Categoriearchief: Gezondheid & Hypocrisie

Zorg voor allen, welzijn ieder voor zich

Zorg voor allen, welzijn ieder voor zich De RVZ (Raad voor de Volksgezondheid en Zorg) heeft gisteren minister Klink geadviseerd hoe hij de uitgaven in de gezondheidszorg het beste kan beheersen. De zoveelste alarmklok die wordt geluid over de stijgende zorgkosten.
Als daar geen Deltaplan voor komt, zal het niet lang meer duren of we ” hebben geen geld meer voor andere belangrijke zaken zoals onderwijs, de fileproblematiek of het integratiebeleid. Ook burgers hebben dan geen ruimte voor extra koopkracht”.
Als we de kosten niet beter beheersen gaan over 10 tot 15 jaar alle extra inkomsten van de overheid naar de gezondheidszorg.

Tegelijkertijd meldde het CBS dat 1 op de 5 kinderen een chronische kwaal heeft en 1 op de 5 mensen fysiotherapie nodig heeft. De kinderen hebben vooral last van astma en bronchitis, maar migraine en vermoeidheid scoren ook steeds hoger. De fysiotherapie gaat vooral naar vrouwen van 65 jaar en ouder.
Om maar eens een paar kostenposten te noemen, waar we niet zomaar van af zullen komen.

Steeds maar meer aan de zorg uitgeven is geen optie, vindt de RVZ. Dat zou ten koste gaan van andere sectoren. De RVZ weet hoe het je betaalbare en kwalitatief goede zorg kan blijven leveren. Trefwoord: efficiëntie.

Zorgaanbieders en verzekeraars zijn nogal lui, omdat ze voor de stijgende kosten een beroep op de overheid kunnen doen. De RVZ ziet wel heil in meer concurrentie, waardoor aanbieders en verzekeraars gedwongen worden de beste kwaliteit voor de beste prijs te bieden.
De gevolgen van dat idee zijn nu al bekend. Kijk uw polis er maar eens op na en vergelijk die met polissen van concurrerende verzekeraars. Bent u een 65-jarige vrouw, let dan goed op de vergoedingen voor fysiotherapie. U zult aardig wat moeten bijverzekeren. Uw premie wordt wel wat hoger.

De RVZ stelt ook dat efficiënter gewerkt moet worden. De winst die dat oplevert moet niet naar hogere salarissen voor de artsen, maar in de kwaliteitsverbetering worden geïnvesteerd. Da's mooi, de vraag is wel: hoeveel efficiënter kan er worden gewerkt. Misschien is één machine waar 20 astmatische kinderen elke week hun pufje aftappen goedkoper dan elk kind zijn eigen inhaler?

Welke keuzes ook gemaakt zullen worden, de RVZ wil dat de politiek die keuzes vooraf maakt en niet achteraf gaat korten als bepaalde kosten tegen blijken te vallen. Maar kunnen beleidsmakers en politici voldoende overzien welke kosten over pakweg 10 jaar een aanslag op de begrotingen zullen doen? Tien jaar geleden was veel minder bekend over het groeiend aantal chronisch zieke kinderen en hoeveel fysiotherapie een vergrijsd volksdeel precies nodig heeft. Laat staan dat we nu kunnen weten welke nieuwe ziektes de kop op zullen steken.

Nou ja, stelt de RVZ, dan kan je altijd nog alleen de echte zorgkosten betalen. Een bed in een verpleegtehuis, de medicatie en een zalfje voor doorligwonden zijn echte zorg. Wie wat meer wil, moet er zelf voor betalen. Dus een wat luxer tehuis en wat welzijn, in de vorm van een beter bed en een verzorger die af en toe eens een wandelingetje met je gaat maken, komt voor eigen rekening. Mensen moeten dan wel de kans krijgen hiervoor te sparen of bij te verzekeren.

Met dat laatste advies dwingt de RVZ de overheid de koopkracht wel overeind te houden. En verzekeraars moeten natuurlijk geen last hebben van welke krisis dan ook, anders verdampt al dat spaargeld weer.

De RVZ heeft gelijk: we hebben hier een behoorlijk dure gezondheidszorg. De meest gebruikelijke beheersing van die kosten bestond tot nu toe uit bezuinigingen. Die hadden dan weer vervelende gevolgen. Minder personeel in de zorg, waardoor de werkdruk toenam, het vak minder aantrekkelijk werd, er nog minder personeel is en van armoe dan maar minder douchebeurten en wat meer vastbinden in verpleegtehuizen een gewoonte werd.

Ondertussen gingen de verzekeringspremies omhoog werd het eigen risico verplicht en worden allerlei regelingen voor de zoveelste keer overhoop gehaald (onder andere de AWBZ).
Het helpt niet, de kosten blijven stijgen. De krisis in de zorg is een feit?

Het gekke is, we zijn door de eeuwen heen gezonder gaan leven. Betere hygiëne, betere voeding, de artsenij werd ook steeds beter, met als gevolg dat we langer leven en niet aan het eerste de beste kwaaltje doodgaan. De kwaliteit is dus verbeterd, de gezondheid is beter beheersbaar geworden, alleen de kosten niet. Kinderen overlijden niet meer aan een heftige bronchitis en ouder worden we allemaal, wat meer werk voor de fysiotherapeut blijkt op te leveren.

Is het dan niet beter ook eens andere keuzes te bestuderen dan kostenbeheersing alleen? Efficiëntie en kostenbeheersing is altijd goed. Ook al zouden we hier alleen maar een paar keer per jaar niet meer dan een verkoudheidje onder de leden hebben. Helaas zijn we zo gezond nu ook weer niet en niemand kan voorspellen of we dat ooit zullen worden.

Welke keuzes dan? Minder hygiëne, slechter voedsel en niet meer investeren in betere artsen? Eén virusepidemietje zijn gang laten gaan? Dat helpt ook niet. Het resultaat zou zijn: minder mensen die elkaar kunnen helpen. Het eind van alle zorg.

Wat wel kan is een rigoreuzere aanpak. Een rookverbod in horeca en openbare ruimtes? Prima, maar halfslachtig. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. In dit geval overspannen kroegbazen, gestresste rokers en dus een groter beroep op de ziektewet. Weer stijgen de kosten.
Waarom de hele tabaksindustrie niet ontmanteld? De tabaksplantages worden akkers waar hoogwaardig voedsel kan worden verbouwd, de rest van de industrie zorgt voor de verwerking en distributie van dat voer.

Maar ja, da's geen vrijheid. Dan maar zo duur mogelijk gezond proberen te blijven. Toch?

Gezond geld

Appeltje voor de dorst An apple a day, keeps the doctor away. En een appeltje voor de dorst is goed voor een gezonde oude dag.

Een spin-off effect van de kredietcrisis kan zijn dat over een aantal jaren het CBS met nieuwe cijfers moet komen.
Vandaag berichtte
het CBS namelijk, dat ouderen met een hoog inkomen een stuk gezonder zijn dan arme oudjes. Wie voor de oude dag heeft gespaard in IJsland, heeft dus een potentieel gezondheidsrisico.

De relatie tussen inkomen en gezondheid is moeilijk in alle zuiverheid vast te stellen. Het CBS kwam eind 2007 met een statistiekje waaruit bleek dat mensen met een hoog inkomen, minder naar het ziekenhuis gaan. Of die mensen dan ook gezonder zijn, is daarmee niet bewezen. Iemand die net zin topbonus heeft geïncasseerd, heeft wellicht genoeg geld voor een privé-arts en gaat daarom minder naar het ziekenhuis.

En een ander onderzoek wees uit dat mensen met een laag inkomen zelf vinden dat ze ongezonder zijn. Eén van de gehanteerde argumenten was dat men te weinig geld heeft om dure, verse groenten en fruit te kopen. Hetgeen tegengesproken werd door het Voedingscentrum, die stelde dat er ook voor weinig geld gezond eten is te kopen.

Vast staat wel dat armere mensen doorgaans vaker ziek zijn. Maar of dat wat met inkomen te maken heeft? In arme landen, waar geld en eten nauwelijks voor het oprapen liggen, kun je daar wel iets bij voorstellen.
In rijkere landen blijkt het veel vaker met ongezonde leefgewoonten verband te houden. Om dat te lijf te gaan wil het Voedingscentrum de snackbar weren uit arme wijken.

Maar goed, stel dat er wel een direct verband is tussen inkomen en gezondheid, dan zullen de cijfers van het CBS er dus anders uitzien over een aantal jaren.
Oorzaken? Mensen die spaargeld zijn kwijtgeraakt en onvoldoende in staat zullen het gat te vullen als gevolg van bezuinigingen op de AOW en in de kredietcrisis verdampte pensioengelden.

Zorg voor verpleegkundigen

Zorg voor verpleegkundigen

Het ziekenhuis zorgt goed voor het imago, maar wat minder voor het personeel dat jarenlange ervaring heeft. Verpleegkundigen van 50 jaar en ouder verlaten massaal het hospitaal. Gezondheidsminister Klink kon de 2e Kamer vertellen dat zeker 6600 vijftig-plus verplegers de tent verlaten. Toch gaan een ruime 2000 daarvan elders in de zorg werken. De rest kiest voor ander werk of gaat op de welverdiende lauweren rusten.

Blijkbaar volgt deze groep al het advies op dat Balkenende en Donner gaven aan mensen die zware beroepen uitoefenen: verruil dat zware werk op tijd voor lichter werk. Een advies dat werd gedaan om mensen langer aan het werk te houden, omdat de penioengerechtigde leeftijd omhoog zou moeten.

We kunnen zonder meer stellen dat verpleging een zwaar beroep is. Onregelmatige diensten, patiënten tillen, langdurig op de been zijn, continu alert blijven en het nodige leed voorbij zien komen, trekken een wissel op het uithoudingsvermogen van verpleegkundigen. En dan mogen zie niet eens klagen ook, vinden sommigen. Ze hebben immers zelf voor dat beroep gekozen?
Zeker, maar ik wil nog wel eens zien wie er gaan klagen als er nergens meer een verpleegkundige te zien is.

Nu het spook van de vergrijzing opdoemt, zou het probleem van 50-plus verpleegkundigen die de zaal verlaten, nog een stuk groter kunnen worden. Zo groot dat, ondanks een schitterend imago, de aanwas van jongeren niet toereikend zal zijn om de vacatures te vervullen.
Hoe los je dat op?

Om te beginnen zou de vraag gesteld kunnen worden of het wel verstandig is verpleegkundigen op hoger leeftijd door te laten werken. De ervaring en routine is zeer bruikbaar, maar zou een 65-jarige verpleger nog wel even alert, up-to-date en sterk genoeg zijn om het fysieke werk naar behoren uit te voeren?
Technologie kan een hulpmiddel zijn. Behalve de reeds bekende tilmachines en electronisch verstelbare bedden, zouden er wel meer robots bij kunnen springen. Maar als de technologie even hapert door een stroom- of computerstoring moeten menselijke handen het kunnen overnemen.

Alleen een loopbaantraject, die oudere werknemers aan lichter werk helpt, is ook niet genoeg. Natuurlijk heb je senioren nodig om de jonkies het vak bij te brengen. Maar, straks zijn er dus meer seniors dan juniors en heeft het ziekenhuis wel een heel leger coaches en opleiders, maar nauwelijks kandidaten die onder hun hoede kunnen vallen.

De oplossing zal meervoudig moeten zijn.
Het redelijke salaris wat omhoog, zodat het loon niet de drempel zal zijn voor nieuwe aanwas. Overigens zal dat salaris zeker omhoog gaan als het tekort te nijpend wordt. Zo werkt de markt toch?
Ook geen geknibbel op oudejaars-verlof (boven een bepaalde leeftijd minder uren werken).
En verder hulp uit het buitenland.

Eerdere experimenten met verpleegkundigen uit Zuid-Afrika en de Filippijnen mislukten en nu mogen Poolse verpleegkundigen bijspringen.

Maar dit mag wel nader bekeken worden. Geef mensen uit landen waar de zorgkunde nog verbeterd kan worden, een goed opleiding hier. Met het salaris dat we hier zijn gewend. Laat ze een aantal jaren hier werken en daarna mogen ze het zorgpeil in hun eigen land helpen verbeteren.

Daar moeten we niet zuinig in zijn. Nederland straks koploper in mondiale zorg? Zouden we er trots op kunnen zijn als we daar numero uno in worden?

Update: Het Tilburgse TweeSteden ziekenhuis gaat gastteams inzetten. De gastteam medewerker beantwoord niet-medsiche vragen van de patiënt, helpt het bed opmaken, verzorgt het eten en drinken, haalt tijdschriften, houdt de kamer schoon en kan de patiënt naar onderzoeken vervoeren.
De gastteam medewerkers worden opgeleid tot helpende niveau 2.
Het ziekenhuis wil zo de persoonlijke aandacht voor de patiënt verbeteren.
Zo kan je het werk van de verpleegkundigen ook wat verlichten en hopen dat ze het wat langer volhouden.

Ziekenhuis zorgt voor zichzelf

Ziekenhuis zorgt voor zichzelf

De campagne “Het ziekenhuis zorgt” heeft in 1 jaar tijd 0,2 punten opgeleverd. Met dat significante aantal is de publiekswaardering gestegen, meldt de NVZ (Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen) vol trots, op grond van een door haarzelf besteld onderzoek.

Vorig jaar mei onderschreef ik, op het oude blog, de kritiek van Martin Buijsen, docent gezondheidsrecht aan de Erasmus Universiteit. Hij vond het zonde van de ruim 1 miljoen euro, die aan de imagocampagne besteed ging worden. Daar zal de NVZ en de campagneleiders van “Het ziekenhuis zorgt” heel anders over denken, nu de voldoende een ruime voldoende is geworden.

Volgens het onderzoek is het publiek vooral de persoonlijke aandacht meer gaan waarderen. Er is, ondanks personeelstekort, blijkbaar heel wat verbeterd op dat vlak. Werpen de trainingen cliëntbejegening toch hun vruchten af.

Misschien dat de Ziekenhuis Top 100, die het Algemeen Dagblad publiceert, ook tot een imagoverbetering hebben geleid. Als ziekenhuis wil je natuurlijk niet onderaan eindigen. Dus ik kan me voorstellen dat heel wat ziekenhuizen alles er aan doen om hun publiek tevreden te stellen. Dan moet je niet alleen je imago oppoetsen.
De
IJsselmeerziekenhuizen eindigden bij het AD op de 99e plaats. Zo geschrokken van die uitslag, vergat men van ellende de operatiekamers schoon te houden en nu is de tent dicht. Het Flevoziekenhuis, laatste in de Top 100, mag de boel overnemen tot hun collega's weer met zichzelf in het reine zijn gekomen.

Het is één van de voorbeeldjes die aantonen waar nog wel wat geld naar toe moet. Want je kan nog zo hartelijk, meelevend en vriendelijk zijn, het publiek wil ook een schoon ziekenhuis. En ik meen dat de beste reclame altijd nog mond-tot-mondreclame is. Ziekenhuizen kunnen 1 miljoen euro wel beter gebruiken dan radiocommercials te betalen.
Maar ja, marktwerking, hè? En de markt werkt zonder reclame niet lekker.

Nodig is het niet. Ziekenhuizen zijn gegarandeerd van klandizie. Het enige wat ze te doen hebben, is goed zijn in wat ze behoren te doen. Tuurlijk, dat moet ook daar klantvriendelijk gebeuren. De tijd dat je in een hospitaaltje verblijft mag zo aangenaam mogelijk zijn. Maar hoe plezant het ook wordt, je wil er altijd zo snel mogelijk weer uit.

Vorig jaar mocht Loes Luca het ziekenhuiswezen bezingen met een “mocht je in het ziekenhuis belanden, je bent altijd in goede handen”.
Een reclameposter maakt die handen niet beter. Wel een schone ok, het terugdringen van medische missers en ruim voldoende, goed en aardig personeel.

Opbouw van het zuur

Sta-op stoel

Na het zuur kregen we wat zoet en nu mogen we weer het zuur krijgen. Wie wat pilletjes tegen het oprispend maagzuur wil slikken, moet dat wel op eigen kosten doen. De afbraak van de zorg is begonnen.

Het kabinet neemt adviezen van de CVZ (College van Zorgverzekeringen) en de SER (Sociaal Economische Raad) bijna helemaal over. En dat heeft gevolgen voor wat er nog in de zorgverzekering en de AWBZ blijft.

De leukste dingen gaan er in ieder geval uit. Zo worden de poten onder opa's sta-op stoel gezaagd. Een stoel die de man overeind helpt om buiten een ommetje te maken is ook helemaal niet meer nodig. De SER heeft geadviseerd om “onderdelen van de ondersteunende en activerende begeleiding die gericht zijn op deelname aan het maatschappelijke verkeer” uit de AWBZ te halen.

De waskostenvergoeding voor bewoners van verzorgingstehuizen gaat er ook uit. Dat wordt weer zelf naar het tehuis rijden om opa's vuile was op te halen en in je eigen wasmachine te proppen.

Het is maar een beginnetje. Ik voorspel dat er nog meer gaat volgen. Niets kan dit kabinet nog stoppen en niemand die dat ook doet. Het parlement niet, vertegenwoordigende organisaties niet en de burgers ook niet. Af en toe lijkt er een stormpje op te steken, maar het waait allemaal snel weer over.
Ik kan nog wel begrijpen dat vergoedingen voor brillen woden afgeschaft. Niet iedereen hoeft te zien waar dit kabinet mee bezig is. Maar het wegsaneren van de vergoedingen voor gehoorapparaatjes? Het kabinet wil toch wel dat we goed naar ze luistert?

In “Naar een toekomst zonder werk” schreef ik onder andere dat bij de beheersing van de zorgkosten te veel wordt gedacht wat er allemaal niet meer kan en te weinig wordt gekeken wat er wel zou kunnen. Bijvoorbeeld robots inzetten die als hulpje in (te)huis werken en zelfs de eenzaamheid onder ouderen helpen verlichten.

Die opmerking moet ik inmiddels nuanceren. Er is inmiddels een hoogleraar voor Technologie in de Zorg benoemd. De robots zijn er nog niet, maar hij gaat dat mogelijk maken. Ik vraag me af in hoeverre dat met steun van het kabinet is, want die hoogleraar zetelt wel in de universiteit van Maastricht. En daar willen ze nog wel eens anders te werk gaan dan het kabinet wil, zoals laatst bleek tijdens de discussie over de embryo-selectie.

Maar goed, we mogen niet klagen (historische uitspraak van een groot leider). We hebben het goed en als opa niet meer uit zijn stoel kan komen, wordt het weer lekker rustig op straat, het kenmerk van een veilige staat.

Mobieltje als anti-virusscanner

VogeltrekVroeger werden vogels geringd om de vogeltrek te bestuderen. Tegenwoordig krijgt menig dier een chip ingeplant en worden de bewegingen digitaal gevolgd.
Hoe breng je de menselijke beweging in kaart? Je geeft ze een mobiele telefoon.

Denk nou niet dat het mobiele telefoonverkeer alleen goed is om uit de ruim 16 miljoen nederlanders, net die bijna 400.000 verdachten te pikken, die mogelijk ruim 1 miljoen misdrijven op hun geweten hebben. Nee, het opgeven van je privacy kan ook de wereld van een grieppandemie redden. En de griep is, volgens de rampenscenario's van onze regering, wel de grootste vijand van een gezond en niet-klagend volkje.

Uit een onderzoek onder 100.000 bezitters van een mobieltje, wiens dagelijkse bewegingen in kaart zijn gebracht, valt te concluderen dat je mobieltje als een prima virusscanner kan fungeren.
Wetenschappers aan de Northeastern Univerity in Boston (VS) ontdekten dat de mens eigenlijk bar weinig beweegt en dat vaak ook nog in vaste patronen doet. Een meerderheid beweegt binnen een afstand van 5 tot maximaal 10 kilometer. Bovendien gaan de meeste mensen binnen die afstand ook zeer frequent naar de zelfde plekken.

Met die gegevens kun je relatief makkelijk een model van menselijke verplaatsingen maken. Volgens de wetenschappers kan zo 'n model handig zijn om plannen te maken waarmee je verkeersstromen kunt reguleren.
Het kan een hulpmiddel voor stedebouwkundigen en planologen zijn. En het lijkt ook zeer bruikbaar bij het voorspellen van een griepuitbraak.
Mensen besmetten elkaar en omdat je weet waar en hoe ze zich verplaatsen kun je ook de gangen van het griepvirus nagaan en mogelijker wijs inperken.

Dat je met de gegevens van het mobiele dataverkeer de wereldgezondheidszorg een reuze dienst kan bewijzen, moet toch de laatste scepsis wegnemen bij de privacy-gevoelige criticasters. De Bostonse dr. Gonzalez hoopt dat ooit elke bezitter van een mobieltje zijn data beschikbaar wil stellen aan universiteiten voor onderzoeken, want die data herbergen schatten met de meest uiteenlopende informatie.

Zover is het nog niet, dus wordt op basis van 100.000 abonnees een model ontwikkeld waarmee een wereldbevolking van ruim 6,7 miljard mensen tegen de een virusuitbraak beschermd kan worden.
Mij lijkt het beter elk virus een mobieltje te geven. Maar ja, dat is technisch niet mogelijk en zou ook veel te duur uitpakken. Bovendien vreest men nieuwe virussen, die weer een heel eigen reispatroon er op na zullen houden.

Dus zou de droom van dr. Gonzalez gerealiseerd moeten worden.
Met in herinnering de discussies rond het donorcodicil: zouden we niet alleen onze organen, maar ook ieders mobiele data zonder toestemming vooraf moeten afstaan ten behoeve van ons aller gezondheid?

Je mag wel klagen

Dokter

De ziekenhuizen hebben er een bron van ergernis bij. Ze moeten al op hun hoede zijn voor de medische tuchtcolleges, die 10 procent meer klachten kregen over medische missers. In 2007 kwamen er 1441 klachten binnen. Vooral artsen zijn de pineut: ruim 930 keer werd er over een arts geklaagd. De verpleegkundigen komen er dus een stuk beter van af.

Overigens werd ruim de helft afgewezen omdat klagers met weinig steekhoudende klachten kwamen of omdat ze met hun verhaal aan het verkeerde adres waren.
De wel gegronde klachten werden merendeels afgedaan met waarschuwingen. Slechts in enkele gevallen werd een berisping uitgedeeld en drie keer werd een boete van maximaal 4500 euro opgelegd. Volgens de tuchtcolleges valt het dus wel mee met de fouten die er in de ziekenfabrieken worden gemaakt.

Nu blijken ze een ander succes behaald te hebben: “Groot succes actie klantvriendelijkheid ziekenhuizen” kopt een bericht op de website consument-en-de-zorg.

Nadere lezing leert dat de ziekenhuizen juist niet uitblinken in die klantvriendelijkheid. Althans, volgens de klagers die op het Meldpunt Consument en de Zorg hun verhaal hebben gedaan. Maandag 21 april ging dit initiatief van de NPCF (Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie) van start en twee dagen later bleken er flink wat klachten verzameld te zijn. De resultaten:

Uitgesplitst naar opname in het ziekenhuis zijn de belangrijkste uitkomsten:
52% had geen vast aanspreekpunt en 30% vindt het wel nodig om zo'n vast aanspreekpunt te hebben.
43% moest meerdere keren hetzelfde verhaal vertellen.
42% is niet tevreden over de tijd die arts of verpleegkundige nam om informatie te geven.
38% had onvoldoende tijd om vragen te stellen.
33% voelde zich niet serieus genomen bij inbreng van eigen ideeën over de behandeling.
72% is tevreden over de gemaakte afspraken bij ontslag.

Uitgesplitst naar bezoek aan de polikliniek zijn de belangrijkste cijfers:
41% vindt dat er onvoldoende tijd is om vragen te stellen.
40% zegt dat er te weinig tijd is voor het geven informatie.
39% voelde zich niet serieus genomen bij inbreng van eigen ideeën over de behandeling.
38% vindt dat er te weinig rekening wordt gehouden met de agenda van de patiënt bij het maken van een afspraak.
30% moest meerdere keren hetzelfde verhaal vertellen.
23% moet naar meerdere balies voor verschillende afspraken.

Dat veel mensen het niet prettig vinden meerdere keren hun verhaal te moeten doen, pleit ervoor het elektronisch patiëntendossier in te voeren. Bij welke arts je ook met je gezondheidsklachten komt, het staat keurig in je digitale dossier, dus een volgende arts hoeft niet meer naar je te luisteren maar kijkt op de pc.
Het digitale patiëntendossier zou ook medische missers kunnen voorkomen. Twee vliegen in één klap: geen fouten en nog eens veel klantvriendelijker ook.

Nu nog wat democratischer worden en de mensen wat serieuzer nemen bij de inbreng van eigen ideeën over de behandeling en ook rekening houden met de agenda van de patiënt. De scalpel snijdt dan aan twee kanten: de klachten nemen af en iedereen kan weer gezond naar huis. Want klagen bevordert de gezondheid niet.

Natuurlijk, af en toe is flink mopperen kan goed voor hart- en bloedvaten zijn. Je moet geen binnenvetter zijn. Maar klagen leidt nog wel eens tot serieuze gezondheidsklachten, waar je met chagrijnigheid ook niet snel van geneest.

Ik vrees dat één klacht nooit uit de meldingen zal verdwijnen: meerdere keren je verhaal moeten doen. De echte klager, de notoire mopperkont, de heuse hypochonder, vindt het heerlijk om zijn geklaag oeverloos te herhalen. Het liefst tegen zoveel mogelijk mensen. Hoeveel er daarvan in dit land zijn, weet ik niet, maar de kans is groot dat het percentage klachten over telkens hetzelfde verhaal moeten doen, door deze mensen structureel op de 30 tot 43 procent wordt gehouden.

Ik mag niet klagen. Ik ga een weekje uitrusten op een mooie plek in de Ardennen. Even geen blogjes, tenzij ik het eerste de beste internetcafé niet met rust kan laten.

Geen zorg voor welzijn

EenzaamheidVeertig jaar AWBZ blijkt ook veertig jaar schuiven met geldpotjes. De SER adviseert nu rustig door te gaan met dat geschuif. Haal kosten die met welzijn te maken hebben uit de AWBZ.
Een doortastend advies? Welnee, gewoon de zoveelste schuiver om de stijgende kosten van de AWBZ in te perken.
Veertig jaar AWBZ even
op een rijtje:

In 1968 wordt de AWBZ ingevoerd. Bedoeld om langdurige zorg en kosten die niet onder het ziekenfonds vallen te verzekeren.
In 1980 wordt het kruiswerk (o.a. verplegende verzorging aan huis, zuigelingenconsult) overgeheveld naar de AWBZ.
In 1989 worden ook de psychische zorg, hulpmiddelen, sociaalpedagogische zorg, gezinszorg en de regionale instellingen voor beschermd wonen bij de AWBZ onder gebracht.
In 1992 wordt farmaceutische hulp, audiologische hulp, erfelijkheidsonderzoek en revalidatiezorg aan de AWBZ toegevoegd.

Het wordt een beetje volle boel bij de AWBZ en de kosten zijn aardig opgelopen. Kabinet Kok II maakt daar een einde aan. In 1997 wordt alles, behalve de psychiatrische zorg, weer terug gekieperd naar de ziekenfondswet. Kort na die schoonmaakactie worden bejaardenzorg, gezinszorg en kruiswerk weer teruggetakeld naar de AWBZ. Nu onder de noemer thuiszorg.

Vanaf 1998 wordt toegewerkt naar de nieuwe AWBZ. Vanaf 2003 kan zorg ingekocht worden op onderdelen. Van verpleging tot activerende begeleiding. Van thuiszorg tot ondersteunende begeleiding. Het PGB (persoonsgebonden budget) wordt ingevoerd. Zorg op maat moet zowel de cliënt tevreden stellen, als de kosten overzichtelijker en beheersbaarder maken.

In 2007 is het mis. De AWBZ blijkt veel te duur. Er moet weer wat uit. Als eerste wordt de thuiszorg overgeheveld naar de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning).
Nu, maart 2008, wil de SER dat bepaalde vormen van ondersteunende en activerende begeleiding ook naar de WMO te verhuizen. De AWBZ zou toch weer meer echte zorg moeten bekostigen: verpleeghulp, revalidatie, etc. Als mensen die zorg met meer welzijn opgetuigd wensen te zien, dan betalen ze dat zelf maar. Kunnen ze dat niet, dan mogen ze een beroep op de WMO doen.

Een voorbeeldje uit het NRC van dat dure welzijn: ondersteunende begeleiding van autistische kinderen bij paardrijles of huiswerbegeleiding. Da's helder. De hulp hebben ze wel nodig, maar is geen directe zorg. Bovendien hebben de ouders die paardrijles kunnen betalen, meestal een aardig inkomen, dus die begeleiding kunnen ze vast ook wel zelf betalen.
Ander voorbeeldje: mensen in bejaardentehuizen lopen er een stuk gezonder bij als ze ook wat persoonlijke aandacht krijgen en aan wat activtiteiten kunnen meedoen. Minder eenzaam, meer gelukkig, meer gezond.
Maar ja, activerende ondersteuning, hoort natuurlijk in het buurthuis en niet in de bejaardenzorg. Dus, goed gezien SER, laat de WMO dat maar bekostigen.

Dit advies zal bijdragen aan de stijgende zorgkosten. Zorgmanagers en personeel die ziek worden van de zoveelste verandering, die opnieuw tot reorganisaties in hun werk zal leiden en de nodige burocratische rompslomp met zich mee zal brengen.
Patiënten en cliënten die ziek worden van weer van het kastje naar de muur te worden gestuurd en opnieuw met hogere eigen bijdragen geconfronteerd worden.
En ook nu wordt niet erkend dat zorg en welzijn geld kost. Veel geld. Dus als straks de kosten voor de WMO de pan uit rijzen, moet er weer een dure adviesraad aan het werk worden gezet voor de volgende verschuiving.

De overheid maakt zich terecht zorgen om de peperdure kosten. Veertig jaar schuiven met subsidiepotjes heeft het niet goedkoper gemaakt. Dan zijn er twee opties:
1. De welzijnsstaat verklaart de gezondheidszorg failliet. Iedereen zoekt het verder zelf maar uit. Ziek zijn doe je zelf, dus je betaalt dat ook maar zelf. Een tendens die meer en meer de kop op steekt de laatste tijd.
2. De welzijnsstaat erkent dat zorg duur is en zoekt naar alternatieve oplossingen. Een wet die beperkingen stelt aan de prijzen van medicijnen en hulpmiddelen. Niet leuk voor bijvoorbeeld de farmaceutische industrie, maar die gaat niet dood van wat minder winst.
Veder gaat er nog zoveel geld om in de samenleving dat aan echte overbodige luxe wordt besteed, dat de overheid best een graai in die kas kan doen.

Dat laatste komt er natuurlijk niet van, want dat zou een aantasting van fundamentele vrijheden betekenen. Van dat idee wordt een select maar invloedrijk gezelschap zo ziek van dat de overheid bang is om tot meer effectievere maatregelen over te gaan.

Supergezondheid

Ziekenhuiseten

(artikel update 13.14 u., zie de vragen onderaan)
'Voedingsadviezen in de spreekkamer blijven niet hangen tot in de supermarkt, waar de keuzes uiteindelijk worden gemaakt'.
Dat zegt een internist van het Dokkumse ziekenhuis De Sionsberg. Samen met haar collega's van de diëetafdeling heeft ze daarom een pakket gezonde levensmiddelen samengesteld die morgen op een speciaal schap van supermarkt Jumbo zijn te vinden. De uitgestalde gezondheid vind je op 'de stelling van de Sionsberg'.

Kijk, het ziekenhuis denkt met je mee. Je eet je hele leven patat en dan krijg je te horen dat je beter een aantal groenten kunt eten, waarvan je de namen alweer bent vergeten als je de volgende dag in de winkel staat. Een creatieve vondst en een mooi stukje samenwerking tussen de zorg en de supermarkt.

Het is ook toekomstgericht denken van de internist. Er zijn namelijk plannen om ongezond etende mensen uit te sluiten van vergoedingen voor medische zorg. Dat zou de internist wellicht wat klanten kunnen kosten. De internist weet ook wel dat zelfs gezond etende mensen kwaaltjes kunnen oplopen. De indirecte boodschap van 'de stelling van de Sionsberg' is dus: eet gezond en mankeer je dan toch wat, geen zorgen, alles wordt vergoed als je deze groenten eet.

Heel aardig van het kleinste ziekenhuis in Nederland. Klein maar groot in prestaties. Volgens Elsevier het beste ziekenhuis in 2007, hoewel het AD vindt dat een 76e plaats mooi genoeg is.

Ondertussen wordt de toekomst van het ziekenhuis bedreigd. Door een wijziging in het financieringssysteem, gaat het ziekenhuis misschien 3, 4 miljoen euro mislopen en dan is nog maar de vraag of de toko open kan blijven. In de 2e Kamer zijn er al vragen over gesteld. Minister Klink houdt nog even een slag om de arm en wacht op een berekening van het Nza (Nederlandse Zorgautoriteit).

Maar dit voorbeeld van kostenbeheersing terzijde. Van gezond eten wordt veel verwacht. Het noorden kent naast dat uitstekende ziekenhuis ook een Zorginnovatieforum. Die gaat onder andere bekijken hoe de maaltijden aan huis verbeterd kunnen worden. Een heuse Task Force moet onderzoeken wat er zoal verbeterd kan worden om het eten gezonder en smaakvoller te bezorgen.
Misschien kunnen ze een kijkje nemen bij het AMC in Amsterdam waar men gisteren over is gegaan op
gestoomde maaltijden. Steamplicity heet dat concept. Voordelen: patiënten hoeven niet meer een dag van tevoren hun keuze te maken, groenten kunnen veel verser worden opgediend en behouden hun gezonde kwaliteiten. Bovendien is het in een mum van tijd klaar en gaar. Onderzoek zou hebben aangetoond dat gezonde eters sneller genezen.

Nu nog wat vragen aan minister Klink:
1. als ik kan bewijzen dat ik gezond eet (bijvoorbeeld met kassabonnen van de Jumbo), krijg ik dan korting op mijn zorgverzekering?
2. Kan de stoompan in de basisverzekering worden opgenomen?
3. Als gezond eten zoveel uitmaakt: kunt u de leveranciers dwingen alle ongezonde zooi uit de schappen te verwijderen? Da's overzichtelijker en maakt de keuzes makkelijker. Kom op, Klink. Doe als die Dokkumse internist en denk eens een beetje mee met ons.

Zorgelijke kosten.

Kosten zorg

Terwijl de bevolking tussen 2000 en 2006 met slechts 5 procent is toegenomen, zijn de kosten voor de gezondheidszorg meer dan verdubbeld. Een groei van ruim 56 procent. En het eind is nog niet in zicht. Alleen al de 'vergrijzing; zou meer zorgkosten met zich meebrengen.

Dat gaat uit de hand lopen, zegt minister voor zorg, Ab Klink. Da's trouwens nou weer wel een minister van 'geen woorden, maar daden' want volgend jaar zal hij het tekort op de zorgbegroting volledig op de burgers verhalen. Ingrepen in het basispakket van de zorgverzekering en een verplicht eigen risico moeten de kosten omlaag brengen.

Ook voelt Klink wel wat om ongezond levende mensen zelf meer voor hun eigen zorg te laten betalen. Rokers kunnen op hogere nota's rekenen. He reclameverbod voor de elektronische sigaret blijft echter gehandhaafd.
Maar ja, hoe kan je verder nog de kosten bestrijden?

Wel, daar heeft minister Klink een adviesraad voor. De RVZ (Raad voor de volksgezondheid) excelleert in uitermate gezonde adviesjes. Dat wil zeggen: gezond voor de staatsboekhouding en zorgverzekeringen. Twee jaar geleden kwam de RVZ bijvoorbeeld met het briljante plan om meer met een boekhoudkundige kosten-baten analyse te werken, voordat tot behandeling van een kwaal wordt over gegaan.

Een efficiënte kostenbeheersing noemt de RVZ dat. Lichtere gezondheidsproblemen zouden het met lagere of helemaal geen vergoedingen moeten doen. Last van zwemmerseczeem? Vervelend, maar je koopt maar een zalfje bij de drogist, geheel op eigen rekening. En als de kosten te hoog zijn in relatie tot de opbrengst van de behandeling dan zou er geen vergoeding uitgekeerd moeten worden.

De RVZ had zelfs een norm bedacht: een behandeling mag maximaal 80.000 euro per gewonnen levensjaar kosten. Gaat het meer kosten dan zou dat niet meer vergoed moeten worden. De RVZ vond dat een controversieel maar rechtvaardig idee.

Dit jaar liet de RVZ ook duchtig van zich horen. De AWBZ moet worden afgeschaft. De RVZ vindt het eigenlijk maar een zootje en denkt een betere zorg en een aardige kostenbesparing te bereiken door naar een andere financieringsstelsel uit te kijken.

En net zoals minister Klink, denkt ook de RVZ dat de burger voor een aanzienlijk deel van de kosten op moet draaien. Zeker als de burger niet meewerkt. Ongezonde vette veelvraten krijgen te maken met duurdere boodschappen, dankzij een vettax op snacks. Lastige patiënten, bijvoorbeeld mensen die de voorgeschreven medicijnkuur niet helemaal serieus nemen, moeten uit de behandeling worden geflikkerd.

De RVZ hamert er al jaren op dat we objectief naar de zorgkosten moeten kijken. Het moet niet zo zijn dat iedereen bij het minste geringste pijntje zijn hand op kan houden bij de verzekering om door de huisarts te worden vertroeteld. Dat is zo'n beetje het leidend principe van deze adviesraad.

En die club is nu dus door Klink gevraagd nog eens goed naar de kostenbeheersing te kijken. Alsof de adviezen van de laatste jaren niet goed genoeg waren. De RVZ zegt niet: luister Klink, we hebben de laatste jaar een paar prima voorstellen gedaan, ga daar eerst maar mee aan de slag.

Misschien heeft de raad wel in de smiezen dat die voorstellen meer controversieel dan rechtvaardig zijn. Voorlopig wordt ons leven niet gewaardeerd op 80.000 euro per jaar en is het parlement tegen het afschaffen van de AWBZ.

Maar vol enthousiasme heeft de RVZ een commissie benoemd die deze klus gaat klaren. Geheel conform de kabinetsambities betreffende de positie van de vrouw bestaat de commissie uit 15 mannen en 3 vrouwen, alvast een ongezonde verhouding voor de streefcijfers betreffende arbeidsparticipatie van de vrouw. Maar dat terzijde.

In oktober wil de commissie de scriptie af hebben en met een geinige presentatie komen. Ik doe wat schoten voor de boeg, geheel in lijn met de objectieve kosten-baten opvattingen van de RVZ.

– Kiezen trekken kunnen we zelf wel. Touwtje om de rotte kies, bevestig andere eind aan deurklink en laat iemand de deur met een klap dichtgooien. Het is even pijnlijk maar het scheelt heel wat aan tandartskosten.

– Been gebroken? Ga naar de Gamma, koop wat hout en gips en leg zelf een spalk aan. Metsel het zaakje naar eigen inzicht op creatieve wijze vast.

– Autorijden is ongezond. Fijnstof en CO2-uitstoot zijn gevaarlijk. Wie voor een wandelend en fietsend leven kiest, zal dus zelf de kosten voor hoestjes, benauwdheid en longtransplantaties moeten betalen.

Scheiden is het duurst voor de zorg. Alleen mensen die tot de dood hun scheidt krijgen zorgkosten vergoed. Wie voor die tijd de banden verbreekt draait de rest van zijn/haar leven op voor de kosten.

– De vergrijzing: met de ouderdom komen de gebreken. Om dat zulks vanzelf spreekt, mag men ouderdomskwaaltjes ook zelf betalen.

– De gemiddelde leeftijdsverwachting ligt zo rond de 72 jaar. Vanaf het 65e levensjaar worden er geen peperdure behandelingen meer vergoed, want al zou iemand dan nog 7 jaar leven, die kosten kunnen ze nooit meer terugbetalen. Dat is niet efficiënt, dus kappen met die handel.

Iemand nog betere ideeën voor de RVZ-commissie?