Categoriearchief: Diversen

Paus roept op je leven te offeren

PausPaus Benedictus XVI roept jongeren op als heilige missionarissen hun leven op het spel te zetten om de wereld te verlichten met de waarheid van Christus. Hij schreef dit in een boodschap waarin hij de jeugd opriep volgend jaar massaal naar Sydney (Australië) te gaan en daar de Wereld Jongerendagen bij te wonen.
Wat krijgen we nou? Wil de paus een hedendaagse kruistocht beginnen en roept hij de jeugd op zich beschikbaar te stellen tot een “levend, heilig en godwelgevallig offer” (Zie de
bijbel Romeinen 12:1)?
Ondanks dat het christendom met zo'n 2 miljard volgelingen nog steeds de
grootste godsdienst ter wereld is, meent de paus de alarmklok te moeten luiden, want echt groeien doet de toko niet meer. Een beetje reclame is dus nooit weg. Maar om jongeren nou tot contemporaine kruisridders te bombarderen is gevaarlijk. Het is al meer dan genoeg dat jongeren massaal eo-dagen bezoeken of dagen op het St. Pietersplein in Rome rondhangen in afwachting van de Idols-der-idols-verkiezingen. Maak ze niet fanatieker dan ze al zijn. Weet de paus wel wat de jeugd van tegenwoordig verstaat onder “je leven op het spel zetten”? Behalve zuipwedstrijden in het weekend, vallen daar tegenwoordig Jackass-achtige spelletjes onder. Zonder pauselijke zegen is er dus al genoeg motivatie om het leven met een korreltje zout te nemen.
We zullen het maar houden op een goddelijke verspreking van god's afgezant op aarde. In hetzelfde schrijven vraagt hij zich af hoe jongeren reageren op alle onrecht en geweld in de wereld. Dit mag dan gelezen worden als een heilige verzuchting dat het daarmee eens afgelopen moet zijn. Hopelijk bedoelt de paus dat de jongeren volgend jaar in Sidney daar een vredelievend antwoord op vinden en is hij alleen wat bang voor de kwaliteiten van de luchtvaart. Maar ja, waarom vraagt-ie dan niet gewoon of de jeugd de vliegangst opzij zet en een avontuurlijke vlucht richting Australië neemt? Want nu zegt -ie eigenlijk de concurrentie met andere geloven aan te gaan, desnoods tot de dood er op volgt.

Burger verder van democratisch huis

GemeenteambtenaarDe gemiddelde gemeenteambtenaar weet geen raad met ideeën die de burger aanlevert.

Dit meldt de BRR (Burgerlijke Raad voor het Regeringsbeleid), van Steven de Jong, tevens initiatiefnemer van lastvandeburger, waar ambtenaren mogen klagen over irritante burgers.

Vaak reageren gemeenten helemaal niet op een ingestuurd plannetje. Een aantal brengt nog wel de beleefdheid op een bevestiging van ontvangst te sturen, maar laat daarna ook niets meer horen.
Slechts in een enkel geval gaan de lokale ambtenaren voortvarend aan de slag en helpen de plaatselijke Willie Wortels aan bruikbare informatie en ondersteuning.

Gisteren kon u hier ook al lezen dat burgers in Nederland niet mogen stemmen over het gemeentelijke budget, terwijl dat in andere landen wel het geval is.
Tegelijkertijd deelt minister Hirsch Ballin mee dat het invoeren van
lekenrechters een aardig idee is, maar veel te duur en dat we dat dus op onze buik kunnen schrijven. Gaat niet door en daarmee blijft Nederland achter bij andere Europese landen die wel vertrouwen hebben in een burgerbijdrage aan de rechtsgang.

Ik kan me nog herinneren dat Wouter Bos tijdens de presentatie van het regeerakkoord, op een vraag van een journalist of de overheid nu echt gaat luisteren naar de burger, antwoordde: Het gaat natuurlijk niet zo worden van u vraagt, wij draaien.

Lijkt dat nu helemaal waar te worden? Blijft het zo dat dure overheidscampagnes om de burger meer bij de democratie te betrekken, alleen resulteren in raden en commissies die adviezen mogen uitbrengen waar de overheid naar eigen believen mee om mag springen?

Burgers leveren ideeën maar er wordt weinig mee gedaan, meebeslissende burgers zijn in ieder geval niet bij justitie welkom. Wordt dit de trend van het huidige kabinet en raken we stapsgewijs steeds meer verwijderd van een participatieve democratie?

De fiets als microkrediet

Einstein op de fietsOm schone alternatieven te vinden voor de auto, files en armoede moet je wel de creatieve genialiteit van Einstein hebben. Of de in het vorige artikel genoemde professor Martin van Maarseveen over die kwaliteiten beschikt weet ik niet, maar interessante ideeën heeft-ie wel.
Hij neemt deel aan een
internationaal project dat gaat onderzoeken hoe de fiets gebruikt kan worden om niet alleen de verkeersproblemen in miljoenensteden op te lossen, maar ook om de armoede te verlichten.
Een voorbeeld: in een Zuid-Afrikaanse sloppenwijk werken thuishulpen, die per bezoek worden betaald. Nu doen de meeste thuishulpen dat te voet en verdienen ze niet zoveel omdat ze die bezoeken in dat uitgestrekte gebied te voet afleggen. Toen die thuishulpen een fiets hebben kregen, is hun inkomen verdubbeld omdat ze twee keer zoveel bezoeken kunnen afleggen.
Professor van Maarseveen ziet meer mogelijkheden voor de fiets want “De fiets is met name in miljoenensteden al lang in beeld om de verkeersdrukte en daarmee ook de milieuproblematiek te beheersen. Maar de fiets kan ook de levensstandaard van bepaalde bevolkingsgroepen opkrikken. Hij vergroot hun actieradius. Je ziet nog steeds veel mensen naar miljoenensteden trekken, ergens in een buitenwijk belanden en dan erg ver van alles verwijderd zijn. Het is in zo'n situatie moeilijk om werk te vinden en een bestaan op te bouwen. De fiets biedt een grotere armslag in ruimtelijk en economisch opzicht.”
Dat betekent niet dat er nu massaal overal ter wereld zomaar fietsen uitgedeeld en fietspaden aangelegd moeten worden. Het internationale project gaat onderzoeken waar de behoeften liggen en welke mogelijkheden het beste zijn op in plaatsen als Kaapstad, Delhi en enkele Braziliaanse steden in te voeren. Daar komt nog van alles bij kijken: in welke situaties kan de fiets bijdragen aan verhoging van de levensstandaard? Hoe zit het met de infrastructuur? Zijn er mogelijkheden om aan te sluiten bij openbaar vervoer?
Ook wordt onderzocht welke factoren een succesvolle introductie van de fiets in de weg kunnen staan. Hoe veilig is het fietsen in een overvolle stad als Bombay? En hoe krik je de status van de fiets op? Want waar ter wereld je ook bent, de auto is toch het het symbool bij uitstek voor groeiende welvaart. Je kan alle arme mensen wel met een fiets aan meer inkomen helpen, maar als ze vervolgens een auto aanschaffen vergroot je de verkeersproblemen weer.
De rijke landen kunnen wellicht als rolmodel dienen. Er zijn ondertussen voorbeelden genoeg die op veel grotere schaal toegepast zouden kunnen worden: de fietspaden in Parijs, de
fietssnelweg in Overijssel, de fiets mee op bus of trein. En natuurlijk behalve gratis fietsenstallingen en prima fietspaden, ook betaalbare, goede fietsen in alle soorten en maten. Als men wereldwijd ziet dat zelfs een minister (Donner) op de fiets naar zijn werk gaat, moet de tweewieler toch een serieuze status krijgen? Maar ja, als onze minister van vervoer zich met de helikopter laat verplaatsen en de minister van onderwijs met zijn auto-met-chauffeur op een zondag boeken gaat kopen, dan zal professor van Maarseveen er nog een harde dobber aan krijgen om ook in arme landen de status van de fiets te promoten.

Gratis OV leidt tot ziekenhuisbezoek.

openbaar vervoerAfgelopen zaterdag vierde men in het Belgische Hasselt 10 jaar gratis openbaar vervoer. Een succesverhaal volgens een persbericht. Een groei van 1000 naar 12600 reizigers per dag. Ook te danken aan de uitbreiding van de buslijnen die in Hasselt zijn gaan rijden.
Hoe ik ook op internet en in Hasselt zocht, ik kon geen verklaring vinden voor de bijzondere zinsnede in het persbericht: 'Dit zijn natuurlijk alleen maar pluspunten voor de mobiliteit in Hasselt. Maar er is ook een sociaal vooordeel. Zo steeg bijvoorbeeld het ziekenhuisbezoek opmerkelijk.'
Wie een ziekenhuis nodig heeft gaat er toch heen? Die vind toch wel een manier? Of heeft men in Hasselt het ambulancevervoer afgeschaft omdat het openbaar vervoer goedkoper is? Ik kan me namelijk niet voorstellen dat gratis openbaar vervoer heeft geleid tot gezondheidsklachten die eerder niet bekend waren.

Week van het vuil

afvalbakHet leek de laatste dagen wel de week van het vuil. Alsof er nog niet genoeg smerigheid is, krijgt nu de vuile truck voorrang. Ik las het eerst verkeerd en dacht dat het om alweer een ranzig geintje van de overheid ging. Het blijkt echter om vrachtwagens te gaan, die bij stoplichten een potje CO2-uitstoot staan te produceren waar men snel van af wil. Dus voortaan zal een stoplicht dat in de duistere dampen van het beroepsvervoer wordt gehuld, gauw op groen springen. De vrachtwagen kan doorrijden, stoplicht opgelucht en voor het milieu schijnt het beter te zijn. Nou, in dat geval is er geen vuiltje aan de lucht, dus wat maakte deze week dan wel zo vies?
Om te beginnen dankzij een
bijdrage van Defensie. Bij Harderwijk blijkt al jaren chemisch afval op een oefenterrein van de landmacht te liggen. Het grondgebiedje is keurig afgezet met rood-witte linten. Een persvoorlichter van Defensie heeft geen idee hoe dat spul daar is gekomen maar belooft dat een gecertificeerd bedrijf de plek zal opruimen. Dat onze landverdedigers hiermee een chemische aanval hebben gepleegd op eigen natuurgebieden wordt natuurlijk on alle toonaarden ontkent.
Smerige aanvallen op ons landje komen niet alleen van binnenuit. Naar nu blijkt heeft opnieuw
een tanker met verdacht riekende afvalstoffen geprobeerd de inhoud hier te lossen. Omdat het allemaal en beetje veel leek op de affaire van vorig jaar met de Probo Kola, nam men nu geen enkel risico en heeft men de afgifte van het afval stil gelegd. Nog voor het schip de kans kreeg af te varen en de rotzooi dan maar in Afrika te dumpen, is het materiaal nu keurig in eigen land verwerkt. Dat is dan een smerig schandaal minder.
Minder fraai is het bericht dat een varkensboer en een slager zeer waarschijnlijk
slachtafval in voedsel hebben laten verwerken. Het gaat vermoedelijk om afgekeurde, zieke varkens die afgemaakt zijn en tot het stempel slachtafval kregen. Dat mag niet verwerkt worden, dus de boer en de slager zijn gearresteerd.
Afval is voedsel. De aarde krijgt het ter consumptie aangeboden. Soms werkt dat goed, soms krijgt de wereldbol er diarree van. En dan moeten er wereldwijd dure milieubeschermende maatregelen getroffen worden. Die komen vaak moeizaam tot stand en de meeste vervuilers willen er niet aan meebetalen. Dat doet de consument maar.
Misschien is er enige hoop in de plannen van ontwerper William McDonough en chemicus Michael Braungart. Aanstaande maandag (20.55 u., Nederland 2) is er op VPRO's Tegenlicht een documentaire te zien over deze heren, die menen een oplossing te hebben voor al dat vuil dat in ons ecosysteem zit en er ook nooit meer uit kan.
Hun opvattingen zijn gebasserd op vier principes:
– Ontwerp producten en processen zo dat de waardevolle materialen in peperdure investeringen beschikbaar blijven voor de mens en zijn natuurlijke omgeving.
– Een product moet volledig afbreekbaar zijn in de biosfeer en voedsel zijn voor natuurlijke processen.
– De niet-afbreekbare stoffen moeten zo gemaakt zijn dat ze opnieuw te gebruiken zijn in nieuwe producten.
– Tijdens de fabricage van producten mogen er geen schadelijke stoffen vrij komen. Lovenswaardige principes, die al gedeeltelijk worden toegepast.

Slaagt men erin alle producten voor de volle honderd procent volgens die principes te maken, dan kunnen we rustig doorgaan met de huidige consumptiemaatschappij. Voorlopig is het nog niet zover en daarom mis ik een vijfde principe: stop met het procuceren van overbodige snuisterijen. Die dragen aardig bij tot bergen schadelijk afval.
Nieuwsgierig naar die documentaire ben ik natuurlijk wel. Want het zou toch prettig zijn als ik leuke, maar zinloze gadgets kan blijven kopen.

Te kust en te keur.

Een tijdje terug meende minister van integratie, mevrouw Vogelaar, dat de inburgeringstoetsen niet in orde waren. Ook al beweerde TNO het tegendeel. Mevrouw Vogelaar vond dat de toetsen zodanig verbeterd moesten worden dat het slagingspercentage omlaag zou gaan. Nou was er wel vaker kritiek op die toetsen. Ze zouden niet deugen omdat zelfs hier geboren en getogen inwoners een onvoldoende haalden. Zelf heb ik de Nationale Inburgeringstest van Teleac uit 2005 nog eens gedaan en jawel hoor: ik vrees dat ik mijn paspoort wel kan inleveren.
Maar nu komt het helemaal goed. Aanbieders van inburgeringsprogramma''''s worden nu ook aan een toets onderworpen. Slaagt men dan verkrijgt men een
keurmerk. Diverse gemeenten hebben al aangekondigd alleen de goedgekeurde instellingen te subsidiëren. Inmiddels is de helft van de ruim 120 aanbieders al dik geslaagd. De rest is nog in procedure. Het valt dus kennelijk best mee.
Wat moeten de kandidaten voor deze toetsen echter met dit te kust en te keur-beleid? Hoe kunnen ze zich nou goed voorbereiden op het stempel goede inburger? Want eerst slaagden er aardig wat en dat vond Vogelaar dus teveel. En diegenen die slaagden deden het dus kennelijk beter dan menig erkende nederlander. En bij wie gaan ze de inburgeringskursus volgen? Bij die ene ongestempelde school in de buurt of bij een school met keurmerk, maar die wel 50 kilometer verderop te vinden is?
Het keurmerk zal de zoveelste dam worden om de instroom van immigranten te beperken. Want een immigrant die slaagt bij een niet goedgekeurde instelling, die wel dezelfde toets afneemt kan er op rekenen dat hij/zij niet tot prima inburger bestempeld zal worden.
Op naar de volgende vondst.

Een serieuze baas.

Op de website Mangement Team valt te lezen dat driekwart van de werknemers de baas serieus neemt. De baas? Wie is dat dan? Het begrip baas wordt toch hooguit nog gebruikt in de relatie met huisdieren? Werknemers hebben toch al lang te maken met managers, leidinggevenden, coördinatoren of slechts een hoofd? Zelfs de de schipper naast god, de roerganger van onze democratie wordt niet als baas weggezet. Meer neutraal wordt zijn functie als MP afgekort, meer amicaal wordt de man JP genoemd. Maar baas? Nee, da's toch wel een heel ouderwets woord dat in de tijd van de slavernij wel een correcte aanduiding was. Die driekwart werknemers voelen zich misschien nog slaaf? Ze komen uit een groep van 500 mensen met betaald werk, die voor een onderzoekje van Veronica Magazine zijn ondervraagd door buro Trendbox. Tweederde van die groep werkt liever erg hard om veel te verdienen dan dat ze meer vrije tijd met een laag inkomen moeten bekostigen. De meerderheid heeft ook liever een salarisverhoging dan een auto van de zaak. De gemiddeld 32 uur die men per week op het werk is wordt voor 12% benut om van een kater bij te komen. De helft van de ondervraagden zit voor privédoeleinden op internet te surfen en zo'n 40% besteedt de tijd aan roddelen. Maar driekwart neemt wel de baas serieus. Nou zou een beetje manager met bazige trekjes onmiddelijk op botte wijze een einde maken aan al die verspilde tijd. Waarschijnlijk wordt hij/zij dan meteen een stuk minder ernstig genomen. Het is en blijft wel de functionaris die over het geld gaat en dus over de eerder genoemde salarisverhogingen waar al die hardwerkende werknemers reikhalzend naar uitzien. De beste manier om het gewenste inkomen te bereiken is dan wel je baas serieus nemen. Ik denk niet dat er leidinggevenden zijn die van harte meer loon uitbetalen als ze in hun gezicht te worden uitgelachen. Hoeveel mensen onder de lezers hebben ook een echte baas? Of noemt u hem/haar gewoon bij de voornaam? En hoe serieus neemt u die baas dan wel?

Praatjes vullen geen gaatjes.

Wie zegt dat de mensheid niets leert van de geschiedenis, heeft het mis. Het kan soms even duren, maar er komt altijd een moment waarop men het licht ziet en met een briljante oplossing komt voor grote problemen. De geniale vondst van deze eeuw gaat het ''gaten vullen'' worden.
Toen kernafval een probleem werd ontdekte men lege ruimtes waar het spul prima bewaard kon worden: de zoutkoepels. Dat zijn lege gaten ontstan door zoutwinning. Die gaten lagen ondergronds maar een beetje te niksen. Eigenlijk een schande in het soort economie die wij kennen. Lege gaten zijn niets en leveren dus ook niks op. Daar moet toch wat mee gedaan kunnen worden.
En nu breekt dan het inzicht door dat je behalve kernafval wel meer zaken ondergronds kunt opslaan. Nu de nood hoog is en er snel wat aan die miserable CO2-uitstoot gedaan moet worden, ontdekt men ineens opnieuw de lege gaten. De industrie in het Rijnmondgebied kan per jaar zo''n 20 miljoen ton CO2 afvangen en opslaan in gaten die zijn ontstaan door gas- en oliewinning.
Dat inzicht geeft de mensheid hoop. Je haalt eerst wat leeg en later vul je het weer. Deze strategie hoeft natuurlijk niet beperkt te worden voor het opbergen van schadelijk afval. Je kan er ook armoede en honger mee bestrijden.
Armoede is tenslotte op aardig wat plaatsen ontstaan omdat in het verleden landen behoorlijk zijn leeg gehaald. Dat heeft onze maatschappij veel rijkdom opgeleverd en nu zitten we dan met zoveel produkten dat, om maar eens een voorbeeld te noemen, er niet eens genoeg chauffeurs zijn om de schappen van de superkruideniers te vullen. Gaan we het dan binnenkort nog meemaken dat het teveel aan rijkdom afgevoerd zal worden naar de economische gaten die we in onze voormalige koloniën hebben achter gelaten?
Het menselijk vernuft is wonderbaarlijk. Praatjes kunnen dus wel gaathjes vullen. Blijven denken, blijven praten en de oplossingen komen dan vanzelf wel.
Welke gaten kunnen volgens u nog meer gevuld worden en waarmee?

Beroemd in België

Morgen gaan de Belgen naar de stembus. In de aanloop naar de verkiezingen kent men daar hetzelfde circus als we hier gewend zijn. Polls, politici die zich in allerlei bochten wringen om op te vallen en het nodige entertainment er rond heen.
Zo deed radio Donna aan alternatieve verkiezingen. Men vroeg de luisteraar een keus te maken uit een rijtje bekende Belgen en te kiezen wei men graag als premier zag. De kandidaten moesten wel aan wat voorwaarden voldoen: 1. Hij of zij moet een vlotte prater zijn. Debatteren moet hem of haar in het bloed zitten. 2. Hij of zij moet een stevige thuisbasis hebben, met kinderen én huisdieren. 3. Hij of zij moet beschikken over humor. Een grapje ontwricht vaak soms moeilijke gesprekken. 4. Hij of zij moet volks zijn. Een premier moet voelen wat er leeft bij de mensen. Markten afschuimen werkt nog altijd. 5. Hij of zij moet zijn talen spreken. Correct Nederlands, maar ook Engels, Frans én dialect.
Welke bekende Nederlander aan die voorwaarden zou voldoen weet ik even niet, maar in België won de ook hier bekende Goedele Liekens met vlag en wimpel deze maffe verkiezing.. Goedele was er zeer door verrast. Misschien gaat ze nu serieus nadenken over een overstap naar de politiek.
Waarschijnlijk krijgt de Belgische stembusgang hier minder belangstelling dan de tennisfinale op Roland Garros, waar Justine Henin de jonge Ana Ivanovic van zich af moet zien te slaan. Henin zou ook niet misstaan in de politiek. Met een mentaliteit van volhouden, tegenslagen kunnen verwerken en op het juiste moment toeslaan kan je in de politiek ver komen. Maar goed, ze voldoet nog te weinig aan de vijf voorwaarden die Goedele Liekens wel in huis zou hebben.
Goedele en Justine. Ook bij ons bekende Belgen. Nu kennen ze bij de zuiderburen geen BB''ers, zoals wij BN''''''''ers kennen. Wel kent men BV''ers (bekende Vlamingen) en BW''''''''ers (bekende Walen, ook wel wallons connus genoemd). Het gekke is dat meer vlamingen als ''bekend en beroemd'' gekend worden dan walen. En dat dreigt ook een rol te spelen bij de verkiezingen.
De Walen voelen zich een beetje overschaduwd door de Vlamingen en er zijn nu zelfs politieke partijen die graag zien dat het franstalige gedeelte van België maar overgeheveld moet worden naar Frankrijk. Dat begrijpen wij nederlanders goed. Want hoe ergerlijk is het dat je, na Luik te zijn gepasseeerd, ineens geconfronteerd wordt met belgen die weigeren in het nederlands met je te communiceren? Waarmee maar gezegd is dat ook nederlanders meer aan vlaanderen denken als ze het over belgen hebben.
De landelijke verkiezingen morgen zijn nauwelijks landelijk te noemen, omdat er amper kandidaten zijn die op landelijk niveau populariteit genieten bij zowel het vlaams- als franstalige gedeelte. Er is slechts één partij daarginder die het wel wil opnemen voor “de belg”. De Belgische Unie/Union Belge, is tegen scheiding van de taalgebieden. Vlamingen en Walen werken in dit clubje samen, maar lijken nauwelijks kans op ook maar één zetel te hebben.
Mocht in de toekomst Wallonië haar heil in Frankrijk zoeken, zijn wij dan bereid de Vlamingen op te nemen?
Dat zal lastig zijn. Er is een berucht deel Vlamingen dat meent dat ze ook zonder walen en nederlanders sterk genoeg zijn om op zichzelf te staan. En hier kijken we er wel voor uit belgisch grondgebied in te lijven, want dan is het natuurlijk meteen afgelopen met het belastingvoordelig wonen over de grens. Wat wel een voordeel zou zijn is dat de frieten op die manier ook tot ons erfgoed gerekend kunnen worden. Want, hoewel de patat van waalse origine is, krijgt Brugge het frietmuseum.
We wachten wel tot Goedele Liekens premier is geworden. En hoewel voor menig nederlander franstalige belgen niet bijster populair zijn, gaan we morgen wel hopen dat Justine Henin de tennisfinale wint.

Grote broer of vriendelijke oom?

Gaat André Rouvoet de vriendelijke oom worden bij wie je als kind altijd terecht kan als je het even moeilijk hebt met je ouders? Of wordt hij de grote broer die altijd maar in de gaten houdt wat je zit uit te spoken en dat natuurlijk gaat verklikken aan je vader en moeder?
Het lijkt er op dat het dat laatste gaat worden. Hij wil een landelijk digitaal dossier invoeren, waarmee elk kind vanaf de geboorte gevolgd kan worden. Daarmee hoopt hij probleemgezinnen eerder te ontdekken om op tijd ook in te kunnen grijpen. Dat mogen de kindercentra doen, die kinderen van 0 tot 19 jaar in de gaten gaan houden. Dat soort centra worden eerst in de vier grote steden opgezet en vervolgens in de 40 probleemwijken van zijn collega Vogelaar.
Briljant! Geloofd en geprezen zij André de kinderbeschermer. Want juist de vier grote steden, die goed zijn voor 50% van de probleemwijken, zijn de Sodoms en Gomorra''s waar de jeugd opgroeit voor galg en rad. De minder grote gemeenten, waar vanaf 2000 zo''n 90% van de gezinsdrama''s plaatsvonden waarbij kinderen het slachtoffer waren, kunnen best later aan de beurt komen. Dat de helft van die gevallen in christelijke gemeenten voorkwamen, hoor je André natuurlijk niet over. (Bronnen o.a. RTL en De Stentor)
Er valt wel wat voor deze aanpak te zeggen. De grote steden hebben al een behoorlijke smak geld gekregen om problemen aan te pakken. Samen met een beetje van Vogelaar''s geld voor moeilijke wijken en Hirsch Ballin''s extraatjes tegen criminele jongeren, hoeft Rouvoet zich dus geen zorgen te maken over de financiering van zijn plannen. Daarnaast is het veel beter kinderen vanaf hun geboorte in de smiezen te houden. Want voor je het weet zijn het moreel ontspoorde volwassenen geworden, die ook wel eens lekker buiten willen wonen omdat het daar nu eenmaal de beste plek is om in alle rust het leven van hun hele gezin te beëindigen.
Het is dus allemaal preventief. Je kan als leuke oom wel de kindertjes een beetje opvrolijken als ze weer eens last van hun ouders hebben, maar dat werkt half zo goed niet als de grote broer. Die is immers altijd in de buurt om je in de gaten te houden.
Rouvoet kreeg als nieuwkomer in de regering van veel mensen het voordeel van de twijfel. Wie zei ook alweer dat elk voordeel ook zijn nadeel heeft?