Tag archieven: tabaksblat

Overheid helpt zelfregulering om zeep.

Streppel Het Financieele Dagblad besteedt aandacht aan een opmerkelijke uitspraak van Jos Streppel, de voorzitter van de commissie die de naleving van de code Tabaksblat in de gaten houdt. Een code voor goed gedrag van ondernemingen, die nu zes jaar leidraad is voor braaf ondernemersschap.

Die code, ook wel corporate governance code genoemd, is een van de bekendste voorbeelden van zelfregulering. Een setje afspraken waar een bepaalde sector zich aan dient te houden. Bedoeld om uitwassen te voorkomen. Meer transparantie, geen buitensporig beloningsbeleid, goed bestuur en beleid zijn een paar van de zaken die in de gedragscode zijn geregeld, met de bedoeling dat de bedrijven zich er ook aan houden.

De commissie Streppel doet daar onderzoek naar en rapporteert jaarlijks de bevindingen. Dit jaar blijkt dat het wel aardig gaat met de naleving van het super-heren-akkoord, maar kapitaalkrachtig Nederland is er nog lang niet.
Er zijn er nog teveel bedrijven die hun beloningsbeleid niet op orde hebben. Waardoor het ook nog steeds mogelijk is, dat er te hoge beloningen en bonussen worden afgesproken. De raden voor commissarissen kunnen hun evaluaties een stuk duidelijker maken en de hoeveelheid vrouwen in de top laat nog te wensen over. Een paar van die bevindingen, die gehuld in lovende woorden in het rapport van 2010 (pdf!) te lezen zijn.

In de inleiding staat de opmerkelijke uitspraak waar het
Financieele Dagblad over schrijft. De gedragscode is een mooi zelfregulerend instrument, maar volgens Jos Streppel zit de overheid de zelfregulering in de weg.
Pardon? We zitten toch al jaren met een overheid, die sterk voorstander is van zelfregulering? Onder Balkenende was zelfregulering toch de oplossing als er ergens in de samenleving weer eens iets fout ging? En het huidige kabinet is er ook niet vies van. Hoe kan zo’n overheid dan die zelfregulering in de weg zitten?

De overheid, zegt Jos Streppel, moet eens ophouden punten uit de gedragscode over te nemen en tot wetten te verheffen. Of volgens de quote in het Financieele Dagblad: “Bedrijven willen niet het hout aanleveren voor hun eigen brandstapel, zeker niet als de overheid selectief winkelt in de code”.
Minister Jan Kees de Jager, die het rapport in ontvangst mocht nemen, reageerde met “heel soms de ruimte moet worden ingeperkt omwille van de duidelijkheid. Zelfregulering waar het kan. Wetgeving als het moet”.

Nou moet er natuurlijk niks. Moeten is dwang, huilen is kindergezang, luidt een oude zegswijze. Maar sinds de invoering van de code Tabaksblat blijkt elk jaarrapport van de toezichthoudende commissie nog volop tekortkomingen constateert op de naleving ervan. Wat moet je dan als overheid, die toch ook te maken heeft met burgers die buitensporige beloningen wel zat zijn? Wachten tot de heren eindelijk bereid zijn hun eigen afspraken eens na te komen?
Nee, dan is een wetje om onrechtvaardige bonussen terug te vorderen (claw back) wel een passend antwoord op zulke laksheid. Een wetsvoorstel daartoe is in september naar de Tweede Kamer gestuurd. Zou het wetsvoorstel nooit zijn gemaakt als men van begin af de zelfregulering serieus had genomen?

Nu stelt Jos Streppel dus dat het bedrijfsleven nog minder vaart gaat maken met de naleving, omdat het gebrek daaraan alleen maar tot vervelende wetten leidt. Nog meer nalatigheid dus. Als de overheid daar even krachtig op reageert als op zich misdragende burgers, dan kan het bedrijfsleven nog heel wat worgwetten tegemoet zien.
Is de commissie Streppel nou een adequate toezichthouder of de advocaat van de duivel?

Bijzondere bijstand omlaag

Bijzondere bijstand omlaag De vertrekpremies, u weet wel, de bijzondere bijstand die topbestuurders meekrijgen, zijn bij de helft van alle bedrijven omlaag gegaan. Toch zijn er nog genoeg die uitermate royaal met gouden handdrukken waren, zo meldt De Volkskrant. In 2008 is er nog 50 miljoen euro aan vertrekpremies uitbetaald.

Het inperken van riante vertrekpremies houdt in dat de helft van de onderzochte bedrijven niet meer dan een jaarsalaris meegeeft en de andere helft grote moeite heeft zich aan de code Tabaksblat te houden en meer dan één jaarsalaris meegeeft.
Die Tabaksblat-code is blijkbaar niet dwingend genoeg. Valt er een wettelijke regeling te bedenken, die toch nog royaal genoeg is? Hier een poging.

Laten we er vanuit gaan dat al die toplieden hard nodig zijn voor een welvarende economie, waar we allemaal dus van meeprofiteren. Dan zou het redelijk zijn om het BNP (bruto nationaal produkt) als uitgangspunt te nemen voor de bepaling van beloningen. In dit geval de ontslagpremie.
Het totaal aan uitkeringen in het kader van de sociale voorzieningen (werkeloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen en AOW) bedraagt nu ongeveer 0,7 procent van het BNP (gebaseerd op CBS-cijfers
BNP 2007 en cijfers jaargemiddelde uitkeringen 2008).
Stel dat je die 0,7 procentnorm relateert aan de winst die een bedrijf haalt en dat dan uitkeert als vertrekpremie?

Daarvoor nemen we de roemruchtste gouden handdruk van 2008 er bij.
Jan Peter Schmittmann ging bij ABN Amro weg met ruim 8 miljoen euro vertrekpremie. Ruim 3x zijn laatste jaarsalaris, maar met goedkeuring van de rechter, dus niet gezeurd.
Nu had die bank eind 2008 nog een verlies van 159 miljoen euro, dus een vertrekpremie zat er eigenlijk helemaal niet in. In het eerste kwartaal van dit jaar boekte ABN Amro echter een winst van 87 miljoen euro. Zou meneer Schmittmann 0,7 procent van de winst als premie krijgen, dan was hij met bijna 60.000 euro vetrokken. Nog altijd goed voor bijna 5000 euro per maand. Nu is heeft hij dus ruim 660 duizend euro per maand meegekregen.

Zou meneer Schmittmann naar het UWV-loket verwezen zijn, dan had het er een stuk slechter voor hem uitgezien, omdat de WW-regeling uitgaat van een wettelijk maximum dagloon van 183 euro. De eerste 2 maanden werkloosheid krijgt men daar 75 procent van, de resterende maanden 70 procent.
In dat geval had Schmittmann het met zo'n duizend euro minder per maand moeten doen, dan bij de hierboven voorgestelde 0,7-procent regeling.

Het kan beroerder uitpakken voor vertrekkende bestuurders. Bij bouwbedrijf Heijmans was de winst een schamele 2 miljoen. Volgens de 0,7-norm zou er dan een maandbedrag van iets meer dan 1100 euro zijn uitgekeerd (bijna 4000 euro lager dan bij ABN Amro), in plaats van de 162 duizend euro p/m waarmee de twee vertokken bestuurders naar huis zijn gekeerd.

Nu heeft de bouw behoorlijk last van de crisis, dus zou je er nog een andere norm op kunnen loslaten. De totale steun, concreet en in de vorm van garanties, die de overheid aan de financiële sector verleent, bedraagt bijna 39 procent van het BNP. De vertrekpremie wordt een stuk groter, maar dan nog geven de bedrijven minder weg, dan nu het geval is geweest. Even de euro's op een rij (de winsten, de nu uitgekeerde vertrekpremies en de premies bij genoemde nieuwe normen) :

Bedrijf
ABN
Heijmans

Winst
8.700.000
2.000.000

Uitgekeerd
8.200.000
1.950.000

39%
3.393.000
780.000

0,7%
60.900
14.000

Iemand er nog tegen de bedrijven een handje te helpen met het naleven van de Tabaksblat-code, door het wettelijk vastleggen van vertrekpremies?

Transparantie leidt tot hoge bonussen

Transparantie leidt tot hoge bonussen De openheid over salarissen, sinds de invoering van de code Tabaksblat, heeft een salarisrally tot gevolg gehad, stelt Hans Hemels, directeur van de Hay Group Nederland, in het Financieel Dagblad.

Krijgen we nou? Net als het kabinet de door commissie Frijns opgepimpte versie van de Tabaksblat-code juichend binnenhaalt, beweert heer Hemels dus, dat de transparantie die de corporate governance code moet bevorderen, juist tot de hoge bonussen heeft geleid. Hoe kan dat?
Door die openheid is een mechanisme ontstaan waarbij nieuwe directeuren een salaris eisen dat door de transparantie in de jaarverslagen bekend staat als de norm“, legt Hemels uit in het Financieel Dagblad. Ofwel: men koekeloerde bij elkaar en bedong bij de sollicitatie net even iets meer.

De directeur van de Hay Group, die bij 80 procent van de semi-publieke sector adviseert over de salarissen, betreurt dat mechanisme wel. De bonussen zijn ingezet als salarisinstrument en dat is niet de bedoeling. Bovendien hebben de toezichthoudende commissarissen het allemaal wel zo laten groeien.

Maar goed, met buitensporige bonussen hebben we het nu wel gehad. Dat zal niet zo snel meer voorkomen. Want het kabinet vindt dat “de naleving niet vrijblijvend moet zijn. Er moet daarom goed toezicht worden gehouden. Om dit te bevorderen, stelt het kabinet een nieuwe commissie in als opvolger van de commissie-Frijns“.

In de brief aan de Tweede Kamer somt het kabinet op wat er al is gepresteerd om de transparantie en verantwoording te vergroten. Met betrekking tot de bonussen lezen we twee reeds in werking getreden maatregelen: de fiscale heffingen bij excessieve vertrekvergoedingen en backservice pensioenen en het Herenakkoord bestuurders financiële sector met betrekking tot beperking van variabele beloningen, in het bijzonder bonussen, en het creëren van een duurzaam beloningsbeleid.

Die fiscale heffingen maken overdreven bonussen natuurlijk onaantrekkelijk. Het Herenakkoord is eigenlijk te vrijblijvend. Is een directeur van een zorgmammoet of een energiereus bereid meer belasting te betalen, zou het ook nog tot nog hogere beloning kunnen leiden, om netto weer op het gewenste graainiveau te zitten.

Maar de regering is nog niet klaar met de code en heeft nog wat maatregelen in petto. Zo wil het kabinet een wetswijziging invoeren die limitering mogelijk moet maken van de hoogte van de vergoeding bij ontbinding arbeidsovereenkomst voor personen met een jaarsalaris van € 75.000 of hoger. En dat is het dan wel, wat betreft excessieve beloningen.

Terwijl in elke cao de salarissen tot op de komma nauwkeurig zin vastgelegd voor de werknemers en de arbeidswet keurig de minimumlonen regelt, wordt de oproep de Balkenende-norm als uitgangspunt voor de topsalarissen overgelaten aan de vrijblijvende welwillendheid van de bedrijven. Het is blijkbaar niet de bedoeling dat de hoogste salarissen wettelijk worden vastgelegd.

De Hay Group kan dus voorlopig nog een hele tijd de topsalarissen en extra beloningen keurig op een rijtje in haar adviezen presenteren. Dankzij de transparantie. Als er wel een wettelijke regeling zou komen, heeft de semi-publieke sector het adviesbureau helemaal niet nodig. Gewoon even de wet er op naslaan.

Nevenfuncties op de glijbaan

Nevenfuncties op de glijbaan

Mijn oudste neef werk als toezichthouder in de wijkspeeltuin. Een gesubsidieerd baantje, op de kop getikt bij een reïntegratiebureau. Hij is er reuze blij mee, maar heeft het nu wel erg druk.
Toen-ie nog werkloos was en de geraniums in de vensterbank spuugzat was, ging hij aan de slag als vrijwilliger. Zo heeft-ie het tot voorzitter van de hengelvereniging geschopt, werd bestuurder van de wijkbus, organiseerde elke week de bonte avond in het tehuis waar we oma hebben geparkeerd en hield de kas bij van de lokale vereniging van ehbo-vrijwilligers.

Dat mocht eigenlijk niet, want hij moest beschikbaar blijven om te solliciteren. Dat deed-ie volop, maar dat wilde niet zo lukken. Afijn, nu heeft dat baantje bij de speeltuin. Twintig uur in de week, dus dat vrijwilligerswerk houdt hij erbij en zit zijn agenda overvol.
Het leuke is dat hij op die manier zoveel contacten opdeed, dat hij al onze jongere neefjes aan leuke klusjes heeft kunnen helpen, die ze, vrijwillig of als vakantiewerk, naast hun schoolwerk doen. Zo komen zij er wel.

Morris Tabaksblat, godfather van de corporate governance-code, heeft inmiddels gruwelijk de pest aan nevenfuncties. Ouder en wijzer geworden? Op je 72e nog in de Raad van Toezicht van het Leids Universitair Medisch Centrum en voorzitter van de War Trauma Foundation, mag hij wel een voorbeeld worden genoemd van wat onder langer doorwerken wordt genoemd.
Vier jaar geleden bekleedde hij nog
zo'n elf functies. Onder andere als voorzitter van de Raden van commissarissen van Aegon en TPG. Het eredoctoraat dat hij in 2008 bij Neyenrode kreeg, mag geen functie worden genoemd, Da's meer een eretitel, waar nauwelijks werk tegenover hoeft te staan.

Maar nu wil de heer Tabaksblat een einde maken aan de nevenfuncties die toezichthouders in de publieke en semi-publieke sector. De mensen die in de Raden van Bestuur zitten, hebben klussen er zoveel bij dat dar de reden is voor het falend toezicht. Het is Tabaksblat een raadsel hoe ze al die functies in een normale werkweek kunnen persen. Logisch dus dat Elco Brinkman niet op tijd in de gaten had hoe slecht het met de Stichting Philadelphia ging. Om maar een boorbeeld te noemen.

De PvdA reageerde, bij monde van Staf Depla, onmiddellijk en wil dat er een maximum komt aan het aantal nevenfuncties dat bestuurders van ziekenhuizen, woningcorporaties en pensioenfondsen mogen hebben.
Tsja, hoeveel kan een mens aan?

Mijn oudste neef doet het heel aardig en wordt op handen gedragen door alle mensen voor wie hij zich inzet. Er is, tot nu toe, geen enkel ongeluk gebeurd in de speeltuin, dus die klus klaart hij prima. Of hij dat tot aan zijn 70ste volhoudt betwijfel ik.

Nu is een speeltuin wel wat anders dan een zorginstelling of een woningbouwvereniging. Daar hebben Tabaksblat en Depla dus een punt.
Maar als je al die nevenfuncties beperkt, hoe hou je voormalig ministers en topbestuurders van Unilever en soortgelijke bedrijven tot ver na hun pensioen anders van straat?

Spreek recht wat krom is

Spreek recht wat krom is Wel eens werknemers de straat op zien gaan voor minder salaris? Arbeidsonrust komt toch al niet zoveel voor, hoewel het onder Balkenende's kabinetten wel is toegenomen (zie dit artikel hier). En dat beetje opstandigheid betrof vooral de cao-onderhandelingen, ofwel eisen voor meer loon. Maar grote werknemersacties met eisen betreffende de topsalarissen, het ontslagrecht en de pensioenen (vergrijzing) hebben we nog niet op straat gezien (zie ook dit artikel).

Om te voorkomen dat we met een historische noviteit te maken krijgen en arbeiders de straat opgaan om minder (top)salarissen te eisen, maakt het kabinet werk van een grotere invloed van de ondernemingsraden bij beursgenoteerde bedrijven.

Op grond van een SER-advies krijgen die raden spreekrecht tijdens aandeelhoudersvergaderingen. De arbeiders mogen kenbaar maken wat ze vinden van benoemingen, ontslagen en beloningen van commissarissen en bestuurders. De aandeelhoudersvergadering is niet verplicht de standpunten van de OR over te nemen.

De vakbonden FNV en CNV zullen dus naar andere middelen moeten zoeken om hun grieven over de laatste voorstellen van de commissie Frijns opgenomen te zien in de Corporate Governance Code (Code Tabaksblat). De OR-leden, meestal vakbondsleden, krijgen spreekrecht dat nergens toe hoeft te leiden.Het

CNV meent dat Frijns ” volstrekt onvoldoende aandacht besteedt aan de positie van werknemers. Deze moet worden versterkt onder andere door meer invloed op de Raad van Commissarissen. Met de Wet op de Ondernemingsraden alleen zijn we er niet”.

Sinds 1 september 2006 zijn bedrijven wel verplicht het beloningsbeleid met de OR te bespreken (Wet Harrewijn), maar een onderzoekje van Schouten & Nelissen bracht aan het licht dat het bij driekwart van de ondernemingsraden maar niet aan de orde komt. Al

in februari dit jaar, werd duidelijk dat de SER een grondige versterking van medezeggenschapregelingen bij beursgenoteerde bedrijven absoluut niet nodig vond. Het enquêterecht van aandeelhouders is meer dan voldoende en bij multinationale bedrijven zou meer werknemersinmenging er toe kunnen leiden dat ze geen zin meer hebben hun bedrijven hier te vestigen. Dat moeten we niet willen, zegt de SER. Het kabinet denkt er blijkbaar net zo over, want het heeft inmiddels het SER-advies doorgestuurd naar de Raad van State.

Spreekrecht is toch wat anders dan een vinger in de pap. Tenzij de OR spreekt van mogelijke maatregelen op de werkvloer als de geachte aandeelhouders ideeën van de werknemers weigeren over te nemen. Maar dat is dreigen met arbeidsonrust en voor je het weet willen de aandeelhouders de zaak van de hand doen.

Waarom de OR, als wettelijke vertegenwoordiger van de werkvloer, niet als even gelijkwaardige partner in het bedrijfsbestuur opgenomen? Spreekrecht, medezeggenschap, het zijn de instrumenten der repressieve tolerantie die uit de kast werden gehaald als reactie op allerlei onrust in de 60'er en 70'er jaren. Tot op vandaag de dag worden die instrumenten verkocht als versterking van democratische processen. Aan daadwerkelijk meebeslissen is de democratie nog niet toe. De vraag is dan over wiens democratie je het hebt.

Zolang beslissingsrecht niet aan de orde is, zullen we alleen met spreken zaken recht zien te kletsen die krom zijn. Lukt dat niet, dan blijf je maatschappelijke onrust houden.

Vergeetachtigheid

Wandtegeltje geheugenEen mens heeft zijn beperkingen en daar hoort onder andere het geheugen bij. Alles onthouden lukt niet. Maar er wordt wel meer van dat geheugen gevraagd. Dat kan leiden tot het mahsro-effect, een verschijnsel dat hier (op het oude blog) werd geïntroduceerd en volgens een slordige journalist inmiddels in ict-kringen een welbekende term zou zijn geworden.

Het mahsro-effect (mijn arme harde schijf raakt overbelast) heeft weer genadeloos toegeslagen: Meer dan een half miljoen mensen waren de afgelopen maanden hun Digid kwijt.
Vreemd eigenlijk. Hoe vaak is er niet geschreven over vergeten pincodes en wachtwoorden? Meer dan zes of zeven codes kunnen we niet uit het blote hoofd onthouden, dus waarom dachten die half miljoen mensen dat die Digid er wel bij kon?

En voor codes die uit een paar cijfers en letters bestaat zijn mischien wat truucjes te bedeken om ze beter te onthouden, maar inmiddels sterft het ook van allerlei soorten gedragscodes. Een beetje bedrijf heeft al gauw met een code of vier te maken. Tel dat erbij op en het geheel valt echt niet meer te onthouden.

Zo wilde Philips een nieuw beloningsplan voor de eigen bestuurders doorvoeren, maar was daarbij de code Tabaksblat vergeten. De aandeelhouders hebben de directie daar aan herinnerd en het plan is voorlopig van de baan. Da's dan wel weer een mooi voorbeeldje van collectief geheugen.
En bij
BCC en Daihatsu waren ze de reclamecode vergeten. Een overtreding die overigens alleen maar tot gevolg heeft dat de Reclame Code Commissie het opgespoorde geheugenverlies openbaar heeft gemaakt. Geen boete of verplichte geheugentraining opgelegd.

Een teveel aan codes kan dus tot geheugenverlies leiden. Misschien verklaart dat het enthousiasme van een aantal ondernemers voor de Classic Lady, die een sterke vermindering van codes bepleit (de regeldruk verminderen, noemde ze dat).
Ook hier is sprake van een rammelend geheugen. Is iedereen vergeten dat Classic een ijsje van Magnum is dat je wel heel snel moet oplikken omdat het anders je hemdsmouwen in lekt? En dat de Lady haar parlementaire werk de afgelopen maanden regelmatig heeft verslonsd? Om het nog niet eens te hebben over het feit dat ze een eenvoudig klusje als de was doen, niet zonder ongelukken af kan handelen.

En nu bepleit GroenLinks een nieuwe gedragscode voor de fondsenwerving voor politieke partijen. Vergeet het maar, dat wordt nooit onthouden. Zeker niet door politici die bij de waan van de dag leven. Die hebben alleen een korte termijngeheugen met dito oplossingen.