Voor wie het wegens recessieve redenen is ontgaan: de Olympische Spelen zijn voorbij. Voor velen het begin van een zware periode. Ze waren gewaarschuwd. Depressie en angst worden niet minder door sporten, volgens een onderzoek van biologische psychologen van de VU.
Wat de sporters betreft: vooral de verliezers zullen in een zwart gat vallen. Vier jaar lang keihard werken, offers brengen en dan verliezen. Terwijl de medaillewinnaars nog een aantal weken doorfeesten bij lokale inhuldigingen, in diverse tv-programma's worden onthaald en hun glorieuze momenten herhaald worden, krijgen de verliezers helemaal geen aandacht. Reken maar, zegt Guus van Holland in het NRC, dat die sporters met depressieve dipjes te maken krijgen. Verliezers hebben immers de nationale trots van sportende naties gekrenkt en tellen niet meer mee. Tot outcasts verworden vormen ze zelfs een gevaar voor onze maatschappij.
Een ander onderzoekje wees uit hoezeer de verliezers dat zelf maar al te goed begrijpen. Dat valt af te lezen aan hun lichaamstaal. Niks geheven armen met gebalde vuisten en de borst vooruit. Nee, men liet het hoofd hangen, vaak met een blik vol schaamte op het gelaat.
Culturele verschillen bepaalde hoeveel schaamte men toonde. Chinezen zijn veel berouwvollere verliezers dan bijvoorbeeld Amerikanen.
De Chinezen en Amerikanen hebben overigens weinig reden tot klagen, als nummer een en twee op de uiteindelijke medaillelijst van deze OS.
De grootste verliezers zijn de 118 landen die helemaal geen medailles haalden. Het zal China vrolijk stemmen dat daar landen als Nepal en Hongkong bij staan.
Nederland eindigde op de 16e plaats, maar da's niet helemaal eerlijk. De alternatieve medaillespiegels tonen hel andere uitslagen. Als je het aantal medailles bijvoorbeeld afzet tegen het aantal inwoners, staat Nederland op de 14e plaats en China op de 48e (zie hetkanWel).
Het weblog GeenCommentaar, de naam zegt het al, weet het nog beter. Naar bruto binnenlands product gemeten komt Nederland niet hoger dan de 31e plaatsen, wat later gevolgd China (35e plaats).
Maar voor China komt het weer helemaal goed als je kijkt naar het inkomen per hoofd van de bevolking. China numero 1 en Nederland treurige 29e.
Maar wie blijven, ondanks het intensieve sporten, nu het meest angstig en depressief achter?
Waarschijnlijk zijn dat alle optimisten die hoopten dat de Olympisch Spelen deze keer wel een podium konden worden om de wat minder sportieve kantjes van China aan de kaak te stellen.
Hoewel de media nog wel hun best deden de schaduwzijden van China in de sportuitslagen te verwerken, er is geen sporter geweest die zijn vuist opstak tegen die ellende. Een enkel minister-presidentje nam het woord mensenrechten nog wel in de mond, maar schoof even gladjes aan het volgende diner om de economische interactie tussen Nederland en China een nieuwe impuls te geven.
En de Chinezen zelf? Daar zulen we moeilijk achter komen. Nu de internationale pers massaal het land verlaat, moeten we het weer doen met zwaar bekritiseerde rapporten van Amnesty International en Human Rights Watch doen.
Het Chinese internet gaat weer op slot. Of het naar Bejing omgeleide water nu weer terug zal vloeien naar de boeren die het zo hard nodig hebben, zullen we niet snel weten. Het nieuws zal even mistig zijn als de smog die de Chinese autoriteiten alleen tijdens de Spelen hebben terug gedrongen.
“Ik geloof niet”, zei kroonprins Wilem-Alexander, “dat het China van voor de Spelen ooit weer terugkomt” (bron: Trouw).
Dat zou wel eens helemaal waar kunnen zijn. Gesterkt door 100 medailles en 0 interventies van de aanwezige internatiole gemeenschap, zou het voor de Chinese burger wel eens veel angstiger kunnen worden. Het feest is over, de postsportieve repressie krijgt alle ruimte.