naoorlogse geschiedenis zijn. En we zouden dan ook de kortste formatie kunnen boeken.

De eretitel “jongste premier” staat nu op naam van Ruud Lubbers. De kortste formatieperiode ging vooraf aan het kabinet Drees-van Schaik. Slechts 31 dagen waren nodig om deze PvdA, CDA, VVD coalitie te smeden. Rosenthal moet dus in een paar dagen regelen dat die combinatie het nu gaat worden, om een formateur nog genoeg tijd te geven om op 30 juni klaar te zijn. Zou Rutte premier worden van een kabinet met slechts 26 dagen formatietijd.

De langste formatie, 208 dagen, leidde tot het kabinet Van Agt I, een coalitie van CDA en VVD. Korte of lange formaties zeggen overigens niets over de houdbaarheid van een kabinet. De drie kortst zittende kabinetten, Van Agt II, Balkenende I en Biesheuvel I, werden geformeerd in respectievelijk 108, 67 en 69 dagen.
De drie langst zittende kabinetten, Lubbers III, Den Uyl en De Jong hadden 54, 163 en 48 dagen nodig om in elkaar getimmerd te worden.
In dit exceldocument een overzicht, waarin de rompkabinetten buiten beschouwing zijn gelaten.

De gemiddelde formatieduur staat op 82 dagen. Als een formatie van heel gemiddelde kwaliteit wordt, dan staat het nieuwe kabinet pas op 1 september op het bordes. Rutte heeft dan niet de kortste formatie beleef en is zeker niet de jongste premier. Als-ie al premier wordt. Die kans heeft hij vandaag een
stuk kleiner gemaakt.

Nu er een poging wordt gedaan het CDA er weer bij te betrekken, stijgt de kans wel om tot een korte formatie te komen. De tien kortste formaties hebben geleid tot kabinetten met CDA, PvdA en VVD er in. Waarbij CDA en VVD elkaar 4 keer snel vonden, CDA en PvdA 3 keer vlot van formeren waren en slechts 2 keer alle drie de partijen het snel eens waren. Uitzondering in dat rijtje is de formatie van het CDA, VVD, LPF kabinet.

Alleen als de betrokken partijen rap hun principes inleveren, kan er nog vlot worden geformeerd. Maar blijken de fractieleiders van hetzelfde principiële hout gesneden als ooit Van Agt en Den Uyl, dan wordt het nog een hele lange rit.
De maakbaarheid van kabinetten kent geen tijd.

Naar de ark van Thorbecke?

Naar de ark van Thorbecke Wie mist u hier links? De beste stuurlui, natuurlijk. Staan aan wal wat te roepen. De roergangers van het schip van staat willen die stuurlui binnenboord te halen. Het schip van staat moet daarom op de helling en verbouwd worden tot de ark van Thorbecke. De burger mag aan boord.

Dat idee wordt gewekt, als je de vele berichten leest over bestuurlijke vernieuwing (lees ook mijn
gastlog op GeenCommentaar, zelfde onderwerp, andere invalshoek). De politiek moet dichter bij de burger en andersom. En de burger zou meer invloed moeten hebben.
De motivatie om aan het bestuurlijk stelsel te gaan sleutelen, ligt in de angst voor opkomend populisme sinds Fortuyn. Vreemd, want democratie betekent van oorsprong een staat gestuurd door het volk. Nu de vox populi zich roert zou je dus denken dat de democratie op haar best functioneert.

Toch is er onder gevestigde politici en bestuurders behoefte dat met regels en wetten te organiseren, De stem des volks is gehoord, nu nog een nieuw reglement van orde. Daarbij valt veelvuldig de naam van Thorbecke, de liberale staatsman die geldt als de architect van onze grondwet en parlementaire democratie, ook wel het Huis van Thorbecke genoemd.
Vanuit de gedachte dat het volk dichterbij dat huis moet staan, soms zelfs toegang tot dat huis moet hebben, willen sommige politici overgaan tot renovatie van het Huis van Thorbecke. Nogmaals: wie daarover meer wil weten, bekijkt de links in mijn gastlog, onder het pseudoniem P.J, Cokema, op GeenCommentaar.

Ik beperk me hier tot wat de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s hebben staan over democratie en bestuur. Dat heb ik samengevat in
deze excelsheet. Hier is te zien om welke voorstellen het gaat en op welke punten partijen het met elkaar eens of oneens zijn. Links naar de verkiezingsprogramma’s staan in dat exceldocument.
De voorstellen heb ik verdeel in de categorieën democratie en bestuur. In elke categorie zijn ze gerangschikt naar het aantal zetels dat de partijen volgens de laatste peilingen zouden halen. Een voorstel dat veel zetels scoort, zou dus best eens werkelijkheid kunnen worden na 9 juni.

De vraag is echter: zal de kiezer, de burger, warm lopen voor deze voorstellen? Of anders gezegd: wil het ‘populus’, wel meer democratie en wat zal het vinden van de voorgestelde bestuurlijke veranderingen?

Met betrekking tot meer democratie: Er zou na 9 juni een Kamermeerderheid te vinden zijn
voor referenda. Leuk, maar de recente geschiedenis laat zien dat het volk daar niet warm voor loopt. Niet dat we er veel ervaring mee hebben. Er is één referendum over de Europese grondwet geweest. Daarbij was er een opkomst van 63,3%, net iets lager dan de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen (gemiddeld 64%) en stukken lager dan de gemiddelde opkomst bij de landelijke verkiezingen (81%).
Daarnaast zijn er een aantal burgemeestersreferenda gehouden. De respons daarop was nog bedroevender en in 2008 werd besloten dit soort referenda maar af te schaffen.

Het is heel aardig van de zittende politici dat ze de kiezers via referenda vaker naar de stembus willen sturen. Het lijkt er echter op dat het volk daar niet zoveel zin in heeft.
Ligt dat aan de soort en inhoud van de tot nu toe gehouden referenda? Zou het anders liggen als er bijvoorbeeld een referendum wordt gehouden waar voor of tegen de bouw van kerncentrales kan worden gestemd? Of, dichter bij de portemonnee van de kiezer, referenda over ingrijpende wijzigingen in het belastingstelsel.

Met betrekking tot bestuur: De meeste voorstellen gaan over een kleinere overheid. Zo hoopt men natuurlijk tegemoet te komen aan het geklaag over een logge, in efficiënte en peperdure overheid. Minder ambtenaren bijvoorbeeld. De kiezer zal misschien geneigd zijn daarin mee te gaan, hopend op een belastingvoordeeltje. Tot men er achter komt dat allerlei diensten minder toegankelijk worden, omdat diverse loketten minder vaak geopend zijn en procedures langer duren dan we nu zijn gewend.
Het voorstel wat na 9 juni op een fikse Kamermeerderheid kan rekenen is het verminderen van het aantal ministeries. Direkt daaruit volgt de overheid het ook wel met minder ministers, staatssecretarissen en ambtenaren kan doen. Ook dat zal de kiezer wellicht aantrekkelijk overkomen.

Samengevat: aan een kleinere overheid zal met de instemming van de kiezer gewerkt kunnen worden. Maar of de kiezer ook bereid is een actievere democraat te worden?
Ik denk dat de meerderheid der kiezers het wel best vinden om voor de gemeenteraad en de Tweede Kamer naar de stembus te gaan, maar dat verdere participatie alleen door een handjevol enthousiastelingen wordt geambieerd. De kiezer consumeert de democratie alsof het een supermarkt is. Wat er aan produkten in de schappen ligt, heeft de consument nauwelijks een binding mee. Ze worden door anderen gemaakt en de directie van de supermarkt beslist wat er wel of niet te koop is.Is de consument er niet tevreden mee, dan loopt hij naar een andere winkel, in plaats van een actieve stem op te eisen in de leiding.

Dat is jammer, maar verklaarbaar. Het tanende enthousiasme voor deelname aan ondernemingsraden mag als exemplarisch voorbeeld gelden. Wel mee mogen praten over vooral randvoorwaardelijke zaken, maar geen beslissende stem hebben. De invloed is uiterst beperkt. En ja, dan trekt de burger zich dus terug en roept hooguit nog wat als het aan de wal staat.
Voor een meer actieve, democratisch participerende burger zullen er dus veel verdergaande voorstellen moeten komen, waarbij de vox populi niet slechts een adviseur zonder enige status is.

Bestuurlijke of democratische vernieuwing

In navolging van eerdere artikeltjes hier, verscheen gisteren ook een gastlogje van P.J. Cokema (pseudoniem van uw gastheer hier). Daarin een poging voorstellen los te weken, tot meer inloed van de burgers in de democratie.
Lees hier niet verder, maar op GeenCommentaar.

De eerdere artikeltjes hier: Democratie zonder advies, De democratie is dood, leve de democratie, Countdown en Bestuurlijke vernieling.

Bestuurlijke vernieling

Bestuurlijke vernieling Het vorige kabinet had eerst een regeerakkoord en ging vervolgens 100 dagen het land in om in dialoog met de burgers te gaan. Dialoog is het hedendaagse eufemisme voor inspraak.

Inspraak was een produkt dat voortkwam uit de roerige 60’er en 70’er jaren, waar bepaalde burgers de straat op gingen, of een studentenpandje bezetten, om meer zeggenschap te eisen. Na wat halsstarrig verzet tegen de toenmalige nieuwigheden, besloten de bestuurders, volgens de wetten der repressieve tolerantie, de burgers inspraak te geven.
Inspraak was het eufemisme voor zeggenschap. Of beter gezegd: medezeggenschap. Een goed verstaander begrijpt het nuanceverschil.

De hedendaagse dialoog, zoals onder Balkenende toegepast, heeft veelal dezelfde stoffige kenmerken als inspraak en medezeggenschap. Men hure een zaaltje, men schenke wat koffie en stelt een microfoon of twee ter beschikking.
Aan het eind van het samenzijn worden de aanwezigen geprezen om hun betrokkenheid en gaat iedereen huiswaarts. Enige dagen later lezen de betrokken in de krant dat de bestuurder het fijn vond ze gehoord te hebben, dat er heel wezenlijke bijdragen de revue zijn gepasseerd en dat ze zeker meegenomen zullen worden als het besluitproces daar ruimte voor biedt.

Maar al te vaak vinden de insprekers er weinig van terug, omdat het hier toch om een complexe materie gaat of de economie hersteld moet worden of in dit tijdsgewricht andere prioriteiten de aandacht nodig hebben.
Zelden begint een dialoog of inspraakronde met de mededeling dat er van het gebodene geen gebruik zal worden gemaakt. Een schoonheidsfoutje dat volgens sommigen tot de kloof tussen bestuurders en Jan-met-de-pet heeft geleid.

In Den Haag (nee, niet het Binnenhof, maar het Spui) heeft men door hoe het wel moet. Fraai staaltje ‘lessons learned’. Niks muffe zaaltjes met dialoogtafels. Maar de contemporaine variant van de ideeënbus: de e-mail.
De onderhandelaars voor een nieuw college van B&W, roepen de burgers op ideeën aan te dragen voor het nieuwe coalitieakkoord. Op een speciaal beschikbaar gemaakt emailadres kunnen de Hagenaars loos gaan. Uiteraard met de belofte serieus met de medezeggenschap om te gaan.

Maar, daar komt de noviteit, met tevens de waarschuwing dat er geen garantie is dat de aangedragen ideeën daadwerkelijk opgenomen zullen worden in het uiteindelijke akkoord.
Helder, eerlijk. Hulde dus. Een doorbraak in de bestuurlijke vernieuwing.

Countdown

Countdown In het aftellen naar de verkiezingen van 9 juni, worden de politici nu meer bekeken op hun campagnegehalte, dan op wat ze nu nog voor de waan van de dag betekenen.
Dat weten de politici heel goed en zijn dus niet te beroerd om alvast het nodige vertoon te etaleren in tv-programma’s en bij bijeenkomsten waar hier eens een lintje moet worden doorgeknipt en dar eens wat herdacht of gevoerd moet worden.

Maar, hoor je sommigen roepen, het gaat niet om het vertoon, het gaat om de inhoud. Welja, laten we dat dan eens onder de loep nemen. Een beetje op de manier zoals een collega weblogger het
op GeenCommentaar deed. Hij telde hoe vaak het woordje fraude in verkiezingsprogramma’s voorkwam en wist toen welke partij wie wantrouwde.
Het CDA, de PvdA en de VVD bleken bijstandsgerechtigden en gezinsimmigranten niet te vertrouwen. De CU had bar weinig vertrouwen in studenten.

Laten we die methode eens op een simplistische manier los op het regenteske of democratische gehalte van het verkiezingsgedachtengoed.
Gisteren was hier
een toespraakje te lezen, naar aanleiding van de aandacht voor verbetering van de democratie. De conclusie van de redenaar was, dat er weinig hart was voor een echte democratie en het nog teveel werd gezocht in bestuurlijke veranderingen.

Kern van dat betoog was, dat er in de verkiezingsprogramma’s wel werd gerept over aantallen ambtenaren, bestuurslagen erbij of er af en wat goed burgerschap moet inhouden. Geen woord dus over de democratie als ‘volksheerschappij’, de letterlijke betekenis van het woord. Wel aandacht voor het bestuurlijke en een verwijzing naar de verantwoordelijkheid van de burger.
Dat getuigt van een nog immer te grote regenteske mentaliteit, sprak de redenaar.

Een proef op de som. De verkiezingsprogramma’s doorgenomen en de woorden gezag, vernieuwing(en), democratie en bestuurlijk(e) geteld. Daarna het aantal keren dat gezag werd genoemd opgeteld bij het aantal keren bestuurlijk(e). De partij die daarmee hoog scoorde wordt verdacht van regenteske sentimenten, diep in hun politieke hart.
De partijen die na optelling van het aantal keren dat vernieuwing en democratie in hun programma hebben staan, dichten we een oprecht warm gevoel voor een heuse democratie toe.

De top-9 meest regenteske partijen: 1. CU, 2. D66. 3. CDA, 4. TON, 5. VVD, 6. GroenLinks, 7. PvdA, 8. SP en 9. De Partij voor de dieren.
De top-6 meest democratische partijen: Op1: D66. Verder: 2. PvdA, 3. CDA, 4. GroenLinks, SP en de CU, 5. VVD en TON en de hekkensluiter is weer de Partij voor de dieren.
(zie deze excelsheet voor een overzicht).

Natuurlijk is deze simplistische wordcountdown niet representatief voor wat de partijen werkelijk over de democratische veranderingen hebben te zeggen. En logisch dat D66 in beide categorieën hoog scoort. De partij is als vanouds meer bezig met het democratisch stelsel, dan andere partijen.
Dat de PvdD laag scoort ligt ook voor de hand. Dierenwelzijn is het thema. Ze trappen niet in de val om een democratie voor dieren uit te roepen.

Wie de verkiezingsprogramma's doorneemt, zal zien dat het woordje ‘gezag’ in verband met de politie wordt gebracht. Alle partijen gebruiken het woord niet veel.
Het woord ‘vernieuwing’ valt vooral in verband met het thema onderwijs. In verband met democratie komt je het amper tegen.
Van 'democratie' heeft men de mond wat voller en dat wordt dan wel vaak gelinkt met het woord 'bestuurlijk(e)'. Bestuurlijke vernieuwing is bij de meeste partijen synoniem voor een andere, betere democratie.

Zoals de spreker in het artikel van gisteren suggereerde, is dat niet vanzelfsprekend hetzelfde. Je kunt dan wel afspreken hoeveel partijen er in de Kamer zouden moeten, of gemeentes meer of minder moeten fuseren, of een burgemeester al dan niet gekozen dient te worden, daarmee geef je de burger niet meer daadwerkelijk macht dan-ie nu heeft.
Bij het bespreken van de democratie zou dat het kernpunt moeten zijn.

De democratie is dood, leve de democratie

De democratie is dood, leve de democratie Dames en heren,
Wij zijn vandaag bijeen om de te jong gestorven democratie te gedenken. In de knop gebroken, in de bloei van haar leven geknakt. Er hangt een sluier over de ontluikende lente. De eerste zonnestralen van het prille voorjaar, doen ons opleven. De democratie is echter dood verklaard, door hen die smachtend uitzien naar een zinderende zomerdag op 9 juni aanstaande.

Job Cohen wil het huis van Thorbecke renoveren en wil een
Nationaal Akkoord voor de democratie. Jan Marijnissen sprak in zijn Thorbecke-lezing over een problematische democratie. Tjeenk Willink presenteerde het jaarverslag van de Raad van State en mijmerde ook wat over ons politieke stelsel. In elk verkiezingsprogramma staan wel een paar regels over bestuurlijke vernieuwing.

Terecht merkt heer Willink op dat de verkiezingsprogramma’s bestuurlijke vernieuwing vooral in het kader van bezuinigingen plaatsen. Minder overheid, dus minder ambtenaren en bestuurders.
Maar, evenals de heer Cohen, wordt de rol van de burgers niet vergeten. Betrokken moeten ze zijn. Verantwoordelijkheid nemen. De democratie is dood, maar met een vernieuwd burgerschap zouden we er niet om hoeven treuren.

Dames en heren, wat zojuist ten grave is gedragen, is het resultaat van een democratie dat een leven is gaan leiden, die niet naar ieders idealistische zin is. Met name zij die het over bestuurlijke vernieuwing hebben, mogen we verdenken van een aanslag op onze jonge democratie.
Je kunt het hebben over een groot of een klein bestuur, over de wijze waarop een bestuur kan worden gekozen of benoemd, over wie dat bestuur mag kiezen of benoemen, over wat en bestuur mag kosten en wie afgevaardigd mag worden om het bestuur te controleren. Maar dan heb je het nog altijd over het bestuur en niet over de democratie.

Was democratie bij haar geboorte niet bedoeld als een staat geregeerd door velen? Een volksheerschappij? Wel, dat betekent dat de democratie de laatste eeuwen alleen nog in naam levend was. De ‘velen’ zijn vervangen door selecte groepjes bestuurders. Daar waar ‘het volk’ een poging deed haar heerschappij terug te vorderen, werd het afgestraft met bloedige repressie of met de meer humane repressieve tolerantie. Het ontmoedigde en terneergeslagen 'volk' kreeg tenslotte de laatste slagen toegediend. Het kreeg normen en waarden en verantwoordelijk burgerschap gedicteerd. De democratische ruimte is er niet groter op geworden.

Wat als volksheerschappij geboren was, is van regentendom tot bestuurderschap verworden. Als men die democratie dood wenst te verklaren, dan kan men toch alleen nog roepen: de democratie is dood, leve de democratie?
Wat is er zo verschrikkelijk aan 'het volk', dat haar zeggenschap wordt verbannen naar dialoogtafels en de vierjaarlijkse stembusgang? Waarom is 'het volk' nu 'de burger' en niet de verzameling stratenmakers, verplegenden, rijwielhandelaren, boeren, wetenschappers, ouders, studenten, schoonmakers, boekhouders en al wat een individu kan zijn?

Waarom hebben al die individuen niet meer zeggenschap en heerschappij, dan nu het geval is? Moet dat niet de vraag zijn, als we de democratie willen reanimeren?

Rammelende partituur, klinkend resultaat?

Rammelende partituur, klinkend resultaat Twee weken geleden het land in de chaos achtergelaten, die is ontstaan na de val van het kabinet en de gemeenteraadsverkiezingen. Prachtige vakantie gehad en met een hoofd vol rust teruggekeerd. Geen krant gelezen, geen nieuws gezien, dus wel benieuwd of de boel hier weer een beetje op orde zou zijn.

Dat was snel bekeken. Niet dus. Wel een bericht gevonden, die tot een hilarische lachbui leidde. De 1 aprilgrap van de ambtenaren. Ik bedoel de ambtenaren die tot taak hadden een paar miljard aan bezuinigingen bij elkaar te verzinnen. Zij hadden hun werk volbracht en de demissionaire regering bracht de resultaten op 1 april naar buiten.

Wie de lijst met voorstellen heeft gelezen, zal toch ook sterk het gevoel hebben gekregen dat de ambtenaren een fikse grap hebben uitgehaald. Alleen al de voorstellen havoscholieren een jaar korter op te leiden en voor het bezoek aan de huisarts voortaan een toegangskaartje van 5 euro in te voeren, zijn zo hilarisch, dat het geheel nauwelijks serieus te nemen valt.

Nog hilarischer is, dat het wel serieus wordt genomen. Maar door wie? Dat zal het volgende kabinet zijn, dat na 9 juni bedacht moet worden. De chaotische brei aan voorstellen, is de partituur waar een nieuw kabinet mee aan de slag moet.
Onder leiding van een premier die met beide voeten stevig op de bok zal moeten staan, om als een ware maestro de rammelende partituur terzijde te schuiven en zich lenig door de materie zal worstelen.

Of krijgen we weer een clown als dirigent? En zal het publiek het klinkend resultaat uit eigen zak moeten betalen?
Zoals Denis Lacombe in een voorstelling van Cirque du Soleil uit 1990. Kijk op Youtube eens naar Denis Lacombe en voorspel dan eens welke politici kandidaat kunnen zijn voor de meest hilarische premier, na 9 juni.

In de serie Leiderschap en dirigenten verscheen eerder
Sax en de democratie en Het stokje overdragen.

Sax en de democratie

Sax en de democratie De SP zag zich ineens geconfronteerd met een vacature voor de 1e viool en het werd een saxofonist! En jawel, meteen steeg de SP ietsjes in de peilingen.

Emile Roemer blaast een deuntje mee in een dweilorkest. Misschien is de sax wel het bekendste politieke instrument. Iedereen weet dat Bill Clinton en Hans Dijkstal er wat flauwe melodietjes uit weten te krijgen. Dat is wel andere koek dan sax in een dweilorkest. Misschien zijn er onder de lezers kenners, maar ik weet wel dat je heel wat capaciteiten moet hebben om in een dweilorkest een toontje mee te blazen.
Met muzikaliteit heeft het niet zo veel van doen. Wel met lange adem en koubestendigheid. En dan is een sax nog een redelijk gewillig instrument als je in koude carnavaleske dagen de straten afschuimt. Speel je trompet dan loop je het risico met kapotte lippen aan het bier te moeten.

Musicerende politici. In Nederland hebben we er niet zoveel. Uit het verleden zijn Normeert Smelter (KVP en piano) en
Thijs Wöltgens (PvdA en hobo, klarinet) bekend. Aart Jan de Geus (CDA) schijnt ook piano te spelen. Klaas de Vries (CDA) heeft wel gezongen. In een artikel van Trouw werden Gert Jan Oplaat (VVD), Co Verdaas (PvdA) en Jan Mastwijk (CDA) nog genoemd.

In 1999 constateerde
Volkskrantcolumnist Paul Brill ook de nodige muzikaliteit onder politici, maar dat een Hans Dijkstal niet in staat was een Binnenhofensemble van de grond te krijgen.
Het satirisch online dagblad De Speld vroeg zich vorig jaar ook al af of politici tot muzikaal samenspel in staat waren. De vorming van een heus orkest werd echter politiek onhaalbaar geacht.

Een groot orkest vraagt wel om een goede dirigent. Eentje die niet alleen verstand heeft van maten en noten, maar ook de sociale cohesie weet te sturen.
In het huidige politieke klimaat wordt ineens de film Prova d’Orchestra (1978 – Frederico Fellini) actueel (hier een recensie op movie2movie). De dirigent weet tijdens een repetetie de boel niet bij elkaar te houden. Orkestleden komen in opstand om de dictatuur van De Metronoom van zich af te schudden. Individuele vrijheid, daar gaat het om. Het loopt gierend uit de hand, maar geschrokken van hun 'anarchie'. zoeken de orkestelden na de pauze toch de rust op van de bezielende leiding van de hun zo vertrouwd bekende dirigent.

Een fraai tijdsdocument. Maar is er veel veranderd? Bekijk
hier op Youtube, hoe een lid van orkest zijn visie op het dirigentschap geeft. En, op Dailymotion.com, hoe een groot deel in opstand komt, waarbij een ander deel de gelegenheid aangrijpt om verworven vrijheid voor eigen genoegen te misbruiken.
En vertel dan nog eens hoe het Binnenhoforkest er na 9 juni uit moet zien, volgens jou. Moet het een symfonieorkest worden of liever een dweilorkestje? Wie op welk instrument en vooral: wie zou een capabele dirigent kunnen zijn?

Overigens: je kunt je voorspellende gaven ook kwijt op mijn gastlog van vandaag, op GeenCommentaar. Precies twee jaar geleden begon ik daar, onder het pseudoniem P.J. Cokema, een maandelijkse column. Lees dus ook meer over het NK Lijsttrekken.

Drijfzand van het Jaar.

Drijfzand van het Jaar Ha! We kunnen de donkere dagen voor Kerst een stuk zonniger tegemoet zien. Het dreigingsniveau voor Nederland is verlaagd van substantieel naar beperkt, melden ministers Hirsch Ballin en Ter Horst.
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) heeft een rapportje afgeleverd, waarin staat dat het met de terreurdreiging nu wel meevalt.

Mocht u onder de kerstboom een onbekend pakje aantreffen, dan niet meteen 112 bellen. De enige dreiging waar nu nog aan wordt gewerkt is
de jaarwisseling. Dat gaat een massaal feest worden en daar hebben we slechte ervaringen mee. Dus krijgt de plaatselijke politie dit keer wel hulptroepen aangeboden.

Daarmee hebben we alle dreiging wel gehad? Een rondgang in het Nederlandse poldernieuws leert anders. Alleen vandaag al wordt de ene dreiging na de andere gemeld.
Staatssecretaris van justitie dreigt met actie tegen de Orde van Advocaten als hun broeders blijven zitten op het moment dat de rechter de zaal instapt.
De Europese campagne schoolfruit dreigt in Nederland te mislukken.
In Noord Holland meldt de Milieufederatie dat het platteland dreigt te verrommelen. Sterker nog: verstening van het platteland dreigt.
En uit Den Haag komt het alarmerende bericht dat leegloop dreigt bij ADO.

Dat is dan alleen nog maar de dreiging van vandaag. Het hele jaar rinkelden de alarmbellen.
Vier dagen geleden: een geloofsbelijdenis van protestantse kerken dreigt een last voor orthodoxen te worden. Net toen een dag ervoor gemeld werd dat een botsing dreigt tussen gemeenten en staatssecretaris Albayrak, over de noodopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers.
Op 7 december trok minister Cramer aan de noodklok omdat een tekort aan koelmiddel dreigt, waardoor bedrijfsprocessen op rampen kunnen uitdraaien.
November: Diezelfde minister dreigt provincies en gemeenten aan te pakken over de onveilige opslag van brandgevaarlijke stoffen.

September: Hirsch Ballin stelt ferm dat door de economische crisis de criminaliteit
dreigt toe te nemen. Zijn collega Rouvoet dreigt Amsterdam en Rotterdam onder curatele te zetten, als ze hun jeugdzorg niet een beetje op orde maken.Verder werd de polder bedreigd uit het buitenland. De Vlaamse premier dreigde met acties als het slootje bij Terneuzen niet fiks wordt uitgebaggerd.

In juni meer buitenlandse dreiging. China
dreigde met beschadiging van de relaties met ons, als de Daila Lama werd toegelaten.
In mei uitte staatsboekhouder Bos een van zijn vele bedreigingen richting de financiële sector.

Het bedreigingsniveau is dus nog steeds erg hoog. En dan moeten over tot Code Beperkt, omdat alleen een vermoedelijk religieus clubje zich beperkt heeft tot een schertsvertoning bij de Ikea in Amsterdam?
Hoewel, daar hebben we nog dagen plezier van gehad in het nieuws en in de discussie op weblogs.

Misschien kunnen we de zogenaamde aanslag op de Ikea bombarderen tot De Dreiging van 2009? Of heeft u ander kandidaten? Nomineer hier de grootste, of de leukste, of de flauwste dreiging van dit jaar. Over een paar dagen volgt de stemronde en kun je mee bepalen welke dreiging de Drijfzand van het Jaar-award mag krijgen. Want er kwamen nogal wat dreigingen voorbij die op drijfzand lijken gebaseerd.

Minder draaideurcriminelen

Minder draaideurcriminelen Trots kondigt minister Hirsch Ballin aan dat ex-gevangenen na hun straf minder in herhaling vallen. Het aantal recidivisten is tussen 2004 en 2006 met 5 procent gedaald.
Daarmee zijn we er nog niet, meent de minister, maar duidelijk is dat de persoonsgerichte aanpak werkt. Een aanpak waarbij straf wordt gecombineerd met andere maatregelen, gericht op voorkomen van herhaling.

Nu is er niet zo gek veel bekend over de loopbaanontwikkeling van het boevenpad. De onderzoeken die er zijn leggen tal van relaties tussen de criminele carrière en factoren als opvoeding, scholing, soorten straf, herkomst en leeftijd. Elke afzonderlijke factor lijkt altijd wel enige invloed te hebben op hoe lang iemand werkzaam blijft in de illegale sector en hoe succesvol hij of zij daarmee is.

Een persoonsgerichte aanpak kan herhaling voorkomen als met “straf op maat” rekening wordt gehouden met de diverse factoren. De 5 procent die Hirsch Ballin noemt, lijkt me echter iets te weinig om met zekerheid te kunnen stellen dat dit de doorbraak is bij het terugdringen van recidive. Ik hoop van harte dat Hirsch Ballin gelijk heeft, want alleen een strafgerichte aanpak is naar mijn mening niet de manier om boeven op andere carrièrekansen te wijzen.

Twee factoren zouden wel eens kunnen bijdragen aan die 5 procent daling. Om te beginnen is de totale criminaliteit de laatste jaren gedaald. Dat verschilt overigens per soort misdrijf. Het aantal vermogensdelicten (bijv. diefstal), verkeersdelicten (bijv. doorrijden na ongeval) is de laatste vijf jaar gedaald Geweldsdelicten en vernielingen zijn echter toegenomen. Alle overige delicten zijn tussen 2004 en 2006 verminderd, hoewel ze relatief vaker voorkomen dan in 2002.

Een andere factor is de leeftijd. Werken jonge boeven door tot ver na hun 67e? In het algemeen geldt dat de meeste delinquenten en na hun 45e wel voor gezien houden. De meeste misdrijven worden gepleegd door 12 tot 45-jarigen. Het aantal recidivisten is echter in de categorie meerplegers de laatste jaren gestegen. Alleen bij echte diehards, de veelplegers, zie je dat het percentage afneemt. Behalve bij 45-plussers. Daar is een lichte stijging te zien (zie deze
CBS-statistieken).

Het is dus nog te vroeg gejuicht. De lichte stijging onder 45-plussers kan misschien worden verklaard door de vergrijzing. Het Openbaar Ministerie wees eerder al op een toename van
bejaarde boeven. Hun aandeel in de criminaliteit blijft nog beperkt, maar toch maakt men zich wat zorgen. Ook al blijkt dat de toename wordt beïnvloed door leeftijdgerelateerde delicten. Er wordt vaker doorgereden na een ongeval door 80-plussers.

Nu zullen die niet zo vaak in herhaling vallen, omdat het rijbewijs wordt ingetrokken. Dat is natuurlijk ook een persoonsgerichte aanpak.
Verkeersdelicten zijn nou net de enige categorie waar 45-plussers al jaren hoger scoren dan de jongeren. Bij alle andere delicten blijven de ouderen achter. Mogen we daaruit concluderen dat die 5 procent minder recidivisten ook wel eens gerelateerd zou kunnen zijn aan de vergrijzing?