Geheel onverwacht gaat de telefoon in het redactielokaal.
pp: “Met redaktie van Codes, keuzes en….”
Zalm: “Amice! Heb je het al gelezen?”
pp: “Heer Zalm! Da's lang geleden”.
Zalm: “Ja, ja, druk geweest, hè”.
pp: “En waar dank ik dit genoegen aan?”
Zalm: “Wel, ik ben weer helemaal in beeld. Dat wilde ik u even laten weten”.
pp: “Ah, juist. Maar wat is er aan de hand dan. Gaat Mark Rutte weg?”
Zalm: “Nee, nee, amice, het is…
pp: “Heer Zalm, het mag dan lang geleden zijn, maar mag ik u er aan herinneren mij absoluut geen amice te noemen?”
Zalm: “Ach, nou u het zegt. Anders ligt u eruit bij uw vrindjes, hè?”
pp: “Precies. Maar waarom belt u dan?”
Zalm: “Wel, ik ga een groot onderzoek leiden”.
pp: “Zoho, da's spannend. En wat gaat u dan onderzoeken?”
Zalm: “De boekhouding van ons koningshuis!”
pp: “Oh? Da's mooi, daar zou ik zou zelf ook wel eens een kijkje in willen nemen”.
Zalm: “Ja, maar u bent daar niet voor gevraagd, mijn beste”.
pp: “Heer Zalm, ik ben uw beste niet! Maar het klopt, mij wordt nooit wat gevraagd”.
Zalm: “En toch maar doorbloggen, is het niet? Het lijkt mij voor de hand liggen dat voor dit onderzoek een deskundige wordt gevraagd”.
pp: “Ah! En dat bent u dus”.
Zalm: “Zeker, van boekhouden weet ik bijna alles”.
pp: “Da's waar. En ook van boekhoudingen waar een luchtje aan zit”.
Zalm: “U bedoelt?”
pp: “Nou ik herinner me dat u in 2004 het ministerie van Onderwijs onder de loep moest nemen omdat er maar lukraak gedeclareerd werd, volgens de Rekenkamer. Er zou zelfs sprake zijn van zelfverrijking”.
Zalm: “Ach, de Rekenkamer houdt er zo heur eigen methodes op na. Ik had wel vaker verschil van mening met die jongens. Die konden maar op één manier naar de zaken kijken”.
pp: “Ja, ze kijken alleen naar de vorm, heeft u gezegd in een radio-interview. U zei dat als ze daar een diner declareerden, maar de bon vergaten in te leveren, de Rekenkamer dat fout vond”.
Zalm: “Nou, nou, u hebt een geheugen als een google-server. Chapeau!”
pp: “Even on-topic blijven, heer Zalm. Het ging toen niet om een enkel vergeten bonnetje, maar om creatieve boekhouding”.
Zalm: “Daar is op zich niks mis mee”.
pp: “Nee, daar heeft u wel de nodige ervaring mee”.
Zalm: “Ik krijg het gevoel dat u mij nu niet helemaal au serieux neemt”.
pp: “Uw creativiteit neem ik hoogst serieus! De manier waarop u ook in 2004 de pc-privé regeling wist af te schaffen mag wel een staaltje ijzersterke begrotingstechniek genoemd worden”.
Zalm: “Oh, dat. Wel, dank u voor het complement”.
pp: “Ja, en dat uw ministerie toen geen gesjoemel met bonnetjes tolereerde is nu wellicht een van de redenen waarom u dit onderzoek mag leiden?”
Zalm: “Ik volg u even niet…..”
pp: “Nou, als u net zo streng de bonnetjes van Beatrix behandelt, dan is de kans groot dat de schatkist nog wat tegoed heeft, toch?”
Zalm: ” Dat weiger ik voorlopig nog even te aanvaarden”.
pp: “Hé, nu citeert u uzelf!”
Zalm: “Huh?”
pp: “Dat zei u precies zo in dat eerder genoemde interview, toen er gevraagd werd wat er ging gebeuren als de anonieme aantijgingen over gesjoemel op OCW waar zouden blijken”.
Zalm: “Ons koningshuis is het OCW niet en bovendien is het niet de bedoeling dat ik bonnetjes ga navlooien. Ik moet slechts de kosten in kaart brengen. Ik ga onderzoeken hoe dat het beste kan geschieden”.
pp: “Ik kan me voorstellen dat men alle vertrouwen in u heeft”.
Zalm: “Beluister ik nu weer een enigszins geringschattende toon?”
pp: “Heer Zalm, ik zou niet durven! Ik doel op uw ervaring met het in kaart brengen van kosten”.
Zalm: “Zoals?”
pp: “Nou, u dacht in 2005 de bijdrage aan de EU omlaag te brengen door de invoerrechten door te berekenen. Dat vond de EU-rekenkamer niet zo netjes van u”.
Zalm: “Ja zeg, onze contributie was al duur genoeg! Je moet toch wat? Ik meende op te komen voor de belangen van de Nederlandse burgers”.
pp: “En dat deed u in 2006 nog eens dunnetjes over door de burger op te roepen de OZB (onroerende zaak belasting) niet te betalen omdat de gemeenten, naar uw smaak, te hoge tarieven vorderden”.
Zalm: “Luister, beste kerel, dat was mijn goed recht. Het aan de kaak stellen van onrechtvaardigheden is niet alleen het prerogatief van blaaskaken die in de 80-er jaren hier er zo'n zootje van maakten!”
pp: “Maar het was wel een tikkeltje burgerlijk ongehoorzaam”.
Zalm: “Mwah, het zou wat. Als iets te duur is, dan is dat onrecht en dat dient ten alle tijde bestreden te worden”.
pp: “De kosten van het koningshuis worden door sommigen ook te duur gevonden”.
Zalm: “Ja, en? We hebben hier toch altijd nog vrijheid van meningsuiting?”
pp: “Jazeker, maar gaat u dat onrecht ook aanpakken?”
Zalm: “U laat opnieuw uw ondeskundigheid blijken. Om te beginnen moet het onderzoek nog plaatsvinden. En duur of niet duur, ik ga enkel onderzoeken hoe die kosten zo transparant mogelijk in kaart te brengen zijn”.
pp: “De hoogte van die kosten, daar heeft u geen mening over?”
Zalm: “Amice, een onderzoeksleider dient objectief te zijn”.
pp: “Heer Zalm, nou doet u het weer!”
Noot: Tijdens zijn ambtsperiode waren hier regelmatig gesprekken met heer Zalm te lezen. Klik op Archief en ga naar Opmerkelijke Gesprekken en scroll naar Zalm aan de lijn.