Tag archieven: politiek

Geven en nemen.

collecteHet kan de komende jaren voorkomen dat je ineens suf wordt gebeld door toneelspelers en orkestmusici, die bedelen om geld voor het goede doel. We kennen dat al van de grote nationale inzamelingsacties, als er ergens in de wereld grote nood geledigd moet worden, maar nu kan het best zijn dat ze hand ophouden voor hun eigen goede doel: cultuur.

Deze week stuurde het kabinet een brief naar de Tweede Kamer met de mededeling dat het duurzaam gaat samenwerken met de goede doelensector. Dinsdag werd het convenant ‘Ruimte voor Geven’ getekend door de staatssecretarissen Teeven (Veiligheid en Justitie), Weekers (Financiën) en Zijlstra (OCW) en de SBF (Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie). Uit de brief: “Met dit convenant onderstrepen de filantropische sector en het kabinet hun wens om te komen tot een langdurig partnerschap. Een structurele samenwerking op de vele publieke terreinen waar zij actief zijn, onder meer op het terrein van gezondheidszorg, sport, cultuur, natuur, milieu, onderwijs, wetenschap, ontwikkelingssamenwerking, leefbaarheid en welzijn”.

Waarom dit prachtige initiatief? “In een tijd van heroverweging van overheidsuitgaven van belang dat particulier geven wordt  bevorderd”, schrijven de staatssecretarissen in de brief (pdf).
De inbreng van de overheid in deze samenwerking bestaat vooral uit het bekendmaken van regelingen die er zijn: de fiscale voordelen van particuliere giften. Of zoals in de brief staat: “De staatssecretarissen van OCW en Financiën zullen daarom een geefcampagne organiseren, om de bekendheid van culturele instellingen en burgers met fiscale faciliteiten te vergroten en ze te helpen bij het gebruik daarvan”.

De genoemde Geefwet is gekoppeld aan cultuur, maar de goede doelenorganisaties doen meer dan fondsen verstekken aan kunstzinnige initiatieven. Gaat de culturele sector als proeftuin dienen en zijn daarna gezondheidszorg, sport, natuur, milieu, onderwijs, wetenschap, ontwikkelingssamenwerking, leefbaarheid en welzijn aan de beurt?
Niet dat
Nederland te beroerd is om wat te geven. Het CBF (Centraal Bureau Fondsenwerving) houdt bij wat er zoal bijeen wordt gecollecteerd en waar het geld naar toe gaat. Vorig jaar werd er ruim 48 miljoen euro ingezameld. Het grootste deel, zo’n 75% ging naar gezondheid. Bijna 18% ging naar welzijn, waaronder het CBF ook kunst en cultuur laat vallen. Deze sector toucheerde krap 2% van de opbrengst.

Het kabinet voorziet enige argwaan tegen de goede bedoelingen en meldt nog maar even dat “de invulling van de Geefwet binnen de fiscaliteit niet de vorm zal krijgen van een bezuiniging”. Het is te hopen dat het kabinet dat serieus meent, want in april meldde de Vrije Universiteit (pdf) dat het publiek niet bereid is met hun giften de bezuinigende overheid te compenseren.
Wie argwaan heeft, heeft dat terecht. Het is de laatste jaren een gewoonte geworden dat succesvolle maatregelen tot bezuinigingen leiden. Kijk maar hoe het met de pgb’s vergaat. Zo succesvol dat het te duur is geworden en er nu de bijl ingaat. Stel dat de geefcampagne een daverend succes wordt, dan zal de overheid minder belasting binnenkrijgen. Met dit kabinet mogen we dan een volgende bezuinigingsronde verwachten.
Tijd dus voor Kamervragen. Mogen we zwart op wit de garantie dat onze vrijgevigheid tot geen enkele bezuiniging zal leiden?

De demotivering van een heel volk?

protestRutte I lijkt met de laatste golf afgekondigde bezuinigingsmaatregelen een heel volk te demotiveren. Afgelopen woensdag verzuchtte een columniste in De Pers: “Ik vind de sfeer vooral gelaten. Ook uit de kritieken en analyses komt een gevoel van moedeloosheid naar voren. We lijken de energie niet te hebben om de straat op te gaan”. Een dag later vroeg  EenVandaag “antwoord op de vraag: waar blijft het massaprotest”?

Ik vroeg me eerder ook al af waarom de protesten tegen de bezuinigingen zo wijd verspreid en meer lokaal werden geuit, in plaats van de handen ineen te slaan en net zo lang het Binnenhof te omsingelen, tot het kabinet de plannen drastisch herziet. Welnu, de invloed van dit weblog is in het buitenland groter, dan in dit land 😉 Zowel in Griekenland als in Spanje blokkeerden demonstranten het parlementsgebouw. Dat werd niet zo gewaardeerd door de overheid en in plaats van de dialoog aan te gaan, liet men de politie er op los timmeren.
Maar waarom zouden we tegen het beleid van Rutte I moeten zijn? Drie redenen: het is teveel in één keer, het is op de verkeerde groepen gericht en het is in deze omvang ook niet nodig.

In dagblad Trouw betogen de economen Harm Schelhaas (CDA) en Teunis Zuurmond (VVD) dat de regering een crisissfeer creëert, terwijl het nog steeds heel goed gaat in Nederland. Citaat uit Trouw: “In Nederland is geen sprake van een economische noodtoestand. Het is (na Luxemburg) het rijkste land van de Europese Unie (…) en vergeleken met vele andere landen is de overheidsschuld met circa 66 procent van het nationaal inkomen niet groot”.
De economen zijn het erover eens dat er bezuinigd kan worden, maar niet op de manier zoals Rutte het zich voorstelt. Ze opperen het idee om de Zalm-doctrine (meevallers niet gebruiken om bezuinigingen te verlichten) voor een periode van vier jaar bij enkele inkomstenposten niet toe te passen. Ze noemen als voorbeeld btw-meevallers, winsten op de hulp aan banken en hogere gasbaten, waardoor de staatsschuld zal dalen van 66 naar 64 procent. De meevallers kunnen ook worden gebruikt “om de bezuinigingsplannen voor de zwakste groepen bij te sturen en om te investeren in projecten die voor de toekomst waardevol zijn”, aldus deze CDA- en VVD-economen.

Het is goed dat eens te lezen van ‘regeringsgetrouwen’ in een christelijk dagblad, want de opinies in meer links-georiënteerde media worden soms iets te makkelijk weggewuifd. Niet omdat er onzin wordt verkondigd, maar omdat ‘links’ niet zo trendy is.
Op Joop.nl wijst ook historicus Maarten van Rossem op de te betwijfelen noodzaak van de bezuinigingen en het a-sociale karakter van de plannen. Hij wijst op een rapport van het Internationaal Monetair Fonds, waarin de omvang van de bezuinigingen schadelijk genoemd worden, voor het herstel van de economie. De aard van de bezuinigingen vindt Van Rossem niet verstandig: “De kosten van de kredietcrisis worden niet verhaald op de sterkste, maar op de allerzwakste schouders”.
In de Volkskrant stelt ook Marcel van Dam vragen bij de hele operatie. Hij wijst op een eigenaargige draai van Rutte, die tijdens de verkiezingscampagne riep hij dat we iedere dag 100 miljoen meer schuld kregen, maar nu roept  dat ‘de staatsschuld met 60 miljoen euro per dag toeneemt’. Van Dam rekent met behulp van cijfers van het CPB voor dat zonder bezuinigingen, “alleen als gevolg van herstel van de wereldeconomie, zal het begrotingstekort in 2015 zijn verdwenen. Ook als de groei terugvalt naar 1,75 procent”.

Het kan dus anders. Het moet ook anders vinden de vele burgers die al vanaf oktober vorig jaar te hoop lopen tegen de bezuinigingen. Zo gedemotiveerd is het volk nu ook weer niet, getuige de nu al 117 verschillende acties. En voor de rest van de komende maand staan er in ieder geval nog acht op stapel. Hieronder de Onrust Monitor, die in dit artikel nader wordt toegelicht. Met een klik op het plaatje kun je de details verder bekijken (exceldocument). OnrustMonitor

Rutte's handreiking.

RutteNeem me niet kwalijk dat ik zo doordram over Rutte I en de bezuinigingen. Dat komt waarschijnlijk omdat ik in een hoek zit waar de klappen hard aankomen. Je kunt me dan ook van een fikse dosis subjectiviteit beschuldigen.
Toch ben ik niet de enige die last heeft van de wijze waarop het kabinet denkt te moeten bezuinigen. Lees het laatste artikel over de Onrustmonitor nog eens, waarin wordt uitgelegd wat de vele acties tegen de bezuinigingen met dit kabinet te maken hebben.

Rutte heeft twee dingen beloofd bij zijn aantreden. Ten eerste: we zouden er allemaal iets van voelen. Dat beginnen steeds meer mensen door te krijgen, blijkt uit de Onrustmonitor (laatste update in dit exceldocument).
Ten tweede: in oktober 2010 zei Rutte in het debat over de regeringsverklaring het volgende: “Wij hebben een regeerakkoord. Hierin worden tien onderwerpen behandeld waarop CDA en VVD tot afspraken zijn gekomen. Op vier ervan, namelijk de invulling van de bezuinigingen en de afspraken op het terrein van de ouderenzorg, immigratie en asiel, integratie en veiligheid zijn afspraken gemaakt die deel uitmaken van het gedoogakkoord. Als u op deze voorstellen wijzigingen wilt aanbrengen, staat de handreiking 100% en er is overleg tussen ons drieën. Als u aanpassingen wilt doen met betrekking tot voorstellen in het regeerakkoord, staat de handreiking 100% en is er afstemming tussen CDA en VVD”.

Dat zei hij, omdat de wel erg krappe meerderheid die de coalitie in de Kamer achter zich heeft staan, bij meerdere onderwerpen zou kunnen slinken. Rutte’s handreiking bestond hierin dat hij beloofde goed te luisteren naar signalen en voorstellen uit de Kamer en deze mee zou nemen in zijn beleid. Vrij snel daarna bewees hij een man van zijn woord te zijn en kwam GroenLinks tegemoet om een meerderheid achter de politiemissie naar Afghanistan te krijgen. Het is vooralsnog zijn laatste handreiking.

In het debat op 9 juni, over de bezuinigingen op de pgb’s, leek hij ook een handreiking te doen. Kamerlid Arie Slob (CU) zag het iets anders: “Ik meende net rond het pgb een uitgestoken pink van het kabinet te zien. De minister-president gaf namelijk toe dat hij graag de opvattingen van een organisatie als Per Saldo wil betrekken bij het definitief vaststellen van de voorstellen”. Slob wilde Rutte zover krijgen dat hij eerst in overleg met maatschappelijke organisaties gaat, voor hij met voorstellen in de Kamer komt. Rutte weigerde dat.
Vervolgens werd hij er op gewezen dat veel maatschappeljjke organisaties klagen, dat ze vaak voor een dichte deur komen te staan als ze een minister willen benaderen. Rutte ontkende dat, wat Jolande Sap (GroenLinks) er toe dreef Rutte uit te nodigen zijn deur open te zetten. “Het zou de premier sieren als hij ze serieus zou nemen. Ik zal de organisaties in ieder geval adviseren om zich tot de premier te wenden als de deuren gesloten zijn. Hij is toch die premier van de uitgestoken hand?”, zei Sap.

Je ziet Rutte denken: “Ja zeg, als je ze een hand geeft, nemen ze je hele arm”. Dus valt er over alles te praten, maar niet over het totale bedrag aan bezuinigingen. Dat lijkt nog redelijk, maar het is nogal halsstarrig, zo niet op het arrogante af. Iedereen mag wel zeggen waar dan wel willen snijden, maar niet dat er minder of anders gesneden kan worden.

Er zijn mensen die Rutte’s standvastigheid bewonderen. Maar die groep slinkt met de dag. Want het zijn niet alleen de oppositiepartijen en hun kiezers die protesteren. In de discussie over het Bestuursakkoord zagen we al lokale VVD- en CDA-gemeenteraadsleden en wethouders protesteren. Nu lijkt ook een groot deel van de PVV-aanhang de bezuinigingen te ver gaan.
En niet alleen de werknemers en “cliënten” in de diverse sectoren roeren zich, nu gaan ook de besturen en managers de kont tegen de krib gooien. Zo verklaarde de GGZ het innen van de verhoogde eigen bijdrage te zullen boycotten.

Rutte kan beter snel met wat handreikingen komen, anders overspeelt hij zijn hand.

Rutte helpt eigen wet om zeep.

RutteHet is 2003. Mark Rutte is staatssecretaris van Sociale Zaken onder Balkenende II. Heel even maar, want een jaar later moest hij partijgenote en collega op Onderwijs vervangen, omdat haar baas, de CDA minister van Onderwijs, haar staatssecretaris niet meer kon luchten of zien.
In dat jaartje op Sociale Zaken kreeg Rutte de ‘Wet werk en bijstand’ erdoor. Die verving de Algemene Bijstandswet, de Wet inschakelingen werkzoekenden en nog wat regelingen. Het doel was het realiseren van werk boven inkomen te stellen. Die wet had onder andere prachtige reïntegratieprojecten tot gevolg.

Het is 2011. Die wet, zijn eigen wet dus, gooit Rutte nu in de prullenbak, want hij heeft een veel beter plan: de Wet werken naar vermogen. Die vervangt de Wet werk en bijstand, de Wet op de sociale werkvoorziening (Wsw) en nog wat regelingen. Het doel is werk boven inkomen (pdf- zie bldz. 20) te stellen. De wet heeft onder andere tot gevolg de afbraak van de sociale werkvoorziening.
Zoek de zeven verschillen.

De Wet werk en bijstand heeft, volgens critici, een godsvermogen gekost. Maar Rutte is niet te beroerd zijn eigen geldvretende wet te vervangen door een wet vol bezuinigingen. Geïnspireerd door zijn peetvader Gerrit Zalm, is een overschot op de rijksbegroting het Grote Doel. Zalm was ook de man die niet wist wat een halfje bruin brood kostte en armoede maar een relatief begrip vond. In een interview met het AD in 2005 zei Zalm: “Alleen met nul mensen in de bijstand zal de armoede weg zijn. Dat zal dus niet gebeuren”.

Nu werd Zalm gezien als de premier achter de premier (Balkenende). Mark Rutte is Zalm in status voorbij gestreefd en  zal zijn peetvader nu een lesje leren. Nul bijstandtrekkers onmogelijk? Ha, let maar eens op vadertje Zalm!
R
utte moest natuurlijk de juiste partners vinden voor zijn ideaal. In 2004 pleitte hij samen met Melanie Schultz-Van Haegen nog voor een socialer gezicht van de VVD en hield zelfs een samengaan met D66 en PvdA voor mogelijk. Waar hij dat geloof heeft verloren is niet helemaal duidelijk, want we weten inmiddels welke samenwerking hij wel heeft gezocht.

In het Kamerdebat vandaag, waar de oppositie Rutte hard op zijn sociale gezicht probeerde te timmeren, verdedigde Rutte de noodzakelijkheid van zijn bezuinigingen: het kost echt teveel, mensen. Maar Rutte is niet alleen beter dan zijn peetvader, hij is ook de meester van de handreiking. Hij beloofde in de aanloop naar Prinsjesdag extra secuur te kijken naar de koopkracht van degenen die getroffen worden door zijn beleid.
Extra secuur? Oh nee, hè? Hij zal toch niet denken dat er nog meer te halen is aan de onderkant van de samenleving?

Te jong om het volk te vertegenwoordigen?

kinderraadAnnemarie Jorritsma heeft een goede dag. Een grote meerderheid op het VNG-congres stemde in met het uitgeklede Bestuursakkoord. Bovendien werd ze herkozen als voorzitter van de VNG.
Geen motie van wantrouwen dus, ondanks de vreemde weg die Jorritsma en haar collega-bestuursleden hebben bewandeld. Op 21 april tekende ze immers het akkoord en verdedigde het tijdens de informatieronden langs de gemeenten. Pas toen haar duidelijk werd hoe groot de kritiek op het akkoord was, besloot het VNG-bestuur de sociale paragraaf uit het akkoord te halen. Heeft Jorritsma haar leden nu wel of niet goed vertegenwoordigt?

Gisteren opende ze het VNG-congres en wees de vergadering op het wat jonge gehalte van de gemeenteraden. “Ik vind dat de leeftijd van raadsleden best iets omhoog kan”, zei ze. Nu komt vergeetachtigheid vaak voor op hogere leeftijd en de 61-jarige Jorritsma lijkt daar ook last van te hebben. Zij zelf was 28 toen ze gemeenteraadslid werd. Zou ze nu vinden dat 28 eigenlijk te jong is om het volk te vertegenwoordigen?
Volgens cijfers van haar eigen VNG is de gemiddelde leeftijd van raadsleden (pdf) 52,3 jaar. Daar zat Jorritsma dus een behoorlijk stuk onder.

In haar toespraak hield ze het congres voor gebruik te maken van het groeiend aantal 65-plussers. Zou Jorritsma de jonge VVD’ers zat zijn? Mark Rutte (44) en staatssecretaris Paul de Krom (48) ventileerden al stevige kritiek op de draai van Jorritsma. Piet-Hein Donner doet dat ook en is wel van dezelfde generatie als Jorritsma, maar van het CDA. De starre opstelling van Donner had  ze wel verwacht, van haar jongere partijgenoten misschien niet.

Als de leeftijd van Jorritsma en haar stelling over 65-plussers een maatgevend criterium zou zijn in het profiel van de hedendaagse politici, dan worden we nu door broekies bestuurd en vertegenwoordigd. Maar dat was ook al zo ten tijde van Jorritsma’s publieke functies.
Mark Rutte is de op één na jongste premier. De gemiddelde leeftijd van alle premiers na 1945 is 49,7. Tot premier heeft Jorritsma het nooit geschopt. Ze mocht wel op 48-jarige leeftijd vice-premier worden en was toen 1 jaar jonger dan het gemiddelde. Dat kan nog.
De gemiddelde leeftijd van Tweede Kamerleden is 45. Annemarie was 32 toen ze parlementariër werd, maar liefst 13 jaar jonger. De senioren in de Eerste Kamer zijn gemiddeld 56,3 jaar. Nog lang geen 65 dus.
Burgemeesters zijn gemiddeld 57,3 jaar en wethouders 53,9. Jorritsma was 53 toen ze burgemeester werd. Vier jaar jonger. En raadsleden zijn, zoals gezegd, gemiddeld 52,3. Negen jaar ouder dan de 28 lentes die Jorritsma telde, toen ze in de gemeenteraad van Bolsward zitting nam.

Annemarie Jorritsma heeft dus nooit het wijze geduld op kunnen brengen, tot haar 65e te wachten om het volk te vertegenwoordigen of te besturen. Haar oproep om ouwe knarren te werven, is door de ‘jonge’ vijftigers in de VNG-zaal alvast beloond met haar herbenoeming tot voorzitter van de VNG.
Een mens is nooit te oud om te leren. Zal Jorritsma de komende tijd haar leden beter vertegenwoordigen dan een jaar geleden, toen ze aan de onderhandelingen over het Bestuursakkoord begon?

Rutte, gefeliciteerd!

protestOnze welgemeende felicitaties gaan naar de zo geplaagde heer Rutte. Hij heeft de honderdste actie tegen de bezuinigingen binnen. Een niet geringe prestatie in de acht maanden dat zijn kabinet het land regeert.

Toen Rutte I in oktober vorig jaar van start ging, viel het al snel op dat er heel wat maatschappelijke onrust over straat ging. Dat houden we hier bij met de Onrustmonitor en wel omdat we graag weten of Rutte een uitstekende crisismanager zal blijken te zijn.
Vooralsnog neemt de onrust alleen maar toe, Rutte’s innemende lach ten spijt. Het moet zuur zijn tegen zo’n 144 tekenen van maatschappelijke onrust aan te kijken, terwijl het in 2010 zo rustig leek (16 acties onder Rutte’s bewind). Hier samengevat:
onrust

 

Wie het gedetailleerde overzicht ziet (in dit exceldocument) heeft ongetwijfeld een aantal vragen. We zetten ze op een rij, met de antwoorden erbij.

1. Ik zie vooral lokale acties tegen gemeentelijke bezuinigingen. Wat heeft dat met Rutte te maken?
In de Onrustmonitor zijn alleen de acties op gebied van cultuur, natuurbeheer, passend en hoger onderwijs, en de sociale werkvoorziening rechtsreeks aan Rutte geadresseerd. Het klopt dat de meeste overige acties tegen het lokale bestuur zijn gericht, als protest tegen bezuinigingen op de brandweer, bibliotheken, buurthuizen, sport- en kunstverenigingen, etcetera.
Dat heeft wel alles met Rutte I te maken. Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2010 begonnen de kersverse colleges van B&W hun begrotingsplannen te formuleren. Nog amper klaar of volop bezig daarmee, werd 3 maanden daarna duidelijk met welk kabinet het land het moest gaan doen. Los van de bezuinigingen die de gemeenten al invoerden, tengevolge van de crisismaatregelen onder Balkenende, deed men er nu een schepje bovenop. Men besefte dat onder Rutte I nog meer ingeleverd meot worden. De bezuinigingen van Rutte werden door talloze gemeentebesturen als argument genoemd, om hun stevige bezuinigingsbeleid in de gemeenteraden te verdedigen.

2. Okee, maar die groei van arbeidsconflicten hebben toch niets met de arme man van doen?
Helaas wel. Op een enkel conflict na dat echt alleen berust op een meningsverschil tussen de werknemers en de werkgever (het ontslag van een enkele collega bijvoorbeeld), hebben alle andere acties te maken met vastgelopen cao-onderhandelingen en afslankingsoperaties. Een rechtstreeks gevolg van de crisis èn de oproepen van minister Donner de lonen te matigen en zeker de pensioenregelingen te versoberen.
De crisismaatregelen, onder Balkenende opgezet en voortvarend overgenomen door Rutte, helpen (nog?) niet. Ondanks een licht aantrekkende economie, werkt het kabinet harder aan de fikse bezuinigingen, dan aan de Crisis- en herstelwet. Reden voor werknemers en hun vakbonden niet zomaar akkoord te gaan met elk mager cao-bod of rammelend sociaal plan.
Bovendien: Rutte beloofde dit prachtige land aan de burgers terug te geven. Logisch dat mensen iets moois verwachten, in plaats van aanvallen op hun portemonnee en banen. Daar worden de mensen onrustig van.

3. En die overige maatschappelijke acties dan? Je kunt Rutte toch niet alles in de schoenen schuiven?
Was het maar waar. Zoveel rumoer gun je zo’n sympathieke man niet. Toch hebben acties tegen een nieuwe kerncentrale, tegen de uitlevering van Ron Gongrijp (Wikileaks-affaire), tegen oneigenlijk gebruik van het bsn-nummer (privacy), tegen slechte ouderenzorg en tegen bombardementen in Libië alles met de opstelling van Rutte I te maken.

4. Alles goed en wel, maar wat heeft het voor zin acties te voeren. Ze helpen toch niet?
Dat is maar gedeeltelijk waar. In diverse gemeenten zijn besluiten teruggedraaid of worden heroverwogen Waarmee een aantal bibliotheken, buurtcentra, kinderboerderijen en een gemeentelijk loket gered zijn. Ook zijn hier en daar toezeggingen gedaan minder te bezuinigen op muziekverenigingen of sport- en recreatievoorzieningen.
Op landelijk niveau heeft Rutte besloten de bezuinigingen op hoger en passend onderwijs uit te stellen. Evenals de btw-verhoging op concert- en theaterkaartjes. Nadat militairen talrijke acties bij de kazernes voerden en een mars naar het Malieveld hielden, willen de coalitiepartijen VVD, CDA en PVV nu dat de bezuinigingen op Defensie opnieuw besproken worden.

Dat Rutte I desondanks denkt door te kunnen gaan op de ingeslagen weg, heeft alles te maken met wat Bas Heijne in een NRC-column schrijft: “We zijn te genuanceerd voor radicale opstandigheid. Met ons valt te praten”.
Over al die los van elkaar gevoerde acties: “Er is nog iets: het ontbreken van een besef van gezamenlijkheid. Dat de defensiecultuur wordt afgebroken kan de kunstenaars niet schelen; dat de kunsten aan hun eigen broekriem worden opgehangen, zal de militairen worst wezen. Daar wordt handig gebruik van gemaakt”.
De verdeel en heerstactiek werkt prima. Zeker als de uitvoering van de bezuinigingen vooral op de gemeentelijke bordjes wordt gelegd. Maar als al die acties samenkomen en van het Binnenhof het Nederlandse Tahrirplein maken, zou het kabinet wellicht op andere gedachten gebracht kunnen worden.

Riagg wint rechtszaak tegen gemeente

pgbRiagg Rijnmond heeft de gelijk gekregen van de rechter. De gemeente Rotterdam mag de club geen subsidie onthouden, omdat het Riagg weigeren aan de verplichte meldcode huiselijk geweld mee te doen.

De zaak speelt al vanaf december 2009. Rotterdam vierde een feestje, omdat de 100e instelling de meldcode huiselijk geweld had ondertekend. Tegelijkertijd kondigde de gemeente aan dat wie zich niet verplichtte aan deelname, ook niet op subsidie hoefde te rekenen. Een vorm van chantage, maar voor het goede doel, zou je op het eerste gezicht zeggen.

Riagg Rotterdam was het daar niet mee eens. Bij monde van directeur Jos Lamé, verklaarde de organisatie dat ze prima zonder een opgelegde meldcode missstanden in gezinnen kon aanpakken. Daar hoefde een extra, vooral bureaucratisch middel niet aan toegevoegd te worden. De meldcode huiselijk geweld was in de ogen van Lamé een typisch product van doorgedraaide politici, die bij het eerste de beste incident meteen met gedrags- en meldcodes beginnen te zwaaien.
Lamé vond ook dat de hulpverlener hiermee de rol van opsporingsambtenaar kreeg opgedrongen. Maar hij geloofde niet in een elektronische registratie, snelle gegevensuitwisseling tussen hulpverleners en één transparante behandeling.

De gemeente Rotterdam is uiteraard teleurgesteld in de uitspraak van de rechter. Volgens de wethouder Jeugd en Gezin heeft de meldcode zich bewezen als een succesvol instrument in de aanpak tegen huiselijk geweld en kindermishandeling. Het vonnis zal nader worden bestudeerd, om te kijken of een hoger beroep zin heeft.
L
aat dat er maar van komen. We leven nu in een tijd waar de overheid ronduit stelt: wie betaalt, die bepaalt. Maar de overheid voert, behalve de betalingen, zelf niets uit. Het werk moet door de hulpverleners worden gedaan. De botsing tussen Riagg Rijnmond en de gemeente Rotterdam berust op principiële en ethische verschillen. De grote vraag is wie het meeste recht van spreken heeft: de professionele deskundige of de betalingsdeskundige.

De professional heeft de verplichting het werk aan te nemen en goed uit te voeren. De subsidieverstrekker heeft de verplichting dat te faciliteren. Een hoger beroep kan een prima testcase zijn, om eens uit te zoeken in hoeverre politiek klimaat daar van invloed op mag zijn.

Akkoord overboord?

AkkoordOp 11 mei ontwaarden we hier de eerste tegenstand tegen het bestuursakkoord tussen Rijk en lagere overheden. Met name de gemeenten zien ineens één taak teveel op zich afkomen nog meer bezuinigen.

Dat dringt tot steeds meer lokale bestuurders door, toen ze eens gingen narekenen welke financiële consequenties de decentralisatie van taken met zich mee gaat brengen. De gemeenten zijn niet tegen de decentralisatie van jeugdzorg, de extramurale begeleiding uit de AWBZ en de hervormingen van WWB/WIJ, WSW en Wajong. Graag zelfs, vinden de meesten. Maar ze zien ernstige problemen in de uitvoering ervan, omdat het kabinet 1,8 miljard euro minder in het vooruitzicht stelt.
Tevens vinden sommige gemeentebesturen dat het Rijk te weinig de controle loslaat. Dat kan de bedoeling van decentralisatie niet zijn, vinden zij. De gemeenten willen de spelregels niet opgelegd krijgen.

Op de landelijke ledenraad van het VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) gaan de lokale overheden stemmen. Ondertussen is duidelijk hoeveel weerzin er heerst tegen de bezuinigingen op sociale werkplaatsen en reïntegratie trajecten. Reden voor het VNG terug te komen op de afspraken die ze met het kabinet hebben gemaakt. De Tweede Kamer begint ook ongerust te worden en wil weten wat er nog kan worden gered. Deze week gaat de Kamer voor de tweede keer in debat met de minister.

Op 8 juni gaan de gemeenten op de landelijke bijeenkomst van het VNG hun stem uitbrengen en zoals het er nu naar uitziet zal het bestuursakkoord afgewezen worden.
Op 11 mei waren 18 gemeentes tegen, twee waren voor en één gemeente was voorwaardelijk voor. Nu zijn 92 gemeentes tegen, 24 voorwaardelijk voor en 9 helemaal voor. Dat voorwaardelijk voor houdt in dat die gemeenten de sociale paragraaf aangepast willen zien. De bezuinigingen op de sociale sector moeten van tafel of anders over een veel langere termijn worden gespreid.
De gemeenten die voor zijn vinden dat een tegenstem mogelijk tot gevolg heeft dat er helemaal geen decentralisatie zal plaatsvinden, omdat ze vrezen dat Rutte dan het hele plan laat varen.

Een overzicht met de meest recente update van de standpunten van gemeenten vind je in dit exceldocument.  Daar zie je ook wat de stemverhouding zal zijn op het VNG-congres. Gemeenten krijgen 1 stem per 1000 inwoners, met een maximum van 75. De grote steden zijn niet zo blij met die bepaling. Ze hebben veel meer inwoners en dat maximum legt de weinig gewicht in de schaal. In het overzicht is ook de stemverhouding weergegeven, als elke gemeente 1 stem per 1000 inwoners krijgt, zonder dat maximum.
De stemverhouding nu (volgens de geldende regels): 3921 stemmen tegen, 1101 voorwaardelijk voor en 467 voor. Maar van 281 gemeenten weten we nog niet hoe zij zullen stemmen. Een potentieel van 7.452 stemmen.

Wie denkt dat het vooral oppositiepartijen als PvdA, SP, GroenLinks en D66 zich manifesteren tegen het bestuursakkoord, vergist zich in de lokale zelfstandigheid van gemeenteraadsleden en burgemeester en wethouders.
Zo zijn VVD Twenterand en VVD Strijen ook tegen het bestuursakkoord zoals dat er nu ligt. In andere gemeenten wordt getwist over de formulering van de bezwaren tegen het akkoord.
Van de 24 gemeenten die voorwaardelijk voor het akkoord willen stemmen, zal een deel een ‘ja, mits’ laten horen, zoals Aalten reageert, en anderen een ‘nee, tenzij’, zoals in Doetinchem het geval is. Die verschillen berusten vaak wel op de landelijk bekende politieke onenigheid. 

Als we de huidige stand van zaken als uitgangspunt nemen, dan zal op 8 juni 72% van de gemeenten tegenstemmen, 20% voorwaardelijk voor stemmen en 8% voor.
Dat zal afhangen van de bereidheid van het kabinet de komende dagen water bij de wijn te doen.  Tot nu toe heeft het kabinet nog geen krimp gegeven. Stevent ze af op een bestuurlijke crisis?

De laatste updates kun je volgen via Bestuursakkoord update. Uw hulp kunnen we daar goed bij gebruiken. Staat uw gemeente nog niet in het overzicht, maar is het standpunt wel bekend? Meld het in de reacties of mail naar postmaster@peterspagina.nl
Het zou mooi zijn als u een link met bronvermelding kan bijvoegen (een links naar een krantenbericht of document van de gemeentelijke website).

Gehaktdag: waar zijn de spaanders?

Houthakken Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Vandaag presenteerde minister De Jager de resultaten van de rapporten van de Algemene Rekenkamer. Heeft de rijksoverheid al haar voornemens en inspanningen goed kunnen verantwoorden? Twee zaken geven aan dat de overheid nog lang niet schittert in het verantwoorden van haar werk.

De Algemene Rekenkamer stelde acht vragen op, waarmee bekeken kon worden of de ministeries zich voldoende konden verantwoorden. Is er een zichtbare relatie tussen het budget en de prestaties? Is de gevraagde verantwoording juist, op tijd wordt geleverd en actueel? Sluit het jaarverslag aan bij de begroting? Is de informatie deugdelijk tot stand gekomen? Zegt de informatie in het jaarverslag ook echt wat het zegt? Is inzichtelijk gemaakt of prestaties zijn gehaald? Is daarmee ook duidelijk gemaakt of de beleidsdoelstellingen zijn gehaald? En is er een voldoende verklaring gegeven voor tegenvallers en onbedoelde effecten?

Niet alle factoren waren op elk ministerie van toepassing, maar als we alleen naar de voor elk ministerie geldende factoren kijken, kunnen we aan aardige balans opmaken. Slechts twee ministeries (Financiën en Onderwijs) scoorde behoorlijk goed. In totaal scoorden maar vier van de tien ministeries voldoende. Verkeer en Waterstaat, Defensie, Volksgezondheid, welzijn en sport en Justitie scoorde erg belabberd. Hier de percentages die staan voor het aantal keer dat op de van toepassing zijnde vragen een ‘ja’ kon worden genoteerd.

Fin OCW SZW WWI BuZA EZ VenW Def VWS Jus
86% 86% 63% 60% 50% 43% 40% 25% 17% 13%


De details kun je
hier inzien (exceldocument). Justitie scoort het slechts. Dat gaat Van Opstelten helemaal goed maken, want vandaag brulde hij dat alle jeugdbendes binnen twee jaar van straat geveegd zal hebben. Als hij de resultaten dan maar wel goed op papier zet, anders blijft hij nog op die 13 procent hangen.

In de
Staat van de Rijksverantwoording (pdf!) staat nog iets zeer opmerkelijks. De Rekenkamer wilde ook weten “wat het Rijk aan prestaties heeft geleverd en wat hiervan in praktijk voor burgers en bedrijven merkbaar is” (paragraaf 2.3.1).
Dat lijkt mij de ultieme verantwoordingstest. Zeker nu de bezuinigingen er inhakken. Dan willen we de spaanders ook in beeld. Wat zegt de Rekenkamer daarover? “Wij constateren dat de schakel tussen beleid en praktijk niet altijd goed werkt”. De Rekenkamer nuanceert dat meteen: “Hoewel informatie over de uitvoeringspraktijk doorgaans ontbreekt in de jaarverslagen van ministers, is het de vraag in hoeverre dat verwijtbaar is”, omdat “de praktijk is nu eenmaal niet altijd goed te vangen in concrete, compacte verantwoordingsinformatie”.

Dat valt een beetje tegen van de verder toch zo precieze Rekenkamer, die met halve of ondeugdelijke informatie geen genoegen neemt. De Rekenkamer heeft in vier gevallen zelf de proef op de som genomen en constateert dat “de betrokken departementen vaak toch wel over relevante praktijkinformatie beschikten”.
Toch wel dus? Alleen staan de praktijkbevindingen niet altijd in de jaarverslagen. Mij lijkt het een goed idee dat voortaan de praktijkervaringen met het kabinetsbeleid wel wordt meegeleverd. En dan leggen we die verslagen natuurlijk naast de bevindingen van organisaties in het veld, ombudsmanrapportages en de regelmatig gehouden polls en enquêtes onder de burgers. Dan kan in het Tweede Kamerdebat over de verantwoording een robbertje geknokt worden als er verschil in praktijkbeleving blijkt.

Overhevelen.

Overhevelen Als het water tot de lippen komt, ga je natuurlijk overhevelen. Het water in de kelder pomp je de straat op. En dan maar hopen dat het riool jouw overlast aan kan. Overhevelen is een techniek, die bij noodgevallen een oplossing kan zijn.

In het beleidsjargon van de het kabinet kom je de term steeds vaker tegen. Minister Rosenthal mocht afgelopen vrijdag uit de ministerraad klappen, omdat Rutte, Verhagen en Van Opstelten er vandoor waren. Met trots meldde hij dat het kabinet weer wat overlast had overgeheveld.
Revalidatie voor ouderen wordt overgeheveld van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. Het waarom is niet helemaal duidelijk. Althans, bij mij niet. Misschien kan iemand me helpen het te begrijpen.

In een
bijgaand persbericht staat dat de overheveling vanaf 2015 een besparing van € 50 miljoen per jaar zal opleveren en dat het winst oplevert voor de patiënt.
Het kabinet meent dat de patiënt er beter van wordt omdat de aansluiting tussen de behandeling in het ziekenhuis en de revalidatie soepeler zal verlopen, er ruimte ontstaat ruimte voor een gevarieerder zorgaanbod en de patiënt eerder naar huis kan, omdat het verpleeghuis dan zorg aan huis kan bieden.
De 50 miljoen besparing wordt gerealiseerd omdat zorgverzekeraars de revalidatiezorg voor ouderen kosteneffectief kunnen inkopen. Dat is, volgens het kabinet, nu in de AWBZ niet mogelijk.

En daar volg ik het niet meer. Als dat in de AWBZ niet mogelijk is, dan verander je toch die wet? De AWBZ is toch al een potje dat vanaf de invoering continu aan overheveling lijdt. Vorig jaar liet het CBS nog weten dat ondanks ingrijpende wijzigingen in de AWBZ de kosten
alsmaar bleven stijgen. En dat geldt niet alleen voor de AWBZ, maar ook voor de Zorgverzekeringswet. Dus wat heeft overheveling voor zin?

Dat heeft in de visie van het kabinet alleen zin als techniek om een bezuiniging door te voeren en de uitvoering daarvan op het bordje van een andere instantie of organisatie te leggen. Zo worden taken op gebied van de jeugdzorg en de sociale werkvoorziening overgeheveld naar de gemeenten en tegelijkertijd rond de 2 miljoen bezuinigd, volgens het
omstreden Bestuursakkoord.

Overheveling is versluierend taalgebruik voor bezuinigen. Dat strookt niet met de opvatting ambtelijk taalgebruik voor de burger helder en begrijpelijk te maken. Het ziet ernaar uit dat het met dit kabinet pompen of verzuipen is.