Tag archieven: verkiezingen

Draaien in de polder (2)

Draaien in de polder (2) Partijen willen elkaar nogal eens van draaien beschuldigen, in plaats van elkaar complimenteren met de speelse, creatieve flexibiliteit, waarmee men inspringt op de waan van de verkiezingscampagnes en peilingen.
Wie komt er als mooiste draaitol uit de bus en krijgt na 9 juni een draaitol uitgereikt?

Acht dagen geleden gingen we hier op zoek naar
de fraaiste draai in de verkiezingscampagnes. De PvdA, CDA, VVD en PVV waren de eerste genomineerden. Sindsdien is het redelijk rustig gebleven. Hebben we met zulke consistente politici te maken? Laten ze zich niet gek maken en volharden ze in hun stellingen?
Niets is minder waar. Het gedraai blijft echter beperkt tot de al eerder genoemde partijen.

Mark Rutte kwam met
de bijstandsdraai. Na door de EO er op gewezen te zijn dat bijstandmoeders wel degelijk achteruit gaan als de VVD het voor het zeggen krijgt, ontstak Rutte in woede. Om even later met een eigen berekening te komen, waaruit bleek dat de EO gelijk had.
Hulde. Zo snel bijdraaien, om vooral transparant te lijken.

Ook de Meester aller Draaien liet van zich horen. Eerder in de campagne had Balkenende gewaarschuwd tegen een nieuw Paars. Slecht voor het land. Nu is hij ineens
voor een coalitie met VVD, D66 en GroenLinks. Grappig dat hij zijn huidige soulmate, de CU, wil inruilen voor GroenLinks.
Maar wel een fantastische draai, natuurlijk. Het CDA wil zowel de PvdA als de PVV buiten de deur houden. Dan blijft er niet veel anders over dan deze bont en blauwe coalitie.

Met nog acht dagen te gaan, hebben we nu dus zeven fraaie draaipunten. Uit
het vorige artikel: de miljardendraai van de PvdA, de immigratiedraai en de bewegingsdraai van de PVV, de hypotheekrentedraai van het CDA en de premierdraai van de VVD.
Vandaag voegen we toe
: de bijstandsdraai van de VVD en de coalitiedraai van het CDA.

Welke fraaie draaien heeft u nog waargenomen? Gooi ze in de reacties hier en op 9 op 10 juni houden we hier de verkiezing voor de mooiste draaitol.
Als die verkiezing genoeg stemmers trekt, gaat de redactie een fraaie draaitol overhandigen aan de winnaar.

Rutte de beste crisismanager?

Rutte als beste crisismanager? Vorig jaar, zo rond 9 juni, keken we terug in de geschiedenis, op zoek naar de minister-president, die de beste crisismanager aller tijden zou zijn. De lezers bepaalden dat Willem Drees als beste uit de bus kwam.

Je mag een premier natuurlijk rustige tijden wensen. De dagelijkse boel bij elkaar houden, is al een heel karwei. Wie daarnaast met oorlogen, natuurrampen, economische crisissen of andere catastrofes te maken krijgt, heeft wel een heel zware job.
Vorig jaar maar eens op een rij gezet, welke premiers met zulk onheil te maken hadden (zie dit exceldocument).

In de artikelen op dit weblog (
de aankondiging en de uitslag), verschenen ook als gastlogjes op GeenCommentaar (hier de aankondiging en daar de uitslag). Ik link ze allemaal, zodat je nog ook door de reacties kan scrollen.

Nog even, en het is weer 9 juni. Met natuurlijk weer een crisis: de kans dat Mark Rutte premier wordt. De vraag rijst dan: zal hij een goede crisismanager zijn?
Hij komt dan aan het roer, terwijl de economische crisis nog lang niet voorbij is.
Rutte wil het land er bovenop helpen, maar zijn partijgenoot
Zalm kondigde al aan dat Rutte zeer waarschijnlijk al bijna 30 miljard euro tekort gaat komen. De ABN-Amro gaat de staatsteun niet terug betalen.

Rutte is
erg openhartig over zijn kwaliteiten als “minister-president de crisismanager”. Als er een ingewikkeld kabinet wordt geformeerd, blijft hij liever in de Kamer zitten. Hij wil dus wel wat aan de economie doen, maar niet als hij ook nog een kabinet bij elkaar moet houden. Dat mag Neelie Kroes dan doen. Rutte wil dan fractievoorzitter blijven.

Zijn staat van dienst in die hoedanigheid, geeft niet het idee dat hij in die positie wel een goede crisismanager is.
In 2006 leidde hij de VVD-campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen en de partij ging er 1,5% op achteruit. Als lijsttrekker bij de 2e Kamerverkiezingen in datzelfde jaar, verloor de VVD zes zetels. Maar goed, de grillen van het electoraat zijn een lijsttrekker niet helemaal aan te rekenen.

Als fractievoorzitter kreeg Rutte wel wat crisissen voor de kiezen. De grootste was natuurlijk de
affaire Verdonk, in 2007. Verdonk had het op haar heupen gekregen, omdat ze bij de verkiezingen meer voorkeursstemmen had gekregen dan Rutte en deed een greep naar de macht. Rutte wist ternauwernood zijn huid te redden.
In 2009 kreeg hij opnieuw met wat oppositie uit eigen gelederen te maken, toen hij de vrijheid van meningsuiting wenste op te rekken door het verbod op Holocaustontkenning af te schaffen.

Maar goed, hij leeft nog en trekt wederom de VVD-kar. Nu met meer succes dan in 2006 en een kans om vader des vaderlands te worden.
Daarom vandaag de lezersvraag: Kan Mark Rutte de beste “MP als crisismanager” worden?

Zalm wordt premier

Zalm wordt premier De kans dat de VVD nog voor de verkiezingen instort, is ineens een stuk groter geworden. Mark Rutte blijkt een smakelijk onderhoud te hebben gehad met Gerrit Zalm. De heren hebben de aanstaande coalitieonderhandelingen besproken en dat liep niet zo best af voor Rutte.

Het
financieel medium z24.nl heeft een kijkje kunnen nemen in het weblog dat Zalm bijhoudt ten kantore van ABN-Amro. Daarin herinnert Zalm aan zijn historische ervaringen als informateur en onderhandelaar.
De trouwe lezer van dit blog weet dat er in het verleden af en toe contact is geweest met heer Zalm. Een paar keer is zijn verborgen leiderschap onderwerp van gesprek geweest. Bijvoorbeeld over zijn rol, toen de VVD het moeilijk kreeg met Verdonk. Vlak voor hij de politiek verliet, zei hij hier nog: “Als ik straks nog hier en daar aan de touwtjes trek, dan zal dat ook betekenis hebben”.
Wat zou er besproken zijn tussen Zalm en Rutte? De telefoon gepakt en eens kijken of de vroegere hotline nog werkt.

Zalm: “Goedenavond, Zalm hier”.
pp: “Meneer Zalm, wat fijn dat ik u aan de lijn tref”.

Zalm: “Wacht een even, dat bent u toch niet?”
pp: “Even kijken, meneer Zalm. Ja hoor, ik ben het!”

Zalm: “Nou dat is lang geleden. U leeft dus nog. En dat weblogje van u ook?”
pp: “Jawel, en nou wilde ik….”

Zalm: “Goh. Dat u dat volhoudt. Complimenten, amice!”
pp: “Ha, ha ha, daarmee plaagde u me vroeger ook al”.

Zalm: “Huh? Plagen?”
pp: “Nou u weet nog best wel dat u mij geen amice moet noemen”.

Zalm: “Ah ja, da’s waar ook. Uw vrinden dachten dan dat u echt met mij bevriend was, niet waar?”
pp: “Wel waar. En dat heeft mijn imago nog aardig wat schade toegebracht”.

Zalm: “Moet u niet wakker van liggen. Als u dat doet, zult het nooit ver schoppen”.
pp: “Meneer Zalm, waar ik voor bel. U heeft met meneer Rutte gedineerd”.

Zalm: “Tsja, hoe dat weer in het nieuws is gekomen ga ik uitzoeken. Tenslotte ben ik dik uit de politiek en met wie ik een vorkje prik, gaat niemand wat aan”.
pp: “Nou, u schijnt wel de toekomst van dit land besproken te hebben. Het lijkt me toch belangrijk dat het volk dan weet welke plannen er zijn gesmeed”.

Zalm: “We hebben heerlijk gegeten en dat was het”.
pp: “Dat meent u niet!”

Zalm: “Tuurlijk niet, we hadden nog een uitstekend likeurtje na bij de koffie”.
pp: “Kom, meneer Zalm, volgens z24.nl heeft u het over eventuele coalitieonderhandelingen en een regeerakkoord gehad”.

Zalm: “Okee, dat klopt. We hebben het heel kort even doorgenomen”.
pp: “Wat doorgenomen?”

Zalm: “Zoals u weet vermoed heer Rutte dat het wel een een lastige formatie kan worden. En als er al een beetje kabinet uit wil rollen, dan zal dat ook geen makkelijk ploegje worden”.
pp: “Ah, juist. Ik las ergens dat Mark Rutte dan liever geen premier wil worden, maar mevrouw Kroes die positie gunt”.

Zalm: “Juist. En daarover heb ik hem even bijgepraat”.
pp: “Bijgepraat?”

Zalm: “Kijk, mevrouw Kroes is een prachtwijf. Eerlijk. Maar die wordt geen premier”.
pp: “Dus toch Rutte?”

Zalm: “Om de drommel niet!”
pp: “U gaat me toch niet vertellen dat u van plan bent de grote roerganger te worden?”

Zalm: “Nee, dat ga ik u niet vertellen. Wacht u maar rustig af”.
pp: “Ik begrijp het al. U heeft weer ambitie!”

Zalm: “Nou, daar heeft het mij nooit aan ontbroken”.
pp: “Mark Rutte blaakt anders ook van ambitie”.

Zalm: “Die heb ik dus even bijgesteld met de Zalmnorm”.
pp: “En die norm is?”

Zalm: “Voor goed leiderschap moet je het neusje van de zalm hebben”.
pp: “Aha. Zodat wij weer een paar jaar bij de neus genomen worden, hè?”

Zalm: “Amice, ik vergeef u uw armzalig gebrek aan politiek inzicht”.
pp: “Grrmblf, meneer Zalm! Daar doet u het weer!”

Draaien in de polder

Draaien in de polder Hadden we het gisteren over partijen op de wippositie, vandaag een korte impressie van partijen die de draaitol spelen (zie ook update onderaan!).

Partijen willen elkaar nogal eens van draaien beschuldigen, in plaats van elkaar complimenteren met de speelse, creatieve flexibiliteit, waarmee men inspringt op de waan van de verkiezingscampagnes en peilingen.
Goed dan, wie komt er als mooiste draaitol uit de bus?

De PvdA? De partij ging alsnog
10 miljard aan bezuinigingen invullen. De VVD noemde het een “ommezwaai”.
Hier had een compliment op de plaats geweest. De PvdA zag in dat je de kiezer duidelijkheid moet geven en die kreeg dus alsnog te horen dat het zeker tot na 2015 pijn zal moeten lijden.

De PVV dan? De ene draai na de andere. Een immigratiestop is ineens
geen breekpunt meer, als andere partijen met de PVV willen regeren. Ondertussen worden de eerste stappen gezet om van de beweging een heuse partij te maken. Een principe waar Wilders eerst geen heil in zag.
Ook dat is een compliment waard. Van het grootste PVV-thema geen breekpunt maken en, ondanks kritiek op de gevestigde partijen, toch proberen een echte heer in het parlementaire verkeer te worden.

Het CDA zegt niet te draaien. De partij lost het heel anders op. Laat ex-spindoctor en staatssecretaris Jack de Vries zeggen dat de hypotheekrenteaftrek
bespreekbaar moet zijn. Vervolgens uitlekken dat De Vries een vreemde draai aan de hoeksteen van de samenleving heeft gegeven, waardoor de zielepoot wel moest opstappen. En dan is de weg vrij voor Balkenende om de hypotheekrenteaftrek onbespreekbaar te maken.
Misschien wel het fraaiste gedraai? Van welhaast Machiavelliaanse allure? Het CDA ziet potentiële kiezers weglopen, vooral de rechtse kant op. Dan is dit wel een slimme draai van Balkenende.

Verder niet veel mooie pirouettes gezien. Hoewel de VVD nog een hele leuke dubbele loop maakte. Neelie Kroes
misschien premier? Neelie Kroes geen premier! Neelie Kroes wel premier?
Kijk, da’s een minder fraaie. Om twee redenen: de VVD heeft toch al een geschiedenis van innerlijke tweespalt. En Rutte verklaart wel wat in Kroes als premier te zien, als er een “moeilijk kabinet” uit de bus komt na 9 juni.
Met andere woorden: als het te lastig wordt, wordt ik geen premier. Erkent hij daarmee de kwaltiteiten van Kroes, of zijn eigen tekortkomingen?

Welke fraaie draaien heeft u nog waargenomen? Gooi ze in de reacties hier en over een paar dagen houden we hier de verkiezing voor de mooiste draaitol.
Als die verkiezing genoeg stemmers trekt, gaat de redactie een fraaie draaitol overhandigen aan de winnaar.

Update 25-05-2010: Tot 9 juni kunnen er natuurlijk nog hele mooie draaien de revue passeren. Inzendingen dus mogelijk tot 9 juni. De verkziezing van de fraaiste draai op 9 juni.

De sterkste wippositie

De sterkste wippositie Quote van de week: “Bij de verkiezingen (…) doet de unieke situatie zich voor, waarbij het heel politiek spectrum (…) dan in de wippositie zit”.

Twee grote partijen, maar samen geen Kamermeerderheid. Dus is er minstens een derde partij nodig. Die partij zit in de wippositie. In Balkenende III bezette de CU die plaats. D66 viel al vier keer die eer de beurt.
Nu lijken VVD en PvdA de grootste twee te worden. Om een kabinet te vormen, die een Kamermeerderheid tot steun heeft, kunnen ze kiezen uit alle andere partijen (behalve SGP, TON en PvdD). Ook als een partij niet in de regering komt, maar wel parlementaire steun verleent, spreken we van de wippositie.

De quote van de week komt echter
uit Suriname. Daar vinden dinsdag 25 mei de verkiezingen plaats en daar is de politiek ook aardig in beweging.
In totaal doen 24 partijen mee. Vier opereren solo, de rest in combinaties. De kiezer kan aardig de weg kwijt raken, omdat maar liefst 14 partijen nu in andere combinaties deelnemen. Kijk maar eens in dit exceldocument en je vraagt je af hoe de zwevende kiezer nou een keus moet maken uit al die zwevende partijen.
De grootste twee, de Megacombinatie (nu in de oppositie) en het Nieuw Front (de huidige regeringspartij), zullen na 25 mei op zoek moeten naar partners. Samenwerken is uitgesloten.

De Megacombinatie, met daarin Bouterse en zijn NDP, lijkt aardig te winnen. De NPS, van zittende president Venetiaan, verliest. Geen vreemd verschijnsel, want dat overkomt regeringspartijen, wereldwijd, wel vaker.
Het gaat dinsdag spannend worden in Suriname. De huidige coalitie lijkt om twee redenen te verliezen: kritiek op de regering en de A-combinatie (van o.a. Ronnie Brunswijk) doet in een aantal districten niet mee. De kandidatenlijsten waren te laat ingeleverd en dus kunnen kiezers in o.a. Paramaribo niet op deze partij stemmen. Dat kan heel wat uitmaken, omdat Paramaribo goed is voor 17 van de 51 zetels in het parlement (zie de Wikipedia over het districtenstelsel in Suriname).

Eén van de partijen uit de A Combinatie
adviseerde haar volgelingen dan maar op het Nieuw Front te stemmen, in de hoop dat de regeringspartijen wel voldoende zetels halen om aan het roer te kunnen blijven. Dat stemadvies wordt niet door iedereen in dank afgenomen, op grond van etnische overwegingen. Suriname wordt bevolkt door een bonte verzameling bevolkingsgroepen van uiteenlopende etnische achtergronden. Een van de redenen waarom er zoveel politieke partijen zijn.
Hier heeft Rita Verdonk voorgesteld ook een districtenstelsel in te stellen, hetgeen natuurlijk tot “Surinaamse toestanden” kan leiden. Friezen die op Friezen stemmen en als ze te laat zijn bij de inschrijving, dan maar adviseren op Groningers of Drenthen te stemmen.

De zittende coalitie heeft 29 van de 52 zetels, waarvan Venetiaans Nieuw Front er nu 24 heeft en de A-combinatie 5. De oppositie heeft de overige 22, waarvan de Megacombinatie er nu 15 bezet.
Misschien halen Venetiaan en Bouterse allebei 20 zetels. Dat lijkt me treurig voor de Surinaamse kiezers, want wie mag dan het voortouw nemen de nieuwe regering te vormen?

Je moet er niet aan denken dat zoiets op 9 juni bij ons gebeurt: Cohen en Rutte winnen allebei evenveel zetels. Hier heb je dan nog de koningin die de knoop kan doorhakken voor een formatie-opdracht. Zal menig Surinamer straks met weemoed terugdenken aan de tijd dat hare majesteit daar nog staatshoofd was?
Hoe dan ook: zowel in Suriname, als hier, hebben alle partijen er belang bij hun eigen gang te gaan in de verkiezingscampagnes, in plaats van de handen ineens te slaan en een gezamenlijk stanpunt in te nemen over de grote, landelijke problemen. Puur om hun wippositie te versterken.
Ik wens onze voormalige landgenoten sterkte.

Meer over de verkiezingen in Suriname op de
officiële staatswebsite, de Radio Wereldomroep en op verkiezingensuriname.

Geïnformeerd naar de stembus?

Geïnformeerd naar de stembus? Zijn er eigenlijk wel mensen die de moeite nemen de verkiezingsprogramma’s te lezen? Geef je antwoord in de poll, onderaan dit artikel.
Eerst even de poll-opties, met een kleine toelichting.

1. Ja, ik lees ze allemaal.
Ik vermoed dat maar heel weinig mensen alle programma’s helemaal doornemen. Is misschien ook niet nodig, omdat de meeste kiezers liever hun informatie vergaren via een van de volgende opties.

2. Ja, maar alleen bepaalde onderwerpen.
Hoewel sommigen al weten wat ze stemmen, willen ze toch van alle partijen weten, wat die hebben geschreven voor hun beroepsgroep, hobby of persoonlijk interessegebied.

3. Ja, ik lees samenvattingen.
Vlak voor de verkiezingen zul je in diverse kranten overzichtelijke samenvattingen vinden van de programma’s. Wel een aardige service, omdat je dan niet door de propagandistische rimram rond de eigenlijke punten hoeft te ploegen.

4. Ja, alleen van mijn voorkeurspartijen.
Is heel logisch als je toch zeker weet op welke je in ieder geval niet zult stemmen.

5. Nee, ik doe een of meerdere stemwijzers.
Ook al is er wat gedoe over de diverse stemwijzers, ze worden druk bezocht. Zijn er kiezers die vinden dat ze zo voldoende zijn geïnformeerd?

6. Nee, ik lees alleen specifieke thema-sites.
Allerlei belangenorganisaties maken samenvattingen van de programma’s van de thema’s die bij hun sector horen. Lijkt een beetje op optie 2, maar je kan vaak wel de mening lezen die een belangenorganisatie heeft over partijstandpunten.

7. Nee, want ik weet al wat ik stem.
Dat is fijn. Maar zou dat niet tot spijt kunnen leiden,als je er achteraf achterkomt dat jouw partij een aantal zaken in het programma heeft staan, waar je het eigenlijk niet mee eens bent?

8. Nee, ik bedenk wel wat in het stemhokje.
Zijn er twijfelaars en mensen zonder specifieke voorkeur, die zonder enige informatie hun keuze uitstellen tot het moment dat ze het rode potlood oppakken?

9. Nee, want ik ga niet stemmen.
Tja, waarom zou je dan ook die programma’s lezen?

Ben benieuwd naar de antwoorden. Je eigen toelichting en tips over sites die goede informatie over de verkiezingsprogramma's geven, mag je in de reacties kwijt.

Naar de ark van Thorbecke?

Naar de ark van Thorbecke Wie mist u hier links? De beste stuurlui, natuurlijk. Staan aan wal wat te roepen. De roergangers van het schip van staat willen die stuurlui binnenboord te halen. Het schip van staat moet daarom op de helling en verbouwd worden tot de ark van Thorbecke. De burger mag aan boord.

Dat idee wordt gewekt, als je de vele berichten leest over bestuurlijke vernieuwing (lees ook mijn
gastlog op GeenCommentaar, zelfde onderwerp, andere invalshoek). De politiek moet dichter bij de burger en andersom. En de burger zou meer invloed moeten hebben.
De motivatie om aan het bestuurlijk stelsel te gaan sleutelen, ligt in de angst voor opkomend populisme sinds Fortuyn. Vreemd, want democratie betekent van oorsprong een staat gestuurd door het volk. Nu de vox populi zich roert zou je dus denken dat de democratie op haar best functioneert.

Toch is er onder gevestigde politici en bestuurders behoefte dat met regels en wetten te organiseren, De stem des volks is gehoord, nu nog een nieuw reglement van orde. Daarbij valt veelvuldig de naam van Thorbecke, de liberale staatsman die geldt als de architect van onze grondwet en parlementaire democratie, ook wel het Huis van Thorbecke genoemd.
Vanuit de gedachte dat het volk dichterbij dat huis moet staan, soms zelfs toegang tot dat huis moet hebben, willen sommige politici overgaan tot renovatie van het Huis van Thorbecke. Nogmaals: wie daarover meer wil weten, bekijkt de links in mijn gastlog, onder het pseudoniem P.J, Cokema, op GeenCommentaar.

Ik beperk me hier tot wat de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s hebben staan over democratie en bestuur. Dat heb ik samengevat in
deze excelsheet. Hier is te zien om welke voorstellen het gaat en op welke punten partijen het met elkaar eens of oneens zijn. Links naar de verkiezingsprogramma’s staan in dat exceldocument.
De voorstellen heb ik verdeel in de categorieën democratie en bestuur. In elke categorie zijn ze gerangschikt naar het aantal zetels dat de partijen volgens de laatste peilingen zouden halen. Een voorstel dat veel zetels scoort, zou dus best eens werkelijkheid kunnen worden na 9 juni.

De vraag is echter: zal de kiezer, de burger, warm lopen voor deze voorstellen? Of anders gezegd: wil het ‘populus’, wel meer democratie en wat zal het vinden van de voorgestelde bestuurlijke veranderingen?

Met betrekking tot meer democratie: Er zou na 9 juni een Kamermeerderheid te vinden zijn
voor referenda. Leuk, maar de recente geschiedenis laat zien dat het volk daar niet warm voor loopt. Niet dat we er veel ervaring mee hebben. Er is één referendum over de Europese grondwet geweest. Daarbij was er een opkomst van 63,3%, net iets lager dan de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen (gemiddeld 64%) en stukken lager dan de gemiddelde opkomst bij de landelijke verkiezingen (81%).
Daarnaast zijn er een aantal burgemeestersreferenda gehouden. De respons daarop was nog bedroevender en in 2008 werd besloten dit soort referenda maar af te schaffen.

Het is heel aardig van de zittende politici dat ze de kiezers via referenda vaker naar de stembus willen sturen. Het lijkt er echter op dat het volk daar niet zoveel zin in heeft.
Ligt dat aan de soort en inhoud van de tot nu toe gehouden referenda? Zou het anders liggen als er bijvoorbeeld een referendum wordt gehouden waar voor of tegen de bouw van kerncentrales kan worden gestemd? Of, dichter bij de portemonnee van de kiezer, referenda over ingrijpende wijzigingen in het belastingstelsel.

Met betrekking tot bestuur: De meeste voorstellen gaan over een kleinere overheid. Zo hoopt men natuurlijk tegemoet te komen aan het geklaag over een logge, in efficiënte en peperdure overheid. Minder ambtenaren bijvoorbeeld. De kiezer zal misschien geneigd zijn daarin mee te gaan, hopend op een belastingvoordeeltje. Tot men er achter komt dat allerlei diensten minder toegankelijk worden, omdat diverse loketten minder vaak geopend zijn en procedures langer duren dan we nu zijn gewend.
Het voorstel wat na 9 juni op een fikse Kamermeerderheid kan rekenen is het verminderen van het aantal ministeries. Direkt daaruit volgt de overheid het ook wel met minder ministers, staatssecretarissen en ambtenaren kan doen. Ook dat zal de kiezer wellicht aantrekkelijk overkomen.

Samengevat: aan een kleinere overheid zal met de instemming van de kiezer gewerkt kunnen worden. Maar of de kiezer ook bereid is een actievere democraat te worden?
Ik denk dat de meerderheid der kiezers het wel best vinden om voor de gemeenteraad en de Tweede Kamer naar de stembus te gaan, maar dat verdere participatie alleen door een handjevol enthousiastelingen wordt geambieerd. De kiezer consumeert de democratie alsof het een supermarkt is. Wat er aan produkten in de schappen ligt, heeft de consument nauwelijks een binding mee. Ze worden door anderen gemaakt en de directie van de supermarkt beslist wat er wel of niet te koop is.Is de consument er niet tevreden mee, dan loopt hij naar een andere winkel, in plaats van een actieve stem op te eisen in de leiding.

Dat is jammer, maar verklaarbaar. Het tanende enthousiasme voor deelname aan ondernemingsraden mag als exemplarisch voorbeeld gelden. Wel mee mogen praten over vooral randvoorwaardelijke zaken, maar geen beslissende stem hebben. De invloed is uiterst beperkt. En ja, dan trekt de burger zich dus terug en roept hooguit nog wat als het aan de wal staat.
Voor een meer actieve, democratisch participerende burger zullen er dus veel verdergaande voorstellen moeten komen, waarbij de vox populi niet slechts een adviseur zonder enige status is.

Democratie op afstand

Democratie op afstand

Twee dagen voor het staatshoofd zich onder haar volk mengde om zich te laten bewonderen, kwam Rob vertellen dat de leiding van dit land echt aan verandering toe is.
Rob is de Raad voor Openbaar Bestuur. Het bestuur van dit land is hard aan vernieuwing toe, stelt de Raad.

Na de verkiezingen zal de nieuwe premier daar een sterke rol in moeten spelen (meer in de Volkskrant). Waarmee we vanzelf op de vraag komen: wie is in staat niet alleen een kabinet te leiden, maar ook het openbaar bestuur te reorganiseren?

De Raad heeft in ieder geval ideeën over nieuw leiderschap (
zie ook het advies, pdf!). Maar voor iedereen denkt dat de boel eens flink op zijn kop moet worden gezet, zegt de Raad:
“Vooraf een waarschuwing. De Raad stelt nadrukkelijk dat verticaal georganiseerd bestuur nodig is en blijft. Het is belangrijk dat instituties besluiten nemen, knopen doorhakken, toezicht houden en sancties uitdelen. Wel moeten zij dat doen in voortdurende verbinding met de publieke ruimte. Het politieke bestuur moet zich er bovendien bewust van zijn dat het zélf opereert binnen de horizontale verhoudingen in de samenleving. Het is dus onderdeel van de publieke ruimte. In die ruimte ontwikkelt zich de behoefte aan duiding en richting”.

“Leiderschap blijft nodig” stelt de Raad, “maar er is behoefte aan een nieuwe vorm van leiderschap”.
Het advies is onder andere gebaseerd op de gedachte dat de afstand tussen burgers en politiek verkleind moet worden. Daarover later meer op dit blog, maar nu eerst wat over leiderschap en afstand.

De vraag is of de burger (nog) meer invloed op het bestuur moet hebben. Of hebben we aan een sympathieke, maar krachtige leider genoeg?
Nu kan een minister-president het nog zo goed doen, helemaal naar ieders wensen zal hij of zij het nooit doen. Het parlement mag dat controleren. De volksvertegenwoordiging moet er flink bovenop zitten. Hoe dicht moet de burger op leider’s lip zitten om enige controle over het bestuur te hebben?

De oplossing is er. We kunnen meeregeren vanuit onze luie stoel. In de muziek is er immers al de cyber-dirigent? Gewoon een simpele remote-control, waarmee je zelf de dirigent en de muziek geheel naar eigen wensen aan kunt sturen.
Kijk naar Sebastian, de cyber-dirigent, op Youtube. Het apparaat zal wel eerst getest moeten worden door de deskundigen van “nee tegen de stemcomputer”. En het zal nog wel tot fikse debatten leiden over wie nu de vinger aan de knop moet hebben.

In de serie Leiderschap en dirigenten verscheen eerder
Sax en de democratie en Het stokje overdragen en Rammelende partituur, klinkend resultaat?

De partijen zijn geteld

De partijen zijn geteld Op 9 juni zul je, bijna zeker, 17 tot 18 partijen op je stembiljet zien staan. Naast de elf die nu in de 2e Kamer zitten, nog 6 tot 7 anderen. Waaronder de Partij voor de Mens en alle andere aardbewoners en de Piratenpartij. Na controle van de formaliteiten, valt de Evangelische Partij Nederland waarschijnlijk buiten de boot.

De Kiesraad heeft de partijen
van hun rugnummers voorzien en natuurlijk staat het CDA op één. De nummers worden toebedeeld op grond van het aantal stemmen dat vorige keer is gehaald. De partij met de meeste stemmen krijgt nummer 1. Opvallend is dat van de nieuwkomers de Partij voor de Mens en alle ander aardbewoners en de partij Nieuw Nederland een plaats boven Trots van Verdonk hebben gekregen.

Het aantal partijen valt nog mee, want
61 partijen hebben zich voor de 2e Kamerverkiezingen laten registreren. Bijna 30 procent kreeg het niet voor elkaar genoeg steunbetuigingen en inschrijfgeld te verzamelen en die zien we op 9 juni dan ook niet terug.
Er zijn altijd wel meer politieke liefhebbers die zich voor de verkiezingen laten registreren, dan er uiteindelijk op een kieslijst terecht komen, laat staan dat ze ook een zetel in de Kamer halen. Dat er nu 19 partijen op de voorlopige kieslijst staan, is tamelijk laag. Van 1918 tot vandaag stonden er gemiddeld 24 partijen op de kieslijst. Daarvan haalden er, ook weer gemiddeld, 10 tot 11 partijen de 2e Kamer.

De animo om zich in de politieke arena te willen storten is altijd al groot geweest. Er is in zoverre niets mis met Neerlands democratie. Of je kan zeggen: de burgers denken het altijd beter te weten dan de politici en stellen zich in drommen verkiesbaar. Voor de 2e Wereldoorlog was de zeteldrang stukken hoger, dan in de jaren erna. Zoals te zien is in dit plaatje en
in dit overzicht (excelsheet).
Deelnemende partijen
In 1922 en 1933 deden respectievelijk 53 en 54 partijen mee. Dat is nooit meer voorgekomen. In 1922 kregen vrouwen kiesrecht en wellicht was dat een reden dat zoveel politiek ambitieuzen een kans zagen. De verkiezingen van 1933 vonden plaats in de roerige 30’er jaren, waar het oorlogzuchtige gebral van Hitler de sfeer bepaalde en de Beurskrach tot ellende leidde. Reden waarom de Anti-crisis Partij zich meldde. Ook de partij Marktkooplieden deed mee. Geen van beiden haalden de Kamer.

Vlak na de oorlog leek de democratie stil te liggen. In 1946 deden maar zeven partijen mee, die allemaal in de Kamer kwamen. Pas in 1967 kreeg de kiezer weer een volle kieslijst te zien. Pas in de roemruchte jaren van provo’s, ‘geen woning, geen kroning’ en een bouwvakkersoproer, kreeg de kiezer weer een overvolle kieslijst te zien. In 1967 deden 23 partijen mee, waarvan D66 de verrassende nieuwkomer was.

Dat aantal is slechts zeven keer overtroffen. In 1972 deden 29 partijen mee, met kabinet Den Uyl tot gevolg. In 1971 kwam van de 28 meedingende partijen ook een nieuwkomer verrassend uit de bus: DS’70 van de jonge Willem Drees. Ook in 1989 deden er 29 partijen en weer verraste D66, die van 8 naar 17 zetels ging.
Dat is niet elke nieuwe of jonge partij gegeven. De SP deed, naast 26 anderen, in 1994 voor het eerst mee, maar haalde maar 2 zetels.

Hoe dan ook, kijken we naar de geschiedenis dan blijkt dat er toch veel mensen zijn die politieke verantwoordelijkheid op hun schouders willen nemen. Onder klinkende namen als de Anti-stemdwang Partij (1929) en de Rapaille Partij (1925), die
wel gemeenteraadszetels wisten te halen, maar voor wie de Kamer een brug te ver was.
En natuurlijk de vele one-issue belangenpartijen. Zoals de Politiepartij (1918), de Partij voor ongehuwden (1967), de Partij voor de Belastingbetaler (1977) of de 5 (!) bejaardenpartijen, die in 1971 meededen.
Wie denkt dat op de huidige kieslijst namen als de Partij voor de Mens en alle ander aardbewoners en de Piratenpartij bijzonder zijn, is vast vergeten dat er ooit een Wereld Welzijns Bewustwording en een Partij Likwidatie van Nederland meedeed (1981).

Nee, geen gezeur ovr burgers die geen verantwoordelijkheid willen nemen. Nederland kent een zeer levendige democratie.

Stel je eigen regeerakkoord samen

Stel je eigen regeerakkoord samen Hulde voor een initiatief van Sargasso. Dit weblog komt met een actie, die blijkbaar tot inspiratie in Den Haag heeft geleid.

Vijf dagen geleden meldde ik
in dit artikel al dat de partijen die in Den Haag verwikkeld zijn in de collegeonderhandelingen voor een nieuw B&W, de burgers gelegenheid geven punten aan te dragen voor het nieuwe coalitieakkoord.
Sargasso was daar al wat langer mee bezig, maar verzamelde voorstellen waarmee de lijsttrekkers van de landelijke partijen mee aan de slag kunnen. De komende dagen kan er gestemd worden op de longlist. Uiteindelijk moet daar een 25-punten lijst uitrollen, die aan de lijsttrekkers zal worden aangeboden (hier de aankondiging en hier het stemformulier).

Kijk, zo kun je aangeven wat er in een nieuw regeerakkoord in ieder geval zal moeten staan. Een goed idee, want wat er tot nu toe in het stemhokje aan ontbrak, is de mogelijkheid bij je stem ook aan te geven welke richting het beleid moet krijgen.
Sargasso creëert die mogelijkheid nu. En dat verdient massaal steun. Een kans om de invloed van de kiezer te vergroten. Na het stemmen houdt immers de invloed op. De kiezer moet maar afwachten welke onderwerpen in een regeerakkoord terug te vinden zijn en welke prioriteit die issues krijgen.

Zelf ben ik voorstander van meer keuzemogelijkheden in het stemhok. Niet alleen stemmen op de partij en persoon van jouw voorkeur. Ook een voorkeur aangeven voor een coalitie en een aantal punten voor het beleid. Dat zou in de vorm van een adviserend referendum kunnen zijn, misschien zelfs een bindend advies.

Zover is het niet en dus moeten we het doen met het webloginitiatief van Sargasso. Er is één beperking: de voorstellen waar je op kan stemmen, zijn bedoeld voor een progressief kabinet. Een kabinet waarin PvdA, D66, SP, GroenLinks en PvdD in samenwerken.
Een gedroomd kabinetje. Deze combinatie heeft of het CDA, of de VVD nodig om een Kamermeerderheid te halen. Maar ook voor CDA en VVD, zelfs voor alle andere partijen, is het natuurlijk wel goed te weten welke punten jij belangrijk vind voor welk regeerakkoord dan ook.

Allemaal dus stemmen (er volgen meerdere rondes) en reclame maken voor dit initiatief.