Dat Nederlanders een spaarzaam en behoudend volkje zijn, mag zo langzamerhand een mythe heten, die naar het rijk der fabelen verwezen dient te worden.
Er mag dan zo'n 250 miljard euro aan spaargeld op de banken staan, Nederlanders springen toch avontuurlijk om met hun geld. Tegenover al dat spaargeld staat namelijk 721 miljard euro aan schulden. Daarvan is grootste deel (€ 625 miljard) hypotheekschuld (zie CBS bericht).
Tegelijkertijd begint het vermogen van de burger aardig te verdampen. De waarde van aandelen en obligaties is zo'n 66 miljard euro kleiner geworden. Wie beleggen ook als appeltje voor de dorst zag, kijkt nu tegen verschrompeld ooft aan. Zuur voor de mensen die hopen hun aandelen in te ruilen als hun huishoudbudget daar om vraagt.
Maar dan is er altijd nog dat spaargeld. Dat verdampt niet zomaar, hoewel dat er vorig jaar voor de IceSave-spaartders wel naar uitzag. Het totale spaartegoed van Nederland staat echter in geen verhouding tot de totale schuld. Je kan wel stellen dat de huishoudens een liquiditeitsprobleem hebben. Zeker als je meerekent dat de meeste hypotheekschulden hoger zijn dan de waarde van de gekochte huizen.
Valt de burger nu om? Nee, zo'n vaart loopt dat niet. Hooguit wordt de burger in zijn bewegingsvrijheid beperkt. Wie, om welke reden ook, van 't Woudt wil verhuizen naar Persingen, zou er wel eens voor moeten kiezen wat langer in 't Woudt te blijven wonen. Omdat het huis alleen tegen een veel te lage prijs van de hand is te doen.
Wie blijft zitten waar men zit en een redelijk inkomen heeft, zal niet snel in liquiditeitsproblemen komen. Of je moet ruim voldoende spaargeld in kunnen zetten om de verhuizing en het verlies aan woningwaarde te bekostigen.
Blijkbaar bereiden mensen zich voor op gebruik van hun spaargeld.
De DNB (De Nederlandse Bank) meldt een opmerkelijke transactie. In februari namen haalden spaarders in totaal 2,9 miljard euro af van hun spaarrekeningen met vaste looptijd. De grootste opname sinds oktober 2001. Het grootste deel daarvan werd gestort op snel toegankelijke spaarrekeningen.
De DNB denkt dat de teruglopende rente op de vaste looptijd-rekeningen daar een oorzaak van is. Maar de DNB vermoedt dat meer mensen nu liever hun geld op liquide vormen van spaargeld zetten. Of de burger voelt nattigheid, òf de burger heeft grootse aankoopplannen.
Ik hou het op het eerste. De burger kiest voor veiligheid. Nog niet van de schok bekomen van vallende banken, lijkt het veiliger snel bij je spaargeld te kunnen. Nu is het spaargeld wel verzekerd. De spaarder kan op het garantiefonds van de banken rekenen. Gaat een bank failliet, dan keert dat fonds nog altijd tot maximaal € 100.000 uit. Vooral kleine spaarders zijn dus niet zomaar de dupe.
De NVB (Nederlandse Vereniging van Banken) wil nu van dat garantiefonds af.
De limiet van € 100.000 moet omlaag en het systeem dat alle banken meebetalen bij problemen, moet vervangen worden door een soort staatsverzekering. De banken betalen daar een premie voor en de staat keert eventuele claims uit. Een voorstel van de Adviescommissie Toekomst Banken. In het leven geroepen om de banken van een beter imago te voorzien.
Fijn imago. Sparend Nederland krijgt een lagere vergoeding en moet de hand ophouden bij de overheid. Die heeft ondertussen al aardig wat in de banken gestoken, waar nog allerminst duidelijk van is, wanneer en hoeveel daar van terugkomt. Zolang er geen bank meer omvalt, zal niemand iets van die gewijzigde regeling merken. Maar als het wel weer gebeurt, is de spaarder de klos.
Ik adviseer de NVB dat voorstel onmiddellijk te verdampen en met een regeling te komen, die de positie sterker maakt, dan die tot nu toe is geweest. Dat zou beter passen in de moreel-ethische verklaring (de Bankierseed), waaraan adviescommissie nog werkt.
Voor zover dat soort codes waarde zullen hebben.