Tag archieven: CDA

Niet bij brood alleen

Niet bij brood alleen “De welstandsgroei is de afgelopen jaren fiks geweest. Helaas nam ook de werkloosheid toe. Grondstoffen en energie worden schaarser, het levensmilieu is op vele punten grondig beschadigd en het lot van de armste landen heeft nauwelijks verbetering ondergaan.
Onderlinge menselijke verhoudingen zijn op niet weinig punten verhard. Mensen worden vanwege hun godsdienst vervolgd of op grond van hun ras onderdrukt. Ook binnen onze grenzen stellen mensen zich makkelijker dan ooit in bunkerstellingen tegenover elkaar op.
Bij dit alles neemt voor velen de eenzaamheid toe. Een gevoel van onveiligheid, van zich bedreigd weten steekt de kop op. Tegen de overmacht van een moderne wetenschap, alles regelende techniek en een bijna magische economische macht voelt de mens zich ongeveer weerloos”.

Komt bovenstaande je bekend voor? Nog niet? Lees dan eerst het antwoord op genoemde problemen:
In de eerste plaats is het onze overtuiging dat veel problemen teruggaan op het feit, dat onze samenleving te weinig de trekken heeft vertoond – en nog toont – van een echt verantwoordelijke samenleving. Een samenleving, waarin mensen zich voor elkaar verantwoordelijk weten en ook aan elkaar verantwoording willen afleggen”.

Rinkelt het belletje al? Wat je net las, komt uit het
eerste verkiezingsprogramma (pdf!) van het CDA. In 1977 ging de partij op verkiezingscampagne en deed een appel op de burgers. Het christen democratisch appel was gebaseerd op de overtuiging dat “de mens niet leven kan bij brood alleen”.
Het is 2010, de problemen zijn nog steeds hetzelfde. Het antwoord ook. De verantwoordelijke samenleving staat centraal in het regeerakkoord van het huidige kabinet.

Met ‘niet bij brood alleen’ bedoelde het CDA “een samenleving waarin de verantwoordelijkheid wordt beseft die wij dragen tegenover God voor de instandhouding van zijn schepping, ook al kost dat wellicht een vertraging in de uitbouw van ons materieel geluk”.
Dat materieel geluk staat nu onder druk. Welvaart in de vorm van goed onderwijs, goede gezondheidszorg en een aardig inkomen heet onbetaalbaar te zijn, als de burger zelf niet meer gaat betalen voor deze luxe. De oplossing wordt dus gezocht in de portemonnee van de burger, want die moet immers zijn verantwoordelijkheid kennen?

Nu zal een goedwillende burger best meer willen betalen voor die voorzieningen. Vrij veel burgers kunnen ook meer betalen, zonder al te veel overdadige luxe in te leveren. Maar ook vrij veel burgers zullen drastische wijzigingen in hun uitgavenpatroon moeten aanbrengen, om solidair te zijn met die algehele verantwoordelijkheid. En bij brood alleen moeten leven.
Klinkt overdreven dramatisch, maar je zal het aantal mensen op wie dat slaat maar de kost moeten geven.

Die kost geven, onze samenleving nog wel op dat solidariteitsprincipe gebouwd. Wie zwemt in het geld, betaalt mee aan de kost van degenen die op een droogje staan.
Het is dus belangrijk dat er genoeg mensen zijn die veel verdienen. De grondslag voor het solidariteitsprincipe zijn de inkomensverschillen? Zonder rijke mensen stort de gedeelde welvaart in elkaar?

De directeur van de broodfabriek moet dus meer verdienen dan de bakker en die weer meer dan de bakkersknecht. De directeur van de broodfabriek heeft een hele grote verantwoordelijkheid. Draait hij of zij de fabriek naar zijn mallemoer, zit de bakker zonder brood. Die kan de winkel wel sluiten en zijn bakkersknecht de bijstand in schoppen.
Dat is de heersende logica van onze economie. De directeur komt er nog redelijk van af, want directeur kan je van elke fabriek zijn. De bakker kan misschien nog iets ander opwarmen en een andere toko beginnen. De bakkersknecht moet maar afwachten of zijn baas plaats heeft in de nieuwe winkel.
Niet getreurd om de knecht. Die mag een poosje bungelen in het vangnet van de Sociale Dienst, die hem in ieder geval tijdelijk actief houdt als straatveger, tot er weer wel werk is, waarvoor hij zo kundig is opgeleid op het vmbo.

De directeur gaat er niet op achteruit, de bakker een beetje en de knecht behoorlijk, omdat degenen die rijk en werkend zijn, niet teveel kunnen betalen aan die solidariteit. Er moet ook nog wat overblijven om huizen te betalen, waarvan je de status van een directeur van af kunt zien. Wat heb je eraan als je kunt zwemmen in het geld en geen zwembad hebt?

Nou kan iedereen wel zonder een zwembad, niemand kan zonder brood. Wat is er nou zo slecht aan het idee iedereen die voor brood zorgt, een riant en zorgeloos inkomen te betalen? Die directeur dus, maar ook die bakker en zijn knecht.
Het nieuwe solidariteitsprincipe zou moeten zijn: iedereen die arbeid levert voor alle zaken die we belangrijk vinden, moeten meer verdienen. De bakkersknecht kan alleen meer verdienen als de directeur wat inlevert. Dat moet geen probleem zijn, omdat de directeur niet zonder zijn knechten kan.

Noten:
1. Het gelinkte CDA-verkiezingsprogramma komt van de Rijksuniversiteit Groningen.
2. Dit artikel is een reactie op het artikel “Stelen van de rijken is niet solidair” op Sargasso.

7 jaar schuld en boete.

7 jaar schuld en boete

Ruim zeven jaar hebben we met de zogenaamde Balkenende-kabinetten te maken. In die tijd is het saldo-overschot van 9 miljard euro teruggebracht naar een tekort van 5,6 miljard (in 2007). In 2008 en 2009 zal dat nog hoger zijn. De echte en definitieve cijfers over 2008 zijn niet goed te bepalen. Diverse bronnen melden verschillende bedragen. En de verwachting voor 2009 is net bekend gemaakt in de Miljoenennota.
De nationale schuld is in diezelfde tijd toegenomen met 7,6 miljard euro. Ook die zal voor 2008 en 2009 hoger zijn.

Als we Balkenende I tot en met IV op een rij zetten, zien we dat ze een florissante start hadden. Financieel dan. De boedel werd overgenomen van het paarse kabinet Kok II en in het eerste jaar onder Balkenende's premierschap veranderde er niet zoveel, omdat men de handen vol had aan de chaotische coalitiegenoot, de LPF.
Pas in 2003 kon Balkenende echt aan het werk, gesteund door de VVD en D66. Ondanks de strengheid van boekhouder Zalm, liepen vanaf toen de saldotekorten en de nationale schuld gestaag omhoog. (Zie deze excelsheet voor de overheidsuitgaven onder Balkenende's kabinetten).

Balkenende moet zich toen ineens herinnerd hebben dat Lubbers ongeveer hetzelfde overkwam en dat onder Wim Kok en Den Uyl de tekorten en de nationale schuld redelijk in toom zijn gehouden. En maakte de switch naar de PvdA. Zou dat helpen de saldotekorten en de nationale schuld te beperken?Nu blijkt die switch niet zo fortuinlijk te zijn. Maar dat ligt niet aan het CDA, niet aan de PvdA, zelf niet aan de CU, het ligt natuurlijk aan de crisis.

De kans is echter groot dat Wouter Bos alle verwijten zal krijgen. Het geheugen van Nederland heeft so-wie-so sterk de neiging de saldotekorten en schulden in de schoenen van alles wat links is te schuiven. En jawel, toen de PvdA deelname aan Van Agt I – II(saldotekorten) en Lubbers III (toename nationale schuld), kon het beter. Maar veel vaker waren combinaties waar CDA en VVD aan deelnamen rentmeesters met een gat in de hand (lees meer hierover bij de cijferaars op Sargasso).

De Miljoenennota 2009 gaat met het nodige gekrakeel gepaard. Het zal veel Nederlanders boven de pet gaan, terwijl men zich wel zorgen aangepraat krijgt over de tekorten en de nationale schuld. Wel, bedenk dan dat het onder Balkenende niks nieuws is. Sterker nog, onder CDA-premiers lijkt het wel een traditie. Het lijkt me goed dat ook eens te betrekken in de actuele discussie.

In de periode na de 1945 (27 kabinetten) regeerde het CDA 25x mee, waarvan 10x onder leiding van CDA-premiers. De PvdA deed 14x mee en leverde 3x een premier. De VVD zat 15x in een coalitie en had alleen een premier in het 1e kabinet na de oorlog (de VVD heette toen nog VDB).
(Zie ook
deze excelsheet voor een overzicht van kabinetten, premiers, coalities, crisissen en zittingsduur).

Ach, meende mijn oom Jaap zaliger te zeggen: of je nou door de kat of door de hond gebeten wordt. Daar had hij in zoverre gelijk in dat het natuurlijk meer moet gaan over de gevolgen van de uitgaven. Wat is er in positieve of negatieve zin, allemaal mee bereikt? Mag ik dat even, heel kort door de bocht, samenvatten?

De balans van 7 jaren Balkenende laat een overschot aan normen zien. Een reuzenberg aan handvesten, herenakkoorden, gedragscodes en niet bindende afspraken. De waarden zijn echter sterk gedaald. Een duurder wordende zorg, klimaat- en milieudoelen die maar niet gehaald worden en een scala aan veiligheidsmaatregelen, die niet alleen ingrijpen in ieders privacy, maar ook het gevoel van onveiligheid maar niet weg kunnen nemen.

Wordt het nu toch wel tijd het roer eens om te gooien?

Boeren, ballonen en het CDA

Boeren, ballonnen en het CDA Wat zag je op het plaatje in de weekendpuzzel van afgelopen vrijdag? Het was een detail van een luchtballon. De afgebeelde code is wat de nummerplaat voor een auto is. Met die code kun je de ballon traceren in het ballonregister. (Hier meer over de afgebeelde PH-ASF).

Wat heeft dat nu met minister Verburg te maken?

Aanleiding was een artikel in Trouw, over boeren die verschrikkelijk last hebben van al die ballonnen. Je ziet ze in zomerse tijden wel. De hinder die de landbouw er van ondervindt loopt kennelijk de spuigaten uit. Of toch niet? Want groot nieuws was het verder niet.
Dagblad Trouw moet natuurlijk ook de komkommertijd vullen en ontwaarde
een boze boer, die op een gelande ballonvaartster in was gereden. Dat zal wel de aanleiding zijn geweest voor dit verdiepende artikel in Trouw.

De klachten? Die luchtballonnen willen wel eens verkeerd terecht komen. Boven op kostbaar gewas. Verder maken ze het vee behoorlijk aan het schrikken. En komt minister Verburg met een krachtige maatregel om haar boeren tegen die luchtterreur te beschermen?

Nee. Sterker nog: ze vliegt zelf per ballon over haar portefeuille. Volgende week maakt ze boven Barneveld een tochtje met de gezamenlijke kippenhouders. En in juni hield ze twee nieuwe ballonnen ten doop, die het mooie landschap gaan promoten.
Gerda Verburg is, evenals de rest van het boerenminnende CDA, niet vies van het oplaten van luchtballonnetjes. In mei presenteerde Balkenende trots de PH-CDA, de eigen partijballon. Hoe kun je je agrarische achterban tegen de haren instrijken.

Met een vloot van 477 geregistreerde ballonen en ruim 9000 ballonvaarten, kan er wel eens wat misgaan. De stadbewoner zal er weinig van merken, omdat zo'n ding niet in de stad mag parkeren, laat staan bij een noodlanding boven op je zelf gekweekte tomaatjes op je balkon mag landen.

Ze mogen, volgens de luchtvaartwet, wel in weilanden en akkers landen. Dat dient zo netjes mogelijk te gebeuren. Een landing wordt wel afgekocht met een kadootje of een vergoeding van € 25,- per ballon met 6 personen. Voor elke persoon minder gaat er € 2,50 van af, voor elke passagier meer komt er € 2,50 bij.
Accepteert een boer die betaling, dan moet hij volledig meewerken aan de berging van de ballon. En zo gaat dat in de meeste gevallen ook.

Voor die enkele gevallen waar de boer boos is, of ballonvaarders het onnodig rommelig hebben gedaan, is er een meldpunt. Dus als Balkenende onverwachts je gazonnetje voor je vakantiehuisje bij de boer verruïneerd met een onfortuinlijke landing van de PH-CDA, dan meldt je die bij een van de koepelorganisaties.

De koepelorganisaties KNVvL (Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart), de PBN (Professionele Ballonvaarders Nederland) en de LTO (Land- en Tuinbouw Organisatie) hebben in een convenant (pdf!) de gedragscodes voor ballonvaarders en boeren geregeld.

Een ballonvaarder moet bij het plannen van de vlucht rekening houden met “gevoelige gebieden” en bij het uitzoeken van een landingsplaats, deze zoveel mogelijk vermijden. De bebouwde kom moet op minstens 300 meter worden overgevlogen, daarbuiten mag het wat lager (150 meter). De ballonpiloot hoort er van op de hoogte te zijn of er geen vee, gebouwen of andere obstakels op de landingsplaats zijn.

Daarom doe ik geen ballonvaart kado als er hier iemand ooit een puzzeltje oplost. Jammer dat er geen goede reacties zijn binnengekomen. Ik had toch een erg smakelijke hoofdprrijs.

Verkiezingen op komst?

Verkiezingen op komst?

Net twee weken bekomen van de Europese verkiezingen, nog 8 maanden te gaan voor de gemeenteraadsverkiezingen en een ruime 20 maanden tot de volgende Tweede Kamerverkiezingen. Als Balkenende IV dat volhoudt.
Want zou de recent de kop op stekende verkiezingsrethoriek nu een opwarmertje voor de gemeenteraadsverkiezingen zijn, of weten de grootste twee coalitiepartijen nu al dat het eerdaags gedaan is en geven ze de eerste schoten voor de boeg?

De PvdA, grote verliezer bij de EU-verkiezingen en in de peilingen, is wakker geschud en gaat de strijd aan met de grootste concurrent. Nam eerst de kersverse staatssecretaris Van der Laan de handschoen al op, nu kreeg de PVV ook een veeg uit de pan van zijn collega Timmermans.

Het CDA, de kleinste verliezer bij de EU-verkiezingen en de peilingen, nooit vies om met wie dan ook een coalitie aan te gaan, heeft geen behoefte zich te profileren door al te heftig de PVV te attaqueren. Het CDA komt ineens met een publiekslokkertje: verlaging van de belastingen. Het stelde, bij monde van hun Wetenschappelijk Instituut, al een voordelige vlaktaks voor. En nu ziet staatssecretaris De Jager wel wat in verlaging van de inkomstenbelastingen.

De VVD wil graag terug in de regering, maar is even stil wegens herbezinning op een volgende thema voor de verkiezingscampagne, nadat een uitglijder over de vrijheid van meningsuiting niet zo naar de zin was van de achterban.
Hun dissident doet ondertussen goede zaken met zijn islamfobie. Hij hoeft niet meer te doen dan zichzelf herhalen om de aandacht vast te houden tot de volgende verkiezingen.

De volgende verkiezingen dus. Zouden de oprispingen van CDA en PvdA louter bedoeld zijn om de schade van de EU-verkiezingen in te lopen of de peilingen gunstig te stemmen? Of is er meer aan de hand?
Dat lijkt onwaarschijnlijk, omdat verkiezingen op korte termijn voor de PvdA desastreus zouden zijn. Voor het CDA maakt het niet zoveel uit, want die gaat desnoods
met de PVV in zee.
Maar waarom dan toch de publiciteit zoeken met zaken die je gewoonlijk alleen tijdens verkiezingscampagnes tegenkomt?

Geef je mening en maak een keuze in onderstaande poll. Je toelichting kan je uiteraard in de reacties kwijt.

Vlaktaks of veeltaks

Vlaktaks of veeltaks Het CDA wil aan het belastingsstelsel knutselen. Het haalt daarbij de veelbesproken vlaktaks van stal. Iedereen die inkomen uit arbeid heeft, zou een vast tarief van 33,25 procent moeten betalen. Op het eerste gezicht een mooi idee, want dan zou iedereen er netto op vooruit gaan.

Ook mooi is dat zo een hoeveelheid aan administratieve rompslomp overboord kan. Goed voor het bedrijfsleven en de belastingdienst, die kunnen besparen op de administratieve lasten.
Eén nadeel: de staatskas gaat zo'n 16 miljard euro tekort komen. Dus moet het eenvoudige vlaktaksstelsel opgetuigd worden met toch weer wat complexere maatregelen. Bijvoorbeeld het verhogen van de btw-tarieven. En, opzienbarend, een extra heffing op topinkomens.

Dat op de een of andere manier de staatskas gevuld dient te blijven, staat buiten kijf. Tenzij we van alle collectieve voorzieningen af willen en het asfalt voor de deur rechtstreeks uit eigen zak gaan betalen. Maar voor een aantal collectieve voorzieningen betalen we ook premies en het als we gebruik willen maken van dat asfalt worden we geconfronteerd met een aantal andere belastingen en heffingen. Ze bekeken is het op zich een goed idee de financiering van de samenleving te vereenvoudigen.

In dat kader presenteer ik hier de veeltaks. Is hier al eens eerder aan de orde geweest, maar nu kan er een vergelijk met de vlaktaks van het CDA worden gemaakt.

Het principe: één tarief per inkomensschaal, elke schaal een eigen tarief. Met de veeltaks voor inkomstenbelasting kan de staatskas ruim gevuld worden. Bij deze veeltaks zouden ruim 700 duizend mensen er op achteruit gaan, maar voor ruim 3 miljoen mensen verandert er niets en bijna 3 miljoen mensen gaan er netto op vooruit.
De veeltaks is de enige belasting die wordt betaald. Geen BTW, vennootschapsbelastingen, ook geen kortingen of vrijstellingen.

Waar de CDA-taks een nadeel voor de staatskas betekent, heeft de veeltaks het nadeel dat er geen belastingen meer zijn, die als sturingsinstrument kunnen werken. Er is bijvoorbeeld geen kilometerheffing meer, om rijgedrag te beïnvloeden. Je zou dat soort maatregelen naast de inkomstenbelasting kunnen handhaven, maar het idee was alles erg simpel te houden.

In dit overzicht (excelsheet!) zijn het aantal mensen met inkomen uit arbeid verdeeld naar inkomenshoogte. Ook hier zit een mogelijk knelpunt. Bijvoorbeeld: de inkomenscategorie van 20 tot 30 duizend euro is keurig verdeeld in 10 gelijke groepen. Dat kan in werkelijkheid anders liggen. Als er veel meer mensen een inkomen van 21 duizend euro hebben en maar heel weinig 30 duizend euro verdienen, dan wordt er uit die groep natuurlijk minder belasting ontvangen, dan nu in het overzicht staat vermeld.

In het overzicht kun je aan de rechterkant zien wat er bij de veeltaks en bij het huidige stelsel aan belasting wordt betaald, per individueel inkomen. Onderaan het overzicht staan de bronnen vermeld, die ten grondslag liggen aan de gebruikte factoren (aantal mensen met inkomen uit arbeid, rijksuitgaven).

Met deze veeltaks zou dus louter met inkomstenbelasting de staatuitgaven kunnen worden bekostigd. Zodanig dat er een overschot is, die mogelijke tegenvallers kunnen opvangen. De inkomsten die de overheid nu uit andere bronnen heeft (bijvoorbeeld de accijnzen) komen te vervallen of (bijvoorbeeld de gasbaten) kunnen volledig aan andere doelen worden besteed, zoals innovatie van energiebronnen.

En dan gaan er toch bijna 3 miljoen mensen op vooruit? Dat lijkt te mooi zijn, om waar te zijn. Dus doe ik weer een beroep op de lezers. Wat zie ik over het hoofd of denk je dat de veeltaks de moeite waard is nader uit te werken?

Het meest eenvoudige zou natuurlijk zijn als er helemaal geen belasting wordt betaald. Maar waar moet de overheid dan het nodige geld vandaan halen? Ook ideeën voor een nul-belastingstelssel zijn hier van harte welkom. Of zou het 30-taksstelsel de belastingen rechtvaardig vereenvoudigen?

Koopzondagen helpen mantelzorgers

Koopzondagen helpen mantelzorgers Het CDA aarzelt om de koopzondagen terug te dringen, want da's misschien niet zo handig in tijden van economisch malheur. De CU rekent er op dat er wel minder gewinkeld gaat worden op zondag, want zo is dat immers afgesproken in het regeerakkoord.

Waar het CDA dus enig mededogen voor de noodlijdende economie wil overwegen, lijkt de CU te kiezen voor consequentie. Geen gesjoemel met afspraken. Welk van die twee opvattingen past het meest bij christelijke principes?

De voorzitter van de SER biedt de partijen een uitweg. Steun mantelzorgers door uitbreiding van de openingstijden van publieke diensten en zorgvoorzieningen. Bijvoorbeeld, zegt de heer Rinnooy Kan, om je vader na werktijd naar het ziekenhuis te begeleiden.
In zijn toespraak voor de
Nationale Mantelzorglezing, noemt hij een aantal oplossingen, die de werk- en tijdsdruk van mantelzorgers kunnen verlichten. Dat is hard nodig, want het aantal mantelzorgers met een baan, zullen de komende jaren toenemen.

Mantelzorg. Deze regering ziet graag dat iedereen meer verantwoordelijkheid neemt voor de zorg van zieke en ouder wordende familieleden en bekenden. Eén van de manieren om de stijgende zorgkosten te beperken.
Het CDA en de CU roemen de mantelzorgers als toonbeeld van wat de christelijke partijen praktische naastenliefde noemen.

Terecht wijst Rinnooy Kan er op dat het bieden van flexibiliteit de druk voor mantelzorgers kan verlichten. Het scheelt een hoop als je de keuze hebt je werk ook op tijden te doen, buiten de uurtjes dat je zieke familie naar de specialist moet brengen of van een maaltijd moet voorzien.

Maar naast hun eigen werk en de zorg, moeten mantelzorgers natuurlijk ook tijd zien te vinden hun eigen huishouden te runnen. Het is dus een heel goede suggestie die Rinnooy Kan aan het eind van zijn speech doet: avondopenstelling van publieke diensten en zorginstellingen. Niet alleen om je vader na werktijd bij de specialist af te leveren, ook om zelf je nieuwe rijbewijs af te halen.

Jammer dat Rinnooy Kan de winkeltijden niet noemt. Zou menig mantelzorger niet blij zijn als elke zondag de winkels open waren?
Ik geef het CDA en de CU in overweging dat eens te betrekken in de verlichting van de werkdruk van mantelzorgers. Dat zal de Heer toch wel als christelijke naastenliefde zien?

Stadsmensen

Stadsmensen De stad moet teruggegeven worden aan de mensen. Dat staat in een rapport dat het Wetenschappelijk Instituut van het CDA vandaag presenteerde. De overheid moet zich uit de stad terugtrekken en ruimte maken voor initiatieven van de burgers. Dat wil de stad zo want die “vraagt om mensen die geïnspireerd hun maatschappelijke taak oppakken, bijvoorbeeld in de buurt, in het onderwijs, op het werk of op de sportvereniging. Dat is essentieel voor een leefbare stad“.

De stad terug aan de mensen. Het werd tijd. Heeft u nog wel eens een stad met mensen gezien? Het CDA niet. Die ziet alleen nog steden met veel overheid. Dat klopt wel. Veel camera's en wat er nog aan mensen rondloopt zijn toezichthouders, parkeerwachten, straatvegers en meer blauw op straat om bepaalde initiatieven van de burger in de gaten te houden. Maar dat zal het CDA niet bedoelen.

Wat het CDA ook met dat rapport beoogt, de plank wordt vreselijke misgeslagen. Als ik in mijn stad rondkijk, zie ik burgers, mensen ook, die enthousiast deelnemen aan tal van initiatieven. Al dan niet door de overheid geïnitieerd.
De buurt netjes houden zodat de “Gouden buurtklinker” in de wacht gesleept kan worden, autoloze middagen om de kinderen op straat te laten spelen, buurtfeesten om de samenhang in de straat te vergroten, dichters aan huis, huiskamerconcerten, Nationale Burendag, acties voor een speelterreintje, meer groen in de stad, dialogen aan ronde tafels, een middagje zwerfvuil rapen en wie liever recreëert, gaat met gezin of kennissen naar de koopzondag.

Ja, soms hoor je de deelnemers wel eens klagen over de opkomst bij bepaalde activiteiten. Er mogen wel meer mensen, burgers ook, aan meedoen, vinden ze. Maar het gebeurt allemaal wel.

Als het CDA bedoelt dat er wat meer naar de mensen, of burgers, geluisterd kan worden en ze wat serieuzer worden genomen als ze eens een plannetje lanceren, ja, dat kan soms wel wat beter. Maar verder leeft de stad, pardon, leven de mensen wel en doen ze al aardig wat hun dingetjes in de stad.

Overbodig rapport.

Groenchristelijk: Atsma's Fietsenplan

Groenchristelijk: Atsma's Fietsenplan Het kon niet uitblijven: het CDA wordt GroenChristelijk. Na Mark Rutte's pamflet om van de VVD een groenrechtse partij te maken, komt het CDA met het fietsenplan van Joop Atsma.

Begint men ter rechterzijde het milieu steeds serieuzer te nemen of probeert men de groene zieltjes ter linkerzijde binnen te halen? GroenLinks bleek bij de laatste peilingen drie zetels winst te boeken. Dat is toch echt geen bedreiging voor het CDA. Ook is er in de verste verte geen volksopstand te bespeuren omdat het niet opschiet met het halen van milieudoelstellingen. Waarom moet dan de fiets ineens tussen ieders oren komen te zitten, zoals Joop Astma propageert in een interview (pdf!) op fietberaad.nl.

Misschien heeft het te maken met de hobby van het CDA. Zonder het geloof meent men niet te kunnen functioneren en daarom maakt het CDA werk van de hobby. Door de bijbel geïnspireerde normen en waarden worden in wetten vastgelegd zodat elke burger net zo zal functioneren als elke CDA'er.

Joop Atsma heeft nog een hobby: fietsen. Conform de CDA-gedachte, wat goed is voor ons, is goed voor iedereen, zal dus iedereen ook op de fiets moeten. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is daar eigenlijk verantwoordelijk voor, maar die doet zo weinig dat het de hoogste tijd is voor Atsma's Fietsenplan.

Dat plan bevat geen nieuws. Wel een aantal zaken die al jaren door fietsgekken en milieufanaten zijn voorgesteld. Zie hier Atsma's Fietsenplan:
1. De fiets moet gratis meegenomen kunnen worden in de trein.
2. Fiscale maatregelen ter bevordering van fietsverkeer. De vergoeding die bedrijven aan hun werknemers mogen geen, moet omhoog. Forensen die fietsen moeten een standaard kilometervergoeding krijgen van 19 cent per kilometer.
3. Het hoge btw-tarief voor de aanschaf van nieuwe fietsen en bewaakte stallingen moet omlaag.
4. Ouderen moeten niet alleen een vergoeding voor rollator of scootmobiel kunnen krijgen, maar ook voor een elektrische fiets.
5. Fietslessen moeten verplicht onderdeel van de inburgeringcursussen worden.
6. Studenten moeten met hun ov-kaart kunnen kiezen of ze de ov-ritjes inruilen voor een gratis abonnement op de fietsenstalling.
7. Geen landbouwverkeer meer op fietspaden.
8. Mensen die vaak fietsen moeten daarvoor een korting op de zorgpremie kunnen krijgen.
9. Meer investeren in veilige, aantrekkelijke fietsroutes.
10. De elektrische fiets heeft de toekomst. Investeren en innoveren.

Alsof Joop Atsma dit artikel op dit weblog heeft gelezen en nu met zijn versie van gekke fietsplannen komt.
Prima fietsenplan. Ter ondersteuning nog wat kanttekeningen en verbeterpuntjes.

Atsma wijst er op dat de financiering van zijn plan gedragen kan worden door meerdere ministeries en het bedrijfsleven. Maar het is niet nodig de burger over de streep te halen door zaken gratis of fiscaal aantrekkelijk te maken. Mensen zijn best bereid te betalen, mits het gebodene maar makkelijk voor het grijpen is.
Een fiets gratis mee in de trein, is leuk. Maar als je allerlei toeren moet uithalen om de fiets ergens in die trein te proppen, houden veel mensen het wel voor gezien, vrees ik.

En de elektrische fiets promoten? Goed idee. Alleen zul je dan zien dat de gebruikers van zulke fietsen dan geen korting op hun zorgverzekering krijgen, omdat ze dan te weinig zelf bewegen. De gewone fiets kan ook nog wel wat comfortabeler en soepeler qua pedaaltechniek en rendement van voortbeweging.

Met het verplichte inburgeringsfietsen begeeft Atsma zich op glad ijs. Het risico bestaat dat anderen hier weer een open deur inzien om alleen immigranten toe te laten die uit landen komen waar men fietsen gewend is. In dat geval blijft alleen China over. Zo zal Atsma zijn fietsplan niet hebben bedoeld.

Tot slot: Atsma's plan zou kunnen sneuvelen op punt 7: geen landbouwverkeer op fietspaden. Daarmee krijgt hij wellicht flink wat tegenstand uit een deel van zijn achterban. Maar goed, hulde Joop! Nu laten zien hoe sterk de eenzame fietser is.

De boosheid van de macht

De boosheid van de macht

Het CDA congres zit er op, de toekomst is weer vastgelegd en men gaat weer aan het werk. In dit artikel en in dat gastlogje, heb ik iets geschreven over de dialoog die het CDA met de samenleving voert. Dat moet ik even rechtzetten, want ik heb een woordje over het hoofd gezien. Het CDA voert geen dialoog, het CDA gaat het debat aan.

Da's heel wat anders. Men voelt zich sterk genoeg in een debat de normen en waarden te verdedigen die het CDA zo graag door heel de gemeenschap ziet overgenomen. Al die mopperende Limburgse kroegbazen die hun boterham in het rookverbod zien opgaan, al suffe blowers die individuele vrijplaatsen zien verdwijnen, zelfs al die critici binnen het CDA die hun partij te weinig zien schitteren in de media, kunnen rekenen op een stevig debat onder leiding van een boze Balkenende.

Zijn gezinsleven, hoeksteen van een goed functionerende MP, ligt aardig aan grabbels. Want hij heeft het vreselijk druk, achter de schermen. Of we daar eens een beetje rekening mee willen houden?

Voor wie zich afvraagt met welke legitimiteit Balkenende zo hoog uit het van de torentje blaast, even een geheugenopfrisser.

Vanaf 1945 hebben 27 kabinetten dit land bestuurd. Van christelijke huize hebben 22 informateurs en 26 formateurs 10 minister-presidenten in het zadel geholpen en nam men deel aan 25 kabinetten.

Men zwalkte 13 keer aan de rechterkant van het politieke spectrum, 6 keer avontuurde men ter linkerzijde en ook 6 keer hield men meer het midden.

Slecht 2 keer stond het CDA buitenspel, maar ook mocht men het slechts 2 keer geheel op eigen kracht doen (zie hier een overzichtje, xls-document, met dank aan Wikipedia).

Dat het CDA een voorkeur heeft voor samenwerking met de liberalen is opvallend, omdat bij 6 van de 13 kabibetscrissen de liberalen de trigger waren. Twee keer kwam de val uit eigen hoek en 3 keer waren sociaaldemocraten de oorzaak.

De arrogantie van de CDA-macht is historisch verantwoord. Altijd te klein om het alleen voor het zeggen te hebben, maar groot genoeg om altijd de baas te spelen. Met dank aan de kiezers, die dat ook mogelijk hebben gemaakt. En natuurlijk dank aan de verdeeldheid onder alle overige partijen.

Met zo'n geschiedenis en god aan je zijde, is het begrijpelijk dat men andersdenkenden als klagers afschildert.

Op het CDA-congres hield Balkenende zijn
gehoor voor (pdf'je) dat het nu op aanpakken aankomt. De tijd van aanmodderen is voorbij, de spades moeten de grond in!
Daar is men al druk mee bezig. In een reactie op een
Sargasso-artikel over één van de CDA-doelen, presenteerde Perik al een leuke lijst met wapenfeiten:
De ID-plicht (Donner), de registratie van medische gegevens (Klink), de abortuscoaching (Rouvoet), het rookverbod in private bijeenkomsten (Klink), komend verbod op gereguleerd cannabis-gebruik (Van Geel), religie in het openbare onderwijs (Van der Hoeven en Marcouch), internetbewaarplicht (Hirsch Ballin), de cartoonistenrel (Hirsch Ballin), de overheid als opvoeder (Rouvoet), de sexregels (vandaag weer, Rouvoet), De regeling ‘Ruimte voor De Lange Tenen Gods’ (voorstel art 137c, Hirsch Ballin) en tot slot de stelling dat een religieuze overtuiging zwaarder telt dan een niet religieuze overtuiging en dus wettelijk beter beschermd moet worden (opnieuw, art 137c, Hirsch Ballin).

Waarom is het CDA toch zo boos op ons?

Het CDA in dialoog bijeen

Het CDA in dialoog bijeen

Samen sta je sterk. Een slogan die vooral door socialisten is gebruikt, maar die tot in finesses wordt beheerst door het CDA.

Lang voor die partij een Collectief Dogmatische Appèlgroep werd, verenigden gelovigen met politieke ambities zich in samenwerking. Toen ons kiesstelsel nog in de kinderschoenen stond, schaarden gereformeerden en katholieken zich eendrachtig achter het doel openbaar en bijzonder onderwijs van gelijke rechten te voorzien. Nu, negentig jaar later, werkt men samen om elk denkbaar maatschappelijk terrein van christelijke normen en waarden te voorzien.

De geschiedenis van het CDA is er een van afsplitsingen en fusies. Onenigheid en verbroedering wisselden elkaar de hele historie af. Met regelmaat werd men uit elkaar gedreven door verschillende opvattingen over hoe je van de bijbel nou politiek moest maken. Maar met een zelfde regelmaat sloeg men de handen ook weer ineen, teneinde genoeg kracht te verzamelen om enige macht van betekenis te behouden.

De ARP, de eerste parlementaire partij, heeft sinds de oprichting zeker zes keer broeder en zusters de gelederen zien verlaten. Eén afsplitsing leidde tot de VAR (Vrije Anti-revolutionaire partij), die de voorloper was van de CHU (Christelijke Historische Unie). Maar nu zitten ARP en CHU alweer 28 jaar saamhorig bijeen in het CDA. En met latere afgesplitste geloofsbroeders (GPV en RPF) werkt men nu zelfs samen in het huidige kabinet. GPV en RPF hebben in 1975 een eigen collectiefje gesmeed: de CU van Rouvoet.

Hoewel de katholieken veel later tot een landelijke politieke partij wisten te komen, hebben ze de christelijke samenwerking altijd gedomineerd. Ze hadden wat minder last van afsplitsingen en die paar dwalenden waren nooit zo'n lang leven beschoren, dat ze van genoeg betekenis waren om ze weer tot de roomse kudde terug te roepen (zie hier de geschiedenis van het CDA en klik-je-link voor verdere historie).

Vandaag, 8 november, is het CDA in dialoog bijeen. Het najaarscongres is volop aan de gang en weer rollen de meningsverschillen over tafel.
Minister Klink stelde voor een versoepeling van
het rookverbod te onderzoeken, het congres heeft dat inmiddels verworpen.
Fractievoorzitter van Geel wil
de coffeeshops geheel van de kaart vegen, staatssecretaris Timmermans vindt dat geen goed idee.
Van Geel vindt het verder niet van pas komen om
de koopkracht te repareren als die door de kredietcrisis in de knel komt. Dat is een heel andere stelling dan het CDA verkondigt in hun visie op de toekomst: inkomenszekerheid bieden via sociale zekerheid, die toereikend moet zijn om met perspectief te kunnen leven. Mensen moeten immers volwaardig kunnen meedoen aan de samenleving.

De CDA-jongeren roeren zich ook. Die moet je wel aan het woord laten, want de jeugd heeft de toekomst, nietwaar?
De
CDA-jeugd heeft een conflict met de oudere generatie: ze vinden het CDA eigenlijk nog veel te soepel, zeg maar, te links. Ze halen zelfs een oude ambitie van stal en poetsen die wat op. Streden hun historische voorgangers voor gelijkberechtiging van openbaar en bijzonder onderwijs, de CDA-jongeren eisen nu een eigen universiteit waar ze recht in de leer worden onderwezen. De huidige universiteiten hebben het alleen maar over postmodernisme en sociaal-constructivisme. Geef ons alsjeblieft conservatieve schrijvers als Ad Verbrugge en paus Benedictus XVI te lezen, aldus de CDA-jongeren.

In de CDA-dialoog over de toekomst (“Morgen begint vandaag” het centrale thema op het congres), ziet Balkenende zijn rol nog lang niet uitgespeeld. Maar ter rechterzijde klinken kritische geluiden. Hans Hillen vindt dat de premier teveel belang hecht aan een harmonieus samenzijn: “Wie met zijn gezicht naar de harmonie loopt, loopt met zijn rug naar de toekomst”.

Zullen al die onderlinge twisten leiden tot nieuwe afsplitsingen? Zal het gekrakeel het CDA doen wankelen?
Wie daar op hoopt moet niet vergeten dat het CDA heer en meester is in de dialoog met de samenleving. Slechts één keer heeft men niet zo goed geluisterd naar die samenleving en dat was ook de enige keer dat het christelijke verbond van regeringsdeelname werd uitgesloten. Dat duurde slechts een kleine negen jaren ( de kabinetten Kok). Maar verder heeft men altijd het centrum van de macht beheerst.
Vanaf 1945 hebben 10 christelijke minister-presidenten het land geleid (de sociaal-democraten: drie mp's, de liberalen slecht één). En, op twee verkiezingen na, wist men altijd de grootste partij te worden. Soms wat aan de krappe kant en slechts drie glorierijke overwinningen in 1956, 1959 en 1963, maar meestal
genoeg zetels om almachtig te blijven.

Macht smaakt altijd naar meer en dat zal dan ook de reden zijn waarom het CDA zo graag in dialoog met de samenleving wil blijven. Men moet immers op tijd weten of men de principes dan weer eens wat strak, dan weer wat rekkelijk moet hanteren. Zodoende weet men welke coalities het meest geschikt zijn om tot in den eeuwigheid te kunnen regeren.

Update 8 nov.; 22.45 u.: Lees ook deze aardige analyse over de toekomst van het CDA (Volkskrant).

Update 9 nov.
Balkenende eindigde zijn congresspeech met:

Het CDA als partij die er altijd staat.
Rots- en koersvast.
Betrouwbaar, solide en solidair.
Dank u wel.

Die eerste regel klopt, zoals in het artikel is te lezen.
De tweede regel valt wel wat op af te dingen. Tenzij het laveren van rechter- naar linkerzijde onder koersvast moet worden verstaan.
De derde regel geldt alleen intern. Met alle anderen neemt het CDA elk loopje dat ze goeddunkt.
De laatste regel is wel op zin plaats. Je mag het kiezersvolk wel heel hartelijk bedanken, dat je maar één keer in je geschiedenis een pak slaag hebt gehad.