Alweer een zorgalarm.

Alweer een zorgalarm Steeds minder zorginstellingen in Nederland hanteren de code van informatiebeveiliging. Een bericht dat klakkeloos is overgenomen door De Telegraaf en websites voor de beveiligingsbranche en de medische sector.

Het alarm is afgegeven door Niscayah, een bedrijf dat beveiligingsoplossingen verkoopt aan de zorgsector. Dit bedrijf onderzoekt elke twee jaar de beveiliging in de zorg en
constateert nu dat van de 88 respondenten “slechts 23% van de respondenten de code informatiebeveiliging hanteert, t.o.v. 57% in 2007”. De respondenten zijn werkzaam in ziekenhuizen en verpleeghuizen.

Volgens het bedrijf is niet alleen de ict-beveiliging onvoldoende (denk aan het EPD!), 20% van de brandmeldinstallaties zijn niet goedgekeurd, het aantal stroomstoringen neemt toe en de beveiliging tegen inbraak en agressieve indringers, is veelal verouderd.
Nu heeft Niscayah er natuurlijk een commercieel belang bij de zorgsector op de gaten en de lekken te wijzen. Het bedrijf biedt immers de oplossingen? Als je nagaat dat 88 respondenten op zo’n 1845 zorginstellingen wat weinig is, dan lijken de percentages wel mee te vallen. Ter verduidelijking: er zijn in Nederland zo’n 140 ziekenhuizen,ongeveer 342 verpleeghuizen en maar liefst 1363 verzorgingshuizen. De cijfers zijn uit 2004 en 2005 en dus misschien niet helemaal actueel, maar veel zal het niet schelen.

Maar het commerciële bedrijf is niet de enige die maar aan een paar zorginstellingen genoeg heeft om de alarmbel te luiden.
In 2008 meldde het CBP (College Bescherming Persoonsgegevens) dat een onderzoek naar de informatiebeveiliging bij 20 ziekenhuizen, genoeg was voor de IGZ (Inspectie Gezondheidszorg), om alle ziekenhuizen de opdracht te geven een plan van aanpak op te stellen. In 2009 liet de IGZ weten dat bij van de twintig onderzochte ziekenhuizen de boel nog niet op orde hadden en dat van de 72 ziekenhuizen die niet waren onderzocht, er nog eentje was die helemaal geen plan had ingediend.

Nou is een plan van aanpak één ding, de werkelijke uitvoering is weer wat anders.
In 2006 deden 51 ziekenhuizen mee aan een enquête van RTL Nieuws en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). Daaruit bleek dat de beveiliging tegen insluipers en diefstal nog beter kon, dan met de 50 miljoen euro aan beveiligingsmaatregelen al was bereikt. De voorzitter van de NVZ deed uiteraard een beroep op de overheid voor een bijdrage in de kosten ter verbetering.Het beveiligingsbedrijf Niscayah stelt dat 76% van haar 88 respondenten vond dat de overheid over de brug moet komen om de veiligheid te verbeteren.
Een zorgbestuurder
in Noord-Holland stelt dat de beveiliging bij de woonzorgcomplexen in zijn regio niet beter zal worden. Het geld ontbreekt.

Tja, dan moet de premie voor de zorgverzekering maar omhoog, zodat particuliere beveiliging in het basispakket kan. De patiënt mag zelf beslissen of hij/zij een eigen bewaker meeneemt naar ziekenhuis of verpleeghuis. Doet de patiënt dat niet, valt het natuurlijk onder eigen risico.
En de beveiliging van de ITC? Een illusie. Want als je de continue berichtgeving leest over lekkende systemen, virus- en phishing aanvallen, dan lijkt het wel of de virtuele criminaliteit vele malen groter is dan de hele beveiligingsindustrie aan kan.

Overheid werk irritaties weg.

Overheid werk irritaties weg

Bijleveld roept organisaties op professionals vertrouwen te geven. Daardoor hoeven professionals zich minder te verantwoorden en hebben zij dus minder administratieve lasten“.
Quote uit persbericht ministerie Binnenlandse Zaken).

Menig burger mag dan irritaties hebben over zijn overheid, binnen de diverse overheden heerst ook de nodige onvrede. Ambtenaren zijn net burgers, moet je maar denken.
Ze zijn wel wat loyaler aan hun werkgever. Waar burgers maar liefst
10 top-irritaties blijken te hebben, heeft staatssecretaris Bijleveld bij de ambtenaren er slechts vijf geconstateerd.

Ze bracht vandaag een werkbezoek aan de Intergemeentelijke Sociale Dienst Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo. Aldaar kondigde zij aan de belangrijkste knelpunten weg te zullen werken, die professionals in de sociale zekerheid belemmeren hun eigenlijke werk goed te doen.
Ook de ambtenaren blijken de formulieren en het taalgebruik soms onbegrijpelijk te vinden. De automatiseringssystemen vinden ze niet gebruiksvriendelijk en er zijn te veel momenten waarop ze met beleidswijzigingen bezig moeten zijn.

De administratieve werkdruk is groot, vinden dus ook de ambtenaren. Die druk kan worden verlicht, zo stelt de staatssecretaris, als de ambtenaren zich minder hoeven te verantwoorden. Dat zal als muziek in de oren klinken van alle werknemers.
Je mag er vanuit gaan dat als je een of ander vak uitoefent, je ook verstand van de bijbehorende materie hebt. Is gewoon je werk doen dan voldoende? Of is het nodig dat je je werkzaamheden rapporteert, zodat je werkgever kan nagaan of je het allemaal wel goed doet?

De werkgever mag best meer vertrouwen hebben. Die heeft immers het personeel aangenomen en geoordeeld dat het geschikt genoeg is voor de vacatures die beschikbaar waren. Nu zijn er beroepen waar een foutje van een werknemers onmiddellijk aan het licht komt. Een operator in een chemische fabriek, die even zit te dutten ziet zijn metertjes niet in het rood gaan en heel de omgeving kan meegenieten van een prachtige ontploffing.

Er zijn echter veel beroepen waar het werk wat abstracter lijkt. Bijvoorbeeld de uitvoering van regels. Als die regels complex zijn of niet glashelder, onstaat er ruimte voor interpretatie. Dan mag je hopen dat de werknemer zo objectief mogelijk blijft. Maar er is natuurlijk een risico dat persoonlijke normen de interpretatie kleuren. Zoals ik hierboven al stelde: ambtenaren zijn net burgers.
Met als gevolg dat toepassing van regels kunnen verschillen van gemeente tot gemeente, van loket tot loket. Dat vraagt om verantwoording. Mocht er een klacht komen, dan moet het proces van besluitvorming te controleren zijn. Oefent de chef van de ambtenaar die controle niet uit, dan doet de
Nationale Ombudsman het wel.

Zullen er minder fouten worden gemaakt, als er minder verantwoord moet worden? Worden de doelstellingen en de kwaliteit wel gehaald als de managers er niet zo bovenop zitten met hun controle?
Misschien gaat het goed, als je de werknemers meer laat samenwerken. In
het Volkskrant-artikel “Van maakbaarheid naar haalbaarheid”, verwijst de auteur naar organisatiepsycholoog Peter Robertson. Die stelt dat “managers minder controle moeten uitoefenen. Mensen hun werkzaamheden doorgaans zelf uitstekend organiseren, mits het bedrijf of de organisatie de doelen helder en consistent aangeeft en bewaakt“.

De auteur geeft een praktijkvoorbeeld, toegepast bij de Rabobank: “Medewerkers van de bank worden via intranet uitgenodigd met elkaar in alle openheid bepaalde cases te bespreken. Moet mevrouw A in die-en-die omstandigheid een hypotheek krijgen? Handel je een bepaald conflict met een klant het beste zus of zo af?” De bank heeft er alle vertrouwen in dat de werknemers zo samen de ethiek van de bank invulling geven.

Gezamenlijk overleg, samenwerking in de plaats van verantwoording? Wordt de werkdruk dan minder? Of je nou de gegeven tijd invult met het een of met het ander, die druk blijft. Hooguit wordt het werk beter gedaan en zijn er minder situaties waar de klant of de burger reden tot klagen heeft.

Bestek '09

Bestek '09

Hoe lastig het is de wereld zo in te richten dat we van alle problemen zijn verlost, wil ik illustreren met een mijmering over bestek.

Stelling: bestek is een overbodig product.
In dit geval wordt met bestek bedoeld het trio waarmee we de dagelijkse hap naar binnen werken. Mes, vork en lepel. In deze mijmering laat ik attributen als het keukenmes, de roerspaan en de vleesvork buiten beschouwing, als zijnde noodzakelijk bij de voorbereiding van de maaltijd.

Is de maaltijd eenmaal op je bord gekieperd, dan kun je het verder wel met je handen af. Bestek is niet echt noodzakelijk. En al helemaal niet in de oneindige variaties waarin het verkrijgbaar is. Laat staan dat je bestek nodig hebt, dat tevens als balpen te gebruiken is. De gadget is nog niet op de markt, maar Italiaanse ontwerpers hebben het Bic-bestek al in de la liggen.

Of neem bestek dat gebaseerd is op de Nederlandse eetcultuur: prakbestek. Een
kunstzinnig ideetje, maar volstrekt overbodig. De Nederlandse prakcultuur bestaat amper nog. En om dat bestek ook nog eens van hout te maken, mag gerust een bijdrage aan de ontbossing door eetcultuur genoemd worden.

De productie van zo iets simpels als bestek, is een voorbeeld van een uit de hand gelopen maakbaarheidsindustrie. Het is geen supernoodzakelijk gebruiksvoorwerp. Het wordt in grote hoeveelheden gemaakt. En er verschijnen steeds nieuwere vormen, alleen om het aanbod aantrekkelijk te houden.
Al dat bestek maakt het leven wel leuker, maar doet een aanslag op het milieu en economische verhoudingen. De produktie en gebruik kost grondstoffen, lucht, water en energie. En heel wat bestek wordt gefabriceerd in lage lonen landen.

Dus wat dan? Je kan alleen recyclebaar bestek gebruiken. Er zijn al vorken en lepels die je op kan eten. Gemaakt van aardappels en sojaolie. Aardig idee, want zo hou je de werkgelegenheid in stand en het is milieuvriendelijker.

Want het bestek helemaal afschaffen lijkt geen optie. Sluit je één bestekfabriek, dan dondert er een hele keten aan werkgelegenheid er omheen, ook in elkaar.
Dan zouden we nog kunnen kiezen om alleen zeer duurzaam bestek te maken. In een enkele vorm, in plaats van in al die varianten. Ook dan stort een stukje industrie in elkaar. Bestek dat onbuigzaam en onbreekbaar jaren meegaat, heeft tot gevolg dat de fabriek op een laag pitje moet draaien. Misschien zelfs delen van het jaar stil zal liggen.
Het zal het milieu flink sparen, maar de economie niet.

Ik geef het maar even aan, om te laten zien dat een simpele oplossing, complexe gevolgen kan hebben. Natuurlijk zijn er voor die gevolgen wel oplossingen te bedenken, maar willen we die wel? Als de bestekindustrie wordt afgeschaft, komt er arbeidskracht vrij voor sectoren waar we die tekort komen. Dat schaadt echter de roemruchte keuzevrijheid. Iemand die dolgraag lepeltjes wil maken, is misschien minder gepassioneerd om verpleger in een of ander tehuis te worden.

De hoop is gevestigd op hele bataljons innovators, die op zoek zijn naar veranderingen die wel goed zijn voor milieu, gezondheid, beheersbaarheid van kosten en die tegelijkertijd een welvarend leven, vol gadgets, luxe en onnodigheid in stand kan houden.
Gaan we het met die insteek redden of moet het bestek eens op de schop?

Naar de maan.

Naar de maan De NASA heeft een crash veroorzaakt. Niet per ongeluk. En niet hier maar op de maan. Ruimte genoeg, geen teken van leven te bespeuren, dus dan kan je wel het een ander laten neerstorten, zonder slachtoffers te veroorzaken. Lichtend voorbeeld voor vliegtuigmaatschappijen en autorijders.

Een raket en een sonde zijn te pletter gebracht in het zuidpoolgebied van de maan. Doel van de inslag is een fikse krater veroorzaken, waarin men dan weer sporen van water hoopt te vinden. Zou er water zijn, dan is langdurig verblijf op de maan een stuk comfortabeler.

Want dat we naar maan gaan is zeker. Kijk, dat zit zo. We weten allemaal dat de aardse bevolking, inclusief de aanwas daarvan, het leven alhier steeds duurder maakt. De problemen die regeringen wereldwijd moeten oplossen veroorzaken al heel wat kosten. De oplossingen zijn mogelijk vele malen duurder. Ofwel: het redden van de aarde is in de toekomst niet meer te financieren.

Ja maar, zult u zeggen, er wordt heel wat geld de ruimte in gesmeten. Kan dat niet beter aan aardse zaken worden besteed?
Nou, u weet niet waar u het over heeft. Het geld dat aan ruimtevaart wordt uitgegeven, is een minimale fractie wat het hele aardse leven kost. En het dient een hoger doel. Omdat de aarde niet te redden is, moeten we uitwijken naar andere plekken in het heelal.

Een mens kan echter niet zonder zijn natje en zijn droogje. Dus moeten we eerst op zoek naar water. Tenslotte is heel het aardse gedoe ook met water begonnen. En hoewel er nog aardig wat water op aarde is, het is op veel plaatsen moeilijk te verkrijgen of van zulke erbarmelijke kwaliteit dat hele volkstammen nog dagelijks te kampen hebben met onhygiënische toestanden en de gemiddelde levensverwachting van kinderen onmenselijk laag is. Hulde dus aan de voortschrijdende ruimtevaart.

Geen enkel puntje van kritiek?
Jawel, het had iets goedkoper gekund door wat zuiniger met het materiaal om te springen. De NASA had beter een maanlander in het gebied kunnen plaatsen. En dan na een jaar of tien een sonde erheen sturen, die gaat kijken of het ding is gaan roesten.

Is er roest, dan gaan we naar de maan.

Snoeien of harken (2)

Snoeien of harken (2) Terwijl het kabinet de samenleving winterklaar aan het maken is en 40 miljard wil snoeien, draagt menigeen een steentje bij om de last voor de burger te beperken. Reden om de lezers van dit weblog ook te vragen geld bij elkaar te sprokkelen (zie deel I).

De laatste vondst uit politieke hoek is het idee de Oranjes mee te laten betalen. De premier wil de monarchie wel een soort van vliegtaks opleggen, maar verder staat-ie pal voor de verworven rechten van de monarchie.

Toch maar het idee toegevoegd aan de lijst van vondsten en het overzicht uit deel I van een update voorzien. In het nieuwe overzicht (zie deze excelsheet) is nu bijna 15 miljard euro bij elkaar geharkt. Daarmee kan de doelstelling van 40 miljard, die de ambtelijke commissies moeten zoeken, omlaag worden gebracht naar ruim 25 miljard euro. Dat scheelt de spreekwoordelijke slok op de borrel.

Balkenende moet dan wel water bij de wijn doen, want hoewel hij heeft gezegd dat er geen taboes zijn bij het vinden van oplossingen, heeft hij er nu toch eentje opgeworpen betreffende het huishoudboekje van het koningshuis. Ook het toptarief op de hoogste inkomens, het voorstel van de PvdA, komt niet ter sprake, als het aan JP ligt.

Maar goed, bekijkt u het overzicht eens en lever nieuwe ideeën voor hoe de tuin het beste winterklaar kan worden gemaakt.

De Mistery Sollicitant.

De Mystery Sollicitant Er is een nieuwe sollicitatiecode van kracht. Wat basisregels die bedrijven, uitzend- en detacheringbureaus en sollicitanten horen na te leven bij werving en selectie. Is zo'n code nodig? Er is immers de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb). Toch meent de NVP (Nederlandse vereniging voor personeelsmanagement en organisatieontwikkeling), dat wat een gedragscode nodig is.

Het is niet zo'n heel uitgebreide code. Aanpassing van de oude code was nodig om met de modern tijd mee te gaan. Werving en solliciteren vind steeds vaker plaats langs digitale weg. Vacaturesites op internet, sollicitatiebrieven en navolgende communicatie versturen via de e-mail en het zoeken naar meer informatie over sollicitanten op internet.

Dat laatste blijkt niet altijd in het voordeel van de sollicitant. Een persoonlijke website met grappen die niet passen bij het gevoel voor humor van de nieuwe werkgever, zou wel eens tot een afwijzing kunnen leiden. De NVP schrijft in de nieuwe Sollicitatiecode (pdf!) nu voor dat als er gegevens van vacaturesites/internet gehaald worden en die gebruikt zullen worden databases of voor bemiddelingsdoeleinden, dat de betrokkene op de hoogte gesteld moet worden.
Tevens moet informatie die van derden of andere bronnen (websites) is verkregen “aan de sollicitant worden meegedeeld, met uitdrukkelijke vermelding van de bron en met de sollicitant worden besproken“.

Da's netjes. Maar voor je als sollicitant dat te horen krijgt, kan het leed al geleden zijn. Wil je dus een beetje serieus overkomen, kun je misschien beter eerst alle flauwekul weghalen, die je op internet hebt geplaatst, voor je je sollicitatiebrief verstuurd.

Twee andere regels in de code lijken wel overbodig. Artikel 3.3 stelt: “Wanneer het stellen van een leeftijdsgrens noodzakelijk is, wordt de reden daarvan aangegeven“.
Maar daar hebben we toch
de WGBL (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid voor? Daarin staat dat leeftijdsdiscriminatie niet mag, op wat uitzonderingen na. Waarom dat dan opgenomen in die code? Veel meer duidelijkheid geeft het namelijke niet. Wat overigens ook het geval is met de wet zelf.

De WGBL werd in 2004 van kracht en is recent geëvalueerd. Minister Donner informeerde de Kamer over de resutaten en wat blijkt? “Opvallend is dat volgens het HSI de kennis over de uitzonderingsmogelijkheden op het verbod op leeftijdsonderscheid juist is verminderd ten opzichte van 2004“.
Op leeftijd mag wel worden gediscrimineerd als dat maatschappelijke gewenste arbeidsparticipatie bevordert. Een bedrijf moet dan wel aan kunnen tonen dat er sprake is van een situatie waar het, bijvoorbeeld, wenselijk is een jongere sollicitant aan te nemen. Of een veel oudere. Veel meer zegt de wet er niet over.

Iets dergelijks geldt ook voor artikel 3.4 uit de Sollicitatiecode: “3.4 Indien een voorkeursbeleid ten behoeve van bepaalde groepen wordt gevoerd, wordt daarvan uitdrukkelijk melding gemaakt en wordt hiervoor een reden gegeven“.
Je zou zeggen dat dit toch prima is geregeld
in de AWGB (Algemene wet gelijke behandeling). In paragraaf 2 staan een aantal uitzonderingen genoemd, die alleen zijn toegestaan als ze gerechtvaardigt worden door “een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn“.

De wet bedoelt het in positieve zin, maar is daar niet specifiek over. De Sollicitatiecode ook niet. Wat duidelijke voorbeelden zouden misschien meer helderheid kunnen verschaffen. Maar om nou helemaal zeker te zijn dat elke sollicitant gelijke kansen heeft, zou anoniem solliciteren een uitkomst zijn. Minister Ter Horst was er wel voor, de 2e Kamer niet. Er zijn wel eens experimenten mee geweest, met soms twijfelachtig resultaat.
Misschien ligt dat aan de manier waarop dat plaatsvond. Meestal betekende anoniem solliciteren dat brieven ontdaan werden van naam en adres en, indien nodig, gegevens over leeftijd en geslacht.

Maar waarom niet de Mystery Sollicitant geïntroduceerd? Naar voorbeeld van de Mystery Popstar, die een kunstje mag vertonen voor de jury van alweer de zoveelste talentenjacht. De mysterieuze gast is onherkenbaar gemaakt, de stem is vervormd en treedt op achter een wazig scherm.
Zo zou ook een sollicitant zich kunnen presenteren en wat proeven van diverse bekwaamheden afleggen. Wordt er een administratieve kracht gevraagd, laat die een dictaatje uittikken. Uiteraard valt degene met de meeste taal- en spelfouten af. De afgewezen kandidaat kan zich nu niet beroepen op een afwijzing wegens uiterlijkheden of leeftijd. De sollicitatiecommissie is niet in staat op grond van mysterieuze gevoelens een afwijzing te fabriceren.

Stel de Mysterie Sollicitant verplicht in de nieuwe Sollictatiecode.

Rokerskerk wil zendtijd.

Rokerskerk wil zendtijd

Lucifer heeft meer met God te maken, dan roken met spirituele televisie. Maar of de duvel er mee speelt, gaat het Commissariaat voor de Media zich wel buigen over een aanvraag van de Enige en Universele Rokerskerk van God, die zendtijd wil in de categorie media-aanbod op kerkelijk of geestelijk terrein.

Het commissariaat kreeg dertien aanvragen binnen. Zes daarvan komen van zendgemachtigden die al op de buis te zien zijn. Onder de nieuwe aanvragers zit die Rokerskerk. Het commissariaat moet zich bij de keuze baseren op de mediawet, die zeven spirituele hoofdstromen kent: het Boeddhisme, het Hindoeïsme, het Humanisme, de Islam, het Jodendom, het Katholicisme en het Protestantisme. Voor elke richting kan maar één representatieve organisatie of instelling zendtijd krijgen.

Nu zou, wat mij betreft, geen enkele religieuze groepering zendtijd in een publiek bestel mogen krijgen. Iedereen gelooft maar wat hij of zij wil, maar da's een hoogst persoonlijke keuze. De publieke en commerciële zendtijd is al meer dan genoeg gevuld met kijkjes in private roerselen. Voor levensovertuigingen kan men zich dus aanmelden bij de makers van dat soort programma's. Voor de politiek getinte overtuigingen hebben we de zendtijd voor politieke partijen. Da's aardig rond verkiezingstijd, maar om religieuze stromingen ook zo'n soort status te geven, lijkt mij overbodig.

Het is hoogst merkwaardig dat de aanvraag van de Rokerskerk op het officiële lijstje van het Commissariaat voor de Media terecht is gekomen. Het mag algemeen bekend worden geacht dat de Rokerskerk een ludiek initiatief is om het rookverbod in de horeca te versoepelen. Wie de teksten op de website van de Rokerskerk leest zal de ironie niet ontgaan. Dat de aanvraag dus niet meteen is teruggestuurd, kan hooguit te maken hebben dat het Commissariaat ook wel eens wat luchtigs wil bespreken, tussen al die andere serieus bedoelde, maar tevens zwaar in nevelen gehulde kandidaten.

Niet antwoorden een misdaad?

Niet antwoorden een misdaad?

Laten we het er nu niet over hebben dat het wat vreemd is dat een partij die stelselmatig vragen en debatten uit de weg gaat, een aanklacht indient tegen een minister die hetzelfde gedaan zou hebben. Laten we ook even vergeten dat dit kabinet ontelbare keren van ambtsmisdrijven beschuldigd had kunnen worden, omdat de PVV niet de eerste en enige is, die ontevreden is met bepaalde antwoorden.

Laten we eens kijken of die aanklacht nog ergens toe zal leiden.
Volgens staatsrechtgeleerde Tijn Kortmann,
in het NRC, is de aanklacht misplaatst. Ontevreden met een antwoord? Aan het werk en doorvragen. Is dat niet genoeg dan over tot de motie van wantrouwen. De heer Kortmann wijst op artikel 68 van de Grondwet, waarin staat dat het geven van informatie aan de Kamer verplicht is, mits niet in strijd met het belang van de staat.
Ik kan me voorstellen dat Van der Laan dat belang van de staat meegenomen heeft in zijn antwoord aan de PVV. Ook kan ik me voorstellen dat Kamerleden dat belang van de staat wat al te rekkelijk geïnterpreteerd vinden.
In een heel andere kwestie, de zaak Mink K., heeft de Hoge Raad in 2003 al wel eens beslist dat het recht van het parlement op inlichtingen zo fundamenteel is, dat “de minister slechts bij hoge uitzondering, en alleen met toereikende motivering, kan weigeren de Kamer in te lichten wegens strijdigheid met het belang van de Staat” (aldus
de Wikipedia).

De PVV haalt echter artikel 355 van het Wetboek van Strafrecht van stal, met name lid 4: Met gevangenisstraf van ten hoogste 3 jaren of geldboete van de vierde categorie, worden gestraft de hoofden van ministeriële departementen:
(…) die opzettelijk nalaten uitvoering te geven aan de bepalingen van de Grondwet of andere wetten of algemene maatregelen van inwendig bestuur van de staat, voor zover die uitvoering wegens de aard van het onderwerp tot hun ministeriële departementen behoort of uitdrukkelijk hun is opgedragen.

Het is geen unicum dat sommige mensen vinden dat bewindslieden een ambtsmisdrijf plegen en de bestuurder(s) graag voor de rechter hadden gezien. Een paar voorbeelden.
In 1977 vond Tom Schalken, hoogleraar straf- en procesrecht, dat Neelie Kroes zeer dubieus heeft gehandeld in de Rotterdamse Tank Cleaning-affaire. De 2e Kamercommissie Biesheuvel had verwijtbaar en bestuurlijk nalatig gedrag geconstateerd en dus zou Neelie Kroes, destijds verantwoordelijk als minister van Verkeer en Waterstaat, wel veroordeeld kunnen worden wegens ambtsmisdrijven. Een aanklacht is er nooit gekomen.

In 2000 meende R.M. Vennix, docent strafrecht, dat de ministers Peper en Korthals zich mogelijk schuldig gemaakt aan een ambtsmisdrijf, door toestemming te geven voor de grootscheepse fouilleringsactie eind november in de Rotterdamse Millinxbuurt. Ook hier is nooit een aanklacht ingediend.
In 2003 kwam er
wel een aanklacht. Prinses Margarita en Edwin de Roy van Zuydewijn beschuldigden oud-premier Wim Kok en zijn toenmalige ministers Klaas de Vries en Gerrit Zalm van valsheid in geschrifte, schending van het ambtsgeheim, oplichting en ambtsdwang Het OM en minister Donner van Justitie besloten hier geen strafrechtelijk onderzoek naar te doen.

In 2005 wees advocaat M. Wijngaarden, gespecialiseerd in het vreemdelingenrecht, op een mogelijk ambtsmisdrijf, gepleegd door minister van Justitie Korthals, bij de naturalisatie van prinses Maxima. Alweer geen heuse aanklacht ingediend en geen onderzoek ingesteld.
In 2006 deed
rechtsfilosoof Afshin Ellian een oproep aan Piet Hein Donner, toen minister van Justitie, om een onderzoek in te stellen naar ambtsmisdrijven gepleegd door Rita Verdonk en Hilbrand Nawijn, in de kwestie Ayaan Hirsi Ali. Zij zouden bepalingen uit de grondwet met opzet hebben genegeerd, waardoor het mogelijk werd dat Hirsi Ali Kamerlid kon worden.

En dan hebben in 2007 nog de uitspraken van de Hoge Raad, in de zaken rond de Schipholbrand en de moord op Fortuyn. In beide gevallen werden bewindslieden van ambtsmisdrijven beschuldigd. Het Openbaar Ministerie wilde niet tot vervolging overgaan, waarna de klagers in beroep gingen bij de Hoge Raad. Die stelde echter dat “vervolging van zodanige ambtsmisdrijven uitsluitend kan worden gegeven bij Koninklijk besluit of bij een besluit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal”. (In de zaal rond Fortuyn had de Hoge Raad in 2004 al eerder zo iets beslist).

Op grond van die uitspraken is het dus aan de koningin of de Tweede Kamer te besluiten of de aanklacht van de PVV in behandeling moet worden genomen. Ik zou zeggen: laten ze, tegen de traditie in, hier nou eens wel een zaak van maken. Op zich ben ik het eens met een ieder die vind dat de PVV haar werk gewoon beter moet doen. Niet alleen allerlei vragen stellen, maar met de luie reet uit het pluche en zelf informatie verzamelen en de minister er mee om de oren slaan. Het debat aangaan. Daarvoor worden ze tenslotte betaald.

Maar goed, geef de PVV nu eens de zin. Gewoon om eens te kijken wat er nou van die aanklacht overblijft. Ik durf mijn hand ervoor in het vuur te steken, dat er niet veel van overblijft en de klager dus veroordeeld zal moeten worden in de proceskosten, wegens belemmering van de rechtsgang.

De koning van Hispanje.

De koning van Hispanje

De ko-ho-ho-ho-ning van Hispanje heb ik altijd geëerd….

Het verhaal gaat dat Willem van Oranje lang trouw is gebleven aan de koning van Spanje, Filips II. Ondanks wat strubbelingen die bekend staan als de Tachtigjarige Oorlog. Uiteindelijk bleven ze niet zulke goede vrienden, maar het is lang geleden en nu staan de Nederlandse en Spaanse koningshuizen op redelijk goede voet.

Maar nu gooit Juan Carlos roet in het eten. Of geeft hij een royaal voorbeeld?
Het Spaanse koningshuis bezuinigt geheel op eigen initiatief op haar jaarlijkse toelage. Bezuinigen is misschien een groot woord. De jaarlijkse toelage
wordt bevroren. Geen stapje vooruit volgend jaar, maar even pas op de plaats, omdat in tijden van crisis ook vorsten het wat kalmer aan kunnen doen. Lichtend voorbeeld van zelfregulering?

Hier in Nederland nog niets gehoord uit paleis Noordeinde. Wat jammer nou. Dat er niet wordt geluisterd naar de oppositie, die wel wil korten op de toelagen van de Oranje-leden, is normaal. De monarch moet hooguit en enkel in zeer bijzonder omstandigheden de oren naar de regering laten hangen. Zo is dat constitutioneel geregeld.
Maar waarom niet een paar ideetjes overgenomen en wat geld uitgespaard? Ideetjes zoals in
een opiniestukje in het NRC zijn verschenen. Wat bezittingen teruggeven aan het volk of de vrijstelling van belasting opgeven.

Wat denkt u? Zit onze monarch inmiddels woedend aan de telefoon om de koning van Hispanje de mantel uit te vegen? Of is ze zo vriendelijk te informeren of de hoeveelheid verdampt vermogen meevalt, als ze het Spaanse voorbeeld volgt?

Noot: Ere wie ere toekomt. Naar aanleiding van het NRC-opinie artikel, schreef ik een stukje over koninklijke morele codes. Diezelfde dag verschenen er al berichten over het Spaanse gebaar, maar dat ontsnapte volledig aan mijn aandacht. Dankzij een artikel van collega weblogger Rob Hamilton werd ik er op gewezen.

Publieke privacy.

Publieke privacy

Heb je in de publieke ruimte recht op enige privacy? Stel je loopt te winkelen en je wordt aangesproken door een frisse jongeman, in een flitsend jasje, die ineens roept: “Hé, daar hebben we meneer Jansen uit de Huppeldepupstraat! Alvast gefeliciteerd met uw verjaardag volgende week, meneer Jansen! Ik heb hier iets leuks voor uw verjaardag. Ik dacht dat u op zoek bent naar een alweer-een -nieuw-dingetje, toch?”
Als die jongeman nou je neefje of je buurman is, zou het nog kunnen. Maar die gozer is een wildvreemde! Hoe kan hij nou weten wie je bent en dat je inderdaad graag dat nieuwe dingetje wil hebben?

Kan dat? Nee, dat kan niet. Is het mogelijk? Ja, het zou zomaar kunnen.
Een trend in de commercie is persoonlijk gerichte reclame. Dat werkt alleen als men het nodige van je weet. Zolang men daarbij gebruik maakt van studies naar kenmerken van doelgroepen, ben je nog een redelijk anoniem lid van een afgebakende groep. De gebruikelijke, doorsnee reclame wordt op je losgelaten.
Nu al wordt die doorsnee reclame wel meer en meer persoonlijker geadresseerd. Reclamefolders met je naam en adres kennen we al. Noviteiten zijn boodschappen naar je e-mail of mobieltje sturen. Daarvoor moet men minstens je persoonlijk e-mail adres of telefoonnummer hebben. Die gegevens zijn makkelijk op te sporen, maar dan weet men verder niet gek veel over je doen en laten.

Dat is voor de commercie niet genoeg. Dankzij technieken als gezichtsherkenning, gedragsanalyses met behulp van bewakingscamera's, biometrische profilering en het natrekken van onze winkelgewoontes wordt het steeds makkelijker onze hoogst persoonlijke trekjes te onthullen. Het kan voor een fabrikant van papieren zakdoekjes interessant zijn te weten dat jij een notoire neuspulker bent.
Het zou zomaar kunnen dat je een reclamebord bekijkt en ondertussen de neus vingert. Waarop het reclamebord ineens tegen je zegt: “Als u dat nou eens met ons frisse tissue doet? Veiliger voor uw neus en de rest van de straat hoeft niet mee te genieten van uw vieze nagels”.
Je dacht even een momentje voor jezelf te hebben, maar camera's, verbogen in het reclamebord, hebben je in de smiezen. De camera herkent bekend gedrag en de computer koppelt dat aan een vooraf opgenomen boodschap.

Volgens een artikel op BBC News behoort dat in de toekomst tot de mogelijkheden. De technologie is er al. Het Japanse bedrijf NEC verkoopt techniek voor gezichtsherkenning, die het mogelijk maakt te bepalen wat voor reclame er op een digitaal billboard verschijnt, afhankelijk van de kenmerken van de passant, zoals leeftijd en sekse.
In Duitsland experimenteert men met camera's in straatreclame om de emotionele reacties te registreren van passanten die een blik op het geadverteerde werpen. Uiteraard met de bedoeling daar nieuwe marketingkennis uit te kunnen peuteren.

De Daily Mail meldt enige beroering in Engeland. De firma Castrol plaatste billboards, waarop je kenteken verschijnt en een advies welke Castrol-olie geschikt is voor jouw wagentje. Camera's die een aantal meters voor zo'n billboard staan, hebben jouw kenteken gefilmd en de opname is gekoppeld aan de kentekengegevens, waarover Castrol lijkt te beschikken.
De DVLA, het officiële bureau voor kentekenregistratie, ontkent dat zij de gegevens hebben doorgespeeld, maar zou nu wel willen weten hoe Castrol aan die informatie is gekomen.

Het artikel op BBC News eindigt met de opmerking dat het verstandig zou zijn nu te bepalen hoe ver commercie en overheid mogen gaan om al onze facetten in de gaten te houden, nu we nog enige privacy hebben om te beschermen. Ik vrees dat het daarvoor te laat is. Omdat nog teveel mensen geloven dat het inleveren van privacy hen ook wat oplevert.
Niet alle mensen die autorijden weten altijd welke motorolie ze precies moeten gebruiken. Dus wat dondert het dat Castrol je er even aan herinnert welke type je in je cabrioletje moet gieten. Makkelijk toch?

En zo verkoopt de overheid veiligheid en betalen we privacy. In de EU is de laatste drie jaar het aantal terreuraanslagen rond de 500 gevallen blijven schommelen. In 2008 is het echter slechts tot 384 veroordelingen gekomen, maar zijn er wel 1009 mensen gearresteerd, tegenover ruim 700 in 2006 (gegevens te danken aan een artikeltje op GeenCommentaar, waar één van de reaguurders wees op een Europol rapport (pdf!). Moet daarvoor je e-mail gelezen worden?

Privé en publiek ben je steeds meer het bezit van commercie en overheid.