Kiezen op de vrije markt

Kiezen op de vrije markt

De tandartspraktijk moet geliberaliseerd worden. Altijd al gedacht dat tandarts een vrij beroep was en dat elke gaatjesvuller geheel vrij was een praktijk naar eigen inzichten te vestigen.
Die indruk wordt de laatste tijd versterkt, omdat ik alleen al in mijn buurt een stuk of zes nieuwe tandartspraktijken zag verrijzen. Met allemaal eigentijdse en spitsvondige namen. Van DentalCare tot We love your mouth, van Tandheelkundig Centrum tot Praktijk Nooit Meer Gaatjes.
Na kindertandartsen en chirurgijnen die je niet alleen van je verstandskies, maar ook van je angst voor de tandarts verlossen, blijkt er nog een markt te zijn voor een scala aan nieuwe praktijken.

Hoewel in Nederland de tandarts dus een vrij beroep is, mag de eerste de beste stukadoor niet je gaatjes plamuren. Zelfs al zou hij er verstand van hebben. In Bloemendaal werd een man betrapt op illegale tandtechnische praktijken. Hij had wel een diploma basisarts, had ook tandheelkunde gestudeerd, maar die studie niet afgemaakt. Toch gaf hij zich uit voor kaakchirurg.

In al die gloednieuwe praktijken is het ook wild-west.
In februari berichtte het AD dat de NMT (Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde) meer controle wil in de commerciële tandartsketens, die meer aan de kassa dan aan de kwaliteit denken. Er zouden onbevoegde, buitenlandse tandartsen worden ingezet. Bovendien is het komen en gaan. Van praktijken, wel te verstaan. Van de een op de andere dag worden praktijken geopend, maar ook net zo snel gesloten. Allemaal niet goed voor de burger met kiespijn.

De Nza (Nederlandse Zorgautoriteit) wil de tandartsenpraktijk een oppeppertje geven, waar de consument beter van moet worden. Per 1 januari 2001 kunnen de prijzen voor mondzorg worden vrijgegeven. Uiteraard onder allerlei voorwaarden. Eén van die voorwaarden is dat de consument goed moet worden voorbereid op de nieuwe situatie “waarin zij worden geacht zelfstandiger keuzes te maken“.

Nou heb je al een vrije keuze welke tandarts je wil bezoeken. Bevalt het niet, dan kun je veel makkelijker overstappen naar een ander, dan bij een huisarts het geval is. Maar vanaf 2011 kunnen de tandartsen je dus ook lokken, door elkaar met hun prijzen te beconcurreren.

Concurrerende prijzen zullen dan vooral behandelingen betreffen die de laatste jaren uit het basispakket van de zorgverzekering zijn gehaald. Voor gaatjes vullen, plaatsen van een kroon of een brug is een aanvullende verzekering nodig. De premies voor die aanvullingen verschillen, omdat de aangeboden dekking ook verschilt.
Op de
website tandarts.nl raad men je aan te “overleggen met uw eigen tandarts. De tandarts kan uw gebit onderzoeken en samen met u een inschatting maken van de te verwachten kosten in de toekomst, zodat een passende verzekering uitgezocht kan worden“.

Kijk, zo kun je een ware prijzenslag in je gebit verwachten. Maar worden we daar ook wijzer van? Een tandarts die zorgvuldig te werk gaat, kiest natuurlijk goed materiaal, neemt de juiste tijd voor een behandeling en levert goed werk, om een klacht te voorkomen. Als een tandarts zich nu gedwongen ziet tarieven te verlagen, zal toch ergens op de kwaliteit moeten worden ingeleverd.
Een andere optie is dat de tarieven gelijk blijven, maar dat er wordt gestunt met aanbiedingen. Een gaatje vullen in combinatie met een mondhygiënistische behandeling voor de helft van de prijs. Zoiets.

De Nza stelt voor de komende vijf jaar te experimenteren met vrije prijzen. Om te kijken of het inderdaad zo is dat “marktwerking leiden tot een betere prijs/kwaliteitverhouding en met vrije prijzen meer ruimte is voor innovatieve zorg.”

En nu maar afwachten wie de boer met kiespijn wordt.

Heren en hun akkoorden

Heren en hun akkoorden

Quote: “De regering zal zich inspannen om te voorkomen dat (….), waarbij zij gebruik maakt van het herenakkoord. Op dit moment wordt gezocht naar de juridische instrumenten waarover de overheid in deze complexe materie kan beschikken (…)”

Deze quote zou volgend jaar zo uit de notulen van de Tweede Kamer kunnen komen en onderdeel kunnen zijn van het antwoord dat minister Bos geeft, naar aanleiding van vragen over de aanhoudend hoge bonussen in de financiële sector. De quote stamt echter uit 1999 en komt uit het Algemene Overleg betreffende de geluidszones rond Schiphol. De toenmalige regering meende aan een herenakkoord genoeg te hebben om de geluidsoverlast rond vliegveld Zestienhoven binnen de perken te houden.

Herenakkoorden. Een wat stoffige, belegen term. Tegenwoordig zoeken kabinetten het meer in gedragscodes en convenanten. Er sluipt nog wel eens een enkele beginselverklaring tussen, maar ook die term hoor je niet veel meer in de politieke arena.

Afijn, Wouter Bos heeft nu ook zijn herenakkoord. Of dat voldoende zal zijn als controle-instrument, moeten we afwachten. Soms werkt zoiets, soms niet. Het herenakkoord dat zijn eerste werkgever, Shell, in 1979 sloot met minister Van Aardenne (kabinet Van Agt I), werkte niet, volgens een analyse van de FNV.

Het ging er toen om de aardgaswinsten, die behoorlijk stegen tijdens de oliecrisis, aan te wenden voor investeringen in de Nederlandse economie. De olie- en gasprijzen waren flink gestegen, tegelijkertijd vroeg het kabinet Van Agt de vakbonden mee te werken aan loonmatiging ter versterking van de economie. Een motie van de PvdA om voor die versterking ook een beroep te doen op de winsten van Shell en Esso, haalde het niet omdat Van Aardenne het herenakkoord blijkbaar goed wist te verdedigen. Dat akkoord hield in dat Shell en Esso de winsten ook zouden gebruiken voor het scheppen van hooggekwalificeerde werkgelegenheid en versterking van research.

Een akkoord waar alle sociale partners zich wel goed in konden vinden en tot redelijke successen leidde, was het akkoord van Wassenaar (1982 – kabinet Lubbers I). In ruil voor loonmatiging zou arbeidstijdverkorting worden ingevoerd en de werkloosheid worden bestreden. Ook dit akkoord beoogde de economie te versterken, hetgeen in bescheiden mate lukte. Hoewel de vele bezuinigingen die kabinet Lubbers toepaste, volgens sommige deskundigen, ook sterk tot betere tijden hebben geleid.

Nou was het akkoord van Wassenaar wel iets meer dan een herenakkoordje. Alle sociale partners werkten er aan mee en stonden er achter. Eigenlijk is dat akkoord het rolmodel voor het crisisakkoord dat kabinet Balkenende heeft opgesteld.

In 2001 was er tijdens het Voorjaarsoverleg ook al rumoer over de topinkomens. Aanleiding was onder andere het Akkoord van Garderen (1999). Vakbeweging en werkgeversorganisaties hadden een deal om de toplonen niet teveel te laten stijgen en alleen met zeer goede redenen bonussen uit te keren. Er kwam weinig van terecht.
Zalm , toen minister van Financiën (kabinet Kok) stuurde wel aan op een wet openbaarmaking van de salarissen van topbestuurders, maar samen met even verantwoordelijke bewindslieden Vermeend en Bos verzuimde hij in de herziene belastingwetgeving het een en ander te corrigeren. Verder zocht men het in zelfregulering. Een ander woord voor herenakkoord.

Dat de heren nu akkoord zijn is mooi. Maar als wat voor heren zullen ze zich gedragen? De recente crisisgeschiedenis belooft niet veel goeds. Een enkel excuus, verder vasthouden aan contractuele afspraken en af en toe de mantra herhalen dat we bobo's wellicht naar het buitenland zien vertrekken.
Maar over één ding zijn de heren wel akkoord: een verscherpte wetgeving is taboe. De heren Zalm (ABN), Kok (ING) en Bos (rijksboekhouder) zitten nu toch wel in posities om tot een veel effectiever akkoord te komen?

Koningshuis genetisch gemanipuleerd?

Koningshuis genetisch gemanipuleerd? De Britse koningin is “not amused” over de voorstellen van premier Brown de regels voor opvolging te veranderen. In ons landje is het vanaf het begin van de monarchie zo dat het oudste kind de eerste troonopvolger is. Maakt niet uit of dat een man of een vrouw is.

In het Britse imperium gelden andere regels dan in de Nederlandse monarchie. Zo is niet de leeftijd bepalend, maar het geslacht. Een zoon, ook al is die niet de oudste telg, gaat boven een dochter. Daar wil Brown nu een eind aan maken.

Mooi dat onze premier niet de discussie over gelijkberechtiging aan moet met hare majesteit. Sinds Willem I is de troon dan ook heel evenwichtig bezet: drie koningen, drie koninginnen en dan is binnenkort weer een man aan de beurt. Kom daar in het bedrijfsleven maar eens om. De monarchie kent helemaal geen glazen plafond.

Is ons koninghuis een toonbeeld van correcte participatie of is er wat anders aan de hand?
Dat laatste dus. Het lijkt wel een speling der natuur. De eerste monarchen wisten nog zonen en dochters voort te brengen, bij het 2e huwelijk van Willem III was dat ineens afgelopen. Hij wist er nog één dochter uit te peuren: Wilhelmina.

Vanaf hier lijkt het wel of het koninklijk huis genetisch is gemanipuleerd. Wilhelmina baarde Juliana en zij kreeg alleen dochters, Beatrix grossierde in louter zonen en Willem-Alexander brengt weer alleen dochters voort.

Zal zijn oudste dochter in de toekomst uitsluitend zonen baren en haar zoon dan weer dochters produceren? Zodat de troonopvolging in de toekomst eerlijke kansen biedt aan mannen en vrouwen?

Lange termijn maakbaarheid

Lange termijn maakbaarheid

Sommigen verwijten het kabinet het gebrek aan een lange termijnvisie bij de aanpak van de crisis. En ja, nu duurzaamheid op bijna alle gebieden belangrijk wordt gevonden, dan wordt de behoefte aan een lang houdbare visie natuurlijk sterker.

Nu kan je wel stellen dat de plannen over doorwerken tot je 67e en de geopperde oplossingen om de AOW betaalbaar te houden, nauwelijks van een lange termijnvisie getuigen. De verantwoordelijke politici zeggen immers ook dat “mensen steeds langer gaan leven”?

Wel, op dat punt blijken ze wel een lange termijnvisie te hebben, want dat langer leven dreigt vreselijk uit de hand te lopen. Niet een paar jaartjes erbij, niet een tiental jaren extra, nee, honderden jaren langer! (Gelezen via Sargasso).

Kijk, dat er tot nu toe korte termijnoplossingen werden bedacht, is logisch. We leven immers met het idee dat we sterfelijk zijn en relatief kort zullen bestaan. Het mag hooguit a-sociaal worden genoemd, niet verder dan dat sterfelijke leven te kijken en met oplossingen te komen waar je nabestaanden weinig aan hebben. Maar goed, die vinden hun eigen weg wel weer.

Het voordeel van erg oud worden is dat er dan tijd genoeg is de zaakjes op orde te krijgen. Hoe? Dat hangt dan dus af van die lange termijnvisie. Er moet wel eerst een probleempje opgelost worden, wil je er ook wat aan hebben. Ouderdom komt met gebreken een één daarvan is de vitaliteit van het geheugen. Je hebt niks aan een lange termijnvisie als je die ook niet voor jaren kunt onthouden.

Nou kan dat nog goed komen. Wereldwijd zijn wetenschappers en farmaceutische bedrijven volop bezig kwaaltjes als Alzheimer de wereld uit te helpen. Op welke termijn dementie voorgoed tot het verleden zal behoren is echter nog onduidelijk.
Het typische bij geheugenverlies door ouderdom, is dat het eerst het korte termijngeheugen aftakelt.
Mooi, denkt u misschien, dan blijft het lange termijngeheugen nog over en biedt dat wellicht mogelijkheden voor de lange termijnvisie. Maar geheugen kijkt terug in de tijd. Daar heb je dus niet veel aan.

Toch kan daar een deel van de oplossing zitten. Een verleden herbergt vele, mooie herinneringen. Helaas worden de traumatische ervaringen en angsten ook onthouden. De kredietcrisis kun je gerust een traumatische ervaring noemen. De hele crisis is ook nog eens voortgekomen uit de angst in armoe te moeten leven. De paniek heeft tot ongebreidelde hebzucht geleid en niet tot verstandige beslissingen.

Willen we een lange termijnvisie die beter is dan we ooit hebben meegemaakt, dan moeten oude trauma's en angst voor de toekomst geen invloed kunnen hebben op het denken. Ook hier biedt de wetenschap hoop. Trauma's en angsten zijn uit het geheugen te wissen. Biedt dat perspectief of niet?

Ik zou zeggen: wis de hele geschiedenis dan maar. Van de geschiedenis wordt bar weinig geleerd, gezien de eeuwig durende herhalingen van oorlogen, crisissen en korte termijn oplossingen. Weg ermee!

Misschien dat dan de idealen van Neal Raes werkelijkheid zullen worden. Deze jonge, Belgische politicus meent dat we niet bang moeten zijn voor de toekomst. ” De wereld is maakbaar als je een langetermijnvisie hanteert”.
Laten we alle jonge politici een traumavrij geheugen toewensen. Op korte termijn graag!

Zalm's toezicht

Zalm's toezicht Ex-minister van financiën, Gerrit Zalm, mocht voor het eerst de ABN-Amro resultaten van 2008 presenteren. Daarbij lichtte hij ook een tipje van de sluier over de toekomst van die bank, als het samengaan met Fortis voltooid zal zijn. Dat is de klus die Zalm heeft gekregen van zijn opvolger, minister Bos.
Het tipje van de sluier? ABN/Fortis moet weer een normale bank worden. Geen gekke zaken in het pakket en grote terughoudendheid met bonussen.

Ik heb geen idee of Wouter Bos een gedetailleerde taakomschrijving voor Zalm heeft laten maken en hoe groot of klein de vrijheid van Zalm's handelen is. Net zo min als ik een idee heb of Zalm nauw contact houdt met Bos en wie van die twee dan het meest te vertellen heeft.

Eén man is daar niet erg gerust op. Nout Wellink van de DNB (De Nederlandse Bank) wil een buffer tussen ABN/Fortis en Wouter Bos. Een stichting die moet voorkomen dat Bos direct invloed uitoefent op de genationaliseerde bank.

Nou, mij lijkt Zalm daar geknipt voor. Doe laat zijn niet zomaar van alles en nog wat aanleunen door Wouter Bos. Dus waar heeft Wellink het over? Of zijn Bos en Zalm zulke dikke maatjes dat Wellink zich wat buiten spel voelt gezet?
Dat is nergens voor nodig, want zijn DNB moet toezicht houden op banken en dus ook op ABN/Fortis.

Er moet ergens op het crisispad iets zijn gebeurd, waardoor Wellink geen vertrouwen meer heeft in Bos. Juist in deze tijden hoort de minister van Financiën invloed te hebben op de gang van zaken. Tenslotte worden ABN en Fortis gered en omgevormd met staatssteun. Dus waarom een buffer tussen de bank en Bos? Waarom is er een stichting nodig om die twee wat bij elkaar vandaan te houden?

Wellink zegt een groot voorstander te zijn van een parlementaire enquête naar de diepere oorzaken van de crisis. “Wij willen dolgraag vertellen wat wij weten”, zegt hij in het gelinkte AD-artikel.
Ja, dat willen wij ook. We willen ook weten wat Wellink's rol is geweest en of het nou terecht is dat hij geen excuses hoeft te openbaren. En of de DNB nou wel of niet de bonussen bij ABN-Amro heeft goedgekeurd. Wellink zegt van niet, Zalm zegt van wel.

Kijk, daar gaat iets mis. Althans voor Wellink. Bluft hij daarom wel alles te willen vertellen? De ontsnappingsroute voor die boute uitspraak ligt al klaar. Zeer waarschijnlijk komt erg geen parlementaire enquête, waar hij onder ede kan worden verhoord, maar een parlementair onderzoek. Dan kan hij zich beroepen op zijn geheimhoudingsplicht.

Het zal toch niet zo zijn dat het meningsverschil tussen Zalm en Wellink iets te maken heeft met de carrière die ieder voor zich nog denkt te ontwikkelen? Voelt Wellink zich bedreigd door de innige samenwerking tussen Bos en Zalm? Vreest hij zijn baan te verliezen, omdat Bos heeft beloofd dat Zalm de nationale toezichthouder mag worden, als hij de klus bij ABN/Fortis heeft geklaard?

Jongeren en een nieuwe democratie

Jongeren en een nieuwe democratie Meten is weten. Maurice de Hond meet veel en denkt dus veel te weten. Als het kabinet nu uiteen spat op de fundamenten van haar crisisakkoord, krijgen we verkiezingen waar alleen een combinatie van CDA, PvdA en PVV een Kamermeerderheid van 80 zetels zal halen.

Tsja, misschien zouden de jongerenpartijen zich eens wat minder druk moeten maken om de oude dag van hun oudere collega's en zich wat meer richten op een het initiatief van de JOVD uit 1976 eens herhalen, maar dan in een wat minder luxueus hotelletje (vanwege de crisis).

Het Des Indes-beraad had tot doel eens te bekijken of de onderlinge verschillen tussen PvdA, VVD en D66 opzij gezet konden worden om een eind te maken aan jaren van christelijke “overheersing”.
In deze barre tijden zou eens bekeken kunnen worden of er een eendrachtig antwoord gevonden kan worden op religieus geïnspireerde politiek (CDA, CU) en antireligieuze politiek (het anti-islam van de PVV).

Daar zal heel wat voor opzij moeten worden gezet en alleen een breed front van PvdA, D66, VVD, GroenLinks en SP haalt dan, volgens de genoemde peiling, vier zetels meer (84) dan het CDA, PvdA, PVV scenario.

Vraag aan de lezers: wat moeten PvdA, D66, VVD, GroenLinks en SP opzij zetten om tot een nieuwe democratische politiek te komen, waarin geen plaats meer is voor dogma's die tot verdeeldheid in de samenleving leiden?
(Subvraag: en in welk hotel moeten de jongerenafdelingen van die partijen dat zaakje dan voorbereiden?)

Annunciatie Verlossing van de crisis

Crisis Annunciatie Het is vandaag Maria Boodschap en de minister-president heeft vandaag ook een boodschap.

Wij: “Wij hebben een boodschap!”
Zij: “Wij niet, jullie hebben een boodschap….”

Wij: “Nou moet u niet meteen…”
Zij: “Okee, okee, geintje. Welke boodschap hebben jullie dan?”

Wij: “Wij hebben zelfs twee boodschappen!”
Zij: “Ja, dat kennen we. Begin maar dan maar met de slechte boodschap”.

Wij: “Ha! Wij hebben alleen twee goede boodschappen!”
Zij: “Zoho, da's nieuws….”

Wij: “Boodschap één: we gaan niet bezuinigen”.
Zij: “Oh gotnogantoe, en dan komt er nu toch een slechte boodschap achteraan”.

Wij: “Nee, onze tweede boodschap is mogelijk beter dan de eerste”.
Zij: “Welja, kom maar op, overtreft uzelf eens een keertje…

Wij: “De tweede boodschap is: wij dragen allemaal ons steentje bij”.
Zij: “Dus toch!”

Wij: “Huh? Wabedoelu?”
Zij: “Met wij bedoelen jullie wij-de-mensen-in-het-land”.

Wij: “Dat is populair uitgedrukt. Wij hebben het liever over samen leven, samen werken”.
Zij: “En met steentjes bijdragen bedoelen jullie bezuinigingen”.

Wij: “Nee, met stenen bijdragen bedoelen wij: in tijden van crisis investeren in een toekomst van samen leven en samen werken”.
Zij: “Juist. En hoe gaat dat dan?”

Wij: “Wij hebben een pakket van maatregelen samengesteld”.
Zij: “Wij niet, jullie… Ons is niets gevraagd”.

Wij: “Kunt u nu eens bij de inhoud blijven?!”
Zij: “Een heel pakket! Jullie zijn zwanger van plannen! En wanneer gaan wij daar iets van merken?”

Wij: “Wij denken dat na een maandje of negen de resultaten zichtbaar zullen worden”.
Zij: “Waarom moet dat nu nog zo lang duren?”

Wij: “Wel, Aken en Keulen zijn ook niet op één dag gebouwd”.
Zij: “Ah! Jullie gaan grootse werken realiseren!”

Wij: “Dat dachten wij wel. Wij gaan zes miljard investeren in weg- en waterbouw, aanpak van de jeugdwerkloosheid, duurzame energie en het afschaffen van de vliegtaks”.
Zij: “En jullie gaan bezuinigen!”

Wij: “Nee, dat doen wij niet! Dat wil zeggen, dat doen we nu niet. Als de economie is aangetrokken, hetgeen naar onze verwachting niet zo lang meer zal duren, gaan we in 2011 vijf miljard bezuinigen in de collectieve sector”.
Zij: “Hm, jullie gaan dus nog niet bezuinigen. Maar de mensen in het land moeten wel bezuinigen?”

Wij: “Wij menen dat iedereen wel een verantwoordelijkheid heeft. Wij hebben dan ook de sociale partners dringend opgeroepen de lonen te matigen. In ieder geval worden de lonen in de collectieve sector bevroren”.
Zij: “Dat noemen jullie geen bezuinigingen? Die lonen worden toch door jullie gefinancierd?”

Wij: “Voor een redelijk deel wel ja. Maar mensen moeten zich daar geen zorgen over maken”.
Zij: Want?”

Wij: “Wel, de mensen gaan wat langer doorwerken en houden dus aan het eind van de rit meer over”.
Zij: “Wij moeten tot ons 67e wachten om te kunnen zien of ons huishoudboekje genoeg cashflow heeft?

Wij: “Wij niet, jullie…..”

Assistentie gevraagd

Assistentie gevraagd Goh, wat had ik graag een assistent gehad. Bloggen is leuk, maar er komt zoveel meer bij kijken dan alleen stukkies schrijven. Een deel van dat “meer” is nog wel aardig om te doen, een ander deel is niet zo leuk. Als dat nou helemaal niet relevant zou zijn, voor het in stand houden van een blog, dan liet ik dat deel van het werk wel zitten. Maar helaas, het hoort er ook bij.

Dat geldt voor bijna elke arbeid. Je hebt het meest essentiële deel en je hebt heel wat gedoe er omheen. Bovendien is er nog zoiets als werkdruk, die hier en daar flink is toegenomen. Dan is assistentie meer dan welkom. De praktijkondersteuner van de huisarts bespaart de dokter 18 procent tijd. De apotheker heeft het steeds drukker, maar moet nog assistentie zoeken.

Managers koesteren hun persoonlijke assistent en weigeren die in te leveren, ook al knaagt de crisis aan hun bedrijf.Dat laatste is vreemd. Het is namelijk heel gebruikelijk om bij bezuinigingen eerst naar de personele kosten te kijken en vooral te snoeien in het ondersteunend personeel. Zo gaat dat in het onderwijs, in de zorg en ook bij menig commercieel bedrijf. De laatsten die eruit vliegen zijn de managers. En zo lang die mogen blijven, is dat blijkbaar met behoud van assistentie.

Op mijn werk heb ik de laatste jaren een scala aan ondersteunend en assisterend personeel zien verdwijnen. Dat zal niet in elke sector het geval zijn geweest, hoop ik.In ieder geval: hoe zit het met uw assistent? Of heeft u er geen, maar wel nodig?
En tot slot: kunnen de door werktijdverkorting stilzittende werknemers niet hun assistentie aanbieden, waar dat maar nodig is?

Wie trouwens hier wil assisteren met het schrijven van stukkies, mag zich onmiddelijk aanmelden.

Vrijwilligers, verenigt u!

Vrijwilligers verenigt u! Quote van de toekomst:
Het wordt steeds belangrijker dat zorgorganisaties rekening houden met de wensen en competenties van hun vrijwilligers“.
(Staatssecretaris
Bussemaker van VWS, op Make A Difference Day, vrijdag 20 maart 2009)

Terwijl 50.000 vrijwilligers allerlei klusjes deden voor goede doelen, wees Jet Bussemaker op het belang van zorg voor vrijwilligers. Als zorginstellingen daar wat moeite mee hebben, kunnen ze een beroep doen op Zorg Beter met Vrijwilligers. Hoe maak je het werk aantrekkelijk, hoe zorg je voor een goede samenwerking tussen de beroepskrachten en familie? Dat soort vragen.

Een nieuwe website, waar je een test kan doen om te kijken voor welke vrijwilligheden je geschikt bent en waar organisaties vijf verbeterthema's en een databank met inspirerende voorbeelden kunnen vinden.
Dus wie vrijwilliger in de zorg wil worden, kan rekenen op een geweldige ervaring. Dat zal ook wel nodig zijn, want als jij nu nog niet als vrijwilliger in de zorg werkt, dan kom je vanzelf wel aan de beurt als de zorg echt veel te duur is geworden en de kredietcrisis ook jou heeft bereikt.
Een belachelijke voorspelling? Laten we eens wat zaken op een rij zetten en geef dan eens antwoord op die vraag.

1. Al jaren wordt er gehamerd op een duurder wordende zorg. Met de vergrijzing in aantocht wordt het niet alleen erg kostbaar, het zal ook meer moeite kosten genoeg personeel te hebben.

2. Eveneens wordt er al jaren gehamerd op normen en waarden, waaronder de eigen verantwoordelijkheid van de burger, ook voor de zorg. Dat werkt, want inmiddels is mantelzorg sterk gegroeid en maakt de Make A Difference Day duidelijk dat 50.000 mensen het voorbeeld van Hare Majesteit volgen en kopjes thee schenken in bejaardentehuizen, tuinen aanharken bij verpleegtehuizen, een praatje maken in ziekenhuizen en boodschappen doen als thuiszorgservice.

3. Vorig jaar diende SGP-kamerlid Van der Vlies een motie in, waarin hij het kabinet verzocht eens uit te zoeken of het niet aardig is, bij het toepassen van werktijdverkortingen, werknemers tijdelijk in te zetten als vrijwilliger in publieke sectoren, zoals de zorg en het onderwijs.
Hij heeft de motie vrijwillig ingetrokken, zodat die nooit in stemming is gebracht.

4. Nu de crisis voortdendert ziet de NOV (Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk) een mooie kans. Marius Ernsting, voorzitter NOV had berekend dat er 1,1 miljoen uren vrij komen door werktijdverkorting. Het lijkt hem een prima idee die uren aan vrijwilligerswerk te besteden. En om bedrijven daar warm voor te krijgen zouden de vrijwillige uren in mindering gebracht kunnen worden op de WW-premie. Een brief hierover is naar het kabinet gestuurd.

5. Het Nederlands Dagblad liet Movisie een onderzoek doen, waaruit bleek dat de vraag van burgers naar vrijwilligerswerk behoorlijk is gestegen sinds de kredietcrisis. Met name de sectoren zorg, welzijn en cultuur zijn populair. Ook het aanbod van vrijwilligerswerk is gestegen.

6. Vrijwilligersprofessor Lucas Meijs denkt dat de crisis wel meer vrijwilligers zal opleveren.
Hij corrigeert de misvatting dat alleen zielige werklozen vrijwilligerswerk doen. Nee, het zijn juist veel mensen met drukke banen en die volop in het leven staan, zegt hij in het Nederlands Dagblad. “Dit is een unieke situatie“, zegt Lucas Meijs, “we hebben te maken met mensen uit drukke banen die opeens meer tijd krijgen doordat ze boventallig raken of worden ontslagen. Die mensen willen niet thuis zitten, maar hun vaardigheden onderhouden en in een netwerk actief blijven“.
Hij waarschuwt wel dat als de crisis weer voorbij is, we al die vrijwilligers ook weer kwijt raken.

Terug naar de voorspelling. Zal in de toekomst iedereen aan het vrijwilligerswerk moeten?
Ik voorspel van wel. Nu is de makke van vrijwilligerswerk dat het vrijwillig wordt aangegaan. Heb je bij een “echte” baan een onkostenvergoeding die ze salaris noemen en ben je beschermd door de arbeidswetgeving, bij vrijwilligerswerk ligt dat heel anders.

Terwijl onze zuiderburen al jaren een heuse wet betreffende de rechten van vrijwilligers hebben, waarvan een gemoderniseerde versie per 2007 van kracht werd, hebben wij alleen een onsamenhangend scala aan wetten en moeten het verder doen met tips & trics die door de vakbond of vrijwilligersorganisaties worden aangeboden.

Hoe maak je het werk aantrekkelijk, hoe zorg je voor een goede samenwerking tussen de beroepskrachten en familie? Met dat soort vragen begon dit artikel. Maar als de kans groot is dat iedereen vrijwilligerswerk zal moeten doen, dan is de vraag naar een eenduidige wetgeving en een veel betere rechtspositie voor de vrijwilliger minstens even belangrijk.

Kan het kabinet in alle recessen (= vrije tijd, goed in te vullen met vrijwilligerswerk) daar niet eens werk van maken? Zo niet, dan blijft het kabinet misschien wat arbeidsonrust bespaard, maar moet het rekening houden met behoorlijk wat vrijwillige onrust.

Doorzichtige zekerheid?

Doorzichtige zekerheid? Wat is de beste crisisverzekering? Sommigen hopen dat de baas via een verzekering een gouden handdruk mee zal geven bij eventueel ontslag. Anderen menen dat het vakbondslidmaatschap de beste crisisverzekering is. Wie zal het zeggen? Misschien komt het nog aan de orde in een debat dat maandag 23 maart wordt gehouden in het Politiek Café te Den Haag.
Nee, da's niet het Binnenhof, maar een kroeg, waar maandelijks onderwerpen ter discussie worden gesteld en politici en deskundigen met elkaar in de clinch gaan. Maandag gaan ze uitzoeken of ooit de verkoop van
verzekeringen transparant wordt.

Transparantie, dat is één van de dingen die voor en tijdens de crisis ernstig wordt gemist. Zo twijfelen sommigen ook over de waarde van hun verzekeringen, terwijl aan alle kanten wordt beweerd dat de crisis alleen met leningen, speculaties en beleggingen van doen heeft.
Het Verbond van Verzekeraars
legt op hun website uit dat onze verzekeringen weinig schade van de crisis zullen ondervinden. Nog afgezien het feit dat als je diverse verzekeringen met elkaar wil vergelijken, de transparantie net zo ondoorzichtig is als bij producten op gebied van telefonie, internetproviding of loterijen, maakt het Verbond van Verzekeraars niet echt duidelijk of jouw verzekeringspolissen waarde zullen houden.

Mede dankzij de staatssteun die ook verzekeringsmaatschappijen krijgen, is er voor de Nederlandse polishouders geen reden tot bezorgdheid, zoals ze bij vraag 5 uitleggen.

De impact van de crisis zal voor de verzekeringssector beperkt zijn, lezen we verder. Uiteraard wordt ook die branche door kredietrisico's geraakt en is de toegang tot de financiële markten voor de verzekeraars een stuk lastiger geworden. Maar de toezichtregels zijn zo streng dat maar een beperkt vermogen is belegd en bovendien die regels voldoende garantie bieden voor de particuliere verzekerde.
En ook al is de solvabiliteitspositie achteruit gegaan, dat mag niet als een teken van zwakte worden gezien. De vermogensbuffers van de verzekeraars hebben hun dienst bewezen, schouderklopt het Verbond.
Het klinkt bekend: het gaat slechter, maar maakt u zich niet ongerust.

De crisis kàn de verzekeringsbranche ook niet zo hard treffen als de bankwereld, gaat het Verbond verder. Een bank komt in problemen als spaarders massaal hun tegoeden opnemen. Bij verzekeringen ligt dat anders. Beleggings- en lijfrenteverzekeringen worden alleen in langjarige contracten vastgelegd, dus die klanten is een verzekeraar niet meteen kwijt. En schadeverzekeringen kunnen dan wel opgezegd worden, maar dan hoeft de verzekeraar ook het risico niet meer te dragen.

Wat dat laatste betreft moet het Verbond voor Verzekeraars nog maar afwachten wat de klanten gaan doen. Ten eerste wordt binnenkort het stilzwijgend verlengen van verzekeringen ongedaan gemaakt. Ook zullen de verzekeraars geen contracten meer aanbieden die langer lopen dan een jaar. Een klant krijgt dus elk jaar de gelegenheid eens naar zijn polissen te kijken en zich af te vragen of alles nog wel verzekerd moet blijven.

De premies stijgen wel elk jaar, maar sommige risico's worden beduidend kleiner. Hetzelfde Verbond voor Verzekeraars maakte bekend dat er aardig is verdiend op inboedel-, brand- en autoverzekeringen. Hoewel de risico's voor de verzekeraars kleiner werden, dankzij een daling van inbraken, branden en autoschade, heeft de consument er niet van kunnen profiteren middels lagere premies. Het doorbreken van de langjarige contracten kan daar mogelijk een eind aan maken.
Nu de klant elk jaar de mogelijkheid krijgt over te stappen, of zelfs het risico zelf maar te nemen, zullen de verzekeraars wat aan de hoogte van de premies moeten doen. Hoe sterk zal de verzekeraar nog zijn als de premie-inkomsten dalen?

De consument is ondertussen veel minder gerust de kracht van de verzekeraars. Reden voor het Verbond het imago van de branche op te poetsen. Dat imago heeft deuken opgelopen naar aanleiding van de woekerpolis-affaire, waarbij gedupeerden vaak te lage compensaties kregen en negatieve berichten in Zembla over trage en inadequate afhandeling van schadeclaims.
Het Verbond
verweert zich tegen die aantijgingen, door te stellen dat, in belang van de polishouders, schadeclaims wel heel zorgvuldig moeten worden bekeken op de werkelijke omvang en mogelijke fraude. Het Verbond vindt wel dat als er directe banden bestaan tussen een verzekeraar en een schade-expertisebureau, dit aan de consument expliciet duidelijk moet worden gemaakt. Transparantie dus.

Samengevat: een lagere solvabiliteit (hoe laag weten we niet), lagere premies dus kleinere inkomsten en meer duidelijkheid aan de klanten. Hoe zeker is de verzekeraar nog? Kan dat eens volledig transparant gemaakt worden?