Waar komt toch de drang vandaan de geheimen van het leven te willen zien, ook als die er niet zijn? Nee, nu niet even over Wikileaks, want dat gaat over geheimen die dat niet horen te zijn, maar er wel degelijk zijn. Het gaat over stiekeme codes, die informatie openbaren, waar we verder niet veel aan hebben.
In de Mona Lisa van Leonardo da Vinci sterft het van die codes. De laatste ontdekking is gevonden in Mona Lisa’s ogen. Daar zouden lettertjes of cijfertjes in zijn gepenseeld.
Natuurlijk verwijst de pers naar de bestseller de Da Vinci Code van Dan Brown, maar ook daar heeft de recente ontdekking niets mee van doen. De miniscule informatie in de poppetjes van Mona’s ogen, zouden iets vertellen over wie de dame nu eigenlijk is. In het ene oog dan. In het ander zouden de initialen van Leonardo zelf staan.
De oude kunstenaar kan er zelf niets over zeggen. Dat krijg je als je zo lang dood bent. Maar verder kan iedereen aan elk barstje in het schilderij elke symboliek toekennen. Volgens mij is de ontdekking niet meer dan de openbaring dat er een konijn in de wolken te zien is.
Kijk, aan wat jongere kunst zal niet snel enige mystiek worden toegekend. Voor spannende theorieën geldt hoe ouder, hoe mystieker. Dat kan veel makkelijker, omdat er veel lastiger keiharde bewijzen zijn aan te voeren. Van de mystiek van oude Egyptenaren tot de mystiek van welke god dan ook.
Op het plaatje linksboven zie een fragment van het Oog van de Tijd, een schilderij van Salvador Dali. Daarin een klokje en de handtekening van de meester. De grapjas heeft dat er natuurlijk in gekwast, in de verwachting dat ooit de Dali Code zou verschijnen. Kunnen we ook niet verifiëren, omdat ook deze kunstenaar morsdood is.
Door het oog van de tijd wordt geschiedenis steeds mythischer. Je moet het wel willen zien.
Tag archieven: codes
Codes zijn nooit veilig
Je kent dat wel. Sta je voor de pinautomaat, ben je ineens de code vergeten. Of je inlogcode voor je pc op het werk. Niets aan de hand, maar de paniek slaat wel toe als je ook vergeten bent waar je die codes had opgeschreven.
Erger is het als je het bankpasje kwijt blijkt te zijn of je het papiertje met je codes niet meer kan vinden. Daar voel je je dan toch erg ongemakkelijk bij, maar met hulp van de bank of de afdeling systeembeheer op je werk, is het vaak snel weer geregeld.
Van zulke paniek heeft niet iedereen last. Ook Amerikaanse presidenten blijken gewoon mensen te zijn en raken wel eens een code kwijt. Menigeen zal gniffelen bij het bericht dat ze regelmatig de code kwijt waren, waarmee ze een nucleaire aanval konden starten. Het overkwam Jimmy Carter, die natuurlijk de code niet uit zijn hoofd wist en het kaartje met de code naar de stomerij had laten brengen. Ronald Reagan verloor dat kaartje toen hij overhaast werd afgevoerd, nadat er een aanslag op hem was gepleegd. Het overkwam Bill Clinton ook, alleen vermeldt de historie niet welk excuus hij had.
En heeft de wereld iets van paniek gemerkt? Niet dus.
Codes zijn er om veiligheid te waarborgen. Het voorbeeld van de Amerikaanse presidenten toont aan dat de wereldvrede het best beveiligd is als ze hun nucleaire code vergeten. Het bewijst tegelijkertijd dat codes nooit veilig zijn, om de simpele reden dat je ze kunt vergeten.
Het vergeten gaat sneller dan mensen zich kunnen herinneren. Er is te veel om te onthouden. Wat codes betreft is dat zo erg geworden dat je gerust kunt spreken van het mahsro-effect. Een term die ik bij elkaar fantaseerde in 2006 en tot mijn stomme verbazing navolging kreeg in Nederlandse en Belgische media.
Mahsro staat voor “Mijn Arme Harde Schijf Raakt Overbelast”. Meer dan een zes of zeven codes schijnt een normaal mens niet te kunnen onthouden. Amerikaanse presidenten hebben zoveel aan hun hoofd, dat een code makkelijk kwijt raakt. Geen nood, want ze hebben een legertje assistenten die codes bewaren of ze vervangen wanneer dat nodig is.
Voor ons is er nog geen persoonlijke assistent die op een handige wijze alle codes onthoudt en oproept wanneer we ze nodig hebben. De vraag rijst dan: hebben we werkelijk zoveel codes nodig, om een beetje veilig door de reële en digitale wereld te bewegen? Of is er een sluitende oplossing te verzinnen om het met minder codes te doen?
Je kunt je pincode rustig vergeten
Goed nieuws op het mahsro-front. Mahsro is een hier verzonnen code en staat voor Mijn Arme Harde Schijf Raakt Overbelast. En wel door de overvloed aan te onthouden codes. Pincodes en wachtwoorden, ofwel alles waarmee we toegang krijgen tot ons eigen geld, onzer eigen gegevens op websites, onze werkruimte op het bedrijf.
Van huisnummer tot postcode, van telefoonnummer tot Digid, van pincode tot de burgerservicenummer. Meer dan 6 tot 7 codes kan een gewoon mens niet uit het blote hoofd onthouden. Dus zoeken mensen oplossingen om de mahsro-code te kraken, want er bestaat een serieuze kans gek van pinnen te worden.
De Rabobank kwam op het idee om een pratende geldtap te introduceren. Slecht idee natuurlijk, want dan moet je je pincode in de machine toeteren. In de rij wachtende achter je staat dan natuurlijk een van die vele pincriminelen, waar dit land last van schijnt te hebben.
Grootgrutter AH kwam met een oplossing die al beter leek. Aan de kassa betalen met je vinger. Even een scanner van de kassajuffrouw bepotelen en met je vingerafdruk zijn de boodschappen betaald. Mooi, geen pincode te onthouden.
Zo’n systeem heeft weer andere veiligheidsproblemen dus dat komt er voorlopig niet.
Het goede nieuws komt van ABN-Amro. Een bankpas die werkt als een ‘ov-kaart’, lezen we in De Volkskrant. Het pasje langs een scanner halen en je kunt je geld trekken. Nu zijn er met de echte ov-kaart ook de nodige problemen. Ik neem aan dat dit de reden is waarom de bank niet kan zeggen wanneer dit systeem praktijk zal worden. Deze oplossing is een prima oplossing tegen mahsro-perikelen. Maar het moet dan wel perfect werken.
Voorlopig moeten we het dus nog doen met het intikken van die 4-cijferige code. Inmiddels groeit het aantal te onthouden codes nog steeds. Zo zullen veel mensen nu wel het fenomeen van wisselende wachtwoorden kennen. Op mijn werk moet elke maand het wachtwoord worden veranderd, waarmee toegang tot het netwerk wordt verkregen.
Dat is niet meer te onthouden, dus iedereen schrijft het op, met het risico de notitie rond te laten slingeren.
Skimmen kan niet meer
Er blijken twee afdoende maatregelen tegen het skimmen van bankpasjes te zijn. En toch worden die niet op alle pinautomaten toegepast. Nee, eerst gaan banken, justitie en politie een proeftuin opzetten om onderzoek te doen naar middelen om skimmen tegen te gaan.
Dat lezen we in een communiqué van de Nederlandse Vereniging van Banken, het Openbaar Ministerie en politie. Logisch. Boeven vang je als ze een misdaad hebben begaan, gesnapt zijn en door de rechter achter de tralies worden gegooid. Dus als er nog morgen overal veilige pinautomaten staan, dan vallen er geen boeven te vangen.
Zo zal het niet helemaal liggen, maar er zijn twee partijen die beweren een eind aan het skimmen te kunnen maken.
De NS beweert dat de automaten op hun stations niet meer geskimd worden. Simpelweg door een invoerstuk te verzinnen, die het veel te lastig maakt om illegale skimstukken er op te zetten. Sinds de aanpassing van de automaten, vorig jaar september met de “Veilige Pasinvoer”, is het skimmen gereduceerd tot nul, volgens een NS-woordvoerder in een artikel in De Volkskrant.
De woordvoerder zegt ook dit middel beschikbaar te willen stellen aan andere partijen. Waarom is dat niet meteen gebeurd?
De Haarlemse uitvinder Jan Anton Roos heeft octrooi aangevraagd op zijn veilige methode: twee pincodes voor elke pas. Bij het pinnen gebruik je een van die codes. Wil je daarna nog een keer pinnen, moet je de andere code gebruiken. Heeft iemand je pincode afgekeken, dan kan hij de bankpas dus niet gebruiken, omdat hij de tweede code niet weet.
De Haarlemmer is er al eerder mee naar de banken gestapt. Maar die zagen er geen brood in, omdat het skimmen toen een relatief klein probleem was, zo stelt de heer Roos in een persbericht. Nu het probleem groter is geworden, hoopt hij dat zijn methode een nieuwe kans krijgt (lees ook meer op de website code02.org).
Een aardige oplossing. Maar die werkt natuurlijk niet bij skimapparatuur die de gegevens afleest van je bankpas, op het moment dat die in de gleuf zit.
Er is natuurlijk nog een derde methode. Gebruik gewoon geen pinautomaat op straat meer. Het kost je wat meer tijd om in de rij bij het loket in de bank op je geld te moeten wachten. Wie toch risico wil lopen bij de openbare geldautomaten, gokt er op dat de banken, justitie en politie snel met een afdoende oplossing uit hun proeftuintje komen. Ik vrees dat we daarop minstens net zo lang moeten wachten als de pinfraude al bestaat.
Ondertussen vraag je je af, waarom banken zo moeilijk doen, als het blijkbaar ook makkelijk kan.
Mahsro bijna dodelijk
Het mahsro-effect veroorzaakte bijna een sterfgeval. In de Uri Gellershow liet een dame zich opsluiten in een volle watertank. Ze meende het cijferslot te kunnen kraken, maar kon niet op de code komen en moest door de opnameleiding worden gered.
Mahsro, wat is dat ook alweer? Het staat voor Mijn Arme Harde Schijf Raakt Overbelast. De term werd op de oude versie van dit weblog geïntroduceerd. Als geintje natuurlijk, maar later bleek het serieus genomen te worden in de ITC-wereld. Althans, volgens een journalist die het met Google had opgepikt.
Mahsro staat voor de vele codes die we gebruiken en niet meer te onthouden zijn. Bij mijzelf valt het nog mee: vorig jaar nog maar 16 codes, nu al weer 24: zes codes op mijn werk en privé zo'n achttien stuks. Van pincodes tot toegangscodes in de virtuele wereld. En dan zwijgen we maar over de in zwang geraakte gedragscodes op werk en in de openbare ruimte.
Meer dan 6 of 7 kan een normaal mens niet onthouden. De mevrouw die kopje onder ging, meende niet normaal te zijn, maar paranormaal begaafd. Ik weet niet wat er door haar hoofd ging. Het lijkt er sterk op dat er allerlei codes door haar koppie gingen, maar die ene die ze nodig had kwam niet bovendrijven. Typisch gevalletje mahsro.
Heeft uw gezondheid al te lijden onder het mahsro-effect?
Paus valt van geloof?
Wordt 2009 het jaar van de verandering? Alle hoop is wat dat betreft gevestigd op Obama's change, maar wat dacht u van de paus?
Tijdens zijn nieuwjaarsmis riep hij op tot een aanpak van de wereldwijde armoede. Dat is op zich geen nieuws. Wel nieuw is dat hij de oplossing ziet in globalisering, “mits plaats wordt gemaakt voor een gemeenschappelijke ethische code”.
Let op het woord “gemeenschappelijke”. De paus ziet in dat eeuwenlange christianisering een doodlopend eenrichtingsweggetje is.
Al dat werk van missionarissen, jaarlijkse pauselijke oproepen, het al dan niet met geweld opleggen van tien geboden en wat er verder zo te pas kwam bij de evangelisatie van de aardbol heeft de armoede er niet minder op gemaakt.
De christelijke ethiek is mooi op papier maar het werkt in de praktijk niet echt. Dus zoekt de paus nu een meer gemeenschappelijke ethische code.
Onder gemeenschappelijk mag je toch verstaan dat al wat in de globale gemeenschap rondzingt meetelt. Christelijke ethiek kan een bijdrage zijn, maar als dat niet voldoende blijkt, wordt het tijd de ethiek van anderen erbij te betrekken. Of, zoals de paus zei: “Wat de armoedebestrijding echter wezenlijk nodig heeft zijn mannen en vrouwen die op broederlijke wijze leven en ‘mensen, gezinnen en gemeenschappen bijstaan op hun weg naar een authentieke, humane ontwikkeling‘.
Nu hebben de meeste nieuwjaarstoespraken een hoog orakelgehalte. Hoe moet je de gezegende woorden duiden? Valt de paus nu van zijn geloof en zoekt hij nu de authenticiteit en humaniteit van niet-christenen om tot een gemeenschappelijke aanpak van de armoede te komen?
Helaas, dat valt wat tegen. Het oerchristelijke “gaat heen en vermenigvuldigt u” ziet de paus nog steeds als een goede bijdrage aan het wegwerken van de ellende. Het gezin de hoeksteen van de samenleving en de strijd aanbinden met het hedendaagse Sodom en Gomorra.
De paus stelt zijn katholieke grenzen aan authenticiteit en humaniteit. Zo zal in Vaticaanstad niet langer de Italiaanse wetgeving zonder meer worden overgenomen, maar getoetst worden aan rooms-katholieke principes.
Logisch, want nu er een versoepeling van het euthanasieverbod dreigt te komen, vreest de paus natuurlijk dat de terugkeer van Jezus op aarde in gevaar komt.
De “gemeenschappelijke ethische code” die de paus voor ogen heeft, zal zeker getoetst worden aan zijn eigen Codex luis Anonymi en de vele encyclieken waarmee hij de wereld maakbaar wil maken gedurende zijn regeerperiode.
Het jaar van de verandering komt niet uit katholieke hoek.
De 10 geboden bij overnames
Een modieuze variant van de fusie (zie artikel van gisteren), is de overname. Bedrijven struinen de markt af naar andere bedrijven, om het marktaandeel te vergroten.
Die opkoopwoede moet wat meer gecontroleerd worden, vindt het CDA. Er zijn namelijk ook wat minder leuke neveneffecten bij overnames.
Het kan, net als bij fusies, tot monopolieposities leiden. Er worden soms buitensporige bonussen bedongen door de bestuurders die de overname moeten regelen. En het gaat er soms erg rommelig aan toe: diverse partijen bemoeien zich ermee en bieden maar raak.
De voorbeelden die het CDA noemt, doen vermoeden dat er enig sentiment meespeelt. Het doet altijd een beetje pijn om nederlandse bedrijven opgekocht te zien worden door buitenlandse durfkapitalisten.
De VEB (Vereniging voor effectenbezitters) heeft al een gedragscode bij overnames opgesteld. Die tien geboden moeten, naar Engels voorbeeld, vooral de aandeelhouders beschermen. Tien regeltjes om meer invloed op het proces te krijgen.
De consument zou voldoende beschermd worden door de NMa, maar die heeft weinig invloed op het proces. Hooguit kan die een overname verbieden als er een monopoliepositie dreigt.
Nu zal er wel weer flink geklaagd worden over de voorgestelde regelgeving. Alweer een gedragscode, die een aanval pleegt op de zo geprezen vrijheid van de markt.
Behalve geklaag zal het bedrijfsleven ongetwijfeld met een voorspelbare reactie komen: okee, jullie willen regels? Laat ze dan door onszelf opstellen. Zelfregulering heet dat. Net zo modieus als de overnamekoorts zelf.
Nergens iets te lezen over positie van de echte belanghebbenden: de werknemers en directies die een bedrijf vormen. De aandeelhouders staan niet op de werkvloer. De koopjesjagers hebben geen enkel belang bij de mensen die een bedrijf maken tot wat het is.
Er is eigenlijk maar 1 gedragscode nodig en die hoeft uit niet meer dan 6 regels te bestaan.
1. Alleen directie en werknemers hebben het recht om, op grond van een gezamenlijk besluit, een voorstel tot een overname te doen.
2. De directie en werknemers van het over te nemen bedrijf hebben vetorecht bij het besluit.
3. Een overname mag alleen tot stand komen als iedereen direct werk behoudt of zonder vertraging ander werk krijgt.
4. Een overname mag niet tot salarisverlies leiden van alle betrokkenen.
5. Er worden geen bonussen verstrekt. Als tot overname is besloten, dan hoort het immers tot het werk van diegenen die de boel moeten organiseren.
6. Winstgevende bedrijven worden niet overgenomen of doen geen overnames. De boel floreert, er is dus geen enkele reden tot overnames.
Dat lijkt me genoeg, of ben ik wat vergeten?
Code Belgwording
In een artikeltje op indymedia.be stond een intrigerende passage: “Door de Belgwordingen verdwijnen elk jaar een aantal vreemdelingen uit de statistieken zonder het land te verlaten.”
Mooie zin. Eerst dacht ik: Belgwording kennen we hier in nederland niet, maar als het helpt het aantal “vreemdelingen” te verminderen, komen we misschien eens af van types die zo vreselijk gebelgd zijn over de aanwezigheid van mensen met buitenlandse wortels.
Helpt natuurlijk niet want wat er uit de onderbuik komt is vooral een gevoelswaarde. Je kan met statistieken nog zoveel aantonen, de gevoelswaarde verander je er niet mee. Zo is het KNMI een aantal jaren geleden al door de knieën gegaan voor 'het gevoel' en heeft behalve de echt gemeten temperaturen ook de gevoelswaarde in hun cijfers opgenomen.
Het artikel beschrijft hoe statistici met hun cijfertjes, percentages, curven en parameters zo goed mogelijk de belgwording in kaart proberen te brengen. Net als in nederland is er in de wetgeving het nodige veranderd. De criteria tot belgwording zijn anders dan pakweg 30 jaar geleden. Ook de doelgroep is veranderd. Andere nationaliteiten wensen belg te worden en de redenen daartoe zijn ook geëvolueerd. Neem alleen al het toenemend aantal nederlanders dat naar het zuiden uitwijkt.
Er zijn 23 manieren om belg te worden, elk vastgelegd in een code om de statistiek overzichtelijk te maken. Die codes refereren aan artikelen uit de Wet op de nationaliteitsverwerving.
Code 11 is “belg geworden door geboorte uit een belgische ouder”, code 30 staat voor “grote naturalisatie” en code 90 betekent: “ander motief of niet nader omschreven”.
Onze Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) telt 6 artikelen die in 32 punten beschrijft aan welke criteria hollanderwording moet voldoen. Grotendeels hetzelfde als de belgen hanteren. Slechts twee codes of artikelen heb ik in de rijkswet hier niet kunnen ontdekken. Code 14: vondelingen worden geacht op belgisch grond geboren te zijn en zijn daarmee volwaardig belg. En die code 90 (ander motief) staat ook niet in onze Rijkswet, hoewel men in artikel10 een slag om de arm inbouwt om in bijzondere gevallen het nederlanderschap te verlenen.
De belgische wet mocht na de laatste wijzigingen (1999 / 2001) op de nodige kritiek uit de bekende hoeken rekenen. Het werd de 'snel-belg-wet' genoemd. De voorwaarden tot belgwording zouden veel te soepel zijn. Naar de letter van de wet misschien wel, in de praktijk heeft de wet er toe geleid dat het aantal belgwordingen middels naturalisatie flink is terug gelopen (ruim 10.000 in 2000 tot iets meer dan 6000 in 2006).
In Nederland heeft men aan de eventuele ruime mogelijkheden van de rijkswet paal en perk gesteld door bij naturalisatie de inburgeringskursussen verplicht te stellen en zelfs als men daar voor slaagt wordt men gedwongen naar een ceremonie te gaan, alwaar de status van nederlanderschap wordt uitgereikt. Dat was een feestelijk ideetje van Verdonk toen zij minister was. Ook in Nederland is het aantal naturalisaties gedaald (ruim 40.000 in 2002 tot ruim 20.000 in 2004).
Zowel in nederland als in belgië is de periode tussen aanvraag en toekenning behoorlijk opgerekt door aan de wet verbonden toeters en bellen. Naturalisaties vormen nog steeds de grootste bulk in de statistieken. De andere mogelijkheden, bijvoorbeeld adoptie, scoren lager. Waarom de naturalisaties terug lopen wordt in de statistieken niet vermeld.
Met statistieken kun je van mensen codes en grafieken maken. Met wetten kun je van mensen codes en rubrieken maken. Zelfs dat abstraheren van mensen voorkomt niet dat er hier en daar in de samenleving akelig moeilijk wordt gedaan over “de vreemdeling”.
Ook al geven de statistieken aan dat er geen tsunami aan immigranten is, ook al is er een dijk van een wet gemaakt om instroom te beperken, om de diarree aan 'gevoelswaarden' in te dammen zijn er andere instrumenten nodig.
Dar kan in kleine dingetjes zitten. Vervang de term 'vreemdeling' door mensen uit of van…''. En termen als belgwording of verkrijging nederlanderschap suggereren dat het om bijzondere kadootjes gaat. Terwijl toch veel mensen al jaren wonen, werken en belasting betalen. Dat lijkt mij ceremonie genoeg om ook stemrecht te krijgen.
Verder zou, analoog aan het weerbericht, de gevoelswaarde ook in de statistieken opgenomen kunnen worden. Kun je in één oogopslag zien dat werkelijkheid en darmkrampen mijlenver uit elkaar liggen.
Tevens zou, in het kader van werkelijke keuzevrijheid, elke nationaliteit gekozen kunnen worden, zonder meteen ook het land uitgezet te worden. Belgwording vind ik zo'n grappig woord, dat ik er welhaast toe over zou willen gaan. Maar om er nou ook te gaan wonen?
En als dat allemaal niet helpt bepaalde opvattingen terug te brengen tot meer genuanceerdere versies, kan altijd nog de wet toegepast worden. Wie de grondwet tart, mag zich nader verklaren voor de rechter. Da's een paardemiddel dat zoveel mogelijk vermeden dient te worden, maar waar bepaalde mensen menen anderen hun menswaardigheid te moeten ontnemen, mag best iets kordater worden gehandeld.
Twee jaar!
Vandaag een klein feestje hier. Codes, keuzes en maakbaarheid bestaat nu twee jaar.
Twee jaar is niks. Ik kan me nog goed herinneren dat, toen ik zelf twee jaar werd, die verjaardag volledig aan me voorbijging, laat staan dat ik in 1954 al plannen had om te gaan bloggen. Kwestie van nog onvolgroeide hersens, die volgens mij nog steeds niet tot volle wasdom zijn gekomen.
Maar goed, twee jaar is jong. Nou zijn er weblogs die binnen die tijd al afsterven, maar hier is het nog een levendige boel.
Even een stukje feestrede: dankzij een paar zeer ondersteunende momenten van de grotere weblogs Sargasso en GeenCommentaar had dit blog nog wel bestaan, maar niet zo kunnen groeien als nu het geval is. Wat trouwens ook te danken is aan al die andere weblogs die links naar dit gebeuren op hun site hebben geplaatst.
En het groeiend aantal bezoekers was evenzeer stimulerend. Ik moet zeggen dat het me soms verbaast dat er ook lezers zijn die bijna dagelijks hier op bezoek komen. Bij de start was de verwachting dat alleen een kleine kring van bekenden tot de vaste lezers zouden horen. Dat is dus heel anders uitgepakt en een aansporing om het blog verder te ontwikkelen.
Alle reaguurders ook bedankt. Tenslotte is dit weblog ook bedoeld om allerlei zaken eens uit te spitten en zonder reacties leidt dat spitwerk nergens toe.
Tot zover de feestrede.
Twee jaar is ook geen reden om een aanval van nostalgie te krijgen. Hoewel de blik voorwaarts is gericht, ga ik, lui geworden van de toch wat feestelijke stemming, nog even deze korte geschiedenis langs.
Over twee projecten ben ik zelf erg vrolijk. Om te beginnen natuurlijk de deze week lopende verkiezing voor de Donkey Shocking Award. Als je nog niet hebt gestemd: tot zondagavond 23.00 u. Kan dat nog hier rechts. De stand op dit moment: Midas Dekker op de 1e plaats, Ronald Plasterk en Neelie Kroes staan 2e, op de hielen gevolgd door Frits van Oostrom. Zegt helemaal niks, want in twee dagen tijd is de volgorde al een paar keer veranderd. Het Donkey Shocking-project wordt dit jaar voortgezet, nu hopelijk met genomineerden die door de lezers worden voorgedragen.
Vorig jaar was er dan “Goden, geuzen en gaanbaarhein“. Mijn “zomergasten”-project op het oude blog, waar andere webloggers van Sargasso, hetkanWel, Stroomopwaarts, Opa Buiswater, David Rietveld, Kielzog, Ouweherder en eveneens bijzondere gasten als Melle de Boer (Smutfish), Elly (GGD-voorlichtster) en Maja Vervoort (psychologe) 15 dagen lang de inhoud van dit weblog hebben opgewaardeerd. Dankzij die gasten was het een boeiende tijd en daarom valt er dit jaar een “wintergasten”-project te verwachten.
Tot slot de feestbijlage. Met daarin het eerste en laatste artikel van elke vaste rubriek.
Natuurlijk de eerste Code, waarin de mahsro-code werd gepresenteerd, die tot mijn stomme verbazing een jaar later diverse kranten haalde, waarin werd beweerd dat die term gemeengoed is geworden in de it-wereld. Nou ja, met dank aan de journalist die de term serieus heeft genomen, zullen we maar zeggen. De laatste Code ging over een wel zeer bekende gedragscode.
De eerste Keuze was een beetje obligaat gefilosofeer, de laatste ging over merkwaardige keuzes rond goede doelen.
De eerste Maakbaarheid was evenzeer filosofie van de kouwe grond, de laatste ging over de maakbaarheid als iedale film.
De overige rubrieken mag u zelf doorsnuffelen. Maar niet zonder eerst nog even de eerste en de laatste uit de serie Opmerkelijke gesprekken te lezen. Want webloggen is voor mij vooral opmerkelijke gesprekken voeren. Ik hoop dat nog jaren met jullie te kunnen doen.
Opvoeden met geheimen.
Sub rosa (Latijn voor geheimhouding) is het thema van de kinderboekenweek. Met activiteiten waar kinderen leren hoe leuk en spannend geheimen kunnen zijn. Ze leren ook dat er geheimen zijn die beter ontsluierd kunnen worden. Een lastige klus maar gelukkig is daar ook nog de helpende hand GVR, de Grote Vriendelijke Reus, Roald Dahl's tegenhanger van Big Brother.
Dit alles valt samen met de week van de democratie(wij zijn de baas), die juist gebaat is met zo weinig mogelijke geheimen. En dit schrijf ik dan op de dag dat webloggers wereldwijd een actie voeren voor een democratisch en vrij Birma, waar de overheid met behulp van de geheime dienst hun strakkke ideologie aan de bevolking oplegt.
Nou zit er wel een tricky kantje aan het thema van de kinderboekenweek. Je kweekt al gauw een publiek dat warm loopt voor Da Vinci Code-achtige boeken. Met als gevolg dat we voorlopig nog niet verlost zullen zijn van mensen die feiten en fictie niet kunnen onderscheiden en rotsvast blijven geloven in mystieke codes en geheimen, die ontrafeld moeten worden om de zin van het leven te doorgronden. Zo voed je kinderen op met het idee dat slechts enkelen weten waar het om gaat en die kennis verborgen houden in geheimtaal als graalcodes, religieuze codes of taal en tekens van lang vervlogen culturen. Een pyramide is geen hoop steen dat de grootheidswaanzin van een farao vertegenwoordigt, maar is een mysterie waarin het heelal wordt verklaard. Een moeilijk leesbaar boek als een bijbel is niet de fantasie van een paar bevlogen idealisten, maar een Da Vinci-code avant la lettre die je de richting van je leven duidt. Daar kom je dan achter als je erg goed in puzzelen bent.
Je leert kinderen ook dat geheimen zo hun nut kunnen hebben. Kwade geesten die macht over je willen uitoefenen maken gebruik van geheimen. Gelukkig leren de kids ook dat als je het geheim ontsluiert, het gedaan is met de kracht van die kwade geesten.
Tegelijkertijd leer je dat je het beste je dagboek in een of andere code kunt schrijven, zodat je ouders je diepste dromen niet leren kennen. Of je leert dat een held zijn in het echte leven veel moeilijker is dan in het virtuele leven van internet. Hoe het dan met je vergaat kun je lezen in het boek van Lydia Rood, dat deze week het geschenk van de kinderboekenweek is.
Minister Plasterk, die de Gouden Griffel mocht uitreiken, was deze keer zo verstandig om de kinderboekenschrijvers niet aan te manen tot een gedragscode die voorschrijft dat je beter over openheid kan schrijven dan over geheimen. De overheid, die zo haar eigen mysterieuze codes kent, moet zich niet bemoeien met de opvoeding, vinden velen.
Maar ja, het leven mag ingewikkeld zijn, is het wel zo verstandig kinderen te leren dat je het nog veel ingewikkelder kan maken met geheimen?