Categoriearchief: Codes

Code privé

MailcontroleTerwijl talloze gedragscodes het privégebruik van de pc op het werk moeten indammen, komt de Nationale Ombudsman met een opmerkelijke uitspraak: De baas mag in je mailbox loeren, maar als het onderwerp niks met het werk te maken heeft, moet-ie met zijn fikken van de e-mail afblijven.
Een werkneemster van de Arbeidsinpsectie kwam erachter dat haar baas haar mail had gecheckt toen zij ziek thuis zat. De baas las natuurlijk alle mail en trof ook een paar fraaie en zeer vernederende omschrijvingen van zichzelf tegen. Die post had de baas niet mogen openen, volgens de Ombudsman, want dit is privémail.
Nu lijken mij schelkannonades op de baas wel degelijk werkgerelateerd en je mag niet alleen van de baas maar ook van de werknemers de nodige transparantie verwachten. Dat eisen de gedragscodes ook. Dus waarom geen transparant, voor elke collega en leidinggevende, mailverkeer?
Maar goed, mocht de uitspraak van de Ombudsman jurisprudentie worden, dan is voortaan één code genoeg om hem/haar uit bepaalde mailtjes te houden: tik in het onderwerpveld eerst het woordje privé in.
Je kan die code verfijnen door bijvoorbeeld “privé boos” in te tikken. Je baas brandt dan van nieuwsgierigheid waar jij dan zo boos over bent, maar lezen mag-ie het niet. Niks aan de hand, want iemand kan over van alles en nog wat boos zijn.
En boos is ook zo vervelend woord. Je wil niet als de eeuwige zeurpiet bekend raken op je werk. Tik dan eens iets neitraslers in, bijvoorbeeld “privé baas” in.
Nu is de baas helemaal niet meer te houden. Maar jij kan wel met een klacht naar de Ombudsman.

Prijs voor het geweten van de overheid

DigidoeiNet op het moment dat de overheid in de prijzen valt voor haar digitale gedrag, leveren twee ambtenaren van het ministerie van Sociale Zaken een blunder van formaat en ligt er een wetsvoorstel klaar de samenleving onder digitale curatele te stellen. Ik zou me in zo'n situatie vreselijk schamen en de prijs teruggeven tot ik mijn zaakjes wat beter voor elkaar heb.
DigiD, de overheidsservice waarmee je met je sofinummer toegang kan krijgen tot allerlei overheidsdiensten, heeft het
EU Good Practice Label 2007 gekregen. Het European e-Government Awards Consortium deelt elk jaar wat van de etiketjes uit aan projecten die de echte awards net hebben misgelopen. Het door de Europese commissie opgestelde epractice-forum bestudeert elk jaar digitale overheidsprojecten. Toegankelijkheid, transparantie, vormgeving en veiligheid zijn een paar van de kriteria waar een project aan moet voldoen om in de prijzen te vallen. Dit jaar waren er 5 projecten die de echte awards kregen, de overige 48 finalisten ontvingen dus dat Good Practice label.
Het is wel een beetje vreemd dat DigiD een kwaliteitslabel krijgt toegekend. Lang niet alle overheidsdiensten zijn er mee bereikbaar en de burger kan ook op beperkte onderdelen inloggen. Het DigiD-project staat nog in de kinderschoenen. Je kan het een beetje vergelijken met Microsoft dat telkens een nieuwe versie van Windows lanceert, terwijl het nog verre van perfect is. De consument zit dan met een slecht werkend en zeker onveilig besturingssysteem opgescheept.
DigiD mag op zich een prachtig idee zijn, maar als overheidsdiensten zelf er nog niet klaar voor zijn, is het nog lang niet het prijzen waard. Dit jaar reikte Burger @ Overheid, die zichzelf
hèt geweten van de e-overheid noemt, de Webflop uit aan de belastingdienst. Daar was het namelijk mogelijk dat anderen jouw DigiD konden gebruiken bij de electronische aangifte.
De BurgerServiceCode kreeg overigens ook het Good Practice Label toebedeeld. Het moet een onafhankelijk platform zijn die de overheid kritisch volgt in haar digitale ontwikkeling. De dagelijkse werkzaamheden van het platform zijn echter ondergebracht bij het
ICTU, een instelling van en voor overheden, opgericht door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat wekt op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling en daar wil de overheid toch ook van af?
Nu blijkt dat het geweten van de digitale overheid geen constante, voor de burger betrouwbare factor is, maar tamelijk gemakzuchtig met internationale, onwelriekende winden meewaait. In de contemporaine koude oorlog tegen terreur kan het wetsvoorstel om de AIVD (alweer dat ministierie van binnenlandse zaken) ruimere bevoegdheden te geven om de digitale sporen die wij op het internet nalaten bij elkaar te stofzuigeren (data-mining), op een Kamermeerderheid rekenen.
Dat commerciële bedrijven al lang hetzelfde doen en ons vervolgens terroriseren met spam en ongewenste telefoontjes is al irritant genoeg. Terwijl menig burger een eind van dit soort praktijken wil, gaat de overheid juist
meer gebruik maken. Van mij mag de overheid elke dag mijn digitale leventje nakijken, maar moet dan wel de BurgerServiceCode hanteren. Je kunt er op rekenen dat de AIVD niet aan de punten 6, 7, 9 en 10 uit die code zal voldoen. Transparantie is niet het sterkste punt van die dienst. Digitale betrouwbaarheid lapt men aan de laars en laat buitenlandse veiligheidsdiensten meegluren in de gegevens.
En wat punt 9 en 10 betreft: zolang ik zelf invloed heb op het beheer van die gegevens en zelf kan bepalen wat ermee gebeurt, is er niks aan de hand. Maar zover is het nog niet en ik denk niet dat we ooit die invloed op de gegevens van de AIVD zullen krijgen. Tenzij we ons masaal bij de AIVD aanmelden als
digitale spion. De dienst heeft een paar slecht functionerende websites op internet staan. De ict-er die zo'n site weet op te knappen mag solliciteren. Enerzijds is het een geruststellend idee dat de AIVD te weinig goed personeel heeft om haar digitale recherchewerk te doen, anderzijds betekent het dat er nu dus ernstig risico is op groffe fouten.
Op digitaal gebied is de overheid erg dubbelzinnig: twee ambtenaren worden geschorst omdat ze prima digitaal speurwerk hebben verricht, andere ambtenaren krijgen volop de ruimte in onze privacy te grasduinen. Wil de burger zich voldoende beveiligen tegen rammelende, digitale overheidspraktijken is er helaas maar één mogelijkheid: de pc gaat de deur uit en we doen alles weer analoog.

De liefde van Drees

StenoliefdeHet is jammer dat ook vandaag nog veel belangrijke informatie in archieven zit opgesloten en we nog jaren moeten wachten tot het vrij wordt gegeven. Maar als er dan eindelijk iets aan de openbaarheid wordt prijsgegeven, tref je soms ook heel mooie zaken aan. In het Nationaal Archief mogen we nu de in stenografie geschreven liefdesbrieven van Willem Drees bewonderen. Drees hield niet alleen van de sociaal zwakkeren in de samenleving, hij hield ook van een goed glas druivensap en van bijzondere vormen van communicatie. Zo was hij erelid van de Universala Esperanto-Asicio. Esperanto is een kunstmatig taaltje, bedoeld om mensen uit verschillende culturen met elkaar te laten communiceren. De taalbarrières overwinnen voor een betere wereld.
Hij was ook erevoorzitter van de Federatie voor Stenografie.
Stenografie is een soort gecodeerd vlugschrift, dat op het eerste gezicht een beetje op het oeroude spijkerschrift lijkt of op het arabische schrift. Het werd gebruikt om in sneltempo verslagen te maken van vergaderingen en besprekingen. Zowel Drees als zijn vrouw beheersten dat goed en hun liefde werd in stenografie bedreven. Willen wij nu weten hoe intiem ze waren, dan zullen we die steno-code moeten leren.
Wat zou Vadertje Drees gevonden hebben van de hedendaagse ontwikkelingen? Zou hij nog steeds lid zijn van de PvdA, die best bereid is de AOW te hervormen? Ach, hij was voldoende politicus om te beseffen dat niet alle idealen haalbaar zijn.
Maar wellicht zou het jammer vinden dat het esperanto nooit de wereldtaal is geworden die de mensen bij elkaar heeft gebracht. Misschien zou hij nog wel verheugd zijn over de neo-variant van het kortschrift: de sms-taal.
Of het Nationaal Archief daar ook blij mee is valt te betwijfelen. Want hoe sla je de liefdes-sms-jes op, die Willem Alexander en Maxima hebben uitgewisseld? Straks heb je eindelijk een taal die iedereen begrijpt, maar zullen de oranje-fans de zieleroerselen van het beminde paar nooit te zien krijgen, dankzij de delete-knop.
Gelukkig maar dat echt politiek belangrijke zaken nog steeds anders worden genoteerd en bewaard. Hopelijk wordt ook alles veel makkelijker en sneller toegankelijk, zodat we niet op het Nationaal Archief hoeven te wachten of tot er om een parlementair onderzoek moet worden gevraagd.

Koeiengekte-code

BiosecurityEen eenmaal op hol geslagen kudde, valt niet te stoppen? Jawel hoor, er is altijd wel een groepje dat gek wordt van die onrust en dan zichzelf tot de orde roept. In dit geval bio-wetenschappers die zichzelf, geheel vrijwillig, een gedragscode opleggen. Gisteren presenteerde de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen) de gedragscode voor Biosecurity. Die gedragscode moet voorkomen dat terroristen er vandoor gaan met de kennis die de wetenschappers zo graag publiceren.
Biosecurity is een term die tot nu toe vooral verband hield met de
bestrijding van ongedierte thuis. In de matrassen, vloerkleden, vaatdoekjes en die mooie houten balken aan het plafond zit ongedierte die een aanslag kunnen plegen op jouw gezondheid. Gelukkig zijn er bedrijven die zich specialiseren in de beveiliging tegen zulke aanslagen.
Ook wordt de biosecurity ondermijnt
door wormen. Een verschijnsel dat we wel van internet kennen. De Blackhead-worm legt echter hele kalkoenenstallen plat, maar met een paar biosecurity-maatregelen valt ook dat te voorkomen. En zo kan een verhoogde biosecurity ook de vogelpest en de gekke koeienziekte voorkomen of op zijn minst verspreiding op grote schaal tegenhouden. In dat laatste geval kan de security zelfs zo hoog worden opgeschroefd dat complete kuddes worden geruimd. “Geruimd” is een eufemisme voor genocide.
Dat wetenschappers een gedragscode nodig hebben kan ik me voorstellen. Een Willie Wortel is toch een beetje wereldvreemde figuur, die geïsoleerd in zijn laboratorium, met de beste bedoelingen, uit zit te vinden hoe het leven een stuk aangenamer gemaakt kan worden. Dat zo'n nerd minder met de veiligheid bezig is, dan wij in ons dagelijks huishouden, is niet zo vreemd.
Toch is het goed dat ook de wetenschapper wat meer stilstaat bij de veiligheid van zijn werk. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Zo kunnen
ecosystemen gevaar lopen door wetenschappelijke expedities die hun bagage niet controleren. De wetenschappers die bos en hei afstruinen vergeten vaak het klitteband van hun outdoorkleding te controleren en voor je het weet reist er een zaadje mee die de biodiversiteit van een ander gebied in gevaar kan brengen. Er is al voorgesteld om zogenaamde biosecurity officers aan te stellen die de lading en de leden van zulke expedities nakijken.
Nu is dan eindelijk de dreiging van terreur ook doorgedrongen tot de laboratoria. Menig wetenschapper verkeerde in de veronderstelling dat een beetje terrorist te dom is om iets uit te spoken met de ingewikkelde formules en technieken waarmee bestrijdingsmiddelen, geneesmiddelen of experimentele ziekteverwekkers worden gemaakt. De gedragscode schrijft nu voor dat wetenschappelijke publicaties alleen aan de buitenwereld vertoond mogen worden als het wetenschappelijke belang groter is dan de kans op misbruik. En als het wel tot publicatie moet komen, dan moet een wetenschapper voorkomen dat er geen kant-en-klare receptuur wordt bijgeleverd, waarmee de eerste de beste huis-tuin-en-keuken terrorist aan de slag kan. Het moet tussen de wetenschappelijke oren gaan zitten dat elk nieuw geneesmiddel in principe ook een formule kan bevatten voor een biologisch wapen.
Een laboratorium kom je niet zomaar in, hoop ik als naïeve burger. Maar een publicatie komt er wel zomaar uit. En nu is dan ook die gedragscode wereldkundig gemaakt. Hetgeen er de aandacht op vestigt dat er wellicht meer mogelijkheden zijn met een paracetamolletje dan we tot nu toe voor mogelijk hielden. Dat zal ook een terrorist niet ontgaan. In de war-against-terror is er inmiddels op gewezen dat aanslagen niet alleen te verwachten vallen van naïeve, orthodoxe discipeltjes, maar dat er ook lui rondlopen met
dezelfde opleidingsgraad als elke andere wetenschapper. Vertrouw dus niet elke huisarts, wees op je hoede bij een TU-specialist met een baard.
De door terreuraanslagen op hol geslagen kudde, blijkt toch niet zomaar te stoppen. Gelukkig is daar dan het ijzersterke verdedigingsmechanisme van de vrijwillige gedragscode. Zijn we nu nog maar een paar gedragscodes verwijderd van de algehele wereldvrede, of is dit weer zo'n gedragscode die de eigen koeiengekte bevestigd?

Democratie en het onzekerheidsprincipe

stemcomputerveiligheidHet vertrouwen van de burger in de politiek wordt er niet groter op als steeds meer burgerzaken per computer worden geregeld. Dat ligt niet aan de computer zelf, maar aan de onbegrensde technische mogelijkheden. Die zijn zo ver ontwikkeld en de kennis ervan is zo weid verspreid dat de veiligheid in het geding is. De enige veilige pc is een computer die uit staat. Een veilige internetionale democratie blijft dus science fiction.
Het kabinet heeft de bezwaren van stemmen per computer onderkend en in 2009 mogen we dus weer het
rode potlood hanteren. In Zwitserland neemt men daar geen genoegen mee. Om er zeker van te zijn dat het dataverkeer van stemcomputer naar de telcomputer goed aankomt, gaat men het onzekerheidsprincipe toepassen. Dat is niet een soort foutverbeterende code die het onveilige gevoel van de kiezer corrigeert. Het is een principe uit de kwantummechanica.
Deze techniek komt er simpel gezegd hier op neer: Zodra er ook maar iets gebeurt met het dataverkeer, bijvoorbeeld een hacker die een kijkje wil nemen in de uitgebrachte stemmen, dan verandert er iets aan de data. Het beveiligingssysteem herkent dat en men weet: hier is iets loos.
Heeft men een waterdichte beveiliging gevonden? Nee, maar omdat er zoveel kennis en kunde voor nodig is om dit systeem aan te vallen, denkt men dat het onmogelijk is misbruik te maken van deze werkwijze.
Dat lijkt mij een illussie. Want is het niet zo dat elk veiligheidssyteem, analoog of digitaal, fysiek of virtueel, tot nu toe altijd kwetsbaar is gebleken? Of het blijkt niet bestand tegen de genialiteit van cybercriminelen, of er is een programmeerfoutje over het hoofd gezien. Er lijkt wel geen brug tussen computer en veiligheid te bouwen of er zit wel een constructiefoutje in.
Met de beveiliging van je pc thuis of op werk is het inmiddels zo gesteld dat er maar één maatregel helpt: doe er geen dingen op waar anderen kwaad mee kunnen. Ga er maar van uit dat jouw pc al eens een bezoekje heeft gehad van een onbekende uit China. Vertrouw niet elke site die je bezoekt. De postbank weet daar inmiddels alles van. Afgelopen week zijn toch weer wat pc-gebruikers misleid door een
imitatie-postbanksite.
De kwantumtechnieken waar men in Zwitserland gebruik van wil maken, zijn knap ingewikkeld. Maar alle technieken zijn te leren en dus ook te misbruiken door wie dat wil. En zelfs al zou er ooit wel een waterdichte techniek bedacht worden: het onveilige gevoel dat een regering met de stemcomputergegevens kan doen en laten wat ze wil is daar nog niet mee weggenomen. Dat vereist andere technieken. Dat vraagt om een 100% betrouwbare overheid.
Helaas weet je alleen van dictaturen zeker waar je aan toe bent. In een democratie zul je altijd moeten afwachten wat er van verkiezingsbeloftes terecht komt. Een democratie vraagt veel vertrouwen. Dat is nu eenmaal het onzekerheidsprincipe van ons soort democratie.

Code tandpasta

Tubecode

De stichting War Child heeft gisteren de Transparantieprijs voor goede doelen gewonnen. War Child geeft, volgens de jury, op een zeer heldere manier informatie over haar organisatie. De donateurs willen natuurlijk weten of hun geld terecht komt. Nou, War Child slaagt met vlag en wimpel en mocht gisteren dus een prijs ontvangen uit handen van de heer Morris Tabaksblat.
Meneer Tabaksblat mag wel de “godfather” van de transparantie genoemd worden. In 2003 werd hij voorzitter van een commissie die een gedragscode voor beursgenoteerde bedrijven moest ontwikkelen. Een gedragscode die openheid van zaken moest garanderen. Geen vage, onduidelijke jaarekeningen meer, heldere uitleg over wat een raad van commissarissen zo al uitspookt en meer medezeggenschap voor de aandeelhouders. Op 1 juni 2004 trad deze code in werking en staat vooral bekend als de Code-Tabaksblat.

Morris heeft wat met goede doelen. Zo is hij ook voorzitter van de War Trauma Foundation, die psychosociale hulp biedt aan slachtoffers van oorlog en systematisch geweld. En collega-instelling van War Child dus. Het moet Morris een goed gevoel gegeven hebben dat juist War Child nu de prijs in de wacht sleept.

In het transparante jaarverslag van War Child kunnen we vinden dat de heer Evert Greup de penningmeester van de club is. Dat zegt u niks? Hij was ooit directeur van de zakenbank Kempen & Co. In 2001 werd die bank overgenomen door de Frans-Belgische bank Dexia. Toen Dexia haar bod bekend maakte, lichtte Evert Greup één van de fondsbestuurders van de Kempenbank in. Die kwam vervolgens voor de rechter te staan omdat hij en zijn gezin Kempenaandelen verkocht zouden hebben met voorkennis en dat is hier strafbaar. Dat kwam die bestuurder op celstraf te staan, maar in hoger beroep werd dat teruggebracht tot voorwaardelijke celstraf en 100 uren taakstraf. Evert Greup had daar verder niks mee te maken. Die had gewoon een collegiaal telefoontje gepleegd.

Overigens werd het niks met die overname door Dexia. In 2004 verkocht Dexia Kempen & co weer, na wat roerige jaren waarin de Legio-lease affaire Dexia dwong de Kempenbank weer van de hand te doen. Met Legio-lease kon je aandelen “huren”. Daar ging flink wat mee mis en tienduizenden beleggers sleepte Dexia voor de rechter om hun geld terug te vorderen. Evert Greup trok zich stilletjes terug uit de directie van Kempen & co en ging part-time op de achtergronbd werken.

Morris Tabaksblat komt ook uit de commerciële wereld, hij was in het verleden topbestuurder bij Unilever. Met die ervaring kan hij de goede doelen van advies dienen en dat doet hij dan ook. Goede doelen moeten eens wat vaker hun bedrijfsvoering onder de loep nemen, vindt hij. Citaat uit het Volkskrantartikel: “Een bedrijf moet zich geregeld afvragen of het de bakens moet verzetten. Soms is een markt niet meer lucratief of is er geen behoefte meer aan een product. Dan verzinnen ondernemers weer iets nieuws. Bij goede doelen ontbreekt deze dynamiek en is het speelveld veel statischer”.

Dus niet elk jaar dezelfde zouteloze campagnes. Goede doelen rekenen er teveel op dat het wel goed zit met de charitatieve mentaliteit van de burgers. Maar een creatiever beleid kan meer donateurs opleveren of meer geld uit de zakken van de vaste donateurs kloppen.

Morris Tabaksblat vraagt zich ook af of er niet af en toe eens een stichting moet worden opgeheven. De tbc-collecte zie je niet meer aan de deur, maar verder zijn alle bekende goede doelenclubs nog actief. Klopt dat wel? Houden die clubs het leed soms onnodig in stand? Of in de woorden van de heer Tabaksblat: “Je moet je dus altijd afvragen hoe groot dat leed is en of de doelstelling van het goede doel geen aanpassing behoeft. Over Afrika hoor je altijd kommer en kwel, terwijl er ook ontwikkelingen ten goede zijn'.

Als ervaringsdeskundige kan Morris het niet laten een fraai voorbeeld te geven van hoe ook het bedrijfsleven zo zijn bijdrage levert aan die ontwikkelingen ten goede: “Bij Unilever hebben we bijvoorbeeld hygiënecampagnes van overheden in ontwikkelingslanden gefaciliteerd en daarmee het tandenpoetsen gepromoot. Als producent van tandpasta hadden we daar ook voordeel van”.

De Code tandpasta, jawel. Je helpt de uitgeknepenen een tube tandpasta uit te knijpen. Veel rijker zijn ze er in Afrika niet van geworden, maar ze zijn nu tenminste arm met een schoon gebit.

Dat de voorzitter van WarTrauma Foundation een prijs geeft aan War Child die een penningmeester heeft die ervaren is met mislukte overnames, mag allemaal heel transparant zijn, maar is het wel net zo schoon als een pas gepoetst gebit? Of ruik ik een slechte adem?

Opvoeden met geheimen.

KinderboekenweekSub rosa (Latijn voor geheimhouding) is het thema van de kinderboekenweek. Met activiteiten waar kinderen leren hoe leuk en spannend geheimen kunnen zijn. Ze leren ook dat er geheimen zijn die beter ontsluierd kunnen worden. Een lastige klus maar gelukkig is daar ook nog de helpende hand GVR, de Grote Vriendelijke Reus, Roald Dahl's tegenhanger van Big Brother.
Dit alles valt samen met de week van de democratie(
wij zijn de baas), die juist gebaat is met zo weinig mogelijke geheimen. En dit schrijf ik dan op de dag dat webloggers wereldwijd een actie voeren voor een democratisch en vrij Birma, waar de overheid met behulp van de geheime dienst hun strakkke ideologie aan de bevolking oplegt.
Nou zit er wel een tricky kantje aan het thema van de kinderboekenweek. Je kweekt al gauw een publiek dat warm loopt voor Da Vinci Code-achtige boeken. Met als gevolg dat we voorlopig nog niet verlost zullen zijn van mensen die feiten en fictie niet kunnen onderscheiden en rotsvast blijven geloven in mystieke codes en geheimen, die ontrafeld moeten worden om de zin van het leven te doorgronden. Zo voed je kinderen op met het idee dat slechts enkelen weten waar het om gaat en die kennis verborgen houden in geheimtaal als graalcodes, religieuze codes of taal en tekens van lang vervlogen culturen. Een pyramide is geen hoop steen dat de grootheidswaanzin van een farao vertegenwoordigt, maar is een mysterie waarin het heelal wordt verklaard. Een moeilijk leesbaar boek als een bijbel is niet de fantasie van een paar bevlogen idealisten, maar een Da Vinci-code avant la lettre die je de richting van je leven duidt. Daar kom je dan achter als je erg goed in puzzelen bent.
Je leert kinderen ook dat geheimen zo hun nut kunnen hebben. Kwade geesten die macht over je willen uitoefenen maken gebruik van geheimen. Gelukkig leren de kids ook dat als je het geheim ontsluiert, het gedaan is met de kracht van die kwade geesten.
Tegelijkertijd leer je dat je het beste je dagboek in een of andere code kunt schrijven, zodat je ouders je diepste dromen niet leren kennen. Of je leert dat een held zijn in het echte leven veel moeilijker is dan in het virtuele leven van internet. Hoe het dan met je vergaat kun je lezen in het boek van Lydia Rood, dat deze week het geschenk van de kinderboekenweek is.
Minister Plasterk, die de Gouden Griffel mocht uitreiken, was deze keer zo verstandig om de kinderboekenschrijvers niet aan te manen tot een gedragscode die voorschrijft dat je beter over openheid kan schrijven dan over geheimen. De overheid, die zo haar eigen mysterieuze codes kent, moet zich niet bemoeien met de opvoeding, vinden velen.
Maar ja, het leven mag ingewikkeld zijn, is het wel zo verstandig kinderen te leren dat je het nog veel ingewikkelder kan maken met geheimen?

Code gejat.

Je staat toch raar tekijken als een verzinsel van je eigen weblog ineens een serieus begrip lijkt te worden.
Op 14 januari 2006 bedacht ik de
mahsro-code. Dat fenomeen keert regelmatig terug in de artikeltjes hier. Nu is het volgens het Nederlands Dagblad en de nieuwssite Belg.be een gangbaar begrip in de IT wereld geworden.
Opmerkelijk is dat precies hetzelfde artikel, met grotendeels dezelfde tekst kennelijk door twee verschillende redacteuren is gemaakt. Het doet vermoeden dat het artikel ergens anders is weggeplukt en een klein beetje is bewerkt door de redacteuren.
Het is droevig gesteld met een deel der journalistiek. Weet men zelf niets te verzinnen, dan “leent” men een hersenspinsel van een willekeurige weblogger.
De argeloze lezer plaatst zoiets dan weer op
Nu.jij of zet het in zijn eigen weblog.
Ik ben benieuwd of andere bloggers soortgelijke ervaringen hebben. Graag je reactie (hier of per mail).

Update: 17:30 u. Natuurlijk heb ik alle redacties aangeschreven en tot nu toe zijn er alleen reacties verschenen bij de artikeltjes op Belg.be en het weblog Onderweg.

Bekeringscodes

BekeringenEen religie is een bedrijf. En net als bij alle andere bedrijven heeft men daar niet alleen met gedragscodes te maken die voor intern gebruik bedoeld zijn, maar ontkomt men er ook niet aan gedragscodes te ontwikkelen die voorschrijven hoe men de rest van de wereld tegemoet treedt.
In 2009 moet er een “
gedragscode bekeringen” klaar zijn. In de eeuwigdurende campagnes om zieltjes te winnen, wordt wel eens op gevoelige tenen getrapt en de gedragscode gaat richtlijnen geven hoe daar mee om te gaan. Men wil voorkomen dat de diverse religieuze stromingen al te agressief elkanders leden afpikken. Nu vliegen de beschuldigingen en klachten over en weer. De Russisch-orthodoxe kerk vind dat het Vaticaan al te nadrukkelijk de schaapjes tot haar kudde roept en het Vaticaan zelf vindt dat de pinkstergemeenten misleidende reclame maken.
De gedragscode die de gezamenlijke christelijke bewegingen willen opstellen, moet ook voorkomen dat een bekering in sommige gevallen tot de dood kan leiden. Mogen we hieruit opmaken dat de religieuze leiders kennelijk niet helemaal zeker zijn in wiens hemel een bekeerling terecht zal komen?
Het werd wel tijd dat er zo'n gedragscode komt. Hopelijk verlost ons dat van verstoring van de zondagsrust als er weer een jehova aanbelt, die alleen maar te verjagen valt door zijn/haar voet af te knellen als we de deur met een knal dichtgooien. Misschien zijn we dan ook voorgoed af van de geluidsoverlast op straten en pleinen, veroorzaakt door pinksterpredikers.
Natuurlijk hoort bij een gedragscode ook een commissie die toezicht houdt op de naleving ervan. Dat zal nog een ingewikkelde klus worden. Het is tenslotte een kenmerk van alle religieuze richtingen dat men de enige, zaligmakende waarheid in pacht meent te hebben. Dus het wordt de vraag wie er straks bij een klacht het laatste oordeel zal vellen.
Mocht de gedragscode overtreden worden of is de klachtenafhandeling niet naar wens van de gelovige consument, dan kan deze altijd nog over gaan tot een protestactie naar voorbeeld van de Dalits in India. Op het oude blog kon u vorig jaar lezen hoe zij het hindoeïsme
inruilden voor een geloof naar keuze. Op grond daarvan nog een tip voor de gedragscode bekeringen. Regel 1: probeer eerst eens een jaartje alle geloofsrichtingen uit voor u uw keuze maakt. Die regel zou zendelingen ook moeten verplichten de aspirant-gelovige te wijzen op het bestaan van alternatieven. Wellicht is er dan nog hoop dat mensen dichter bij elkaar komen en niet door religieuze opvattingen uit elkaar gedreven worden.

Hergebruikcodes

HergebruikEen beetje bedrijf doet zijn best om het milieu te sparen. En waar mogelijk maakt men daar ook reclame mee. Goed voor het merk en consumenten gebruiken de producten ook met een schoner geweten.
Zo
publiceert Daf Trucks sinds kort recyclinggidsen op haar website om het hergebruik van onderdelen te stimuleren. Volgens het bedrijf zelf zet men de bedrijfswagen zo in elkaar dat 80% van de kunststofdelen en 90% van de metalen delen geschikt zijn voor hergebruik. Wie denkt in een gloednieuwe truck rond te karren, kan dus voor 85% bedrogen uitkomen, maar wel 100% tevreden zijn over het gespaarde milieu.
In de recyclinggidsen van Daf valt te zien welke onderdelen voor een tweede leven geschikt zijn. De onderdelen zijn voorzien van codes, zodat reparateurs en opbouwers ze makkelijk kunnen vinden en op de juiste manier kunnen toepassen.
Goed voorbeeld doet goed volgen? Om te beginnen kan de overheid normen opstellen die elk bedrijf verplichten hun product minstens net zo hergebruik-vriendelijk te maken als een Daftruck. Om de nationale trots wat op te poetsen mag dat gerust de Daf-norm genoemd worden. Met daarbovenop een commitment-verdrag om over uiterlijk 10 jaar alle producten 100% recyclinggeschikt te maken. Nu is recycling natuurlijk uitstel van executie. Ik weet niet hoe lang je een product veilig kunt reconsumeren, maar ik veronderstel dat er toch een keer een punt komt dat onderdelen alsnog naar de afvalverwerking gaan. Tenzij een of andere Willie Wortel materialen verzint die het eeuwige leven hebben. Dan kunnen we ons luxe leventje eindelijk duurzaam voortzetten zonder dat we het milieu belasten met bergen afval. Die mogelijkheid tart de fantasie.
Het zou in principe kunnen betekenen dat er helemaal geen nieuwe producten meer gemaakt hoeven worden. Einde aan de groei. Van elke total loss gereden auto kan weer een nieuwe worden gemaakt. Elke koelkast kan gerestyled worden tot een diepvriezertje die bij je nieuwe interieur past. Elk kledingstuk kan aangepast worden aan de volgende modetrend.
Zou allemaal kunnen, als er één factor ook wordt gerecycled: de mens. Als de bevokingsgroei blijft stijgen, hebben we niet genoeg aan louter hergebruikte producten om in ieders behoeften te voorzien. Tenzij ook de mens voor hergebruik geschikt wordt gemaakt. Met een beetje genetische manipulatie moet het toch mogelijk zijn huid, haren en organen te upgraden. Vervolgens wereldwijd het donorschap verplichten en wie dan nog aan gezinsuitbreiding denkt kan op internet recyclinggidsen raadplegen om uit die databases een nazaat samen te stellen. Met de juiste codes bij de hand kun je een erfgenaam krijgen die volledig matcht bij je stamboom. De levertijd houden we op 9 maanden. Dat moet ruim genoeg zijn om het model te testen op levensvatbaarheid, duurzaamheid en de normen en waarden die de samenleving aan een nieuwe burger stelt.
Een toekomst zonder schroothopen, afvalbergen en begraafplaatsen. Zo houden we meer dan genoeg ruimte over voor het eeuwige leven, zonder de aarde te plunderen en de omgeving te verzieken. De hergebruikcode als de science fiction van de maakbaarheid.