Buitenreclame

De reclame moet eens verlost worden uit de benauwende advertenties in bladen en die luttele minuten zendtijd waarmee tv-programma''s worden onderbroken. Ook de reclame die gevangen zit achter de glaswand van bus-en tramhokjes moet worden bevrijd. Ja, reclame moet de ruimte krijgen. En die is er ook! In de openbare ruimte is nog plek genoeg. Hoe die ruimte voor reclame kan worden benut, kunt u zien op een tentoonstelling in het Arcam (Architectuurcentrum Amsterdam – te zien tot 27 januari). Het moet natuurlijk geen rommeltje worden, aldus Maarten Kloos, directeur van het Arcam. Als architecten, reclameburo''s en beleidsmakers een beetje zorgvuldig nadenken kan buitenreclame flink de ruimte krijgen, zonder dat het storend wordt. Nu wordt er nog teveel lukraak reclame gekwakt op gebouwen, rondrijdende bussen, billboards, lantarenpalen en abri''s. Je moet dat een beetje doseren, zegt Kloos. De overdonderende reclame-uitingen op Times Square (New York) vindt hij overigens een mooi voorbeeld.
Reclame in het algemeen en buitenreclame in het bijzonder zijn voorbeelden van volstrekte overbodigheid. Eigenlijk is reclame helemaal niet nodig. De consument weet zelf wel wat hij/zij nodig heeft. Het argument dat reclame nodig is om de consument er op te wijzen uit welke mogelijkheden hij de keuze heeft, is een schijnheilig argument. Reclame is slechts een middel om de vraag naar producten, waar niemand nog om heeft gevraagd, te creëren. Succesvoorbeelden zijn de route-navigatoren als de TomToms. Iedereen kon de weg best zelf wel vinden. Inmiddels lijkt niemand meer zonder te kunnen. Voor producten waar wel een normale vraag naar is, werkt reclame als een slagveld waar vele merken elkaar bestrijden om de gunst van de consument te winnen. Volkomen overbodig. In de winkel kan de consument zelf zien welke producten er zijn. Zo werkt dat met ons dagelijks brood ook. Daar wordt nauwelijks reclame voor gemaakt en toch wordt het elke dag gekocht.
Buitenreclame is er al in tal van irritante voorbeelden. Niet alleen de opdringerige billboards, ook de schapen in weilanden langs de weg, met een reclamekleedje op hun rug. De reclamewereld denkt er verder over flatgebouwen te versieren. Da''s natuurlijk om de mond-tot-mond-reclame een impuls te geven. Als je moet uitleggen waar je woont of werkt, kun je vertellen dat je in de ''Volkswagen''-flat te vinden bent.
In plaats van te bedenken hoe reclame nog meer de ruimte krijgt, zou er nagedacht moeten worden of er niet veel minder reclame gemaakt kan worden. Voor bestaande producten is het voldoende om die te laten beoordelen door organisaties die zich met consumentenvoorlichting bezig houden. Wil een fabrikant iets nieuws op de markt brengen dan kunnen diezelfe organisaties de noviteit beoordelen op nut, duurzaamheid en prijs. De consument bepaalt vervolgens of het produkt welkom is op de markt.
Reclame beperken tot louter de aanwezigheid van produkten in de winkels en de consument het verder mond-tot-mond laten doorvertellen zou meer dan genoeg moeten zijn. De al aanwezige reclame kunnen we wellicht niet meer terugdringen. We hebben zelf daar nog enige keuze in, hoe we ermee omgaan. TV-commercials zappen we weg en de folders in onze postbus flikkeren we meteen in de doos ''te verwijderen items''. Dat is de reclamemakers een doorn in het oog. Of zoals directeur Fred Kuhlman, directeur van het Nationaal Adviesbureau Buitenreclame, het zegt: ''de fragmentatie in mediagedrag zorgt ervoor dat de traditionele massamedia als kranten en tv steeds minder invloed op de massa hebben en dus minder geschikt zijn om een reclameboodschap uit te dragen. Als je in één keer een grote groep wilt bereiken kun je dat tegenwoordig het best op straat doen. Buitenreclame is niet weg te zappen''.
De plannen om de openbare ruimte nog meer te voorzien van allerlei reclame moet snel het afkeurmerk ''Overbodig'' krijgen. Die ruimte is van iedereen. In een democratisch land zou het niet mogelijk moeten zijn dat de openbare ruimte wordt overgeleverd aan de dictatuur van de commercie.

De kleine lettertjes

Het zou heel wat schelen als we onze energie (zowel die via het stopcontact binnenkomt als onze eigen energie) niet meer steken in overbodige zaken. Om te beginnen met de echt overbodige dingetjes. Bloemengeur uit een appaaraatje dat je in het stopcontact steekt is zo''n overbodigheid, maar je zou nog kunnen zeggen dat het in sommige kamertjes zijn nut heeft. Een middagje flaneren op het strand heeft economisch gezien weinig nut, maar je beweegt wel en da''s dan weer goed voor je gezondheid. Een echt gevalletje van overbodigheid is een verzekeringspolis tegen geweld. Op het eerste gezicht een prima produkt, tot je de kleine lettertjes goed tot je door laat dringen.
Krantenartikelen werken precies hetzelfde als verzekeringspolissen. De koppen zien er veelbelovend uit, maar je krijgt een heel ander beeld als je de kleine lettertjes leest. In de media werd de noviteit aankondigd met: ''Verzekeraar biedt polis tegen geweld''. Prachtig, denk je dan. Ik sluit zo''n verzekering en mij zal nooit meer iets gebeuren. Ik kan veilig een avondje stappen zonder in elkaar geslagen te worden. Mocht er ooit hier een oorlog uitbreken: ik kan gerust gaan slapen, want het geweld zal mij niet treffen. De verzekeraar heeft kennelijk een oplossing voor het ''toenemend geweld in de samenleving''.
Maar dan de kleine lettertjes: het gaat, zoals bij elke verzekering, niet om een preventieve garantie, maar om de gevolgen te bekostigen van de opgelopen schade: ''De verzekering vergoedt begeleiding als iemand psychische problemen krijgt na bijvoorbeeld mishandeling. Er volgt een uitkering van 34.000 euro bij invaliditeit en 17.000 euro bij overlijden''.
Pardon? Dat is toch allemaal al verzekerd? Tot nu toe dekken ziektekosten-, invaliditeits- , begrafenis- en levensverzekeringen dit soort gevallen? Het lijkt me sterk dat de verzekeraar die met dit geweldige aanbod komt, ook iets gaat uitkeren bovenop die bestaande verzekeringen. Ook al behoor je tot de zogenaamde risicogroepen als ambulancepersoneel en horecaportiers.
Op mijn werk hebben we regelmatig met agressie en geweld te maken. Het personeel zit bij toerbeurt in de ziektewet of heeft wat nazorg nodig. En dat is allemaal al verzekerd. Verder hebben we de mogelijkheid om via de rechter schadevergoedingen af te dwingen bij de daders. Ook als de werkgever nalatig is geweest om de veiligheid van het personeel te garanderen, kun je een aardige schadeclaim afdwingen. Die nieuwe verzekering biedt dus niets extra''s en het is mij dan ook een volkomen raadsel waarom een stuk of dertig nieuwsberichten hier zonder enig commentaar melding van maken. De verzekeraar zelf zegt: ''met de verzekering te zijn gekomen na gevallen van agressie tegen onder meer ambulancepersoneel en werknemers van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). We hebben bekeken of we iets voor hen konden doen.''
Wel, beste verzekeraar, wat dacht u ervan om uw geld eens te steken in de sponsoring van beveiliging? Of doneer fikse bedragen in al die initiatieven die geweld proberen te voorkomen.
Verzekeringen zijn altijd al prima in staat geweest angst tot een marktprodukt te maken, maar dit slaat weer alles. Het is dat er op dit weblog al een prijs is uitgeloofd (de Donkey Shocking-award), maar dit vraagt bijna om de FOP-prijs: de Folkomun Ofurbodig Produktje-uwoard. Nou zou zo''n prijs in al zijn overbodigheid zelf nummer één worden, dus daar begin ik niet aan. De redactie zal wel meer van dit soort zaken melden. Daarom een nieuw label: Overbodig. Ziet u voortaan dat label onder de artikelen, dan kunt u dus de gemelde gevallen bekijken. Natuurlijk kunt u ook uw eigen overbodigheden hier melden. Let op de kleine lettertjes in nieuwsberichten en u zult versteld staan van de hoeveelheid overbodigheid die u zult aantreffen.

Kansen op keuzes

In Room with a view en Het roer gaat om beschreef ik de kansen die het aanstaande kabinet heeft om met een baanbrekend regeerakkoord te komen. Dat lukt alleen als de heren het uitzicht vanuit het onderhandelkamertje als een window of opportunity beleven. Weg met tunnelvisies, weg met blikvernauwing, weg met dat bord voor hun kop. Zet het raam wagenwijd open en laat de geest waaien.
Een window of opportunity (een venster met uitzicht op mogelijkheden) wordt makkelijk over het hoofd gezien. Het raam kan nog zo wijd open staan, als men de mogelijkheden niet ziet die er aan voorbij trekken dan mis je kansen op keuzes die goede oplossingen bieden. Van belang is dat men ook in staat is oplossingen te zien die op het eerste gezicht niet direct met een bepaald probleem te maken hebben.
Voorbeeldje: De EU wil serieus werk maken met het terugdringen van de CO2-uitstoot. In hun ijver daartoe somt men alle mogelijkheden op om tot schonere energie-opwekking te komen. Alles mag, inclusief kernenergie. Omdat dit laatste hier en daar op weerstand kan rekenen, zegt de EU er wel bij dat de aangesloten landen zelf mogen bepalen of ze kernenergie willen gebruiken. Het hele voorstel is een typisch staaltje lineair denken: er is een probleem die met bekende oplossingen moet worden verholpen. Even nadenken of er ook nog meer en andere mogelijkheden zijn is er niet bij.
Om de keuze voor kernenergie aan de lidstaten zelf over te laten getuigt niet van lef. Maar goed, daar kan het nieuwe kabinet dus duidelijk over worden. Dat wordt een glashelder ''nee'', al was het alleen maar omdat de opslag van kernafval nog lang niet veilig is.
Kennelijk stond de ''window of opportunity'' niet open genoeg bij de EU, want behalve de genoemde oplossingen zijn er nog tal van andere mogelijkheden. Van autoloze zondagen tot beperking van het vliegverkeer. Van een verbod op nutteloze electrische gadgets tot het uitschakelen van de verlichting op straat op stille momenten. Van productieverlaging tot het afschaffen van kerstmis. Van het afsluiten van de energielevering tussen 2.00 u. en 4.00 u. ''s nachts tot een periode van belastingvrijstelling op auto''s die op biobrandstoffen rijden. Zelfs de mogelijkheid om helemaal niets aan de CO2-uitstoot te doen mag in het rijtje ideeën voorkomen.
Natuurlijk, hier zitten de meest zotte ideeën tussen. Het gaat er wel om dat men een bepaald probleem loskoppelt van allerlei andere zaken (bijvoorbeeld energieverbruik en een goed draaiende economie), vervolgens gaat brainstormen (de geest moet waaien) en alle mogelijkheden serieus en met een ''open mind'' bespreekt. Men zet als het ware de ''window of opportunity'' hemelsbreed open en zo creëert men kansen voor keuzes waar men doorgaans niet op komt.
Het is vrijdag. De kabinetsformatie is weer drie dagen verder. Iedereen is benieuwd of en welke keuzes de heren ondertussen hebben gemaakt. Hebben de heren hun geest laten waaien of hebben ze het raam stevig dicht gehouden en krijgen we een regeerakkoord waarin de gezonde keuzes weer geen kans krijgen?

Het CPNB geeft gratis boeken weg

Lezen, leren en maakbaarheid

Hoewel ik slechts 1x per maand een genomindeerde voor de Donkey Shocking-award wilde aanwijzen, kan ik er niet omheen nu reeds de tweede nominatie bekend te maken. Het CPNB (Stichting Collectieve propaganda voor het boek) heeft aangekondigd welk boek dit jaar gratis uitgedeeld gaat worden.
Met de jaarlijkse verstrekking van een maatschappelijk relevant boek, wil men het lezen èn de gemeenschapszin bevorderen.
Dit jaar denkt het CPNB dat te bereiken door ''De gelukkige klas'' (uit 1926) van Theo Thijssen te promoten. Hiermee wil men een hymne brengen aan de mens voor de klas. Waarom verdient het CPNB de nominatie?

Dat de boekenclub zowel lezen als de gemeenschapzin wil bevorderen, is een prima initiatief. Het gratis verstrekken van een boek bleek vorig jaar een groot succes. Het is echter de vraag of een oplage van 725 duizend boeken genoeg is.
Met de keuze van dit jaar wordt de aandacht gevestigd op de rol van de leerkacht. Theo Thijssen heeft de naam een voorvechter geweest te zijn voor beter onderwijs, waarin liefdevolle aandacht voor het individuele kind centraal hoort te staan.
In de tijd dat Thijssen onderwijzer was, werd zoiets als ''respect'' er langs de weg van ijzeren orde en regels ingestampt bij het jonge volkje. Leren ging op de maat van strak, dreunende ritmes.
De weg naar volwassenheid en deelname aan de samenleving werd voorbereid door de tafel van vermenigvuldiging, de rijen werkwoorden en de historische jaartallen uit het hoofd te leren. Wie je als kind was deed er niet toe.

Theo Thijssen zag dat wat anders. Hij vond dat de school op de eerste plaats een plek met warmte, veiligheid en geluk moest zijn. Hij eindigt zijn boek ''De gelukkige klas'' dan ook met een voor die tijd wel erg boute stelling: '' M''n heerlijke, lieve, lastige stel, ik weet eigenlijk maar één ding: de jaar of wat, dat ik jullie heb en dat jullie mij hebben, behoren wij enkel-maar een gelukkige klas te zijn. En de rest is nonsens hoor, al zal ik dat jùllie nooit zeggen''.


Het CPNB wil nu met dit voorbeeld het onderwijzersschap weer eens ter diskussie stellen. Thijssen is een goed voorbeeld, want hij beschrijft ''
hoe hij worstelt met de richtlijnen van de schoolinspectie, om maar iets actueels te noemen. En hij laat zien hoe moeilijk het is om als leraar bij ieder kind het specifieke talent tot ontplooiing te brengen'', aldus het CPNB.

De goede bedoelingen van het CPNB zijn duidelijk. Natuurlijk moet er meer worden gelezen. En ja, aandacht voor de gemeenschapszin en het onderwijs in het bijzonder mag altijd prioriteit hebben. Maar ook al wordt er al eeuwen gelezen, het heeft de wereld niet beter gemaakt dan het is. Elke lezer maakt toch telkens weer zijn eigen verhaal.
Het goede van de CPNB-actie is wel dat men de lezers uitnodigt over het gelezene met elkaar te praten. Dat is toch wat anders dan op grond van enkele boeken naar de wapens te grijpen.

Misschien lukt het de boekenclub nog eens met een boek te komen die dat duidelijk maakt. Een boek met visie naar de toekomst. Want het is sterk de vraag wat men bereikt door een boek uit het verleden te presenteren. Wil men terug naar de tijd van Theo Thijssen? Volgens de man zelf is dat niet de weg naar een betere toekomst. Je kan er wel op wijzen dat het nu en gisteren allemaal niet zo best is, maar ga dan wel voor de beste oplossingen. Of zoals Thijssen het zelf schreef in zijn boek Schoolland: ''Allemaal goed-en-wel, maar dat het vroeger zo heel erg beroerd was, is nog geen reden om tegenwoordig maar genoegen te nemen met de middelmatige beroerdheden.''


Of wil het CPNB hier een vingerwijzing aan het toekomstige kabinet geven?

Neusje van de Zalm

Hoewel hij het waarschijnlijk diep in zijn hart betreurt dat de VVD geen enkele rol speelt in de formatie, loopt minister Zalm met een brede lach door de gangen van het Binnenhof. Vlak voor zijn politieke pensioen benoemt de JOVD (jongerenafdeling van de VVD) hem tot Liberaal van het Jaar en haalt hij op de valreep de zoveelste meevaller binnen. Reden genoeg om de op dit weblog zo geplaagde man te bellen en hem te feliciteren.
Zalm: ''Zalm de man hier….''
pp: ''Ja, daar bel ik u juist voor…''''
Zalm: ''Ach nee hè, u weer!''
pp: ''Wel, ik belde u om u van harte te feliciteren met de door u behaalde kwalificatie van de JOVD.''
Zalm: ''Ja, ik ben reusachtig blij dat de jongeren inzien welk een serieus en belangrijk werk ik heb verricht.''
pp: ''Nou komen die jongeren wel uit uw eigen gelederen.''
Zalm: ''Ja, en…???''
pp: ''Is dat niet een beetje ons-prijst-ons?''
Zalm: ''Daar zijn u en uw medebloggers anders ook niet vies van. Zoals dat er aan toegaat met al die awards die de ene blogger aan de andere toespeelt is werkelijk van een hoog incestueus gehalte, moet ik zeggen.''
pp: ''Tja, daar heeft u een punt. Ik neem die opmerking terug. Tenslotte is de JOVD ook niet te beroerd om politici van geheel andere politieke richtingen tot het neusje vanm de zalm te benoemen.''
Zalm: ''Oh ja?''
pp: ''Ja, vorig jaar was de eer aan Femke Halsema.''
Zalm: ''Echt?? Dat meent u niet!''
pp: ''Nou ja, dat las ik anders wel in het persbericht over de Liberaal van het Jaar.''
Zalm: ''Die jonkies toch! Ha, ha, eigenlijk wel een goede grap!''
pp: ''U gaat nu ineens deze eervolle vermelding niet serieus nemen?''
Zalm: ''Ach, amice….''
pp: ''(Grote kreun…) Meneer Zalm, niet doen!''
Zalm: ''Huh? U bedoelt?''
pp: ''Ik dacht dat we afgesproken hadden dat u mij geen amice zou noemen. Straks lig ik er echt helemaal uit bij mijn vriendenkring.''
Zalm: ''Dan niet. Even goede vrinden…''
pp: ''Ohwww….''
Zalm: ''Zeg, gaat het wel goed met u?''
pp: ''Ik moet even bijkomen, meneer Zalm. Maar goed, behalve die pluim op uw hoed van de JOVD had u nog een meevallertje, hè?''
Zalm: ''Meneer, ik heb een afschuwelijke hekel aan het woord meevaller.''
pp: ''Hoezo?''
Zalm: ''Dat woord suggereert toch iets van toevalligheid. Terwijl het juist tot in detail gepland en berekend is. Ik zou het eerder de beloning van al mijn noeste werk willen noemen.''
pp: ''Maar u kon toch vooraf niet weten hoeveel burgers hun oude guldens zouden inleveren?''
Zalm: ''Meneer, dat wist ik tot op de cent nauwkeurig! Ik heb hier op het ministerie het aantal opgepotte guldens èn de kenmerken van spaarzame en speculerende burgers door een computermodel laten halen en de uitkomst daarvan klopt precies met het nu behaalde resultaat! U dacht toch niet dat we zomaar een kostbare reclame- campagne voor het inleveren van die oude guldens hebben opgezet?''
pp: ''Nou u het zegt, daar bent u de man helemaal niet naar.''
Zalm: ''Bespeur ik daar een kritisch toontje?''
pp: ''Nee, nee, ik bedoel: u doet toch alles uit berekening?''
Zalm: ''Dat klinkt ook weer zo badinerend. Nee meneer, het is allemaal weloverwogen en goed doordacht.''
pp: ''Een groot regisseur waardig.''
Zalm: ''Begint u daar weer over? Luistert u eens goed, meneer de would-be blogger! Ik heb mijn werk naar behoren gedaan. Het land kan daar nog lang de vruchten van plukken. Wat u meevallers noemt zij de parels op de kroon van dit majestueuze werk.''
pp: ''U heeft de JOVD helemaal niet nodig om u te prijzen, is het niet?''
Zalm: ''Precies! Het is geweldig aardig van de jongelui, maar het voelt ook een beetje als de bekende mosterd na de maaltijd. Men had veel eerder kunnen inzien welk een heidens karwei ik heb moeten leveren.''
pp: ''Ah! Nu u over de heidenen begint: hoe kijkt u als Liberaal van het Jaar aan tegen het aanstaande kabinet?''
Zalm: ''Ja, dat is dan weer wel een domper op de feestvreugde. U heeft op uw blogje nogal een uitgehaald naar ons liberalen, maar ik ben zeer benieuwd wat u te bloggen heeft onder een christelijk-socialistisch bewind!''
pp: ''Nou, ik denk niet dat het me tot uw soort liberalisme zal bekeren.''
Zalm: ''Dan moet u het allemaal zelf maar weten. Ik zal het niet meer actief meemaken dus op verdere meevallers hoeft u dan ook niet te rekenen. Dat gaan zware jaren voor u worden!''
pp: ''Denkt u echt dat het nieuwe kabinet het zo lang uithoudt?''
Zalm: ''Meneer, ik weet exact hoelang men het uit gaat houden, maar dat ga ik hier en nu niet aan de grote klok hangen.''
pp: ''Dat horen we dan later van u?''
Zalm: ''Ha, ha, ha, u probeert mij de rest van mijn meesterplan te ontfutselen! Heb geduld, amice, u komt er vanzelf wel achter.''
pp: ''Daar doet u het alweer!!!''
Zalm: ''Wat? Oh ja, excuses beste vrind…''
pp: ''Dat doet u express, hè?!''
Zalm: ''Ziet u wel: alles goed gepland en berekend!''

Maakbare veiligheid

Pieter van Vollenhoven actDe eerste genomineerde voor de Donkey Shocking-award is Pieter van Vollenhoven. Niet altijd door iedereen serieus genomen, maar hijzelf neemt zijn taak als voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uitermate serieus.
Hij weet inmiddels als geen ander dat het een behoorlijk rommeltje is op gebied van veiligheid. De overheid, het bedrijfsleven en de individuele burger denken dat het allemaal zo'n vaart niet loopt, maar van Vollenhoven weet wel beter.

Soms boekt hij een succesje. Het onderzoek van zijn ''veiligheidsraad'' naar de Schipholbrand kostte een paar ministers hun kop. Maar verder worden tal van andere aanbevelingen met een vriendelijke glimlach aangenomen zonder dat er echt harde acties worden ondernomen om de veiligheid van land en burger te vergroten.

Van Vollenhoven lanceert onvermoeibaar nieuwe ideeën. Ook nu weer richt hij zijn peilen op de overheid.

Er wordt in de samenleving zo verschrikkelijk langs elkaar heen gewerkt dat dit bij tal van ongelukken rampzalige gevolgen kan hebben. Dat moet afgelopen zijn en Pieter stelt dan ook voor dat de overheid de regie neemt. Er zou zelfs een minister van Veiligheid moeten komen.
Verder moeten klokkenluiders (de ''shocking donkeys'') beter beschermd worden. Zij wijzen immers als eersten op missstanden en tekortkomingen en als er beter naar hen wordt geluisterd kunnnen tal van ongelukken voorkomen worden.


De vraag is wel in hoeverre de overheid verantwoordelijk kan zijn voor de sociale en fysieke veiligheid van de burgers, als die zelf een loopje nemen hun eigen veiligheid. Nog steeds geldt dat de meeste ongelukken in het huishouden gebeuren. De ramen zemen op een wankele stoel, schoonmaakmiddelen binnen handbereik van kinderen, een lampje verwisselen terwijl de stroom er nog op staat, de vlam in de pan. Het is echt levensgevaarlijk in huis.
Sport en werk zijn ook risicovolle gebieden. Wat dat laatste betreft is het vaak een centenkwestie. Arbo-wetgeving of niet, nog steeds is veiligheid een sluitpost op de begroting van veel organisaties en bedrijven.
Hoe kan het allemaal veiliger worden, als het ''veiligheidsbewustzijn''op een laag pitje staat. Waarom nemen mensen telkens weer onverantwoordelijke risico''s? Kiest men liever voor een leven vol gevaar?

Hoe goed van Vollenhoven het ook bedoelt, dat bewustzijn zal hij nog vaak als ernstig obstakel op zijn weg vinden. Ook al krijgt hij de hulp van heel legioen klokkenluiders.
Neem nu het bekende ''alarmbelletje''. Een onbewust verschijnsel dat iedereen wel kent. Hoe vaak ging er bij u zo''n belletje rinkelen zonder dat u actie ondernam? Ik durf te stellen dat zulke belletjes vaker worden genegeerd dan nodig is. Wat het onderbewuste ons meldt, wordt vaak weggeredeneerd door het zogenaamde gezonde verstand. Als dat gecombineerd wordt met argumenten die meer te maken hebben met het budget, blijven gevaarlijke situaties lang gehandhaafd.

Op mijn werk bestaan er al jaren een aantal risicovolle situaties. Herhaaldelijk worden ze aan de leidinggevenden gesignaleerd en het antwoord is nog steeds: ''maar er is toch nog nooit wat gebeurt…?''

Kennelijk geeft die laatste constatering bij veel mensen een zodanig veilig gevoel, dat men meent niets te moeten ondernemen.

Pieter van Vollenhoven heeft groot gelijk dat het veiliger kan. Zijn maakbaarheid van de veiligheid zal echter nog veel hinder ondervinden van het argeloze denken. Hij vecht tegen windmolens. Niet de windmolens die hij zelf heeft bedacht, maar de molens die in het hoofd van nog teveel mensen de wind laat waaien, zoals hun jasje hangt.
Daarmee wordt van Vollenhoven hier de eerste genomineerde voor de Donkey Shocking-award.

(de foto is afkomstig van ''peterwillemsacts'' en een interview met van Vollenhoven is te zien bij de NOS).

Donkey Shocking-award

Donkey Shocking bannerIn 2007 is de redactie op zoek gegaan naar genomineerden voor de Donkey Shocking-award. Mensen die met alle goede bedoelingen de wereld willen verbeteren, maar waar weinig mensen naar luisteren. De roependen in de woestijn, de vechters tegen de bierkaai, de klokkenkluiders,de hedendaagse Don Quichottes.
Mensen die nieuwe codes voorstellen, andere keuzes voorleggen en wiens maakbaarheden struikelen over menselijk tekorten als onbegrip, machtswellust, hebzucht of onwetendheid.

Een echte ''shocking donkey'' is dus een hardwerkende, goedbedoelende wereldverbeteraar die mensen wakker probeert te schudden. Maar ook die zeldzame ezel is die zich wel telkens weer stoot aan de steen van het menselijk (on)vermogen.

Inmiddels zijn er 11 genomineerden en kan er gestemd worden.

De stembox is geopend van maandag 7 januari tot en met zondag 13 januari (sluitingstijd 23.00 u.)

Je kan maar op 1 kandidaat stemmen en per ip-adres kan er slechts 1x worden gestemd.

Wie problemen heeft met de stembox kan zijn of haar stem (1 kandidaat noemen!) ook opsturen per mail naar postmaster@peterspagina.nl).

De stembox met de elf genomineerden zie je op de voorpagien (home) rechts. Een klik op de naam brengt je naar het artikel waarin je kunt lezen waarom men is genomineerd.

De genomineerden zijn per brief of email op de hoogte gesteld van hun nominatie.

De uitslag wordt maandag 14 januari bekend gemaakt. De uitreiking zal hopelijk nog diezelfde week plaatsvinden.

De Donkey Shocking Award (een vaandel op bureaustandaard) is ontworpen door Crachàt, welbekend van zijn fraaie tekeningen op het weblog Sargasso.

Wat de Donkey Shocking Award precies inhoudt, kun je lezen in deze oorkonde die de award zal vergezellen.

Wie eerst de diverse nominaties wil doorlezen kan ook gebruik maken van onderstaande links.

Pieter van Vollenhoven (Onderzoeksraad voor de veiligheid):
Overheid verantwoordelijk voor roekeloze burger?

CPNB (Stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek):
Gratis is lezen is vrije discussie?

Midas Dekker (bioloog, schrijver):
Boodschap aan ezelsoren gericht?

ETV (Educatieve Televisie):
Kunnen analfabeten websites lezen?

Neelie Kroes (Europees Commissaris voor Competitie):
Ontmanteling van de hebzucht?

Jet Bussemaker (staatssecretaris ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport):
Ouderenzorg versus beroepseer?

Marlies Rohmer (architect):
Spelen in de stad of regels in de stad?

Ronald Plasterk (minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen):
Bewust van lust?

Het Kadaster (bureau voor landmeting en kadastrale registratie):
Landmeten tegen armoe?

Frits van Oostrom (president Koninklijke Academie van Wetenschappen):
Onderwijsprioriteiten versus budgettering?

Paul Frissen (hoogleraar Bestuurskunde, Universiteit van Tilburg):
Maakbaarheid versus maakbaarheid?

Ga nu stemmen en bedankt voor je medewerking!

Op de drempel van tijd

Nieuwjaar: “Zo ouwe, het zit er bijna voor je op.”

Oudjaar: “Gelukkig wel, jongen, ik ben zo ontzettend moe…”
Nieuwjaar: “Tja, je wordt sneller oud dan je denkt, hè?”
Oudjaar: “Je hebt helemaal gelijk. Al is het denken nog zo snel, de leeftijd achterhaalt het wel” Nieuwjaar: “Huh?”
Oudjaar: “Laat maar. Dat was nog even een doordenkertje op de valreep van de tijd.” Nieuwjaar: “Oh. Nou, dat is mij te diep, geloof ik.”
Oudjaar: “Geeft niet, joh. Je hebt een heel jaar om erachter te komen.”
Nieuwjaar: “Nog dingetjes die ik mee moet nemen?”
Oudjaar: “Nee, gedane zaken nemen geen keer. En verder moet jezelf er maar het beste van maken. lijkt mij zo.” Nieuwjaar: “Okay, ik heb er al helemaal zin in!”
Oudjaar: “Jij liever dan ik, jongen. Als jij wist wat ik nu weet, zou je hier misschien helemaal niet staan.” Nieuwjaar: “Goh, ouwe, dat klinkt wel erg deprimerend.”
Oudjaar: “Trek het je niet aan. Jij bent jong, jij hebt nog mogelijkheden. Grijp je kansen en doe wat je ermee kunt.”
Nieuwjaar: “Ja, ik zie wel. Ik heb werkelijk nog geen idee……” Oudjaar: “Hou je daar maar goed aan vast.”
Nieuwjaar: “Wat?” Oudjaar: “Dat je nog geen idee hebt. Stel je voor dat je die wel zou hebben!”
Nieuwjaar: “Ik volg je even niet, ouwe.” Oudjaar: “Luister, als je barst van de ideeën, wil je daar ook wat van maken. Je zult zien dat het alleen allemaal niet zo maakbaar is.”
Nieuwjaar: “Ach, waar een wil is, is een weg, toch?” Oudjaar: “Tja. Nou ja, ik heb niks meer te vertellen. Mijn tijd zit er op. Het is helemaal aan jou nu.”
Nieuwjaar: “Je hebt het echt gehad, hè? Wat is er toch gebeurd met je, dat je zo moe bent?” Oudjaar: “Dat wil je niet weten, joh. En zelfs als je het wel wilt weten, ga ik je het niet vertellen. De beurt is nu aan jou. Trek je van mij niets aan en ga je eigen gang.”
Nieuwjaar: “Dat ben ik wel van plan. Maar heb je, met al jouw ervaring, echt geen bruikbare tips? Ik bedoel, het is toch ook zonde van de tijd om telkens het wiel opnieuw uit te vinden?” Oudjaar: “Dat is nou precies wat je wel moet doen. Bekijk alles alsof je het voor de eerste keer ziet. Wie weet levert dat een wiel op dat deze keer niet vastloopt in zijn eigen raderwerk.”
Nieuwjaar: “Tjonge, ouwe! Eindig ik straks ook als een opgebrande filosoof?” Oudjaar: “Misschien wel. Misschien niet. Maar trek je er niets van aan, jongen. Je moet gewoon je best doen. Reik hoger dan je voorgangers. Reik verder. En hou het vooral leuk.”
Nieuwjaar: “Ja, ja… daar heb ik wel zin in. Ik ga het ongelofelijk leuk maken!” Oudjaar: “Prima! Zeg, nog een paar seconden en dan mag je er tegenaan. Je moet nog wel even de Eed van de Tijd af leggen voor je over de drempel gaat.”
Nieuwjaar: “Okay, het is me in ieder geval een heel genoegen je nog even gesproken te hebben. Rust lekker uit, geniet van je ouwe dag. Kom nu maar op met die eed.”
Oudjaar: “Goed, leg je hand op de zandloper en zeg me na……”
Nieuwjaar: “Ik zal mijn vermogens gebruiken om de gemeenschap naar beste weten en oordeel te helpen; ik zal me onthouden van het schaden en tekort doen van wie ook. Wat ik zie en hoor, zal ik aan een ieder door vertellen, ten behoeve van het eerlijk delen van kennis en ervaring.” Oudjaar: “Dat je gelukkig moge worden, jongen.”

Tomaat roept Zalm op

Zoals sommigen puur voor de lol willekeurige woorden in hun zoekvenster tikken om te zien wat dat oplevert, zo zit ik wel eens met mijn mobieltje te spelen. Je kan niet alleen nummers intoetsen maar ook letters. Bij één van die spelletjes kreeg ik tot grote verrassing een oude bekende aan de lijn.
Zalm: “Met Zalm hier…”

pp: Heee, meneer Zalm, da's ook toevallig!”

Zalm: “U weer!! Hoe komt u in hemelsnaam aan het nummer van mijn mobiele telefoon??”
pp: “Wel, ik tikte de letters l-a-n-d-s-b-e-l-a-n-g in en nu heb ik u dus aan de lijn,”
Zalm: “Hm, da's wel heel toevallig.”
pp: “Nou, nu ik erover nadenk is dat niet zo heel toevallig.”
Zalm: “U denkt maar. Dit zal u een volgende keer niet lukken. Ik zal onmiddelijk maatregelen nemen om de privacy van mijn nummer beter te beschermen.”
pp: “U heeft groot gelijk. Er zijn wel meer mensen die hun nummers en codes beter beschermd willen zien.”
Zalm: “Oh ja? Komt het vaker voor dan? “
pp: “Dat zou u toch moeten weten. Bent u nog niet op de hoogte van de oproep van het SP-kamerlid meneer Irrgang?”
Zalm: “Ah, bedoelt u dat! Jazeker wel.”
pp: “En, wat denkt u te gaan doen?”
Zalm: “Oh, ik heb allang wat gedaan. Dit soort zaken handel ik af zoals ik dat al jaren heb gedaan. Ik flikker dat meteen in de papierversnipperaar.” (zie opmerking van Zalm in Volkskrant-interview over zgn. claimbrieven).
pp: “Dat kan toch helemaal niet? U kunt een oproep uit het parlement toch niet naast u neerleggen?”
Zalm: “Dat doe ik ook niet. Als ik het naast me neerleg dan schept dat de verwachting dat ik er ooit nog iets mee zal doen. Dat leidt dan weer tot verwarrende debatten , zoals laatst bij een collega uit mijn partij het geval was. Nee, meteen weggooien, dat is veel duidelijker.”
pp: “Maar vindt u het dan niet een slechte zaak dat banken discrimineren op postcode?”
Zalm: “Ja, dat is niet zo netjes.”
pp: “Nou dan! Kom dan uw beloftes na, zoals nu van u wordt gevraagd.”
Zalm: “(grote zucht) Luister, dat is niet zo gemakkelijk als u denkt. Dit is een complexe materie. Als de banken niet op postcode controleren, zouden wel eens veel meer mensen een hypotheek kunnen krijgen. Dan gaan die rooie socialisten meteen uitrekenen wat dat de schatkist op zou leveren als de hypotheekrente-aftrek wordt afgeschaft en er is dan een kans dat ze hun positie nog meer versterken.”
pp: “Wat maakt u dat uit? U bent straks weg en de VVD doet helemaal niet mee aan een nieuw kabinet.”
Zalm: “U bewijst opnieuw helemaal nergens verstand van te hebben.”
pp: “Wat zegt u?”
Zalm: “U begrijpt een aantal zaken niet. Waarom denkt u dat wij nu niet meedoen aan de informatierondes?”
pp: “Nou, eh…, Mark Rutte heeft gezegd dat het verlies van de VVD zo groot was dat regeringsdeelname er deze keer niet inzit.”
Zalm: “Juist! Mark heeft precies gezegd wat ik hem heb opgedragen. En wat denkt u dat daar de bedoeling van is?”
pp: “Oh, wacht eens even…., u hebt de regie nog steeds stevig in handen geloof ik.”
Zalm: “Ah! U begint het te leren. Kijk, wij doen nu even niet mee. We kunnen in alle rust wat interne zaakjes op orde krijgen, zonder afgeleid te worden door dat altijd weer erg irritante schimmenspel van de informatie-rondes. Die rondes leveren helemaal niks op. Men komt er met de voorgestelde combinaties absoluut niet uit.”
pp: “En wat gaat er dan gebeuren?”
Zalm: “Men komt dan vanzelf weer bij ons uit. Daar hoeven we helemaal niets voor te doen. Uiteindelijk heft men ons weer nodig om een stabiel kabinet van CDA, VVD en PvdA te formeren.”
pp: “Maar dat wil Wouter Bos toch helemaal niet?!”
Zalm: “Ach, die weet ook wel dat dit zijn enige kans is op regeringsdeelname. En zodra wij worden opgeroepen om onze verantwoordelijkheden weer op te pakken, zullen we dat ook met alle kracht doen. Mocht het nodig zijn dan zetten we desnoods de heer Bos een beetje onder druk.”
pp: “Hoe bedoelt u?”
Zalm: “Wel, als hij dwars gaat liggen dan hebben we een alternatief. Een combinatie met ons en CDA, de CU en de Partij voor de Vrijheid heeft ook een meerderheid.”
pp:“Ik kan me herinneren dat Mark Rutte klip en klaar heeft gezegd dat hij onder geen enkele voorwaarde met de partij van Wilders in zee wil.”
Zalm: “Ja, ja, dat moest hij ook zeggen. We willen wel zo fatsoenlijk mogelijk overkomen. Ik zei ook: mocht het nodig zijn. Eén van onze collega's heeft aardige contacten met Wilders, dus dat kunnen we wellicht strategisch inzetten.”
pp: “Maar ja, als Bos zich dan wel terugtrekt, zit u met een probleem. Als Rutte woord houdt gaat hij met die chantage-combinatie niet in zee.”
Zalm: “Dan is er nog niks aan de hand.”
pp: “Hoezo?”
Zalm: “Wel, die eerder genoemde collega heeft haar sporen dik verdiend op gebied van de zeevaart, dus dan zetten we haar koers in.”
pp: “En dan bent u Mark Rutte kwijt.”
Zalm: “Da's verrekte sneu. Maar wij blijven fatsoenlijk. We zullen hem bedanken voor de bewezen diensten en we krijgen hem nog wel op een leuke burgemeesterspost weggezet.”
pp: “Tjonge, meneer Zalm, u krijgt er ook nooit genoeg van, hè? En hoe moet het ondertussen met die postcode-discriminatie?”
Zalm: “We leven in een vrij land, meneer! Ik adviseer de mensen die denken daar last van te hebben hetzelfde te doen wat ik straks met mijn mobiele nummer doe.”
pp: “En dat is?”
Zalm: “Gewoon van code veranderen.”
pp: “Maar dat gaat met een postcode toch niet?”
Zalm: “Oh nee? Wat dacht u van verhuizen?”

Wierook en tranen

''Smoke gets in your eyes.'' Ik heb er wel vaker last van dat er ineens een deuntje in mijn hoofd opkomt. Pas later besef ik waarom nou dat ene deuntje dagenlang aanwezig is. In dit geval bundelen diverse nieuwsberichten zich in de associatie met de titel van dit ene liedje. Nu dreigt er een tekort aan wierook. Wereldwijde religieuze rituelen, spirituele sessies en de komende kerst leiden er wellicht toe dat het eerdaags is afgelopen met de productie van wierook. Nog even en je kunt het alleen nog krijgen in de vorm van flesjes AmbiPur die je in het stopcontact moet steken. Ben je net af van de tranen in je ogen die door de rook werden veroorzaakt, schieten de waterlanders er weer in bij de gedachte dat we de natuur zo ontzettend opgebruiken dat die in de toekomst alleen nog maar uit het stopcontact kan komen. Met dat soort opmerkingen moet je dan ook nog oppassen. Kom je op voor een beter milieu dan loop je de kans een pak huilende wolven over je heen te krijgen die menen dat je dan een vriend bent van Volkert G. Het voorbeeld van een milieu-activist die afschuwelijk de fout in gaat, wordt aangegrepen om een ieder die het goed voor heeft met de natuur te stigmatiseren. Daar krijg je ook tranen van in je ogen. En dan heb ik het nog niet eens over de zelf-bewieroking die op het haagse Binnenhof plaatsvindt. Een ieder klopt zichzelf op de borst. Aan de ene kant meent men een recht-door-zee maar rechtvaardig beleid tot het alleruiterste te moeten doorvoeren. Aan de andere zijde werpt men zich op als rechtvaardige verdedigers van democratische principes. De zoveelste crisis in Balkenendes kabinet is een feit. Had hij maar beter moeten opletten. Zo druk bezig geweest met zichzelf bewieroken dat-ie door de rook niet goed zag wat er allemaal aan de hand was. Wierook en tranen. Deuntjes in mijn hoofd. Ik ga op zoek naar een ander melodietje. En gelukkig vindt ik dan iets waar ik weer wat vrolijker van wordt. Redacteur Steeph (van Sargasso) vroeg mensen hun leukste, mooiste, indrukwekkendste duetten in te sturen. Dat leverde deze lijst op. Dat zouden ze nou eens op de radio moeten uitzenden in plaats van die eeuwige top-zoveels-allertijden. Die deuntjes ga ik allemaal beluisteren.