Categoriearchief: Maakbaarheid

Opstandige ordehandhavers.

Politie De dienders zijn onrustig. Na de Amsterdamse korpschef is er nu de Zuid-Hollandse sherrif, die het zijn baas, minister Opstelten, lastig maakt. Met wel een aardig verschil van opvattingen.

Hoofdcommissaris Welten kondigde aan de orde niet te zullen handhaven. Hij is niet van plan werk te maken van een eventueel boerkaverbod. Een uitspraak die ondersteund werd door zijn
Twentse collega.
Korpsbeheerder Brok wil de orde juist wel handhaven en wel door die orde te laten voor wat hij nu is. Hij is tegen de afschaffing van de bonnenquota.
Commissaris Welten kreeg meteen de rechtse partijen over zich heen. Brok krijgt kritiek van de SP. Heeft minister Opstelten zijn dienders wel in de hand, vraagt de SP zich af. Een vraag die de SP) wel vaker stelt. In 2009 vond de SP dat Welten moest opstappen, na kritiek op burgemeester Cohen.

Protesterende politieambtenaren zijn een zeldzaamheid. Hoofdcommissarissen die zich in het publieke debat mengen komen vaker voor. In 1993 kregen de hoofdcommissarissen van de vier grote steden, Nordholt, Wiarda, Hessing en Brand, nog
de Machiavelli-prijs voor overheidscommunicatie. Daarna werden de politiechefs vaker tot de orde groepen als ze hun monden roerden in het openbaar.Welten is inmiddels op het matje geroepen en korpsbeheerder Brok zal ongetwijfeld volgen.

Hoewel er een verschil is tussen de uitspraken van beiden, staat de vraag centraal hoe zij de orde denken te handhaven. Welten stelt dat het op de bon slingeren van boerkadragers onnodig de werkdruk afleidt van het bestrijden van echte criminaliteit. Brok meent dat bonnenschrijven een uitstekend middel is om orde en veiligheid te handhaven.

Ook leidinggevenden van de politie hebben natuurlijk een eigen visie op de maakbaarheid van orde en veiligheid. Het politieke bestuur vindt het er niet veiliger op worden, als korpschefs zich daar in het openbaar over uitlaten. De eigenzinnigheid van korpschefs, die hun persoonlijk stempel op hun organisatie willen drukken en de conflicten die dat soms met het bestuur oplevert, is al jaren een
heikel discussiepunt.

De samenleving verandert. Iedereen levert, op uiteenlopende wijze, bijdragen aan het maatschappelijk debat. Moeten leidinggevende politiefunctionarissen daarvan uitgesloten worden?

De kaasschaaf- en kansenmonitor.

Monitor De crisis biedt kansen. In een artikel van afgelopen woensdag, werden er twee voorbeelden aangedragen. Hopelijk weet jij er meer en krijgen we die hier in de reacties gepresenteerd.Vandaag op GeenCommentaar mijn gastlog (onder het pseudoniem P.J. Cokema) over de kaasschaafeffecten.

De kaasschaaf is een razend populair bezuinigingsinstrument geworden. Rutte zei het al: iedereen zal er wel iets van merken. Niets en niemand wordt gespaard.
2011 zal niet alleen het jaar van de kansen zijn, maar ook het jaar van de kaasschaaf. Per 1 januari sloten bibliotheken hun deuren, haalden gemeenten hun serviceloketten weg en werd het museum voor schriftelijke communicatie gesloten. In het gastlog op GeenCommentaar een opsomming van zaken, waarvan zeker is dat burgers die zullen missen. In het artikel staat een eerste overzicht (exceldocument).

Hier deed ik een oproep aan de lezers kansen te melden. Op GeenCommentaar vraag ik je te melden welke zaken er in jouw omgeving definitief verdwijnen.
De kaasschaafeffecten en de crisiskansen worden verzameld in de kaasschaaf- en kansenmonitor (exceldocument). Elke maand wordt de monitor van een update voorzien.

Een eerste ronde door het nieuws, geeft een eerste balans tussen de kaasschaaf en de kansen. Voorlopig is het 16 – 2 , in het voordeel van de kaasschaaf. Maar daar kan natuurlijk verandering in komen. Want crisis en bezuinigingen zijn heel vervelend, zo lezen we in overheidsbegrotingen, maar in dezelfde pamfletten wordt eindeloos herhaald dat deze situatie ook kansen biedt.

Laten we hopen dat het echte kansen zullen worden. Met jouw hulp kunnen we er achter komen wat in 2011 sterker zal zijn: de kaasschaaf of de kansen.Gooi hier in de reacties de kansen die jij ziet. Het liefst kansen die ook waargemaakt worden.
In de reacties op het
GeenCommentaar-gastlog, kun je de zaken kwijt die slachtoffer zijn geworden van de kaasschaaf. Het gaat niet om reorganisaties of afslankingen, maar om zaken die echt verdwijnen.

Mede namens GeenCommentaar alvast bedankt voor je medewerking dit jaar.

Crisis en kansen

Kansen De crisis biedt volop kansen. Dat zal ook in het nieuwe jaar nog vaak te horen zijn. Hoe lang de crisis duurt weet niemand, maar er schijnt sprake te zijn van een licht herstel. Wie dankzij de crisis kansen ziet, moet snel zijn. Ook de bezuinigingen zouden kansen bieden. Mensen zouden er creatiever van worden.
Het komende jaar gaan we hier op zoek naar die kansen. Wie ziet kansen? Wie pakt kansen? Welke kansen zullen slagen?

Er zijn mensen die een kans zien in grondspeculatie om er mooie dingen mee te doen. Niet dat zijzelf grond opkopen en dat over een tijdje voor een aardige prijs denken te verkopen. Nee, ze speculeren er op dat de lage grondprijzen de kans groter maakt dat hun dromen dit jaar worden gerealiseerd.
In Hoofddorp ziet men kansen voor twee Tweede Huizen. Denkt een Hoofddorper soms de gelukkige bezitter van een compleet huizenpark te worden? Ja, maar niet uit egoïstisch hebzucht. De organisatie Ons Tweede Huis wil woonvoorzieningen creëren voor mensen met een handicap. Woonvormen waar zelfstandigheid en geborgenheid gecombineerd worden.

De directeur van de organisatie besprak in zijn nieuwjaarsspeech
de kansen die hij ziet. “Nu de projectontwikkelaars en woningbouwverenigingen het moeilijk hebben als gevolg van de crisis ontstaan er kansen voor Ons Tweede Thuis. Bouwlocaties zijn makkelijker te kopen en de bouwkosten zijn laag. Ons Tweede Thuis grijpt dit moment aan om nieuwe voorzieningen voor wonen en dagbesteding in Amstelveen en Hoofddorp te realiseren”.

Nu gaat dit misschien om één van de meest draagkrachtige zorgverleners. Maar misschien kunnen andere instellingen ook een slaatje uit de crisis slaan en zijn wachtlijsten voor allerlei woonvoorzieningen in de zorg over een jaar verleden tijd.

In Amersfoort droomt men van
een eco-eiland, een wijk voor groen en duurzaam wonen. De initiatiefnemers hebben drie jaar geleden de eerste stappen gezet. Men wil een wijk uit de grondstampen met huur- en koophuizen, die “evenveel of meer energie leveren dan ze gebruiken en die gebouwd worden met schone, opnieuw te gebruiken materialen”.
Voor een haalbaar kostenplaatje zijn er vijfentwintig huishoudens nodig, die er willen wonen. Nu heeft men nog maar veertien belangstellenden. Maar een van de initiatiefnemers ruikt een kans: “De kredietcrisis helpt een handje mee. We hebben gezegd dat we het zeker nog moeten hebben over de prijs van de grond”. Betaalbaar maakt haalbaar?

De redactie ziet graag ook jouw kanswaarnemingen tegemoet. Zie je ergens mooie voorbeelden van mensen en organisaties die de kanskaart oppakken in het Crisis Monopoly, gooi het in de reacties.

Udate: Op GeenCommentaar verschijnt vrijdag mijn gastlog over zaken die we gaan missen door de bezuinigingen. De kaasschaafeffecten (exceldocument). Daar kun je in de reacties melden wat er in jouw omgeving allemaal verdwijnt. Alle meldingen over de kaasschaafeffecten en de kansen, worden verzameld in de kaaschaaf- en kansenmonitor (ook een exceldocument).

Aftellen en opnieuw beginnen.

Voornemens De decemberblues bereikt zijn dieptepunt met Kerst. Daarna is het aftellen geblazen. Tussen het tellen door, wordt er teruggekeken en vooruit gedacht. Merkwaardigerwijze gaat dat gepaard met een ongebreideld optimisme.

Die opgeruimdheid kan deels verklaard worden uit het terugblikken. Wat er ook het afgelopen jaar gepasseerd is, we nemen er afscheid van. Een te vroeg getimede voorjaarsschoonmaak. Opgeruimd staat netjes en dat geeft altijd hoop. Hoop is de berg rotzooi die je achterlaat om iets nieuws te kunnen beginnen.
Wat is de kalender toch een prachtige uitvinding. Zonder dat harnas van tijd, zouden de dagen die we nu als oud- en Nieuwjaar zien, als een dief in de nacht aan ons voorbij gaan. Dankzij de kalender stappen we nu vol goede moed over de drempel van de tijd.

Met hoop. Een hoop goede voornemens. De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens, luidt een chagrijnig spreekwoord. Een spreuk naar het hart van optimisme-ontkenners. Terugblikkend op 2010 zien we veel ontkenners. In het begin van 2010 werd de toon gezet door Balkenende, die zijn ontkenningen uiteindelijk om moest zetten in ‘lessons learned’.
Meteen orakelde ik dat ‘lessons learned’ het helemaal ging worden in 2010. Weinig van gemerkt verder, behalve dan dat de Balkenende’s opvolger, vlak voor zijn benoeming, ferm verklaarde les te blijven geven aan vmbo’ers. Ook niets meer van gehoord.

Afijn, nog ruim een dag en iedereen moet met de goede voornemens aan de slag. Tip: maak alleen goede voornemens, als je “lessons learned’ in je pakket hebt. Ik kan me wel vinden in columnist Rob Wagenaar, die in Nuzakelijk schrijft: “Succesvolle veranderingen vereisen een diep begrijpen en accepteren van nut en noodzaak”.
Als je dat begrip nog niet hebt, laat goede voornemens dan achterwege. Het scheelt hoop. Valse hoop bij jezelf en je omgeving. Kun je het toch niet laten, volg dan het advies van Britse onderzoekers. Zij kwamen erachter dat de meeste Britten hun goede voornemens voor 11 januari al bij het grof vuil zetten. Hun tip: beperk je tot een paar voornemens, die op korte termijn haalbaar zijn.

Tot slot een opmerking aan de goede-voornemens-ontkenners. Heel verstandig dat je geen goede voornemens maakt, maar mij maak je niet wijs dat je ergens de hoop koestert, dat het volgend jaar allemaal beter zal worden.

Aan alle lezers: wat hoop jij dat er volgend jaar beter zal zijn?

Een loopje nemen met geld.

Bankrun Geld maakt niet gelukkig. Een dooddoener waar meer waarheid in zit dan we willen weten? Het is een gezegde geworden, dat onze knellende verbondenheid met geld nuanceert. Geld was ooit een middel om meer vrijheid te creëren, maar is een complexe en moeizame relatie geworden, waar we niet meer van af lijken te kunnen.

Wie, heel lang geleden, geld had verdiend en dat niet meteen uit moest geven, gaf zijn geld aan een wisselaar. Een simpel briefje vermeldde hoeveel je aan de wisselaar had gegeven. Zodra je het geld weer nodig had, haalde je het weer op. Die briefjes zijn een eigen leven gaan leiden. Je haalde het geld niet op, maar kocht met dat briefje de handel die je nodig dacht te hebben. De wissels zijn geld geworden, de wisselaars werden banken. Geld is een
handel op zichzelf geworden.

Als je nu naar de bank gaat, kan je voor akelige verrassingen komen te staan. Je mag al blij zijn als jouw bank nog bestaat. Wie al zijn geld in één keer af wil halen, moet hopen dat hij die dag niet toevallig de twaalfmiljoenste in de rij is. Want dan kan het niet. En als het aan minister Opstelten ligt, wordt dat ook nog eens verboden. We mogen wel met duizenden tegelijk ons geld op de bank storten, maar het even massaal er weer afhalen kan tot gevangenisstraf leiden.

De
bankrun wordt tot misdaad verheven. Dat banken met ons geld een loopje hebben genomen, doet even niet ter zake.Het kindeke Jezus, wiens geboorte vandaag zo in de belangstelling staat, wist wel raad met bankiers die het niet zo nauw namen. Hij gooide de woekeraars de tempel uit. Zonder exitbonus. Het is jammer dat die traditie niet even hardnekkig stand heeft gehouden als de kerstviering.

Geld, het smeermiddel van de economie, is
ouder dan de weg naar Rome. Of het nou om kraaltjes, plakjes klei of metalen munten gaat, de mensheid heeft altijd een manier gezocht om de nadelen van ruilhandel weg te werken. Inmiddels zitten we zo geketend aan geld, dat paniek toeslaat als we zonder zitten.
Als we last van een mug hebben, slaan we hem dood. Als een auto krakkemikkige kuren vertoont, brengen we hem naar de schroothoop. Als een mens doldraait, sluiten we hem op in een inrichting. Als we van geld last hebben, verzinnen we van alles om het middel te behouden voor de samenleving.

Natuurlijk is het middel zelf de boosdoener niet, maar de manier waarop ermee wordt omgegaan. Toch vraag ik me af: als geld niet gelukkig maakt, waarom schaffen we het dan niet af?

Culturele acceptatie versnelt?

Snelheid Zo’n tweehonderd jaar aan culturele ontwikkeling staat binnenkort on-line. Ruim 5 miljoen boeken zijn gedigitaliseerd en je hoeft du niet meer alle bibliotheken over heel de wereld af te lopen om de cultuurverschijnselen na te pluizen.

Maar ook digitaal kost dat veel tijd. Die hebben mensen steeds minder. Een conclusie die wetenschappers al uit die enorme hoeveelheid materiaal hebben getrokken. Hebben zij dan wel al die boeken gelezen?
Nee, dat hebben ze aan computers overgelaten, lezen we op VPRO’s Noorderlicht, waar ook een paar aardige voorbeelden staan, die uit computerresearch in de digitale rijstebrij zijn gehaald. Opmerkelijke conclusies, die binnenkort via Google’s culturomics op te halen zijn. Een soort cablegate van de menselijke cultuur.

In deze moderne tijden vergeten we het verleden sneller. In steeds rapper tempo wisselen we die in voor noviteiten. De wetenschappers denken dat te bewijzen, omdat uit het computeronderzoek bleek dat in de 19e eeuw jaartallen en bijbehorende gebeurtenissen veel langer werden genoemd, dan in de 20e eeuw. Nieuwe technologieën worden nu veel sneller geaccepteerd ,dan twee eeuwen geleden.
Noorderlicht haalt een wat grappiger voorbeeldje aan. Mensen worden sneller beroemd, maar zijn dat sneller beroemdheid af. Kunnen we nu concluderen dat we in het algemeen van alles sneller vergeten?

Het idee in tijden te leven waar ontwikkelingen zich in rap tempo voltrekken, zullen velen wel herkennen, denk ik. Als dat ook echt zo is, verklaart dat misschien waarom we sneller zaken vergeten. De geheugenruimte in onze eigen harde schijf, kent blijkbaar zijn grenzen. Wie al het nieuwe tot zich wil nemen, zal wel oude troep moeten opruimen.

Ik zie een veel interessantere mogelijkheid van het
culturomics project. Misschien zijn hedendaagse ontwikkelingen te duiden met observaties uit het verleden. De acceptatie van een nieuwigheden is toch niet alleen een kwestie van tijd? Wie weet is er uit te vogelen wat er nog meer bij komt kijken. Het zou al leuk zijn te weten hoe lang het duurt voor nieuwkomers in een samenleving worden geaccepteerd. Nog aardiger wordt het, als we weten welke factoren een rol speelden in die acceptatie.

De VVD is voor sneeuwvrij.

Pieck Tja, daar zitten we ineens midden in de problemen. Teveel sneeuw. En net als vorig jaar, te weinig zout. Gelukkig zijn er altijd weer van die opgeruimde geesten die weten hoe je de problemen kan oplossen.

“De eigen stoep sneeuwvrij maken is iets dat iedereen eigenlijk uit zichzelf zou moeten doen. Helaas gebeurt dat niet, dus pleiten wij ervoor deze verplichting weer in te voeren”. Het Amsterdamse gemeenteraadslid Maurice Piek (VVD), hier geciteerd uit
een artikel in Trouw, ziet zijn stadgenoten door de witte puinhopen ploeteren. Hij heeft het blijkbaar niet op de mooie plaatjes van zijn sjieke voorvader Anton Pieck. Die deed niet zo moeilijk over barre winters en schetste romantische winterpret.

Maurice Piek heeft daar een heel ander beeld van. “Bij deze extreme weersomstandigheden zou dag en nacht gestrooid en geruimd moeten worden. Als de mankracht daarvoor niet beschikbaar is, moet naar alternatieven gezocht worden”, zegt hij in Trouw.
Herinvoering van de winterse burgerplicht? Jawel, maar niet voor elke Amsterdammer. Heer Piek sluit aan bij zijn Tweede Kamercollega Azmani, die bij de eerste sneeuwvlokje begin december, voorstelde uitkeringsgerechtigden te verplichten tot het verlenen van bijstand.

Hoe nobel het ook is, de wegkwijnende werklozen uit hun isolement te bevrijden, in al zijn opgeruimdheid brengt Maurice Piek zijn stad hiermee in nog veel meer problemen.
Om te beginnen: waar haalt de gemeente 32.710 stuks werktuig vandaan, waarmee de sneeuw moet worden geruimd? Er is immers geen zout genoeg om alle bijstandsgerechtigden mee op pad te sturen? Dus zal het toch met schep en bezem moeten.
Gesteld dat die vier procent Amsterdammers de overige 735 duizend stadgenoten van de sneeuw kunnen verlossen, waar moet die sneeuw dan heen? De geruimde sneeuw zou in de grachten gekieperd kunnen worden. De hoofdstedelijke woonbootbewoners zijn wel wat overlast gewend. Maar kunnen zij al die sneeuw wel aan?

En wat verzint de Amsterdamse VVD voor de tewerkgestelden, als de winter voorbij is? Natuurlijk zijn zij door deze prachtige werkervaring dolenthousiast geworden. De arbeidsadrealine giert door hun aderen en ze willen meer. Hoeveel werk denkt Maurice Piek ze in het voorjaar te kunnen bieden? Hij zal snel met nieuwe ideeën moeten komen, want onrustige Amsterdammers hebben wel vaker de lokale autoriteiten in problemen gebracht.

Is het niet beter iedereen sneeuwvrij te geven?

Naar een Kuyper-Thobeckiaanse economie

Kuyper Enthousiast werkt het kabinet Rutte aan restauratie van de economie, die vakkundig door de financiële sector naar de knoppen is geholpen. De maatregelen liegen er niet om. Dat kan ook niet, want die zijn openbaar. Waren ze maar gelekte geheimen. Dan zou er ongetwijfeld anders op worden gereageerd.
Het enige wat ik wel zou willen weten: is er wel goed over nagedacht? Bezuinigen mag nodig zijn, maar is er wel over de gevolgen op langer termijn nagedacht? Als we wat geluiden van de laatste tijd op een rij zetten, dan kunnen we niets anders zeggen dan: ja, daar is heel goed over nagedacht. Het liberaal-christelijk kabinet streeft naar een Kuyper-Thorbeckiaanse economie.

Abraham Kuyper, orthodox gereformeerde staatsman, staat in de geschiedenisboekjes geafficheerd als een man met een warm hart voor de “kleine luyden”. De arbeiders onder hen, hield hij voor zich met weinig tevreden te stellen. Klagende arbeiders vond hij staatsgevaarlijk. Hij aarzelde geen moment speciale wetgeving in te voeren om stakend haven- en spoorwegpersoneel aan te pakken. Dat was zo zijn eigen visie op staatsbemoeienis, waarvan hij zei dat die niet te ver moest gaan.Tussendoor richtte hij nog een schooltje op, waar later menig staatsman gepokt en gemazeld is, de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Johan Rudolph Thorbecke, liberaal en vooral bekend als hervormer van ons staatbestel, wist in beroerde tijden al hoe je de economie een zetje kon geven. Uitbreiding van het spoorwegennet, de aanleg van het Noordzeekanaal en het afschaffen van wat belastingen. Hoewel niet in economische context, sprak hij zich over kunst uit: “De Kunst is geen regeringszaak, in zooverre de Regering geen oordeel, noch eenig gezag heeft op het gebied der kunst”.
Misschien dacht Rutte aan zijn verre voorvader, toen hij besloot afstand te nemen van de kunsten. “Het kabinet wil meer ruimte geven aan de samenleving en het particulier initiatief en de overheidsbemoeienis beperken”, staat in het regeerakkoord (pdf!).

VVD en CDA kennen hun bronnen. Kuyper werkte aan het moreel besef van de burgers. Thorbecke aan de hervorming van het staatsbestel. Beiden zetten de schop onder de economie. De kabinetten Balkenende plaveiden de weg naar het uiteindelijke doel, dat Rutte wil realiseren. Een Kuyperiaans normbesef, gekoppeld aan een liberale stokpaardjes zoals lastenverlichting. De crisis- en herstelwet wordt permanent gemaakt, waardoor het mogelijk wordt extra wegen aan te leggen of te verbreden. De hedendaagse variant van Thorbecke’s verbetering van de infrastructuur.

Hoe werkt dat? Het normbesef, de verantwoordelijkheid en het zelfinitiatief van de burger komt vanzelf in de door Rutte gewenste modus door fiks te bezuinigen. Dat gaat heel praktisch. Op openbare diensten van gemeenten wordt bezuinigd, Wat minder groenonderhoud, wat minder sneeuwruimen. Op zorg- en welzijn wordt bezuinigd, behalve op de handen aan het bed.
De oplossing? Burgers gaan het wegbezuinigde werk zelf doen. Om te beginnen iedereen die door de bezuinigingen in de bijstand terecht komt. Verplicht gras maaien in plantsoenen en koffieschenken in verpleegtehuizen. Een verschuiving in de werkgelegenheid. Verder het stimuleren van mantelzorg en club- en buurthuiswerk zal nog sterker op vrijwilligers moeten draaien.
Naar een economie, waarin heel wat werk weer ouderwets onbetaald verricht zal worden. En wat wel wordt betaald wordt met verlaging van minimumloon en loonmatiging beperkt.

De verwachting is dat het afgekondigde beleid de huidige economie er bovenop zal helpen. Dat is een misleidende boodschap. Om te beginnen gaat het nu steeds een klein beetje beter met die economie, dus met wat geduld komen we er ook wel. Tenzij er nog een crisis bovenop komt, zoals sommigen verwachten.
Het is ook misleidend omdat Rutte en consorten geen boodschap hebben aan de huidige economie. Vooral omdat daar nog teveel staatsbemoeienis in zit verweven en de burger er een normloze, luie consumentenrol in heeft. Maar bovenal omdat de “kleine luyden” weer op hun plek moeten en de staat afstand neemt van de samenleving.

Een onzinnige conclusie? Mwah, ik hoor Rutte bij
zijn regeringverklaring nog zeggen: “Wacht op onze daden”. Hij meende een citaat van Cort van der Linden aan te halen, maar het was Thorbecke met die woorden de kritiek pareerde, op zijn pas benoemde eerste kabinet.

Het voordeel de Wikileaks-affaire?

Opstelten Een voordeel heeft de hele heisa rond Wikileaks wel: u kunt binnenkort veilig internetbankieren. U heeft voortaan geen last meer van misbruik van uw pc en internetverbinding. Minister Opstelten kondigt aan dat justitie nu zeer alert is en zeker de misdadigers zal pakken die vandaag de website van het Openbaar Ministerie wisten plat te krijgen.

Die alertheid resulteerde gisteren al in de snelle arrestatie van een 16-jarige Hagenaar (zie ook het
artikel van gisteren). De jongen deed mee aan een dos-aanval op de website van Mastercard, uit protest tegen de actie van Mastercard om betalingen aan Wikileaks onmogelijk te maken.
Een dos-aanval (Denial Of Service) betekent dat op een bepaald moment een website buitensporig veel wordt aangeroepen. Het internetverkeer naar die site kan dan zo druk worden, dat de site een poosje onbereikbaar wordt. Sinds 1 september 2006 is dat strafbaar en kan tot cel- en taakstraffen leiden.

De arrestatie van de jonge Hagenaar was aanleiding voor de Wikileaks-symphatisanten een dos-aanval op de website van het Openbaar Ministerie uit te voeren.
Minister Opstelten vindt dat natuurlijk onacceptabel en verklaart dat de daders zeer binnenkort in hun kraag gevat zullen worden.”''We moeten er een antwoord op hebben, we zullen met het cyberbeleid ook het goede antwoord blijken te hebben”, zo zegt hij in Nu.nl.

Dat is goed nieuws. Volgens de minister is het dus wel mogelijk cybercriminelen snel op te pakken. Mogen we dan binnenkort een grote hoeveelheid rechtszaken verwachten tegen de hackers die u om de tuin leiden, als u denkt op de website te zijn van uw internetbank?
Mogen we dan ook verwachten dat lieden die onze e-mail en url’s misbruiken, snel en hard worden aangepakt?

De vraag is: waarom is er eerder niet net zo kordaat opgetreden tegen cybercriminelen? Of is dit slechts een staaltje misleiding van de minister, die eigenlijk door de Reclame Code Commissie moet worden afgestraft, zoals reacteur Henk van S tot S
eerder hier voorstelde? Want met propaganda alleen, maak je internet niet veiliger.
De maakbaarheid van een veilige openbare ruimte lijkt nu wel erg selectief van aard.

Datamining: verborgen schatten en valkuilen.

Datamining Zoekt en gij zult vinden. Het credo van datamining, het engelse woord voor spitten. Spitten in gegevens en gebeurtenissen. Met als doel er nuttige conclusies uit te trekken. Schatgraven in grote hoeveelheden informatie. Het geeft inzicht in wat er gebeurt. Het kan helpen antwoorden te geven op vragen als: waarom gebeurt iets of wat is er nodig om gebeurtenissen een andere wending te geven. Is datamining het ultieme hulpmiddel voor de maakbaarheid van de wereld?

Tussen 2002 en 2005 zond de NCRV de Amerikaanse
politieserie The District uit. Daarin stuurde hoofdcommissaris Jack Mannion zijn mensen aan met nieuwlichterij: CompStat. Een computerprogramma dat de criminaliteit in Washington in beeld bracht en waarmee Jack Mannion precies wist waar hij zijn korps op af moest sturen. Datamining om criminaliteit aan te pakken.

Het is 2010. Wikileaks stort een immense hoeveelheid data de wereld in: cablegate. Berichten die Amerikaanse diplomatieke diensten opstelden en waar heel de wereld nu in kan graven om daar conclusies uit te trekken. De Amerikaanse overheid had
de conclusie al klaar: die informatie brengt levens in gevaar. Anderen menen dat met de openbaarheid van deze informatie de ware aard van de Amerikaanse diplomatie geduid kan worden.

Nu het met zoekmachines betrekkelijk snel en eenvoudig informatie vergaren is en met uitgekiende software het even betrekkelijk eenvoudig wordt verbanden te leggen, wordt datamining steeds meer een instrument om beleid te ontwikkelen. Stop de data in
een beslissingsboom en de computer schotelt je een aantal oplossingen voor. Hou het gedrag van winkelend publiek bij en een supermarkt weet hoeveel bier het op vrijdag in voorraad moet hebben. Of bekijk de ongevallenstatistieken in de winter en je weet hoe druk het op de spoedhulp gaat worden en welke letsels het meest behandeld zullen worden.

Dat is allemaal heel praktisch en tamelijk onschuldig. De hoeveelheid data is echter zo groot dat het nog een hele kunst is ze ook goed te interpreteren en te gebruiken. Niet alleen moeten de data zelf juist en volledig zijn, de vraag is ook of die interpretaties en dat gebruik net zo neutraal zijn als de koele cijfers op zich. En zelfs als dat allemaal in orde is, wat doe je er dan mee?
Op mijn werk sla ik de manager om zijn oren met groeiende bezoekersaantallen, data over de hoeveelheid en aard van incidenten. Met als doel een kwantitatieve en kwalitatieve bezetting van het personeel te eisen, om de veiligheid van collega’s en cliënten te waarborgen. De manager slaat terug met onderzoekscijfers die aantonen dat veiligheid in veel gevallen vooral een gevoel is en niet op werkelijke onveiligheid berust. Datamining als strategisch middel. Resultaat? Er verandert niets aan de personele bezetting. Of jawel, er wordt bezuinigd op personeel.

In de discussie over het klimaat gaat het er nog bonter aan toe. Data vliegen over en weer om aan te tonen dat de menselijke factor wel of niet relevant is voor de klimaatverandering. Hier moet dus eerst de opinie over de relevantie van data worden uitgevochten. Wie zich het rapport van de
Club van Rome herinnert, weet dat de wereldwijde schok die deze gegevens veroorzaakte wel tot enig besef leidde over een ander rentmeesterschap over de aarde, maar dat we nu nog ver verwijderd zijn van definitief afdoende oplossingen.

Zolang de valkuilen van schatgraverij niet zijn gedicht, mogen we van datamining geen wonderen verwachten. Valkuilen als onvolledige data en software die verbeterd moet worden, zijn wellicht te vermijden door voortschrijdend inzicht en technologie. Maar hoe dicht je de valkuil van de menselijke factor? De factor die zo zijn eigen doelen kent. Die met zijn eigen opvattingen de interpretaties stuurt?

Naast de hoop data, is er nog altijd ook de hoop van de menselijke factor. De hoop dat we uiteindelijk beter van onze eigen data leren. Die hoop moet de
collega’s van Sargasso hebben gedreven om tot het Dutch Open Data Lab te komen. Met zijn allen aan de slag met alle beschikbare data. Alleen al een mooi initiatief om dat je zo de beschikking kan krijgen over middelen om bijvoorbeeld “op humoristische wijze een punt te maken”, schrijft Sargasso.

In de maakbaarheid der dingen, hebben overheden, managers, marketingstrategen en “gewone mensen” één ding met elkaar gemeen: allemaal knutselaars. Knutselen met data om je punt te maken. Eens kijken wie er wint?