Binnenbrand van het jaar 2008 (met poll)

Binnenbrand van het jaar 2008 Het CBS meldt dat er in 2007 bijna 15.000 binnenbranden waren. Het hoogste aantal in tien jaar.
De binnenbrandjes op het Binnenhof zijn niet meegerekend. Het kan er soms verhit aan toe gaan, maar dat hoort er bij. De oppositie mag natuurlijk best het vuur aan de schenen van het kabinet leggen. Dat hoort bij het democratische proces.

Binnen de coalitie kan het er echter ook soms warm aan toe gaan. Negen keer was er dit jaar binnen het kabinet, of onder de coalitiepartijen de nodige rookontwikkeling.

Nu mogen critici van Balkenende-IV ook wel eens olie op het vuur gooien als er wat smeult binnen de coalitie.
Maar is het ook de moeite waard zulke binnenbrandjes op te stoken? Hadden de aanstichters ontslagen moeten worden wegens het in gevaar brengen van de democratische veiligheid? Zijn er binnenbrandjes ten onrechte gesmoord omdat JP-de-brandwacht er snel een deken overheen gooide? Of was het allemaal niet meer dan een nasmeulende sigaret in een asbak?

Poll (zie onderaan): Wat was volgens u de binnenbrand van 2008?

1. In het begin van dit jaar raakten Plasterk en Rouvoet verhit over de film Deep Throat.
2. Even later was er rookontwikkeling
binnen het kabinet over het Fitna-filmpje.
3. In maart leverden CDA-bewindslieden Eurlings en De Jager een bijdrage aan
de opwarming van het klimaat.
4. Bos en Eurlings
raakten aangebrand over de BPM (belasting op aanschaf auto's).
5. CDA en PvdA
brandden hun vingers aan het JSF-onderzoek.
6. De CU stookte
een vuurtje onder de embryoselectie.
7. Het kabinet raakte
in rookwolken gehuld door de BTW-kwestie.
8. Nu
smeult er weer wat tussen PvdA en CU over abortus.
9. En de CU (alweer) houdt
een lucifer bij plannen van Eurlings (alweer) over de aanleg van de A4.

Wilt u in de reacties uw motivering voor uw nominatie voor de binnenbrand van het jaar aangeven?
Mocht ik wat rookontwikkeling over het hoofd gezien hebben of denkt u dat er nog wat ligt te smeulen, waar we voor het einde van dit jaar meer over zullen horen, kies dan voor de optie “Mijn brandmelding, namelijk…” en vertel ons in de reacties wat u heeft aangetroffen.

Update 29 okt.; 20.14 u.): Wie een stem wil uitbrengen op de kwesties die door de reaguurders worden ingebracht, moet dat via “Jouw reactie” doen. Mijn poll-opties zijn te gering om alle kabinetsbrandjes er in op te nemen.
Excuses voor het ongemak.

Update 4 nov. 23.00 u.: Bedankt voor het stemmen. De stemmen zijn geteld en de uitslag vindt u hier…..
Stemmen die nu nog binnenkomen, worden niet meer meegeteld.

Wandelen geeft energie

Wandelen geeft energie

Als u de benenwagen neemt spaart u het milieu twee keer. U laat de auto staan, dat scheelt wat uitstoot aan vervelende dampen en u levert energie.

Mits u de juiste schoenen gebruikt. De stroomopwekkende schoen komt er aan. Met een eenvoudige wandeling wekt u ongeveer 1,2 Watt aan stroom op. Genoeg om een mp3-speler aan de gang te houden. Heeft u ook nog eens een stroomgenererende kniebeugel aan gedaan, dan komt u thuis met zo'n 5 Watt. Da's dan weer genoeg voor de laptop of uw mobieltje.

De mens als energieleverancier. Het lijkt een idee waar een draadje los aan zit, maar het kan in ieder geval wat batterijen uitsparen of apparaten met laag vermogen van stroom voorzien.

De schoen en kniebeugel zijn samen goed voor 6,2 watt. Als de 40.000 deelnemers aan de Nijmeegse vierdaagse met dat spul gaan stappen, heb je ruim 240 Kilowatt.
Een terrasverwarmer gebruikt 200 Kwatt op jaarbasis, dus die wandelaars zouden zo de rokers die nu buiten de kroeg moeten kleumen een energieneutraal handje kunnen helpen. En als ze aan de finish niet over een streep op de weg, maar door een draaideur naar de stempelcontrole moeten, is er genoeg stroom voor de biertap op het feestje na de dagmars.

Het grootste probleem bij dit soort ideeën is: hoe krijg je uit menselijke beweging zoveel mogelijk stroom en hoe sla je die stroom op, zodat het ook na een stevige wandeling te gebruiken is?
Ook de ontwikkeling van zulke spulletjes kost energie. Maar de bouw van een windmolen of kolencentrale kost ook aardig wat.

De menselijke warmte en beweging, daar valt nog heel wat uit te halen. Laten we voortaan onze stroom zelf opwekken.
Energieneutraal in optima forma. Een kleine stap voor een mens kan zeker een grote stap voor de mensheid betekenen.

Met een sms'je uit de ouderlijke macht

Met een sms'je uit de ouderlijke macht

Kinderen zijn duur. Dat is sinds mensenheugenis al zo. Vooral op zeer jonge leeftijd zijn ze niet erg rendabel. Er gaat meer geld in, dan ze opleveren. Na afschaffing van de kinderarbeid is de rendabiliteit van kinderen helemaal tot een dieptepunt gezakt.

Niet erg. Kinderen moeten in alle vrijheid kunnen opgroeien, zonder te worden gehinderd door de dagelijkse verplichting het brood op de plank te genereren. Voor de ouders een hele klus en nu de Staat op hun vingers zit te kijken of ze het kroost wel goed opvoeden, ook nog eens een linke klus. Er hoeft maar iets te gebeuren of ouders worden uit de ouderlijke macht gezet.
Het kabinet wil de wet
zo oprekken dat het simpeler wordt kinderen onder toezicht van de Staat te stellen. Onder andere door ook bij relatief lichte problemen de ouders hun gezag te ontnemen.

De wet is de grootste gedragscode die we kennen, maar voldoet niet altijd aan de eisen van een veranderende maatschappij. Dat is lastig voor de overheid. Moet je nou bij elk wissewasje de wet veranderen? Voor je het weet hebben een wetboek, voorzien van wijzigingen, aanhangsels en toevoegingen, zo groot dat het zelfs digitaal niet meer is op te slaan.
Bovendien heeft dit kabinet de vermindering van regeldruk hoog in het vaandel staan. De oplossing is gevonden in een scala aan gedragscodes. Geen wettelijke verplichtingen, maar “gedragssturende” richtlijnen. Ze worden in de samenleving gedumpt, met het vriendelijke doch nadrukkelijke verzoek dat iedereen zelf de verantwoordelijkheid neemt zich er aan te houden.

Hoe zoiets werkt, bleek vorige week. Staatssecretaris Heemskerk (Economische Zaken) vindt het niet nodig dat de ouderlijke handtekening vereist is als kinderen een abonnement op een sms-dienst nemen. Hij wacht liever af of de dit voorjaar gelanceerde gedragscode goed gaat uitpakken. Een wetswijziging vindt hij veel te ingewikkeld.

Blijkbaar is het zo dat het ouderlijk gezag zo zijn wettelijke beperkingen kent. Waar bij de meeste financiële transacties die minderjarigen willen afsluiten de handtekening van pa en ma nodig is, geldt dat dus niet voor een sms-abonnement.
Dat hiaat zou met één pennenstreek geregeld kunnen worden, maar het kabinet vindt dat dus veel ingewikkelder dan het opstellen van een gedragscode, het openen van een klachtenloket, een strengere sms reclamecode en het instellen van
een sms-filter.

Het werkt allemaal nog niet perfect, maar geef het een kans, zegt staatssecretaris Heemskerk.
De gezinnen die nu nog tegen schulden aanlopen ten gevolge van onduidelijke of misleidende ringtone en sms-reclames, kunnen altijd gered worden door het Rouvoet-buro. Als kinderen zo duur worden dat de ouders moeite krijgen de opvoeding te bekostigen, dan zet je ze uit de ouderlijke macht. Hadden ze maar 24 uur per dag hun kids in de gaten moeten houden. Dan hadden ze kunnen voorkomen dat zoontje of dochter achteloos een sms-abonnementje aanschaft.

Da's veel makkelijker dan dat sms-dienstverleners eerst de handtekening van die ouders moeten ophalen. Feitelijk zijn nu de ouders gedeeltelijk uit hun ouderlijke macht gezet, dankzij dit hiaat in de wetgeving.

Nederland – Rusland

Nederland Rusland Quote van de week:
De manier waarop de Europese landen de zaak van de mensenrechten bij de Russen aan de orde stellen luistert nauw. Belerend optreden werkt averechts“.
Uit “De relatie tussen de Europese Unie en Rusland: een zaak van wederzijds belang” -advies van
de AIV (Adviesraad Internationale Vraagstukken), opgesteld in opdracht van de Eerste Kamer.

De senioren in het parlement houden morgen (27 oktober) een openbaar symposium over de samenwerking tussen de Europese Unie en Rusland. De AIV stelt in de inleiding van het advies meteen aan de orde waarom niet iedereen zo gecharmeerd is van nauwere banden met Rusland. De Russen stellen zich uitermate 'assertief' op.
Staatssecretaris Heemskerk (Economische Zaken) spreekt van een “toenemend zelfbewustzijn”. In een interview in het Nederlands Dagblad
constateert hij dat die assertiviteit zich onder andere uit in de handelsbetrekkingen. Buitenlandse bedrijven worden niet zonder meer met open armen ontvangen in Rusland. Ze moeten wat toe te voegen hebben. Assertiviteit, zelfbewustzijn, diplomatieke formuleringen voor: Rusland gedraagt zich als een ongelikte beer.

Dat is lastig als je tot de top vijf van handelpartners met Rusland behoort. En ja, we zijn tenslotte ook nog eens een monarchie die Russisch bloed in de ad'ren heeft, dus als je Rusland op de vingers tikt, schoffeer je ons staatshoofd ook een beetje.
Redenen genoeg voor de Eerste Kamer om zich morgen op het hoofd te krabben en te piekeren hoe Nederland nu verder moet met die Russen.

Het AIV-advies doet twaalf aanbevelingen. Vijf daarvan zijn “tips & trics” om de reeds bestaande handelsbetrekkingen te versterken. Zo wordt het eens tijd Rusland definitief in de WTO (World Trade Organization) op te nemen en zou Nederland meer investeringen van het midden- en kleinbedrijf moeten stimuleren, vooral in de land- en tuinbouwsector.

Wat betreft de mensenrechten en ontwikkeling van democratie stelt het AIV voor een pragmatische benadering te hanteren. Bespreek die kwestie vooral binnen de Raad van Europa.
Het kabinet kiest ook voor die strategie. De ene handelsmissie na de andere bezoekt Rusland, maar tegelijkertijd even over de mensenrechten keuvelen is er niet bij. In het genoemde ND-interview zegt staatsecretaris Heemskerk: “Het kabinet vindt dat we Rusland niet moeten isoleren. Bovendien komen met internationale handel ook andere normen naar Rusland”.

Het AIV en het kabinet huldigen dus het maakbaarheidsprincipe dat een bloeiende handel kan leiden tot verbetering van het sociale- en politieke klimaat in het land van de Russische beer.

Laten we er nu eens van uitgaan, dat ze daar gelijk in hebben. Welke handel kan daar dan het beste toe bijdragen? Ofwel: wat hebben de Russen dat goed is voor ons en wat hebben wij dat goed is voor de Russen?
Nu is het zo dat wij vooral gas, olie en steenkolen importeren en Rusland daar industriële en agrarische produkten voor terugkrijgt. Terwijl wij voor onze energie afhankelijk zijn van (onder andere) Rusland, is Rusland deels afhankelijk van Nederland voor voedsel.

Om te beginnen zou onze afhankelijkheid van externe energiebrandstoffen verkleind kunnen worden. Niet door hier dan maar de steenkolenmijnen weer open te gooien of kerncentrales te bouwen, maar meer werk te maken van alle andere mogelijkheden. Er is nog heel wat te winnen in kleinere oplossingen.
Een deel van de agrarische producten zouden meer aan Russische eisen kunnen voldoen. Dan moet Nederland wel snel de EU-richtlijnen in praktijk brengen en minder schadelijke stofjes op gewassen spuiten.

Daarmee is mijn vraag nog lang niet beantwoord.
Misschien liggen er kansen voor de ICT-sector en de medische technologie. De eerste moeten we voorzichtig mee zijn. Rusland zou best eens wat kunnen leren van de groeiende digitale controle over de burgers hier. Dat zou geen beste bijdrage aan de vrijheid van Russische burgers zijn.
Maar met behulp van betere medische technologie zou de Russische beer wellicht een stuk gezonder kunnen worden. En een gezond volk gaat misschien ook gezonder denken.

Wat denkt u? Is er handel te bedenken waar Russische en Nederlandse burgers beter van worden?

Draaideur-energie

Draaideur-energie

Kent u dat? U zit in een restaurant rustig een kopje koffie te drinken, er komt iemand door de draaideur binnen en ineens siddert er een golf van energie door de ruimte.

Sinds vorige week is dat dagelijkse kost in de stationsrestauratie op station Driebergen/Zeist. De gerestaureerde restauratie is omgetoverd tot een energieneutrale uitspanning. Elke beweging van de draaideur levert stroom op.

Architecten zijn meesters in maakbaarheid. Geef een architect de opdracht een energiebesparend gebouwtje te maken en je kunt er op rekenen dat ze in alle gaten en hoeken oplossingen zoeken.
Architect
Thomas Rau heeft dat gepresteerd in Driebergen/Zeist. Het bekende architectenjargon rept over het in elkaar overlopen van verschillende functies, nieuwe zichtlijnen naar buiten en een gezonde belevenis voor de bezoekers. Maar wie daar even doorheen leest, ziet dat de architect optimaal energie heeft gestoken om het opgeknapte stationscafé meer dan energieneutraal te maken.

Natuurlijk is het gebouw goed geïsoleerd, is er een zonnecollector voor het warme water en kost de verlichting nauwelijks stroom. Maar er wordt ook beweging omgezet in energie. Als kind vind ik het al leuk om drie keer door een draaideur te gaan, maar nu, als volwassen treinreiziger, loont het ook nog eens de moeite om wel zeven rondjes te maken alvorens een koffie met koek te halen.

Human powered energy heet dat. De mens als stroomopwekker. Eerder kon u op dit blog al lezen over het benutten van de menselijke beweging en lichaamswarmte. Je moet wel erg creatief zijn om de mogelijkheden te vinden. Dat met die draaideur is een mooie toevoeging. Tenslotte zijn we, puur door te bestaan, een soort draaideur-milieucrimineeltjes. Nu kunnen we dus draaideur-energieleveranciers worden.

Zo zou elke woning niet alleen spaarlampen moeten hebben, maar ook zo'n draaideur. Wat zeg ik? Elke beweging van deur- en raamscharnieren kan in energie worden omgezet.
De roltrappen in warenhuizen kunnen hun eigen stroomverbruik terugleveren. De liften in kantoorgebouwen, de toetsaanslagen op de vele pc-keyboards, een druk op elke knop, het kost allemaal energie, maar het zou ook wat kunnen terugleveren.

Toegegeven: het gaat dan om minimale hoeveelheden. Maar zit er niet enige waarheid in het gezegde dat vele kleintjes een grote maken? Wellicht zou een windmolenpark in zee minder groot hoeven zijn en scheelt het een kerncentrale. Ik heb zo mijn twijfels bij wettelijke gestuurde gedragsverandering, maar misschien is de bereidheid meer geld te steken in innovatie van de “draaideur-energie” een stuk groter worden, als het verplicht wordt gesteld dat iedereen zijn eigen energie moet opwekken.

Met de complimenten van de burger

Met de complimenten van de burger

Het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) deelde gisteren, namens de burgers, de complimenten uit aan de overheidsdiensten. “De burger”, zo stelt het SCP, is best blij met de kwaliteit van allerlei publieksdiensten.

Balkenende had het, in mei dit jaar, dus goed mis dat er teveel werd geklaagd. Maar goed, daarmee doelde hij vooral op “de stuurlui aan wal”. Het SCP stelt hem nu gerust: juist de gebruikers van publieke diensten zijn positiever dan de niet-gebruikers.

Het SCP lijkt hiermee ook een oude vete tussen de Nationale Ombudsman en Balkenende te beslechten in het voordeel van de laatste. In maart hekelde de premier een rapport van de Ombudsman, die durfde beweren dat lakse dienstverlening van de overheid tot botte burgers leidde.

De vrolijke conclusies van het SCP zijn gebaseerd op een onderzoek in 2006. Laten we eens kijken hoe het nou “werkelijk” zit.

Kwaliteit van de zorg.
In 2006 was ruim driekwart van de respondenten tevreden over de medische zorg in het algemeen. Ziekenhuizen komen er ook goed af, hoewel de hygiëne wel wat beter kan, maar de bejegening was prima. Over de kwaliteit van de thuiszorg is ook een grote meerderheid (70 tot 80%) zeer te spreken. Over verpleeg- en verzorgingshuizen, gehandicaptenzorg een geestelijke gezondheidszorg is men stukken minder positief: slechts 35% tot 50% van de respondenten oordeelt positief. Aldus het SCP.

De Nationale Ombudsman kwam in 2006 tot een wat ander beeld. Naast allerlei gegronde klachten over bejegening, maakte de ombudsman zich ook zorgen over het lange wachten op toewijzing van zorg. Een definitieve beslissing komt soms zo laat, dat mensen de nodige zorg niet meer kunnen krijgen. Het gaat hier om thuiszorg en het persoongebonden budget.
Nou niet zeuren. Het SCP stelde immers dat juist de gebruikers (de mensen die dus wel op tijd de zorg kregen toegewezen) uiterst tevreden waren over de thuiszorg.

Bij de kwaliteit van uitvoerende overheidsdiensten komen politie en justitie er bekaaid af. Het SCP ontdekte dat in 2006 bijna de helft van de respondenten de dienstverlening in die sectoren als slecht tot matig ervaart. Bijna de helft! Dus iets meer dan de helft is wel positief? Waarom op dit punt met de neagtieve minderheid beginnen?

De Nationale Ombudsman was in 2006 ook niet zo te spreken over een aantal zaken bij politie of justitie. Zo zou de controleerbaarheid van politieverhoren verbeterd moeten worden, evenals het doen en laten van de ME. Verder was een bepaalde regio herhaaldelijk het mikpunt van het ombudsman's onderscheidingvermogen.

De gemeenten komen er, aldus het SCP, een stuk beter af: “Het burgerloket en de gemeentereiniging worden het meest positief beoordeeld (slechts 3% beoordeelt ze als slecht), gevolgd door het onderhoud van het openbaar groen (12% slecht) en het aanvragen van een vergunning (14% slecht)”.

De Nationale Ombudsman had heel andere ervaringen. Vooral de communicatie tussen gemeente en burger liet te wensen over. Brieven naar de lokale overheden worden soms niet beantwoord en wie wel een teken van leven krijgt moet er erg lang op wachten. De ombudsman kreeg in 2005 ruim 1000 klachten over gemeenten en in 2006 waren dat er alweer ruim 1300.

Dan had het SCP ook lovende woorden over het onderwijs: “In 2006 bleek een meerderheid van de respondenten (ruim 60%) tevreden met het onderwijs in het algemeen”. Nuancering: “Tegenover een ruime groep tevreden gebruikers staat echter ook een niet te verwaarlozen groep ontevreden gebruikers, die bij sommige kwaliteitsaspecten kan oplopen tot 50%”.

Mag ik op dit punt de Ombudsman even passeren en verwijzen naar de commissie Dijsselbloem, die constateerde dat als gevolg van vele en snel opeenvolgende vernieuwingen het onderwijs er op dit moment erbarmelijk aan toe is?

Het SCP constateert dat de overheid zich vooral richt op verbetering van de productkwaliteit. De burger wil echter ook meer proces- en structuurkwaliteit. Een aardige bejegening aan het loket is prima, maar zonder te lange wachttijden of onbeantwoorde brieven graag. Dat zou een aardige bijdrage aan het geschetste positieve beeld leveren.

De Ombudsman constateerde dat er in 2006 25 procent meer klachten waren over allerlei overheidsdiensten. Dit jaar meldde de ombudsman dat er in 2007 een lichte daling te zien was, maar dat de overheid toch veel meer moest “investeren in de burger” om te voorkomen dat de verhouding tussen overheid en burger zich zou verharden. Toen waren de rapen gaar en werd hij door Balkenende op het matje geroepen.

Het SCP lijkt nu dus alsnog Balkenende in het gelijk te stellen. Het zijn vooral de gebruikers van publieke diensten die tevreden zijn. De ervaringsdeskundigen dus.

Maar de Ombudsman neemt toch alleen klachten in behandeling van mensen die een ervaring rijker zijn geworden? Zijn die door de SCP-onderzoekers over het hoofd gezien? Of komen er bij de Ombudsman zo weinig klagers langs, dat ze geen significante invloed op de SCP-resultaten kunnen hebben?

Wat denkt u?

Kabinet negeert 2e Kamer voor nieuwe grondwet

Een nieuwe grondwet Zeer tegen de zin van de gehele oppositie in de 2e Kamer zet het kabinet de procedure voort om een staatscommissie te benoemen die adviezen over een Grondwetsherziening moet formuleren.

De geldende versie van de grondwet bestaat 25 jaar. In 1983 werd de uit 1814 stammende wet, na talrijke eerdere wijzigingen, in zijn geheel op de korrel genomen en flink gewijzigd. Niet genoeg blijkbaar want na 1983 werden er nog vijf keer aanpassingen gedaan. De laatste in 2003.

Die 25e verjaardag was aanleiding voor minister Ter Horst het document eens tegen het licht te houden. En wat zag ze? Te oubollige teksten, weinig toegankelijke passages. Een onderzoek had ook nog eens uitgewezen dat de grondwet amper bekend is bij het volk. Dat was allemaal reden genoeg, vond Ter Horst, om de grondwet eens flink te veranderen. Ideetjes had ze wel: een inleidende tekst die het volk er op kan wijzen welke perspectieven de grondwet biedt, een aantal kenmerkende normen en waarden van onze staatsinrichting, rechtsorde en identiteit en vastleggen dat Amsterdam de hoofstad is en Den Haag de hofstad.

CDA, CU en PvdA zien er wel wat in. Het CDA vindt het een mooie gelegenheid de nederlandse taal in de grondwet op te nemen.
De oppositie wil eerst wel eens stevig debatteren over de kwestie, voor een staatscommissie aan het werk wordt gezet.

In augustus was ook de Raad van State uiterst kritisch over de hervormingsgezindheid van het kabinet. De Raad vond dat het kabinet wel wat duidelijker mocht zijn over wat er nou precies allemaal mis is met de grondwet. Het kabinet had wat problemen aangetroffen, zo stelde de Raad, maar amper aangegeven welke problemen dat precies zijn. Stel dat eerst maar vast, voor er weer een peperdure commissie gaat brainstormen.

Ter Horst vind dat de in juli geformuleerde uitgangspunten meer dan genoeg zijn:
– een toegangkelijker tekst die vooral inspirerend moet zijn
– de herzieningsprocedure moet onder de loep worden genomen (doel: de grondwet moet niet al te makkelijk gewijzigd kunnen worden)
– er zou wellicht iets over de digitalisering van de samenleving in de grondwet moeten komen en nog wat moderniseringen.

Opvallende wens: de plaats van politieke partijen moet in de grondwet worden geregeld.
Ik ben zeer benieuwd wat het kabinet zich daar bij voorstelt. Begin deze maand
vroeg de Kamer (op de regeringspartijen na) aan de ministers Ter Horst en Hirsch Ballin eerst nog eens goed na te denken alvorens die staatscommissie te benoemen. De oppositie ziet liever dat een poging tot grondwetswijziging door het gehele parlement wordt ondersteund en niet alleen door de regeringspartijen.

Nu jaagt Ter Horst dus de kogel door de kerk. Daarmee verklaart de minister indirect dat de staatscommissie het niet in haar hoofd moet halen de rol van politieke partijen al te belangrijk te maken in de nieuwe grondwet. Haar opvolgers zouden dan te veel moeite krijgen de volgende grondwetswijzigingen er door te jassen.

Minister Verburg wendt 2e Bollencrisis af

Bollencrisis II afgewend

Net als de beurzen weer wat opleven en hypotheek-, creditcardcrisissen en vermogenscrisissen bij lagere overheden het ergste wel hebben gehad, dreigt er ineens een heel andere crisis. De bollencrisis. De tweede in de vaderlandse geschiedenis.

Het fraaie weblog Sargasso gaf in hun Waan van de Dag een leuke link door over de eerste tulpenbollencrisis (17e eeuw).
De tulpenbol was in die dagen een noviteit waar veel mensen wel geld in zagen en avontuurlijk speculeren leidde tot een ware crisis. De overheid moest hard ingrijpen. Je zou denken dat men wel een lesje had geleerd.

De voorzitter van de Land- en Tuinbouw Organisaties (LTO) en SER-lid Albert-Jan Maat werd afgelopen zaterdag hier geciteerd. De SER besprak de krediet crisis en de heer Maat sprak de gedenkwaardige woorden: “Gek dat terwijl de landbouw überhaupt geen giftige producten op de markt mag brengen, de financiële sector dit de afgelopen jaren aan de lopende band deed. Hoe kunnen we de financiële sector enig moraal bijbrengen?

Tuurlijk, hij herinnerde zich die 17e eeuwse crisis nog maar al te goed. En wie herinnert zich dat ook nog? Onze landbouwminister Gerda Verburg.

Zij verdedigt onze bollenteelt. De Hollandse bol dreigt te vallen, ten onder te gaan aan Europese regels tegen het gebruik van middelen die de bollen moeten beschermen tegen ongedierte en ziektes.
Tulpenkwekers vrezen aan de grond te raken. Omdat ze de tot nu toe gebruikelijke middelen niet meer mogen gebruiken.

De landbouwminister laat weten alles in het werk te zetten om deze crisis het hoofd te bieden: “We hebben met de EU-landbouwministers en de Europese Commissie een goed voorstel gemaakt om sommige risicovolle bestrijdingsmiddelen te verbieden die bij slecht gebruik mogelijk schade aan mensen kunnen veroorzaken. Uiteraard met een overgangstermijn zodat er goede en bruikbare alternatieven kunnen worden gevonden.”
Verburg als de Bos van de landbouw.

Maar wacht eens even. Had de LTO-voorzitter in de SER niet gezegd dat de landbouw helemaal geen giftige produkten op de markt mocht zetten? Ofwel: geen bollen en voedselgewassen de markt op mag gooien die bespoten zijn met schadelijke stofjes?

Dat zou kunnen kloppen. Het kabinet heeft tenslotte niet voor niets de “Nota Zicht op gezonde teelt” opgesteld. Een soort gedragscode die moet leiden tot ongevaarlijke produkten in de groenteafdeling van de supermarkt en veilige bollen in het tuincentrum.
De nota pleit voor een geïntegreerde gewasbescherming. Land- en tuinbouwers moeten bij het verbouwen van gewassen “niet alleen rekening houden met winst, maar ook met volksgezondheid, voedselveiligheid, arbeidsomstandigheden en milieubelasting”.

Het kabinet houdt in die nota wel een reuze slag om de arm. De doelstellingen zijn prima, maar voorlopig nog te ambitieus. Het valt namelijk niet mee de landbouwsector enige moraal bij te brengen.
Nederlandse telers gebruiken minder bestrijdingsmiddelen dan hun buitenlandse concurrenten. Ze willen daarom niet zo hard meewerken aan die nota. Ze vrezen productieverlies en dus een omzetcrisis.

De Nota Zicht op gezonde teelt wil daar wel wat aan doen, maar nu even niet. Eerst een overgangstermijn, zoals Verburg voorstelt. We geven onze bollen niet zomaar op.
Met andere woorden: voorlopig mogen schadelijke stoffen nog wel gebruikt worden en loopt u dus de kans een tulpenbolletje met een ongezond bestrijdingsmiddel tussen de rokken in uw crisissoepje te verwerken.

Welke moraal wil de LTO-voorzitter nu eigenlijk aan de financiële sector bijbrengen?

Mijlpaaltje

Mijlpaaltje

Vandaag komt hier de honderdduizendste bezoeker binnen.
Voor een marginaal blog een aardig aantal.

Wie die bezoekers zijn, geen idee, want ip-adressen zijn geen mensen. In de statistieken leken het er veel meer, maar de ip-adressen van zoekrobots van Google, Yahoo en een of andere duistere server in de Oekraïne tel ik niet mee. Ook de ip-adressen van mijzelve en mijn webmaster tellen niet mee, natuurlijk.

Even goed, een leuk idee dat er 100.000 bezoekers zijn geweest. Dank voor uw interesse.
Veel dank ben ik zeker verschuldigd aan de weblogs Sargasso, GeenCommentaar, hetkanWel, Komma punt log en Bespiegelaar. De directe links naar artikelen hier en gastlogjes hebben aardig wat bezoek deze kant op gegenereerd.

Het ging vorige week ineens snel. Aanleiding waren de artikelen over de lokale overheden, die eigen vermogen op IJslandse banken bleken te hebben. Geheel onverwacht bleek ook het roemruchte weblog Geenstijl een linkje geplaatst te hebben en ja, dan is de cola niet aan te slepen voor de binnenkomende gasten.

Het is uiteindelijk een trilogie geworden. Wie het nog niet heeft gelezen kan Deel 1, Deel 2 en de Epiloog er nog eens op nazien.

Veel bezoek trok ook het project
Wel goed, niet gek? Op dit blog worden wel een idiote ideetjes gelanceerd en in dit project konden lezers kiezen welke ideetjes naar deskundigen mogen worden gestuurd, om hun licht op die gekke plannetjes te werpen.
Daar gaat u later meer over lezen, want vandaag gaan vier van die ideetjes de deur uit. Hopelijk kunt u nog dit jaar lezen welke ideetjes levensvatbaar zijn.

Een ander project dat aardig wat aandacht kreeg was de Donkey Shocking Award. Een reeks die vorig jaar is begonnen. De award was bedoeld voor mensen of organisaties die wel goede plannen hadden, maar te weinig rekening hielden met allerlei menselijk tekort. De winnaar was Midas Dekkers.

Behalve deze drie items werden ook de volgende stukjes redelijk bezocht. De rest van de top-tien:

Elektronische dossiers. Zijn we er klaar voor? De titel spreekt voor zich.
Burgerlijke ongehoorzaamheid, naar aanleiding van de Duyvendak-kwestie.
RTL-nieuws het Bluf van 2008, over hoe Frits Wester nou toch elke keer weer aan de prinsjesdagstukken komt.
Kemphanen en lastdieren, over dieren en oorlogsvoering, naar aanleiding van het gebruik van muilezels door “onze jongens” in Afghanistan.
Draaideurcriminelen, een commentaar op plannen van Justitie voor een nieuwe aanpak.
Met Peter de Grote op reis, over het gedrag van Rusland in Georgië en de verhouding Nederland-Rusland.
Elastieken codes, waarin een strengere aanpak van de Reclame Code Commissie aan de orde werd gesteld.

Awel, genoeg gefeest. Nu weer aan het werk, morgen weer een “gewoon” artikeltje.

De SER in crisisbespreking bijeen

De SER in crisisbespreking bijeen

Quote van de week:
Gek dat terwijl de landbouw überhaupt geen giftige producten op de markt mag brengen, de financiële sector dit de afgelopen jaren aan de lopende band deed. Hoe kunnen we de financiële sector enig moraal bijbrengen?
Albert-Jan Maat, SER-lid en voorzitter LTO-Nederland.

De SER (Sociaal Economische Raad) kwam in crisisbespreking bijeen en een van de belangrijkste adviesraden van de regering, produceerde minstens net zoveel adviezen, als er nu door het medialandschap waaien.
Een samenvatting:

Eerst rustig nadenken.
Dat was het advies van Henk Brouwer (directeur van De Nederlandsche bank), Loek Hermans (MKB-voorzitter) en Boele Staal (voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken).

De markteconomie veranderen.
Uiteraard het advies van Agnes Jongerius (FNV-voorzitter) en Henk van der Kolk (voorzitter FNV-bondgenoten).

Niks veranderen en met je tengels van de markt afblijven.
Aldus Bernard Wientjes (voorzitter VN)-NCW) en Coen Teulings (directeur CPB).

Andere SER-leden kwamen met deeladviezen:
Wat er ook gebeurt, het kabinet moet voor alle groepen de koopkracht behouden, adviseerde CNV-voorzitter René Paas.
De spaarders helpen? Ben je gek, zei Elco Brinkman (voorzitter Bouwend Nederland). Meer investeren in stadsvernieuwing en wegen.

Kroonlid Louise O. Fresco, hoogleraar Duurzaamheid in internationaal perspectief en auteur van de roman “De Utopisten“, een scherts die aan de val van Duyvendak en rumoer rond Joschka Fischer doet denken, adviseerde wel de aandacht te houden bij enkele mondiale problemen die nu mogelijk ondergesneeuwd raken. Ga het Kyoto-protocol nou eens toepassen.

Een ander kroonlid, Ferdinand Grapperhaus (hoogleraar Europees arbeidsrecht), meent dat het wel tijd is voor nieuwe regelgeving op het gebied van ondernemingsbestuur. Hij vergat echter daarbij een soepeler ontslagrecht voor falende topbestuurders te vermelden.

De SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan, haalde uit dit alles toch een “brede overeenstemming over wat we niet moeten doen (protectionisme) en over voortzetting van de ontwikkeling naar duurzame globalisering“.

Een antwoord op de vraag van LTO- voorzitter Albert-Jan Maat (Hoe kunnen we de financiële sector enig moraal bijbrengen) heeft de SER niet kunnen formuleren.
U wel?