Tag archieven: onderzoek

De leukste thuis

De leukste thuis

U bent de leukste thuis, op de deurknop na. Om er zeker van te zijn dat ik thuis echt de leukste ben, heb ik uit voorzorg overal klapdeuren gemonteerd. Maar, potdomme, voor je het weet, wordt je door de werkelijkheid ingehaald.

Koelkast is meest gewaardeerde gezinslid

luidde de kop boven een artikel in tal van plaatselijke kranten. U weet: wij houden van onderzoek, dus waren we verheugd te zien dat dit bericht voortkwam uit een onderzoek die de firma Bosch in april liet uitvoeren door Panelwizard, onder 511 Nederlanders die een huishouden bestieren.

De kop van het persbericht van Bosch meldde heel wat anders:
Lees verder

Er komt een verzekeraar bij de dokter

winteropvangEr moet nodig gesneden worden in de dokter. De man of vrouw, die jarenlang ons heeft geholpen toen wij ziek waren, blijkt zelf een paar kwaaltjes te hebben en alleen een scherp mes kan hier uitkomst bieden.

Dat denkt zorgverzekeraar CZ. Jaarlijks worden er duizenden overbodige operaties uitgevoerd, aldus RTL Nieuws, die namens de verzekeraar hard ingrijpen aankondigt. “Artsen en ziekenhuizen die veel meer dan gemiddeld opereren krijgen bezoek van de verzekeraar en als ze niet kunnen aantonen waarom ze zoveel meer opereren, dan krijgen ze direct minder geld”.

Het CZ- onderzoek naar de operatiegegevens, dat RTL Nieuws zegt in handen te hebben, blijkt een onderzoek te zijn dat Vektis en onderzoeksbureau KPMG Plexus hebben uitgevoerd, in opdracht van de gezamenlijke zorgverzekeraars. Wat de eigen wetenschappelijke bureaus voor politieke partijen zijn, is Vektis voor de zorgverzekeraars. Vektis wordt beheerd door commanditair vennoten en dat zijn alle zorgverzekeraars van Nederland. Informatie die zo te vinden is in het jaarverslag van Vektis.

Hoewel Vektis dus een onderzoeksbureau van de zorgverzekeraars is, wil dat niet zeggen dat de cijfers gewantrouwd moeten worden. Vektis is niet te beroerd de cijfers bij te stellen als daar een misser heeft plaatsgevonden.
Lees verder

Wilders onderzoekt zijn jeugdzonde

FoutGeert Wilders wil onderzoeken of herinvoering van de gulden op lange termijn beter is dan vasthouden aan de euro. Dat onderzoek is dan indirect een research naar zijn eigen jeugdzonden. Want waar was Wilders toen de euro werd ingevoerd?

De voorbereidingen werden getroffen in de jaren voor het verdrag van Maastricht (1992). Het CDA-PvdA kabinet Lubbers III zette de laatste stappen richting invoering van de euro. De voorbereidingen liepen door onder Kok I, met VVD-minister Zalm op Financiën. De Zalmnorm werd een feit (1994) en Kok en Zalm wisten in 1997 het Stabiliteitspact van de grond te krijgen.
Al die tijd was Wilders beleidsmedewerker bij de Tweede Kamerfractie van de VVD (vanaf 1990). Hij mocht zich bezig jouden met het schrijven van toespraken en het sociaal-economisch beleid.

Onder Kok II werd de euro de officiële munt waarmee wisselkoersen en obligaties werden uitgedrukt (1998). In 1999 werd de euro definitief tot officiële munteenheid benoemd. Minister Zalm joeg er in 2001 een aantal wetten door het parlement om de overgang van gulden naar euro te realiseren en in 2002 kregen we dan de euro in onze portemonnees.
Wilders was inmiddels opgeklommen van beleidsmedewerker tot lid van de VVD-fractie (vanaf 1998). Opmerkelijk feitje in deze geschiedenis: in 2000 mocht Griekenland, sinds 1981 wel lid van de EEG,  toetreden tot het Europees Monetair Stelsel. De VVD had er destijds niets op tegen.

Pas daarna (2004) stapte Wilders uit de VVD. Niet vanwege onenigheid over de euro, maar omdat hij binnen de VVD te weinig ruimte kreeg voor zijn ‘conservatief-liberale’ gedachtegoed betreffende immigratie en de islam. Toen hij in 2006 aan de verkiezing deelnam verscheen in het PVV verkiezingspamflet dan ook zijn eurospeerpunt: een referendum over de wenselijkheid de euro te behouden.

Het drama van de eurocrisis biedt hem nu gelegenheid dat speerpunt bovenaan zijn agenda te zetten. Maar niet zonder eerst een onderzoek te doen. Dat onderzoek gaat natuurlijk over de toekomst van de gulden en niet over hoe de gulden hier verdween. Toen dat allemaal werd voorbereid, ingevoerd en werkelijkheid gemaakt, werkte Wilders er aan mee en stemde er mee in.

Het is niet meer dan de jeugdzonde van een beginnend parlementariër. Hij had zich natuurlijk aan de fractiediscipline te houden. Hij stapte daar met een groots gebaar uit en even groots erkent hij nu, indirect, zijn schuld. Hulde voor deze rechtsindirecte hand-in-eigen-boezem.

Hier de euro-Wildersgeschiedenis nog even samengevat.

Eurotijdlijn

Jeugd zwaar onder medicatie?

Jeugd zwaar onder medicatie?

Terwijl er nogal wat klachten zijn dat de jeugd van tegenwoordig pedagogisch gezien, veel te weinig met de paplepel krijgt ingegoten, wordt die jeugd wel een flinke dosis medicatie toegediend. In tien jaar tijd is het aantal burgertjes tot 20 jaar toegenomen met slechts 1,74 procent. De top-tien van aan de jeugd verstrekte medicijnen laat een groei van 50,99 procent zien.

Volgens kinderarts Offringa, in het NRC, geen echt negatieve ontwikkeling, want de toename kan worden toegeschreven aan verbeterde diagnostiek en de groeiende behoefte van ouders en artsen medische klachten te verlichten.
Wat er wel aan ontbreekt, is dat er nauwelijks iets bekend is over de effectiviteit, hoe de dosis te bepalen en wat de gevolgen van eventuele bijwerkingen zijn. Een jong lichaam reageert anders op medicatie dan een volwassen lijf en hoe dat werkt zou beter onderzocht moeten worden.
(In de
digitale versie meer, helaas alleen betaald toegankelijk).

Die top-tien is een bijzonder rijtje (zie meer in deze excelsheet).
De grootste stijger in de afgelopen tien jaar betreft virale vaccins (onder andere voor verkoudheid, griep en bronchitis). Toch is dat nog het minst verstrekte middel. Het meest verstrekt zijn de anticonceptiepil en luchtwegverbreders, die echter niet tot de grootste stijgers behoren.
Naast de virale vaccins, zijn ritalin (bij ADHD), antipsychotica (bij autisme) en maagzuurremmers in sterk toegenomen mate verstrekt. Daarvan hoort ritalin wel tot de top-drie verstrekte middelen.

Juist omdat kinderen anders kunnen reageren op bepaalde medicatie, dan volwassenen, en het testen van medicijnen op kinderen als bezwaarlijk wordt gezien, zijn er geen regels die de farmaceutische industrie verplicht onderzoek te doen naar de effecten van medicijnen op kinderen.
Toen in Amerika bekend werd dat antidepressiva bij kinderen soms desastreuze effecten konden hebben, heeft de Food and Drug Administration bepaald, dat extra onderzoek in bepaalde gevallen verplicht kan worden gesteld.
In Europa studeert men nog op aanpassing van de regels. De farmaceuten, bij monde van koepelorganisatie Nefarma, vindt dat best, als er maar wel een financiële vergoeding komt voor dat extra onderzoek (lees ook
dit artikel uit 2004 in het NRC).

Maar hoe kom je dan aan de juiste resultaten? Bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen worden in de laatste fase volwassenen getest op de werking. Moet je kinderen daar ook aan onderwerpen?
Ik zou zeggen: gezien de toename aan verstrekte medicatie, wordt dat nu al volop gedaan. Een goed onderzoek onder de gebruikers kan relevante informatie opleveren.

Zulk onderzoek gebeurt nu op vrijwillige basis. Kinderarts Offringa pleit voor een wettelijke regeling.
Wat mij betreft kan onderzoek naar de toename van bepaalde medicatie ook een forse injectie krijgen. Want is het nou louter betere diagnostiek dat er meer ritalin aan ADHD-kinderen wordt verstrekt? Wat ligt er nou precies ten grondslag aan de toename van antipsychotica en maagzuurremmers?

Betekent dat soms dat de kinderen in de voetsporen van hun ouders treden, die in toenemende mate hulp zoeken bij de GGZ (zie CBS-info)? Hoe zit dat toch met de “state of mind” van dit volk? Zijn wij gek geworden?

Onderzoek en gij zult vinden

Onderzoek en gij zult vinden

Meten is weten. Maar cijfers, voor zover ze al objectief gevonden zijn, zeggen niets. De interpretaties zeggen alles. En meningen sturen die interpretaties, voor zover meningen al niet aanleiding tot onderzoek zijn. Voor die stelling heb ik geen enkel wetenschappelijk of statistisch bewijs gevonden. De vraag of iets waar is, dient niet alleen voor, maar ook na een onderzoek te worden gesteld. Naar mijn mening dan.

Een paar voorbeeldjes, die tot deze zondagse overpeinzing hebben geleid, roepen bij mij meer vragen op, dan de antwoorden die de onderzoeken gaven. Lees mee en kijk of dat ook bij jou het geval is.

Drie onderzoekers gingen op zoek naar het mogelijke verband tussen criminaliteit en culturele achtergronden. En wat vonden ze? Een vermoeden.
Ze graaiden wat cijfers bij elkaar, lieten wat sociaal-economische factoren weg. De verschillen tussen autochtonen en allochtonen bleken kleiner te worden, maar toch nog redelijk groot. De onderzoekers vermoeden daarom dat culturele factoren een rol spelen.

Dat roept dan de volgende vragen op:
– Is er ergens ook een onderzoek dat een verklaring geeft waarom 98,6 procent van de autochtonen en 95,5 procent van de allochtonen helemaal niet in de misdaadstatistieken voorkomt?
– De verschillen werden dus kleiner nadat een aantal sociaal-economische factoren weggelaten waren. Ofwel: andere factoren beleven over. Wat zouden de vermoedens zijn als je de statistieken alleen filtert op psychische gesteldheid? Of eetgewoontes, drankgebruik, of vrije tijdsbesteding?

Als de opinie zelf wordt onderzocht, wil dat ook wel eens tot opmerkelijke conclusies leiden. Twee onderzoekjes peilden de meningen over de verhoging van de aow-leeftijd. Zowel 21minuten.nl als het roemruchte Peil.nl (pdf!) van Maurice de Hond vonden dat een meerderheid tegen doorwerken tot je 67e is. Maurice de Hond peilde in opdracht van de SP. Agnes Kant concludeert nu dat CDA en PvdA kiezersbedrog plegen. Tijdens de verkiezingen zouden die partijen namelijk tegen de verhoging van de aow-leeftijd hebben gepleit.

Ook hier weer een paar vraagjes.
– Kan de SP zich nog herinneren hoe dat onderwerp tijdens de verkiezingscampagnes werd besproken door CDA en PvdA? Het CDA sloot het eerst niet uit en werd geattaqueerd door de PvdA. Waarop de PvdA door het CDA van loze verkiezingspraat werd beschuldigd en zich afvroeg hoed de PvdA de vergrijzing dan wel wilde bekostigen. Vervolgens kwam de PvdA toen met het idee belasting te heffen op de wat rijkere AOW'ers.
– Hoe zou de SP de vergrijzing dan wel bekostigen, als ze in een kabinet zou zitten?
– Is ook onderzocht of de mensen wel tegen langer doorwerken zijn, maar wellicht inzien dat er geen ontkomen aan is? Dat denken leden van de PCOB (Protestant Christelijke Ouderenbond) namelijk wel. Die vinden
doorwerken prima, mits aan voorwaarden gebonden.

Tot slot nog een onderzoekje van het soort waar je zowel links- als rechtsom mee kan.
Italiaanse onderzoekers hebben het
luisterend vermogen van discotheekgangers onder de loep genomen. Links en rechts wat geturfd en op basis daarvan durven de onderzoekers wel de verklaring af te geven dat de linkerhersenhelft actiever is bij benaderingsgedrag en de rechterhersenhelft meer betrokken is bij teruggetrokken en vermijdingsgedrag.
Eerst constateerden ze in een discotheek dat relatie veel mensen hun rechteroor aanboden als ze werden toegesproken. In een vervolgonderzoek werden de dansliefhebbers om een sigaret gevraagd. Degenen die dat in hun rechteroor werd getoeterd, bleken vrijgeviger te zijn dan degenen die links werden aangesproken.

Levert dat nog vragen op? Zeker wel.
– Is er een voorkeursoor in stille ruimten?
– Hoe zit dat met het rookverbod in Italiaanse discotheken?
Verder iemand nog vragen?

Nederland geen ontwikkelland

Nederland geen ontwikkelland

Je kent die meneer misschien wel, die in een reclame voor een afwasmiddel de vuilste vaat zoekt. Daar gaat-ie mee in een laboratorium aan de slag en vol trots weten hij en zijn collega's een nog beter afwasmiddel uit te vinden. Die meneer doet aan O&O. Onderzoek en ontwikkeling, ook bekend als R&D: Research and Development.

In Nederland is bijna 10 miljard euro gespendeerd aan O&O. Lijkt veel, maar hoe dacht je dat we anders tot al die nieuwe en vernieuwde producten komen?
Een koffiepruttelaar hadden we al en als het moet weten we zelfs nog ouderwets koffie met de hand te zetten. Toch wist de afdeling R&D van Philips nog met een koffiezetter te komen, die insloeg
als een bom.

De bedrijvensector gaf in 2007 circa 6 miljard euro uit aan R&D, meldt het CBS (pdf!). De industrie neemt daarvan 4,5 miljard voor haar rekening. De overige 4 miljard wordt dus door de dienstensector uitgegeven aan onderzoek en ontwikkeling. Nederland neemt binnen Europa, daarmee een gemiddelde positie in en blijft achter de koplopers Zweden en Finland. Op wereldniveau blijkt China een R&D-topper.

Het CBS meldt ook dat drie kwart van de bedrijven in Nederland niet vernieuwend zijn geweest. Ruim de helft van die groep heeft daar geen behoefte aan. De anderen wel, maar wegens gebrek aan gekwalificeerd personeel en financiën is het bij die bedrijven niet van de grond gekomen.

De overheid financiert een derde van alle onderzoek en ontwikkeling. Bij het aantreden van kabinet Balkenende was een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie. Één van de pijlers van het uitgezette beleid.
In het
Beleidsprogramma 2007-2011 werden doelen gesteld, waarmee Nederland een sterk innoverende natie moet worden. Meer en meer excellente hoger opgeleiden, versterking van de internationale reputatie van Nederlandse wetenschappelijke instellingen en onderzoekinstellingen, Nederland aantrekkelijk maken voor kenniswerkers en het innovatief vermogen van de Nederlandse economie versterken.

De belastingbetaler hoeft niet te vrezen dat zijn geld wordt gestoken in de ontwikkeling van nieuwe luchtverfrissers en afwastabletten. Het kabinet wil “kennis en innovatie koppelen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken“. Bijvoorbeeld door te investeren in innovaties in de zorg en ontwikkelingen die bijdragen aan de klimaatverandering.

Toch is het gek dat er relatief zo weinig in ontwikkeling wordt gestoken. Stilstand is achteruitgang, is immers één van de motto's waarmee de economie draaiende wordt gehouden. Geloven bedrijven, organisaties en overheid er soms niet genoeg in? Als dat zo is, kan die 10 miljard euro beter in andere zaken worden gestoken. Half werk schiet ook niet op.

Die 10 miljard is waarschijnlijk de limiet in het gezamenlijke budget is. In dat geval zou er wat scherpere voorwaarden gesteld kunnen worden, hoe dat geld wordt besteed. Ploffende Senseo's, wasmiddelen met een geurtje, frisdranken waarmee je je tanden kan poetsen, fruit dat zowel een appel als een peer is, allemaal reuze geinig. Maar tevens produkten die kennis en innovatie opslokken, die we op andere gebieden broodnodig hebben.

Een schone taak voor de overheid om dat wat te sturen? Nu de crisis nog voortsuddert, liggen er toch kansen. Bedrijven die werktijdverkorting gesubsidieerd krijgen, zouden hun onderzoekers en ontwikkelaars kunnen uitlenen aan projecten die sleutelen aan innovaties ten behoeve van de zorg, milieu en energievoorziening. En de salarissen bij dat soort projecten zou veel aantrekkelijker moeten zijn, dan het loon wat die meneer van de afwastabletten krijgt.

Dat kost wat, maar nu is een deel van die 10 miljard weggegooid geld, omdat er te weinig over is om de ontwikkeling maatschappelijk belangrijke innovaties zodanig te bekostigen, dat ze een duurzame kans van slagen hebben.

Oude bekende onderzoekt boekhouding Beatrix

Oude bekende onderzoekt boekhouding Beatrix

Geheel onverwacht gaat de telefoon in het redactielokaal.

pp: “Met redaktie van Codes, keuzes en….”

Zalm: “Amice! Heb je het al gelezen?”

pp: “Heer Zalm! Da's lang geleden”.

Zalm: “Ja, ja, druk geweest, hè”.

pp: “En waar dank ik dit genoegen aan?”

Zalm: “Wel, ik ben weer helemaal in beeld. Dat wilde ik u even laten weten”.

pp: “Ah, juist. Maar wat is er aan de hand dan. Gaat Mark Rutte weg?”

Zalm: “Nee, nee, amice, het is…

pp: “Heer Zalm, het mag dan lang geleden zijn, maar mag ik u er aan herinneren mij absoluut geen amice te noemen?”

Zalm: “Ach, nou u het zegt. Anders ligt u eruit bij uw vrindjes, hè?”

pp: “Precies. Maar waarom belt u dan?”

Zalm: “Wel, ik ga een groot onderzoek leiden”.

pp: “Zoho, da's spannend. En wat gaat u dan onderzoeken?”

Zalm: “De boekhouding van ons koningshuis!”

pp: “Oh? Da's mooi, daar zou ik zou zelf ook wel eens een kijkje in willen nemen”.

Zalm: “Ja, maar u bent daar niet voor gevraagd, mijn beste”.

pp: “Heer Zalm, ik ben uw beste niet! Maar het klopt, mij wordt nooit wat gevraagd”.

Zalm: “En toch maar doorbloggen, is het niet? Het lijkt mij voor de hand liggen dat voor dit onderzoek een deskundige wordt gevraagd”.

pp: “Ah! En dat bent u dus”.

Zalm: “Zeker, van boekhouden weet ik bijna alles”.

pp: “Da's waar. En ook van boekhoudingen waar een luchtje aan zit”.

Zalm: “U bedoelt?”

pp: “Nou ik herinner me dat u in 2004 het ministerie van Onderwijs onder de loep moest nemen omdat er maar lukraak gedeclareerd werd, volgens de Rekenkamer. Er zou zelfs sprake zijn van zelfverrijking”.

Zalm: “Ach, de Rekenkamer houdt er zo heur eigen methodes op na. Ik had wel vaker verschil van mening met die jongens. Die konden maar op één manier naar de zaken kijken”.

pp: “Ja, ze kijken alleen naar de vorm, heeft u gezegd in een radio-interview. U zei dat als ze daar een diner declareerden, maar de bon vergaten in te leveren, de Rekenkamer dat fout vond”.

Zalm: “Nou, nou, u hebt een geheugen als een google-server. Chapeau!”

pp: “Even on-topic blijven, heer Zalm. Het ging toen niet om een enkel vergeten bonnetje, maar om creatieve boekhouding”.

Zalm: “Daar is op zich niks mis mee”.

pp: “Nee, daar heeft u wel de nodige ervaring mee”.

Zalm: “Ik krijg het gevoel dat u mij nu niet helemaal au serieux neemt”.

pp: “Uw creativiteit neem ik hoogst serieus! De manier waarop u ook in 2004 de pc-privé regeling wist af te schaffen mag wel een staaltje ijzersterke begrotingstechniek genoemd worden”.

Zalm: “Oh, dat. Wel, dank u voor het complement”.

pp: “Ja, en dat uw ministerie toen geen gesjoemel met bonnetjes tolereerde is nu wellicht een van de redenen waarom u dit onderzoek mag leiden?”

Zalm: “Ik volg u even niet…..”

pp: “Nou, als u net zo streng de bonnetjes van Beatrix behandelt, dan is de kans groot dat de schatkist nog wat tegoed heeft, toch?”

Zalm: ” Dat weiger ik voorlopig nog even te aanvaarden”.

pp: “Hé, nu citeert u uzelf!”

Zalm: “Huh?”

pp: “Dat zei u precies zo in dat eerder genoemde interview, toen er gevraagd werd wat er ging gebeuren als de anonieme aantijgingen over gesjoemel op OCW waar zouden blijken”.

Zalm: “Ons koningshuis is het OCW niet en bovendien is het niet de bedoeling dat ik bonnetjes ga navlooien. Ik moet slechts de kosten in kaart brengen. Ik ga onderzoeken hoe dat het beste kan geschieden”.

pp: “Ik kan me voorstellen dat men alle vertrouwen in u heeft”.

Zalm: “Beluister ik nu weer een enigszins geringschattende toon?”

pp: “Heer Zalm, ik zou niet durven! Ik doel op uw ervaring met het in kaart brengen van kosten”.

Zalm: “Zoals?”

pp: “Nou, u dacht in 2005 de bijdrage aan de EU omlaag te brengen door de invoerrechten door te berekenen. Dat vond de EU-rekenkamer niet zo netjes van u”.

Zalm: “Ja zeg, onze contributie was al duur genoeg! Je moet toch wat? Ik meende op te komen voor de belangen van de Nederlandse burgers”.

pp: “En dat deed u in 2006 nog eens dunnetjes over door de burger op te roepen de OZB (onroerende zaak belasting) niet te betalen omdat de gemeenten, naar uw smaak, te hoge tarieven vorderden”.

Zalm: “Luister, beste kerel, dat was mijn goed recht. Het aan de kaak stellen van onrechtvaardigheden is niet alleen het prerogatief van blaaskaken die in de 80-er jaren hier er zo'n zootje van maakten!”

pp: “Maar het was wel een tikkeltje burgerlijk ongehoorzaam”.

Zalm: “Mwah, het zou wat. Als iets te duur is, dan is dat onrecht en dat dient ten alle tijde bestreden te worden”.

pp: “De kosten van het koningshuis worden door sommigen ook te duur gevonden”.

Zalm: “Ja, en? We hebben hier toch altijd nog vrijheid van meningsuiting?”

pp: “Jazeker, maar gaat u dat onrecht ook aanpakken?”

Zalm: “U laat opnieuw uw ondeskundigheid blijken. Om te beginnen moet het onderzoek nog plaatsvinden. En duur of niet duur, ik ga enkel onderzoeken hoe die kosten zo transparant mogelijk in kaart te brengen zijn”.

pp: “De hoogte van die kosten, daar heeft u geen mening over?”

Zalm: “Amice, een onderzoeksleider dient objectief te zijn”.

pp: “Heer Zalm, nou doet u het weer!”

Noot: Tijdens zijn ambtsperiode waren hier regelmatig gesprekken met heer Zalm te lezen. Klik op Archief en ga naar Opmerkelijke Gesprekken en scroll naar Zalm aan de lijn.

Dwarsverbinding.

Caphri Volkskrant

Caphri Limburgs dagblad


Tweemaal een bericht over hetzelfde onderzoek, waarin wordt vermeld dat 40 procent van de bewoners van verpleeg- en verzorgingstehuizen weleens wordt
gefixeerd. Decubitus, ofwel het zogenaamde doorliggen, is afgenomen van 23 tot 12 procent. Dan moeten ze dat fixeren aardig onder de knie hebben gekregen. Heel knap dat je mensen aan bed kunt kluisteren zonder dat ze daar blauwe plekken van krijgen. De kwaliteit gaat dus wel degelijk vooruit.

De Volkskrant heeft de meeste lezers in de Randstad. Die zullen nu net gerust hart hun bejaarde ouders het tehuis in doen. In Limburg echter worden hals over kop de ouders eruit gehaald. Kwestie van koppen maken.