Categoriearchief: Maakbaarheid

Geslaagde status te koop

Geslaagde status te koop

Dat politici eigenlijk een onberispelijke c.v. dienen te hebben, is vandaag opnieuw gebleken. Goed voorbeeld doet goed volgen. Dat gaat ook op voor politici die het met de waarheid niet zo nauw nemen. Fraai voorbeeld: als politici met diploma's schermen die ze helemaal niet hebben, dan denkt menig burger zich op de arbeidsmarkt ook wel beter te kunnen verkopen met een opgewaardeerde c.v.

Het Algemeen Dagblad zegt een lijst te hebben waar namen van nederlandse managers op staan die valse diploma's hebben gekocht.
De geschiedenis leert dat er niks nieuws onder de zon. En dan hebben we het niet over
een vogel die medicinale drankjes verkocht, terwijl hij helemaal geen dokter was. Nee, enkele politici waren de pioniers op het gebied van titelfraude.

Charles Schwietert, namens de VVD staatssecretaris voor Defensie in 1982, kon aftreden toen bleek dat hij niet de doctorandus was, die hij zelf zei te zijn. Ook over zijn militaire rang had hij gelogen. Niks luitenant, slechts een korporaaltje.

In 1994 kon PvdA kamerlid Evan Rozenblad opkrassen, toen aan het licht kwam dat hij geen afgestudeerd rechtenstudent was. Ook hij meldde een een hogere functie in een vorige betrekking: directeur ener universiteit. In werkelijkheid was hij slechts hoofd van de universiteitsbibliotheek.

In 2002 bekende Mat Herben (LPF) geen HBO-diploma voor journalistiek te hebben. Een cursus van twee weken over internationale veiligheid had hij wel gevolgd. Dat de cursusaanbieder, het Clingendael instituut, dat een “postacademische studie internationale veiligheid” noemde, daar kon hij zelf niks aan doen, zo zei hij destijds.

Daarna nam het gesjoemel met academische titels blijkbaar zo'n hoge vlucht, dat Mark Rutte, staatssecretaris voor onderwijs in 2005, een website liet opzetten waar men diploma's op hun echtheid kon laten controleren. Bovendien kondigde hij een onderzoek aan naar de omvang van diplomafraude.

Niet dat dat veel hielp. In 2006 werd bekend dat zijn partijgenote Fadime Örgü zich van de titel doctorandus bediende terwijl ze niet meer dan een lerarenopleiding aan de Hogeschool in Rotterdam had gedaan. Fadime zei dat die titel niet door haar eigen toedoen op de websites van de VVD terecht was gekomen.

Maar goed, de burger had de les geleerd. Weliswaar zonder het behalen van een diploma, maar wel door een geschoolde status te kopen.
De NOS bracht later dat jaar met een undercover-reportage aan het licht, dat er een levendige handel
in nepdiploma's bestond. Via internet kon je zo een havo-diploma bemachtigen. Academische titels? Het zou wat. De gewone burger deed het ook wel voor minder.

Nou was het hebben of verstrekken van namaakdiploma's niet strafbaar, maar de toenmalige minister voor Onderwijs, Maria van der Hoeven, vond het maar niks. Ze zou zich bezinnen op maatregelen. Die zijn er gekomen en per 1 januari 2009 moeten middelbare schooldiploma's aan kenmerken voldoen, die bescherming tegen namaak moeten bieden, Ondertussen is in maart dit jaar al wel een echtpaar veroordeeld voor de verkoop van valse diploma's.

De door het AD gemelde managers dachten de dans te ontspringen door niet via de nederlandse marktplaats-punt-nl hun kwalificaties te kopen, maar ver overzee, in Amerika. Daar zijn acht handelaren in valse universiteitsdiploma's voor de rechter gesleept.
Het AD ontdekte een aantal nederlandse managers op de lijst van klanten, die de Amerikaanse justitie in de zaak gebruikte. De nederlandse verdachten ontkennen in alle toonaarden.

Ach, die paar politici die ooit een iets te briljante c.v. voorschotelden zijn natuurlijk niet verantwoordelijk voor al dat gesjoemel. Mooi voorbeeld gaven ze daarmee niet. Maar blijkbaar volstaat het voor een aantal mensen niet hun status gewoon met goed studeren en werken te verwerven.
Een wat sterkere status betekent natuurlijk wel een hoger salaris. Is ook hier hebzucht de belangrijkste drijfveer achter de maakbaarheid van schone schijn?

The sound of sales

The sound of sales

Dat je soms wordt belazerd waar je bij staat, was me al wat langer bekend. Toch ben ik elke keer weer verbaasd, als ik ontdek hoe ver zulks kan gaan.

In het NRC trof ik een lezenswaardig artikel aan over sound design. Met mijn conservatoriumverleden klikte ik nieuwsgierig verder, in de verwachting iets te zullen lezen over kunstzinnige geluidssculpturen of techno-composities.

Niets van dat alles. Het ging over het geluid van alledaagse produkten. Aan dat geluid wordt flink geknutseld om de consumenten om de tuin te leiden. Een produkt moet niet klinken zoals het volgens de natuurwetten hoort te doen. Nee, het produkt moet de consument als muziek in de oren klinken en wel die muziek die tot vertrouwen in dat produkt leidt. En daarmee tot de aankoop natuurlijk.

Voorbeeldje: een auto wordt zo ontworpen dat het geluid van een dichtslaand portier past bij de verwachting die een potentiële koper van een bepaald automerk heeft.

Dat met design de kooplust wordt gewekt, wist ik al. Kleur en vorm als verleiders. Dat men ons er regelmatig in laat stinken, is ook geen nieuws. Wat dat betreft ben ik op mijn hoede als ik in een supermarkt pas gemaaid gras ruik. Voortaan zal ik daarbij altijd aan cola denken. Een drankje dat aan mij niet is besteed.

Dat ik echter mijn oren niet meer kan vertrouwen omdat een produkt niet meer klinkt zoals het eigenlijk zou moeten, dat gaat me echt te ver. Maar ja, waar kan een consument nog wel op vertrouwen?

Als de commercie het opkomende neuromarketing goed onder de knie heeft, worden niet alleen onze zintuigen gemanipuleerd, maar heeft men ons volledige bewustzijn en onderbewuste onder controle. De maakbaarheid van de kooplust.

Nog even en eerlijke handel is straks een artefact uit een grijs verleden.

Maakbare hersens

Open hoofd

Het is bewezen! Denken helpt. De Radboud Universiteit in Nijmegen meldt trots dat men daar als eerste heeft aangetoond dat cognitieve gedragstherapie de hersenen veranderen.

Onderzoek bij mensen met CVS (chronisch vermoeidheidsyndroom) wees uit dat na negen maanden (!) therapie de grijze stof in de prefrontale cortex was vermeerderd. CVS-patiënten hebben minder van die stof dan gezonde mensen.
Na een geslaagde cognitieve therapie was de grijze stof dus toegenomen en hoe meer stof er was bijgekomen, hoe beter men zich voelde.
Da's hoopvol nieuws voor de mensen die aanhangers zijn van het motto: ik denk, dus ik ben wie ik denk.

Nu moeten we nog wel voorzichtig zijn met zulke conclusies. Cognitieve therapie is immers specifiek gericht op de kwaal waar men mee rondloopt. Zo maar een beetje brainstormen is leuk, maar daarvan weet je niet welke hersendelen veranderen en wat voor mens je dus zult worden.
Van heel wat stofjes weet men al aardig wat die in de hersens doen en tot welk gedrag het kan leiden, maar men weet nog te weinig van die materie om te kunnen stellen dat je doelgericht kan denken om een bepaald type mens te worden.

Dankzij cognitieve therapie zijn mensen wel minder moe, minder bang, minder argwanend, minder onzeker. Ze voelen zich beter en worden er dan vaak wel wat leuker op. Maar een angsthaas, wordt dan niet vanzelfsprekend een roekeloze durfal.
En er schijnen monniken te zijn die met mediteren temperaturen onder het vriespunt kunnen overleven. Maakt ze dat ook tot een ijskonijn?

Maar dat anders denken ook tot verandering van stofjes in de hersenen leidt, is wel een opzienbarende ontdekking. Het opent de deur naar verdergaande hersenexperimenten. Welke therapie moet je volgen om en talentvolle tenor te worden? En na hoeveel gesprekken met je therapeut ben je een charismatisch politicus?

Wie weet komt er nu snel een boek uit waarin staat welke gedachten tot verandering van welke stoffen leiden. Geen NLP, geen meditatie, geen tien-tips-tot-talent, maar hersenchemie voor dummy's.

Glijbanen

Glijbaan

Je ziet nou nooit eens vacatures voor een glijbaan. Terwijl er regelmatig toch van dat soort baantjes zijn. De pillendraaier Organon heeft op dit moment 150 werkplekken in een glijbaan verandert. Daarmee dwarsboomt het bedrijf de soepele gang naar een economie met nul werklozen. Een ambitie die opgenomen is in de plannen van de commissie Bakker.

Slechts 150 van de 5000 werknemers bij Organon mogen via het sociaal plan op zoek naar ander werk. Omdat na overname door de amerikaanse-duitse farmaceut Schering-Plough er ineens 150 functies dubbel bleken te zijn. De keuze was dus: of je laat 300 mensen half werk doen, of je laat er 150 uit hun neus peuteren, of je doet ze weg.
Nadat in februari al 200 mensen bedankt werden voor hun inzet, is nu de keuze gevallen op 150 nederlandse werknemers en de kans is groot dat er later meer mogen gaan.

Het bizarre is: er zijn geen eigenlijk geen redenen tot ontslag.
Het gaat prima met Organon. Een jaar of 5 geleden had het bedrijf even een dipje, maar inmiddels stijgt de omzet elk jaar weer. Nu gaat het zo zelfs goed zelfs dat Organon voor 11 miljard euro is opgekocht door Schering-Plough. Die uitgave zal Schering-Plough weer moeten terugverdienen en dat wordt nu deels opgehoest door de vertrekkende werknemers.

Organon was tot vorig jaar een onderdeel van Akzo Nobel. Met dat concern ging het wat minder lekker en dus vond topbestuurder Hans Wijers het een prima plan om het goed draaiende Organon aan de hoogste bieder te verkopen. Dat leverde een eenmalige winstverhoging voor Akzo Nobel op, die overigens nu moet zien hoe ze het omzetdeel van Organon weer goed moeten maken.

Dit topkunstje management heeft er in ieder geval voor gezorgd dat Wijers totaalinkomen vorig jaar is verdubbeld. Hij mag op ruim 4 miljoen euro rekenen (basissalaris ruim 700.000 euro, bonussen, aandelen en pensioen vullen het tot die 4 miljoen aan).

Niet alleen financieel gaat het goed met Organon, ook op het ontwikkelen van nieuwe produkten loopt gesmeerd. De farmaceut meent dat continue innovatie van levensbelang is. Je zou dus zeggen dat ze alle mensen nodig hebben om op de huidige weg door te gaan. Niet alleen de pillendraaiers zelf, ook de mensen die het op de markt moeten brengen en voor de administratieve afhandeling moeten zorgen .

Wordt het niet eens tijd het ontslagrecht van een heel andere kant te bekijken?

Om te beginnen zou het ontslagrecht een middel kunnen worden om naar volledige werkeloosheid te streven (zie artikel van 17 juni). Dus als een goed draaiend bedrijf het nodig vindt van een paar honderd mensen afscheid te nemen, dan krijgen die mensen genoeg geld om de rest van hun leven op hun lauweren te rusten.
Die mensen hebben meegeholpen aan de successen van het bedrijf, hun ontslag draagt daar nog een steentje aan bij, dus de dank mag dan ook meer dan ruimhartig zijn.

Maar omdat de meeste mensen voorlopig nog star zullen vasthouden aan het ideaal van volledige werkgelegenheid, is het misschien beter ontslagen aan nog strengere voorwaarden te binden. Niet soepeler maar strenger.

Bijvoorbeeld:
Bedrijven die met juichende plannen en groeiende jaarcijfers komen, mogen niemand ontslaan. Het gaat goed, hoeveel beter mag het gaan?
Bedrijven die met een lagere groei kampen, mogen pas tot ontslagen overgaan als die groei beneden een vooraf afgesproken cijfer komt. Dat cijfer moet geen percentage zijn, maar in concrete euro's worden vermeld.
Eigenlijk zou het alleen tot ontslagen moeten komen als de groei bijna nul dreigt te worden. Dus net voor het omslagpunt naar verlies.
Overnames worden alleen toegestaan als volledige werkgelegenheid wordt gegarandeerd. Hoe leuk ook de overnameprijs is, het feestje gaat alleen door als alle werknemers hun baan behouden.

Je zou dit soort strengere regels nog van een versoepelingsclausule kunnen voorzien:
Er mag wel ontslagen worden als de vertrekkende werknemers dezelfde vertrekbonus krijgen als hun leidinggevenden.
En bij overnames mag wel ontslagen worden als de vertrekkende werknemers een contract meekrijgen waarin is vastgelegd dat als de overname tot meer groei en winst leidt, zij daar een behoorlijk deel van krijgen uitgekeerd. Een regel die tot aan hun pensioengerechtigde leeftijd blijft gelden.
Elk bedrijf mag een x-aantal glijbanen hebben. In het bedrijfsplan moet wel precies worden vermeld welke functies dat zijn en bij het werven van personeel moet ook worden aangegeven dat het om een glijbaan gaat.
De salariëring komt overeen met dat van de gemiddelde beloning voor interim-managers.

Te gek voor woorden? Zeker, maar als we echt een volledige gegarandeerde werkgelegenheid willen, dan moeten alle partijen er ook aan meewerken.
Bedrijven die groeien hebben die middelen. Of de ontslagen werknemers die hebben is allerminst zeker.

Schadeclaims tegen maakbaarheid?

RisicoBen je gemeentesecretaris van een behoorlijk grote gemeente, dan voel je je al gauw een hele Piet. Als jouw gemeente gehinderd wordt bij grootse plannen, die je stad in de vaart der wereldeconomie kunnen opstoten, dan kijk je niet lijdzaam toe, maar doe je je mond natuurlijk open.

Arjan van Gils, gemeentesecretaris van Rotterdam is zo'n lefambtenaar. Zijn motto: de overheid moet niet lullen maar poetsen, niet alles dichttimmeren met regeltjes, de mythe van de maakbaarheid niet langer in stand houden. Aldus deze ambtenaar in het blad Overheidmanagement.
Om de overheid wat scherper te krijgen zou de risicoaansprakelijkheid moeten worden ingevoerd. Van Gils droomt reeds van een fikse claim tegen het Rijk, omdat allerlei vervelende regeltjes de ontwikkeling van de Maavlakte tegenhouden.

Risicoaansprakelijkheid wil zeggen dat een persoon of organisatie aansprakelijk kan worden gesteld voor schade aan derden, zonder dat er sprake is van eigen schuld.
Zo zijn ouders aansprakelijk voor de schade die hun kinderen veroorzaken, hondeneigenaren voor de beten die hun troeteltje aan de postbode toebrengen, bedrijven voor schade door fouten in hun producten en werkgevers voor de wanprestaties van hun werknemers.

Nu is een ambtenaar een dienaar der wet en geen politicus. Hij hoort het beleid uit te voeren dat de politiek verantwoordelijken maken.
De Rotterdamse hoofdklerk creëert een opmerkelijke situatie, die een complexe juridische toestand kan opleveren. Hij spreekt zich uit over het beleid en stelt dat belanghebbenden (in dit geval projectontwikkelaars) die last hebben van overheidsbeleid, schadeclaims zouden kunnen opvoeren, op grond van risicoaansprakelijkheid.
Dat kan een kostbare kwestie worden voor de werkgever van deze ambtenaar. Volgens de visie van die ambtenaar kan de belastingbetaler dan weer een schadeclaim indienen als de belastingen verhoogd moeten worden om die claims te bekostigen.

Daar is Arjan van Gils niet bang voor. Ook de overheid moet niet bang zijn. Tegen ontevreden burgers moet een sterk leidende overheid kunnen zeggen: 'Wat u wilt, kan niet'.
De politieke richting die de gemeentesecretaris in wil, is duidelijk. Als met uitbreiding van de Maasvlakte de milieudoelstellingen niet worden gehaald, is het niet de bedoeling dat de astmatische burger naar de rechter stapt. Wel mogen de gemeente Rotterdam, projectontwikkelaars en bedrijven naar de rechter als de Maasvlakte niet het gedroomde paradijs wordt als daarmee wel die milieudoelstellingen gerealiseerd worden.

Natuurlijk mag de overheid worden afgerekend op haar beleid en prestaties. Dat zou, normaal gesproken, via de stembus moeten gaan. Maar wanneer is er sprake van schade die via de rechter moet worden verhaald?
De schadeclaim die in 2005 werd overwogen omdat burgers door de invoering van de euro
duurder uit zijn is er bij mijn weten nooit van gekomen. Een claim die de verenigde autoleasebedrijven overwegen, omdat ze verlies vrezen wegens een wijziging in de wegenbelasting, zal ook wel geen kans maken.
En zal de schadeclaim die de nabestaanden van de
slachtoffers in Sebrenica eisen van de nederlandse overheid worden toegewezen?

De geldende juridische regelingen bieden genoeg mogelijkheden om schade te claimen, ook bij de overheden. Als directe schuld kan worden aangetoond, zal een rechter een claim ook toewijzen.
Toch wordt soms een zaak niet naar ieders tevredenheid afgehandeld. De ministers die verantwoordelijk werden gehouden voor fouten in de brandbeveiliging van het
cellencomplex op Schiphol, dat in 2005 afbrandde, verschenen niet voor de rechter. Ze kozen eieren voor hun geld en stapten op. De overheid heeft geen schadeclaims betaald.

Heeft de gemeentesecretaris van de tweede grootste gemeente daarom gelijk? Moet het mogelijk zijn dat de overheid ook op risicoaansprakelijkheid kan worden aangesproken als zij in al haar maakbaarheid faalt?
En mag een ambtenaar daarover zeggen wat-ie maar wil en moet zijn werkgever (de overheid dus) voor de rechter worden gesleept als iemand van die uitspraken schade denkt op te lopen?

Naar een toekomst zonder werk

Robot

Ik wou dat ik een vulkaan was. Lekker op mijn rug liggen roken en iedereen zegt: Kijk, hij werkt!

Maar ledigheid is des duivels oorkussen. Dat moeten we niet willen. De toekomst is geen luilekkerland, waar de gebraden kippetjes zo je mond invliegen. Nee, de commissie Bakker wil naar een toekomst die werkt. En in die toekomst is iedereen aan het werk. Geen werkloosheid meer en langer werken. Langer in jaren en langer per dag.

De politiek vroeg de commissie Bakker zich over het ontslagrecht te buigen en het resultaat is verbluffend: niks ontslagrecht. Er wordt niemand ontslagen want alle handen zijn nodig om onze welvaart op peil te houden. Dus werkgevers die iemand ontslaan draaien voor de kosten op om de ontslagene aan een andere baan te helpen. Werknemers die het als hoogste ideaal zien om in part time baantjes tot pakweg hun vijftigste te werken zullen raar opkijken, want zulk werk is er straks niet meer. Arbeid is werk, dus een arbeidersparadijs is een wereld waarin veel, lang en hard wordt gewerkt.

Het streven naar een lang en gelukkig leven, in zo groot mogelijke ledigheid, dreigt nu als een boemerang tegen ons te keren. We leven eindelijk wat langer, in een relatief grotere gezondheid, maar nu wordt het toch te grijs. De commissie Bakker komt daarom met een visionair, alles omvattend rapport met een veelzijdig aanbod aan oplossingen om een noodlottige toekomst het hoofd te bieden.

Een volledige werkgelegenheid is één van de speerpunten uit dat rapport. Los van de argumenten die hier en daar zijn aangevoerd om aan te tonen dat er geen werk voor iedereen is, kan ook op een andere manier naar de wil tot werk gekeken worden.

In de geschiedenis van de arbeid stond tot nu toe centraal dat meer werk, in de kortst mogelijke tijd door minder mensen gedaan zou moeten worden. Dankzij de lopende band en geautomatiseerde productieprocessen is dat aardig gelukt. Voordelen: de efficiëntie van het werk wordt vergroot en veel vervelend of smerig, ongezond werk is door machines overgenomen.

In alle plannetjes voor een volledige werkgelegenheid, valt weinig tot niets te lezen over de mogelijkheden die hedendaagse en toekomstige technologie kan bieden om de dreigende problemen op te lossen. Arbeid adelt is nog steeds de onderliggende filosofie. De commissie Bakker ziet ook slechts heil in werk door mensen. Nergens een visie over de mogelijkheden van technologie en automatisering. Wel plannen om de zorg betaalbaar te krijgen (later met pensioen, zelf meebetalen aan je eigen AOW) en meer mensen aan het werk in de zorg (langer werken, geen deeltijdbaantjes), maar geen enkel idee of dat werk ook op een andere manier kan worden gedaan.

In landen als Japan en Korea ziet men wel mogelijkheden in technologische hulp. In Zuid-Korea is vorig jaar een experiment gestart met huishoudrobots. Duizend huishoudens en veertig kinderopvangcentra kregen geautomatiseerde hulpjes in huis. En in Japan worden robots ingezet om de eenzaamheid onder ouderen te verlichten. Robots worden gezien als een substantiële bijdrage om problemen rond de vergrijzing aan te pakken.

Waarom ontbreekt die invalshoek in plannen van commissies als die van meneer Bakker of “sociale plannen” zoals mevrouw Hamer (PvdA) die lanceerde? Waarom staat het streven naar een werkloos luilekkerland niet centraal?

Het zal toch niet de calvinistische zienswijze zijn dat het paradijs niet op aarde te vinden is, maar na een arbeidzaam leven in de hemel op ons wacht?

(Het “ik wou dat ik een vulkaan was…” is gejat uit een voorstelling van het ooit roemruchte cabaretduo Neerlands Hoop).

Eenmaal werkt een ieder

Eenmaal werkt iederEn wij klagen niet / eenmaal werkt ieder!

Soms vraag je je af of sommige politici wel van deze tijd zijn.
Balkenende meent dat
het volk mort en mevrouw Hamer komt met een plan voor werk en werkgelegenheid.
Alsof het de 30'er jaren is, waar het werkloos volk zucht en steunt en een sociaal plan ons uit de misère moet halen.

Als je in de 30'er jaren al een stuiver over had, ging je naar de film en kwam je weer opgevrolijkt de bioscoop uit als je bijvoorbeeld “Der Blonde Traum” (1932) had gezien. Een film waarin twee armoedige glazenwassers er van dromen een welgestelde blondine aan de haak te slaan. Opbeurende boodschap: waar een wil is, is een weg.

That's the spirit! En zo wil Balkenende het ook. En mevrouw Hamer meent even vrolijk iedereen aan het werk te kunnen krijgen. Arbeid adelt immers?
Hamer wil met één regeling alle bestaande regelingen vervangen, om mensen aan het werk te “helpen”. Er zou nu een wirwar aan re-integratie projecten zijn, te veel verschil tussen de ene en de andere werkloze gemaakt worden en de werkgevers hebben het er maar moeilijk mee. Het moet allemaal makkelijker kunnen en daardoor ook beter betaalbaar.
Slaat zij hier de spijker op de kop? Absoluut niet. Mevrouw Hamer slaat de plank volledig mis.

1. De werkloosheid is nog nooit zo laag geweest. Er is dus zeker geen sprake van een gigantische crisis. Of de boel dus een dure reorganisatie moet ondergaan, is nog maar de vraag.

2. In 2003 zaten er ruim 170.000 mensen in één van de vier re-integratie regelingen.
In 2007 meldde het CBS dat ruim 80 procent van de instromers in die regelingen er binnen een half jaar ook weer uit waren.
In combinatie met een strenger regime bij de sociale diensten, blijken die re-integratie projecten dus redelijk succesvol.

De overheid en werkgevers zijn wel slordig omgegaan met sommige regelingen, zoals de ID-banen.
Uitermate wrang voorbeeld: op mijn werk zijn 3 ID-collega's die vier jaar lang gesubsidieerd aan het lijntje zijn gehouden. Geen vaste aanstelling na een jaar en in 2009 vliegen ze er definitief uit.
De overheid heeft verzuimd de werkgever te corrigeren als die de bedoeling van die regeling niet toepaste. De werkgever vond het wel best zo, maar vertikt het de mensen aan te nemen nu de subsidies worden stopgezet.

3. Er is geen werk voor iedereen.
Het bedrijfsleven klaagt dat de vele vacatures zo moeilijk zijn op te vullen. Nu zou je zeggen dat de huidige 326.000 werklozen morgen dus aan de slag kunnen zijn. Maar zo werkt dat niet.
De meesten zijn binnenkort aan het werk om uw rommel op te ruimen. Ze vegen de straat, ze knappen uw afgedankte meubels op bij spullenhulp of wassen de koffiekopjes af die u heeft achter gelaten op de nieuwjaarsreceptie van uw gemeente.
Allemaal werk dat ook gedaan moet worden. Er zijn echter weinig mensen die dit een glanzende carrière vinden. Dus is dit werk bestemd voor mensen die, om een complex aan redenen, niet worden aangenomen op de wijd en zijd openstaande vacatures.

4. Er is, nogmaals, geen werk voor iedereen.
Ook al is er sprake van groei, zodra die wat lager uitvalt slaan bedrijven aan het fuseren en reorganiseren en dumpen een deel van hun werknemers weer op de arbeidsmarkt.
Dat verschijnsel wordt niet aangepakt. Sterker nog: de dringende behoefte van het bedrijfsleven aan een soepeler ontslagrecht om het verschijnsel zo goedkoop mogelijk toe te kunnen passen, wordt serieus besproken.

5. Er is, tot slot, echt geen werk voor iedereen.
Een lage werkloosheid lijkt leuk. Binnen de hier geldende economische opvattingen kan een kleine arbeidsreserve echter ook tot malaise leiden. Het drijft de lonen op, de producten worden dan duurder en voor je het weet verandert een bloeiende economie in een bloedstollende crisis.

Mevrouw Hamer's PvdA is aan een pr-offensief toe. Met het voorgestelde “sociale plan” wil men het goed scorende verschil maken met het CDA en andere partijen.
Nieuw? Nee. Anders? Niet echt. Revolutionair, visionair? Absoluut niet.
Met herziene Melkertbanen, een aanscherping van het huidige kabinetsbeleid (wie niet werkt, wordt gestraft) en een handreiking naar de werkgevers (lichtere lasten) is hier eerder sprake van “goedkoop scoren”. Over de ruggen van de laatste “verworpenen der aarde”.
Da's dan geheel conform de heersende economische ethiek. Geen veranderingen van economische opvattingen, geen grondige herziening van de arbeidsmarkt en dus een onhaalbaar ideaal: nul werklozen.
Ja, zo kan ik ook aan de weg timmeren, mevrouw Hamer!

Adviseurs zonder status

AdviseurDe minister van economische zaken realiseert zich terdege dat goede raad peperduur kan zijn. Ze voelt er dan ook niks voor om de gezamenlijke adviseurs, verenigd in de Raad voor Organisatieadviesbureaus (ROA), een wettelijke status te verlenen.
De ROA wil dat haar leden dezelfde beschermende status krijgen als advocaten of registeraccountants. De minister is bang dat zulks tot hogere administratieve lasten zal leiden.

De minister is natuurlijk bang dat haar uitgaven en die van haar collega's verder zullen stijgen. Er wordt namelijk door het Rijk al aardig wat uitgegeven aan externe adviseurs, ondanks dat men zelf al wettelijk erkende en goed betaalde adviesorganen heeft. Lees “De democratie in commissie bijeen” van 16 april jl. hier er nog maar eens op na.

Het totaal aan adviseurs dat hier aan het werk is, vormt een uitstekend bewijs dat het geloof in de maakbaarheid van de samenleving nog steeds hoog in het vaandel staat.
Vorig jaar bleek uit een onderzoek van de AdviseurMakelaar, dat overheid en bedrijfsleven 10 miljard euro uitgeven aan adviesdiensten. Ruim een kwart daarvan levert echter niet de gewenste resultaten op ( zie hier “
Goede raad is weggegooid geld“, 16 augustus vorig jaar).
Kortom: de minister staat terecht op de rem.

Nu wil de ROA die status om extra te benadrukken dat de adviseurs zich aan een zelf ontworpen gedragscode houden en daarmee garanderen goed en integer werk te leveren. Dat is mooi, maar waarom zou dat tot hogere prijzen moeten leiden?
Okee, als een geleverde dienst van grote kwaliteit is, mag dat iets meer kosten dan beunhazerige knoeiwerkjes. Ook zonder een wettelijk kwaliteitskeurmerk zullen de meeste klanten bereid zijn meer te betalen voor beter werk. Goedkoop is duurkoop, luidt het immers in de volksmond.
Als “de markt” goed werkt, komen alleen de besten boven drijven en weet de klant die ook wel te vinden. Een wettelijke status voegt daar niet zoveel aan toe. Het is hooguit een pr-middeltje om klanten te lokken.

De adviseurs wel van zo'n status voorzien kan ook een voordeel hebben. De wetgever zal moeten controleren of aan de erkenning wordt voldaan. Een kwaliteit kan zijn dat de prijs binnen de perken blijft.
De minister zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat het resultaat van een advies een rendement van x-keer de prijs van het advies moet opleveren. De eerste de beste adviseur die dat niet weet te realiseren, is de wettelijke status onmiddelijk kwijt.

Met dit advies zal de minister ook niet blij zijn. Zo'n controle leidt zeker tot hogere administratieve lasten. Een paar ambtenaren moeten zo'n regeling uitdokteren en een legertje aan inspecteurs moet de adviseurs in de gaten houden.
Maar als daarmee 2,5 miljard euro wordt terug gewonnen, loont het misschien de moeite.

Zelfbeeld

La reproduction

Alles nog in orde met uw zelfbeeld? Of heeft u zich onmiddellijk ingeschreven voor een paar sessies bij de therapeut na de oorvijg die Balkenende uitdeelde?

De man vindt dat de nederlander een te negatief zelfbeeld heeft. Een nederlander heeft de neiging dingen die niet goed gaan breed uit te meten, zei hij. Waarmee hij met recht de vader des vaderlands mag worden genoemd, omdat-ie met die uitspraak een uitstekend voorbeeld gaf.

Het is niet leuk voor de man dat de dingen die hij wil, niet door iedereen met open armen worden ontvangen. Maar om nou een beetje terug te kenkeren, komt nogal kinderachtig over. Wat voor beeld moet hij eigenlijk wel van zichzelf hebben? Het jongetje dat altijd wordt gepest? Of dat van een regent die maar niet serieus genomen wordt?

Zijn geschamper op “de nederlander” lijkt de zoveelste poging het beeld van de burger te modelleren naar zijn eigen opvattingen. Balkenende is niet dom. Hij weet ook wel dat zo'n zelfbeeld maakbaar is. Reclamebureaus, modeontwerpers en (sommige) opiniepeilers zijn met niets anders bezig.

Laat ik Balkenende herinneren aan wat de schrijver de Carvalho en de historicus Kennedy in 2003 zeiden over het zelfbeeld van de nederlander en de verhouding tot regenten:

“Rentes de Carvalho heeft het gevoel dat hij beet heeft, en gaat door over het zelfbeeld van de Nederlander, waar geen jota van klopt. ‘Nederlanders houden wél van een leider, ondanks het feit dat ze democratisch en individualistisch heten te zijn. Naar mijn ervaring zijn Nederlanders helemaal geen individualisten. Kijk naar de vrijetijdsbesteding. Wat doen Nederlanders dan? Ze gaan fietsen. Met dezelfde pet en shorts, anders hoor je niet bij de groep. Ik ben er altijd een beetje bang voor als een grote groep Nederlanders een leider krijgt.’
James Kennedy bewaart zijn rust: ‘Nederlanders hebben een dubbelzinnige verhouding tot leiders, tot regenten. Ze eisen hun zegje op, maar gaan wel mee, passen zich aan. Het is niet slecht om door regenten geregeerd te worden, als ze maar een beetje fatsoenlijk zijn, en niet te veel willen”. (uit
Vrij Nederland, november 2003)

Dat laatste lijkt Balkenende nu weer te doen. Hij wil teveel: dat we kritiekloos zijn beleid aanvaarden.

Ik zou zeggen: minister president, maak je niet dik. Dat doet “de nederlander” ook niet. Uit een onderzoek in 2007 bleek dat nederlanders zichzelf steeds minder dik vinden. Daarmee hebben zij een vrij positief en realistisch zelfbeeld.

Begrijpt u dat, minister-president? “Een vrij positief en realistisch zelfbeeld”. Knoopt u dat nou eens in uw oren en ga eens aan het werk. Of doe de zelfbeeld-test eens. Kunt u zien of u nou een beetje spoort met het gemiddelde.

Tot slot: ik hoop dat ik met dit wat knorrige stukje, geheel aan uw beelvorming tegemoet ben gekomen.

Bang voor gevaarlijke bestuurders?

Angst

Bij welke bestuurder voelt u zich veilig? De een voelt zich veilig bij een automobilist die zich keurig aan alle verkeersregels houdt, niet wetende dat die bestuurder al menig ongelukje op zijn naam heeft staan. Een ander voelt zich slecht op zijn gemak bij een wat robuuster rijdende chauffeur, die echter nog nooit enig krasje heeft veroorzaakt.

Veiligheid is, zeggen sommigen, vooral een gevoel. Op plaatsen waar nauwelijks misdaad voorkomt, voelen mensen zich soms veel onveiliger dan op plekken waar de misdaad welig tiert.

In het regeerakkoord balkte het kabinet: “Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een gelukkig bestaan en een kerntaak van de staat”. Is de staat, de overheid, een bestuurder waar u zich veilig bij voelt?
Die vraag ontbreekt op een tweedaags congres dat vandaag van start ging en als thema heeft: “De samenleving in de gevarenzone, waar de overheid sturing aan moet geven”.

Het congres gaat er vanuit dat moderne technologieën de samenleving tot een risicogebied hebben gemaakt.
Dat klopt natuurlijk. Dat is altijd al zo geweest. De uitvinding van de vuistbijl heeft tot moord en doodslag geleid. De ontdekking van het vuur heeft menig brandje veroorzaakt. De auto leidde tot verkeersongelukken, de trein tot treinrampen, het vliegtuig tot spectaculaire maar fatale crashes.

Of hedendaagse technologieën veilig zijn, valt logischerwijs dus te betwijfelen. Is de straling van gsm-masten wel gezond? En hoe veilig zijn gen- en nanotechnologieën eigenlijk?

Opvallend is dat de modernste technologieën niet in het rijtje gevaren voorkomt waar we de laatste 63 jaar last van hebben gehad. Zelfs “terreur” scoort niet hoog, ook al wordt dat door de overheid nogal eens genoemd als sterk argument om privacy-bedreigende maatregelen door te voeren.

De top 8 sinds 1945 ziet er zo uit ( de cijfers geven het aantal betrokkenen aan; van doden tot gewonden en geëvacueerden, voor zover in de bronnen vermeld):

1. Watersnood: minstens 263.836

2. Privé-ongevallen: 172.500

3. Verkeer: 29.269

4. Milieuvervuiling: 21.000

5. Rampen (explosies, gifwolken, vliegtuig- en scheepsongelukken, branden, etc.): 4971

6. Medische missers: 1735

7. Werkstress: 660

8. Terreur: 26

Sommige bronnen vermelden slechts vermoedens. Andere bronnen zijn erg concreet, maar hier en daar wat onvolledig. Het is dus nog de vraag of dit een juist beeld geeft van de werkelijke gevaren. Het doet er eigenlijk niet toe, want veiligheid is vooral een gevoel.

Dat de modernste technologieën niet in de lijst staan, wil niet zeggen dat ze ongevaarlijk zijn. Toen de eerste auto's op de weg verschenen waren er veel minder slachtoffers van dat vehikel, dan nu. Wellicht hebben de actuele technische uitvindingen nog wat tijd nodig, voor ze slachtoffers maken.

Wat doet de overheid er aan om ons veiliger te voelen?
Het regeerakkoord is duidelijk: “Garanties voor absolute veiligheid zijn niet mogelijk”.
Het is ook een ingewikkelde materie. Neem nou het verkeer. De overheid stelt verkeersregels, maar als mensen die aan hun laars lappen, krijg je toch ongelukken.
En de overheid had bedacht dat er meer rotondes moesten komen. Daarmee werd de verkeersonveiligheid verkleind, maar de aanrijdtijden van brandweer en ambulances vergroot.

De overheid gaat er blijkbaar steeds meer vanuit dat ongelukken en rampen niet zijn te voorkomen. Wel kan je het aantal slachtoffers beperken. Daarom worden bedrijven verplicht BHV'ers op te leiden. Mocht er brand uitbreken op je werk, dan kan je collega-BHV'er je veilig uit de gevarenzone loodsen.

Verder zou elke nederlander de rampeninstructies moeten kennen, want rampen zijn niet te plannen, de voorbereidingen wel, zo houdt de overheid ons voor. Op de website “Denk vooruit” kun je opzoeken welke gevaren er in jouw postcodegebied zijn. De rampeninstructies kun je uitprinten. Leg een noodvoorraad voedsel en drinken aan, zorg dat je een radio op batterijen hebt en verder aanwijzingen wat je bij diverse calamiteiten moet doen.

Ik zou die aanwijzing maar goed in je hoofd prenten, want als je op verdere hulp van de overheid rekent, kun je bedrogen uitkomen. De overheid wil zelf wel de regie bij rampen, maar dat zou wel eens tot krankzinnige toestanden kunnen leiden.

Hoe zit het met jouw veiligheidsgevoel? Vul één van deze antwoorden aan en laat hier weten hoe groot jouw veiligheidsgevoel in deze gevarensamenleving is.

1. Bij deze overheid voel ik me volledig veilig, want….

2. Bij deze overheid voel ik me absoluut niet veilig, want….

3. Ik voel me alleen veilig bij een overheid die………

4. Ach joh, sodemieter op met je veiligheid. Ik wil lekker gevaarlijk leven, want…….

Opm: lees ook mijn gastlog op GeenCommentaar. Hetzelfde onderwerp, maar met een heel andere inhoud.