Tag archieven: economie

Moresprudentie

MoresprudentieCodes zijn slechts inkt op papier”, stelde bestuursvoorzitter van de Rabobank op het Sustainability Congres in Den Haag, afgelopen donderdag.
De beste voornemens staan wel eens haaks op wat in de praktijk haalbaar is. De Rabobank wil graag een wezenlijke bijdrage leveren aan een duurzame wereld, maar hoe doe je dat, als er ook zaken gedaan moeten worden in China of Brazilië?

De Rabobank gaat dan te rade bij de eigen Commissie Ethiek. De bank, voortgekomen uit wat ooit banken met slecht lokaal belang waren (de coöperatieve Raiffeisen-bank en Boerenleenbank), doet nu wereldwijd zaken. Volgens de bestuursvoorzitter krijgt de bank dan ook te maken met controversiële zaken op het gebied van dierenwelzijn, ontbossing, genetische modificatie, mensenrechten en de wapenindustrie.

De ethische commissie van de Rabobank kan dan adviseren hoe te handelen. Noem dat “moresprudentie’. “Door bekendheid te geven aan deze moresprudentie wordt geprobeerd bij te dragen aan het ethisch handelen in de Rabobank-organisatie”,
aldus de voorzitter.

Zou elke bank, of elk bedrijf dat in het buitenland opereert een ethische commissie moeten hebben, om de moresprudentie vast te stellen?
Nee, zou het antwoord kunnen zijn. Overbodig, want wat goed of slecht is zou iedereen als vanzelfsprekend dienen te weten. Maar de eigen mores kan wel eens hemelsbreed verschillen met die van andere, verre landen. De tijd is lang voorbij dat we met elk handelsschip ook een legertje missionarissen meestuurden, om ook de eigen moraal op te leggen.

Bovendien zijn er conflicten binnen die eigen mores. China wel willen helpen bij de opbouw van de economie, in de verwachting dat de welvaart voor de gewone Chinees zal toenemen, is nobel. Maar wat, als dat betekent dat je er ook de wereldwijde milieuvervuiling een handje mee helpt?
Een lening verstrekken om soja te verbouwen, in de wetenschap dat daar hele bossen voor gekapt moeten worden?

Ja, zou het antwoord kunnen zijn, een ethische commissie is hard nodig. Het zal voor de Rabobank geen prettige reclame zijn, dat alleen de Triodusbank en de ASN-bank het zoveel beter doen in de controversiële thema’s. Althans, volgens de
eerlijke bankwijzer, die Oxfam Novib, Amnesty International, Milieudefensie en FNV Mondiaal hebben gelanceerd.
De Rabobank scoort voldoende op slechts 4 van de 8 thema’s als klimaat, mensenrechten of de wapenindustrie. En blijkt weinig goeds bij te dragen in sectoren als de landbouw, bossen, of visserij.

Maar of de zelf opgelegde moresprudentie er toe zal leiden bepaalde activiteiten alleen te financieren door wel de eigen mores op te leggen? Of beter nog: helemaal geen activiteiten ontwikkelen op gebieden waar het niet pluis is?
Wanneer zullen codes niet langer “inkt op papier” zijn, maar even geldig als de af te sluiten contracten?

Het was me het nachtje wel.

Het was me het nachtje wel Wie in duisternis leeft, heeft natuurlijk moeite met het licht der realiteit. Fout! Duisternis is ook een realiteit en mollen hebben daar geen enkele moeite mee.
Hm, een rommelig begin van dit stukje. Nou heb ik wel een goed excuus: mijn bioritme ligt overhoop. En laten we wel zijn, wat is een mens zonder een perfect lopend bioklokje?

Het is ook helemaal mijn eigen schuld. Ik wilde de Nacht van de nacht meemaken. Het idee had tussen mijn oren post gevat, dat ik zo ook eens een wezenlijke bijdrage kon leveren aan duurzaam energiegebruik. Ik zou meedoen aan een klimaatneutrale overgang van zomer- naar wintertijd.

Dat werd een puinhoop. Controlfreak als ik ben, eerst eens uitgezocht wanneer de zomer precies eindigt. De google-intelligence liet me weten dat de zomer allang voorbij was! Wanneer was niet duidelijk. In augustus, maar het kon net zo goed in september zijn geweest.

Dan maar opgezocht wanneer de winter begint. Resultaat? Het is helemaal geen winter! We zitten volop in de herfst.

Om er toch een mooie Nacht van de nacht van te maken, heb ik voor de zekerheid alle lampen uitgelaten toen de schemering viel. Er moest nog meer uit. Dat viel nog niet mee, want de hond was daar niet zo blij mee. Als ik de hond uitlaat, zijn we normaal gesproken met zijn tweeën. Nu heb ik ook de televisie en de pc uitgelaten. Dat vond de hond teveel.

Verder leek het wel een mooie nacht te worden. Tot ik me herinnerde dat om 3 uur de klokken een uur terug gezet dienden te worden. Maar in het pikkedonker was natuurlijk niet te zien hoe laat het was. Awel, op mijn gevoel het tijdstip bepaalt en op de tast alle vijf de uurwerken gezocht. Het leverde een paar blauwe plekken op. Het menselijk geheugen is een mooi ding, maar raakt in het duister aardig ontregelt. Ik schatte de plaats van tafels, stoelen en de hond net verkeerd in.

Maar het lukte redelijk, dacht ik, en vond het toen wel de hoogste tijd om te gaan slapen. En nu, op deze nieuwe dag, met een lekker licht zonnetje, ben ik weer helemaal bij de tijd.

Fout! De twee klokjes met ouderwetse wijzers staan bijna goed. De andere drie leven op heel andere, verschillende tijden. En mijn bioklokje zegt dat het half twaalf is, maar daarmee loop ik nu dan een uur achter. Had ik de zomertijd maar niet zo serieus genomen!

En voel ik me nou zo uitgeput omdat ik een doorwaakte nacht van de nacht heb doorgemaakt? Dan heeft de energiebesparing geen enkele zin gehad, want je kunt de klok erop gelijk zetten dat ik van slaaptekort en minder daglicht depressief wordt. Hetgeen verholpen wordt met een uurtje per dag voor een lichtscherm te gaan zitten. Klimaatneutraal depressief zijn, zit er voorlopig nog niet in.

Of ben ik van slag door dat zomer- en wintertijd gedoe? Dan is er nog hoop. De een zegt dat je er hooguit een weekje last van hebt, een ander wijst er op dat het einde van de zomertijd goed is voor je hart.

Eén ding is me wel weer duidelijk geworden. Wie, zoals ik, leeft in de donkere grotten der onwetendheid, raakt alleen maar ontregeld als die wordt bijgelicht over al die echte en kunstmatige zomers en winters, over het nut en onnut van lichtloze nachten en het verzetten van klokken.

Wie het lumineuze idee er doorgedrukt heeft, om de uurwerken om 3 uur ’s nachts te ontregelen mag wat mij betreft aangeklaagd worden wegens schending van de rechten van de mens op een gezonde nachtrust. Nu zitten we weer dagen opgescheept met een Europees slaaptekort. Dat kan toch niet goed zijn voor de economie?

Ik ben wel nieuwsgierig hoe u de nacht van de nacht en de transitie van zomer- naar wintertijd heeft doorstaan.

Eerdere tijdsperikelen op dit blog te lezen in Zondagsrust (maart 2008), Wakker worden (oktober 2007) en De mythe van tijd (december 2007).

Bestek '09

Bestek '09

Hoe lastig het is de wereld zo in te richten dat we van alle problemen zijn verlost, wil ik illustreren met een mijmering over bestek.

Stelling: bestek is een overbodig product.
In dit geval wordt met bestek bedoeld het trio waarmee we de dagelijkse hap naar binnen werken. Mes, vork en lepel. In deze mijmering laat ik attributen als het keukenmes, de roerspaan en de vleesvork buiten beschouwing, als zijnde noodzakelijk bij de voorbereiding van de maaltijd.

Is de maaltijd eenmaal op je bord gekieperd, dan kun je het verder wel met je handen af. Bestek is niet echt noodzakelijk. En al helemaal niet in de oneindige variaties waarin het verkrijgbaar is. Laat staan dat je bestek nodig hebt, dat tevens als balpen te gebruiken is. De gadget is nog niet op de markt, maar Italiaanse ontwerpers hebben het Bic-bestek al in de la liggen.

Of neem bestek dat gebaseerd is op de Nederlandse eetcultuur: prakbestek. Een
kunstzinnig ideetje, maar volstrekt overbodig. De Nederlandse prakcultuur bestaat amper nog. En om dat bestek ook nog eens van hout te maken, mag gerust een bijdrage aan de ontbossing door eetcultuur genoemd worden.

De productie van zo iets simpels als bestek, is een voorbeeld van een uit de hand gelopen maakbaarheidsindustrie. Het is geen supernoodzakelijk gebruiksvoorwerp. Het wordt in grote hoeveelheden gemaakt. En er verschijnen steeds nieuwere vormen, alleen om het aanbod aantrekkelijk te houden.
Al dat bestek maakt het leven wel leuker, maar doet een aanslag op het milieu en economische verhoudingen. De produktie en gebruik kost grondstoffen, lucht, water en energie. En heel wat bestek wordt gefabriceerd in lage lonen landen.

Dus wat dan? Je kan alleen recyclebaar bestek gebruiken. Er zijn al vorken en lepels die je op kan eten. Gemaakt van aardappels en sojaolie. Aardig idee, want zo hou je de werkgelegenheid in stand en het is milieuvriendelijker.

Want het bestek helemaal afschaffen lijkt geen optie. Sluit je één bestekfabriek, dan dondert er een hele keten aan werkgelegenheid er omheen, ook in elkaar.
Dan zouden we nog kunnen kiezen om alleen zeer duurzaam bestek te maken. In een enkele vorm, in plaats van in al die varianten. Ook dan stort een stukje industrie in elkaar. Bestek dat onbuigzaam en onbreekbaar jaren meegaat, heeft tot gevolg dat de fabriek op een laag pitje moet draaien. Misschien zelfs delen van het jaar stil zal liggen.
Het zal het milieu flink sparen, maar de economie niet.

Ik geef het maar even aan, om te laten zien dat een simpele oplossing, complexe gevolgen kan hebben. Natuurlijk zijn er voor die gevolgen wel oplossingen te bedenken, maar willen we die wel? Als de bestekindustrie wordt afgeschaft, komt er arbeidskracht vrij voor sectoren waar we die tekort komen. Dat schaadt echter de roemruchte keuzevrijheid. Iemand die dolgraag lepeltjes wil maken, is misschien minder gepassioneerd om verpleger in een of ander tehuis te worden.

De hoop is gevestigd op hele bataljons innovators, die op zoek zijn naar veranderingen die wel goed zijn voor milieu, gezondheid, beheersbaarheid van kosten en die tegelijkertijd een welvarend leven, vol gadgets, luxe en onnodigheid in stand kan houden.
Gaan we het met die insteek redden of moet het bestek eens op de schop?

Dan maar de lucht in…

Dan maar de lucht in...

Wie hoopt dat Nederland ooit weer gouden VOC-tijden zal beleven, koestert misschien de romantische gedachte dat het ideaal ook nu weer zeevarend zal worden verwezenlijkt. Zeevaart is voor nostalgische dromers. Het visionaire kabinet herneemt de koers die een historische zeeheld ooit inzette met een 'dan maar de lucht in'.

In dat kader lanceerde de minister van economische zaken vandaag zelfs een compleet 'office'. Het NSO (Netherlands Space Office) heeft van het rijk de opdracht gekregen het nationale ruimtevaartprogramma tot grote hoogten op te stuwen.
NSO-directeur Ger Nieuwpoort meent dat de ruimtevaart “de samenleving ongelofelijk veel te bieden heeft“. Hij somt de verworvenheden die ruimtevaart ons bracht nog eens op: “Boeren kunnen tegenwoordig hun akker al monitoren met satellieten, schepen kiezen hun routes op basis van satellietinformatie over stromingen, om maar te zwijgen over alle mogelijkheden die satellietnavigatie meebrengt“.

Je ziet het al voor je: de files in de gaten houden en bijsturen dankzij een complete file satellieten in de ruimte. Het fileprobleem is het niet het enige waar Nederland sterk in is en de NSO-directeur ziet kansen voor de ruimtevaart als die aansluit “bij de Nederlandse sterktes, zoals landbouw, water en energie“.
Samen met het NWO en de KNAW wil hij dolgraag “kijken op welke wetenschapsgebieden ruimtevaart nog meer van toegevoegde waarde is”.

Maar waarom alleen met wetenschappelijke of economische gebieden? Waarom niet met zaken dien evenzeer belangrijk zijn voor het nationaal geluk? Zo heeft de Russische ruimtevaart al aansluiting gevonden bij humor en schoot vandaag een clown de ruimte in. De stichter van Cirque du Soleil, Guy Laliberté, kocht een ticket van 35 miljoen dollar om een feestje te gaan bouwen op het ruimtestation ISS. Hij is daarmee de zevende ruimtetoerist die met een Russische Soyoez meevliegt. Niet alleen voor de lol. Hij wil hiermee ook het groeiende tekort aan schoon water aan de orde stellen.

Aan humor ontbrak het ook niet bij het Nederlandse Space Office. De toekomst van de ruimtevaart werd gesymboliseerd door een caravan. Studenten hadden het ding tot een heuse ruimteclausule omgebouwd. Of was dat serieus bedoeld? Zullen we het nog meemaken dat de jaarlijkse vakantiespits op de route naar het zuiden tot het verleden behoort? Gaan we met onze caravans massaal naar de maan?

Ruimtevaart kost een lieve duit. De kosten worden nog wel eens verdedigd met het argument dat veel bijproducten heel nuttig zijn voor de samenleving. Niet alleen de navigator in uw auto, ook levensbelangrijke medische technologie hebben we er aan te danken.
Ziet u nog meer toegevoegde waarde voor de ruimtevaart? En welke clowns ziet u graag het helaal ingeschoten?

Het moet niet gekker worden

Het moet niet gekker worden Er wordt wat afgerekend in Nederland. Zorgwekkend veel zelfs. Een op de acht Nederlanders is niet echt gezond. Dat zegt het NIPED, een club die het preventiekompas heeft ontwikkeld. Een jaarlijkse preventieve check van de gezondheid kan de zorgkosten drukken, meent het NIPED. Je ontdekt kwaaltjes in een vroeg stadium. Dan is er nog veel aan te doen, bijvoorbeeld adviezen om de leefstijl aan te passen, zodat misschien dure behandelingen of medicatie voorkomen kan worden.

Een op de vier Nederlanders krijgt een psychische stoornis. Dat wil de GGZ ons doen geloven met een voorlichtingscampagne. De campagne wordt grotendeels online gevoerd. Wie de website 1opde4 bezoekt moet we de hersens er goed bijhouden, want je raakt er snel in de war.
Ook de GGZ gelooft in preventie. Dat zou gemiddeld het 20- tot zelfs 30-voudige aan indirecte kosten kunnen besparen.

En dan horen vier van de vijf bezoekers van de eerst hulp daar helemaal niet thuis. Dat zegt zorgminister Ab Klink. Ze zouden bij de huisartsenpost moeten zijn. De maatregel die Klink in petto heeft (zonder verwijsbriefje van huisarts, krijg je de eerste hulp niet vergoed), is verschuiven van de kosten. Het wordt dan drukker bij de huisartsenposten en hoe wordt dat dan betaald?

Een op de acht, een op de vier, vier van de vijf. Het moet niet gekker worden. Wellicht is dat reden voor de RIVM om een landelijk onderzoek naar onze gezondheid en leefstijl te starten.
Reikhalzend kijken we uit naar de uitslagen van dat onderzoek. Want wat maakt zoveel Nederlanders ziek, zwak en gestoord?

Is dat het internet? Je hebt wat buikpijn, tikt de klacht in de zoekmachine en binnen drie minuten heb je een acute blinde darmontsteking te pakken. Uiteraard op je vrije zondagmiddag, dus dan ga je voor de zekerheid maar naar de eerste hulp van het ziekenhuis.
Of je laat google opzoeken waar de dagenlange vermoeidheid mee te maken heeft en ja hoor, ook jij hebt een burn-out of minstens een depressie. Dus maandag meteen een afspraak geregeld met de plaatselijke ggz-fabriek.

Is het die leefstijl? Je at al geen vet spul meer, je rookt absoluut niet en drinkt amper. Zaterdagochtend ga je in het bos hardlopen, maar glijdt uit over een hondendrol, je knie schiet alle kanten op en hangt er wat raar bij. Dan laat je dus naar het ziekenhuis brengen.
Of je bent regelmatig benauwd en kortademig. Op onverwachte momenten, dat wel, met hartkloppingen en zweten. Dat lijkt verdacht veel op een paniekaanval, want je hart kan het niet zijn, dankzij je gezonde leefstijl. Dus ook naar de psychiater.

Een op de acht, een op de vier, vier van de vijf. Zijn we echt in zulke grote getale ziek? Eist de hedendaagse leefstijl haar tol? Urenlang achter pc's, fijnstof in de steden, de jacht naar geluk, het feit dat de milieudoelen maar niet gehaald worden, onzekerheden wegens de crisis, partydrugs, overdreven sporten, ergernis en uitlaatgassen in de files. En zweven er misschien meer onbekende virussen in de lucht, behalve Mexicaanse rakkertjes?
Of is het gewoon de marktwerking? Elke medicus, elke psychiater doet zijn best de targets te halen en ontvangt ook de mensen met de minste klachten met open armen.

Waar worden wij zo ziek van? En nog belangrijker: hoe worden we weer gezond?
Ik zou zeggen dat als vet zo ongezond is, verbiedt dan alle productie en verkoop van vet spul. Dat kan natuurlijk niet. Je zult zien dat er dan altijd mensen zijn die het recht op vrijheid van vetconsumptie opeisen. En zolang die er zijn heeft, heeft iedereen in dit vrije ondernemersklimaat, natuurlijk het recht een vetfabriek te runnen. Toch?
Dat is je vrije keuze. Daar kan een overheid niets aan doen. Doen ze het wel dan heet de overheid een dictatuur te zijn. Dus de overheid doet niets. Of, ja toch, ze brengen je leefstijl in kaart en rekenen je daar op af. Aan je portemonnee kunnen ze alles doen, zonder voor potentaat te worden versleten.

Natuurlijk begint je gezondheid bij jezelf. Als fijnstof en uitlaatgassen het aantal longaandoeningen doet groeien, gaan we natuurlijk minder autorijden. Als de vette hap zo schadelijk is, raken we het spul nooit meer aan. Als werkstress en economische onzekerheid ons gek maakt, dan reorganiseren we de economie natuurlijk grondig. En we stemmen natuurlijk op politici die ons als overheid daar bij helpen en steunen.

Prinsjesdag: snoeien of harken?

Prinsjesdag: snoeien of harken? Het kabinet hanteert de beleidsinstrumenten weer eens op geheel eigen wijze. De begroting van het Rijk moet op de schop. De regering wenst het snoeimes te hanteren, om 35 miljard euro bij elkaar te harken. Een paar commissies krijgen een maand of tien de tijd om te kijken wat er bij de verschillende departementen valt te bezuinigen.

Ik heb er geen verstand van, dus heb ik in amper 20 minuten tijd al ruim 24 miljoen bij elkaar geharkt. Niet bij de ministeries, maar bij bedrijven die enige vorm van staatssteun hebben ontvangen en bij bestuurders, die nog steeds een salaris boven de Balkenendenorm hebben (zie deze excelsheet).

Bij de door de staat gesteunde bedrijven, die winst wisten te maken, is 2,55 procent van die winst afgeroomd. Alle bestuurders die boven de Balk-norm zitten leveren het teveel in. En zo had ik al ruim 24 duizend euro bij elkaar gescharreld, onder het motto: vele kleintjes maken een grote. Zo redeneert het kabinet ook, maar die zoekt andere kleintjes.

Waarom de winst van die bedrijven afromen? Simpel: het kabinet verdedigde de staatsteun met het idee dat de kapitaalinjecties bij de banken weer terug zouden vloeien naar de staatskas, als het weer wat beter zou gaan. De gesubsidieerde werktijdverkortingen zouden ook renderen. Bedrijven blijven overeind en daarmee is de economie gered.
De salarissen van bestuurders zijn hier en daar al omlaag gegaan. Het schiet echter nog niet op. Niet elke organisatie heeft maatregelen genomen. Die nemen we nu dus.

Als ik binnen 20 minuten ruim 24 miljoen weet te vinden, kunnen de gezamenlijke bloggers en hun reaguurders dan nog voor aanstaande Prinsjesdag de rest bij elkaar harken, zonder te snoeien in de rijksbegroting?

Update 13-09-09: Dankzij een tip van een lezer is er nu ruim € 100 miljoen bij elkaar geharkt (zie update excelsheet).

De kost gaat voor de baat uit

De kost gaat voor de baat uit Er moet eerst ergens geld in, voor er geld uitkomt. Op dat principe stoelt de economie, de staatskas en onze eigen portemonnee. Lijkt een heel gezond principe, maar het faalt door het hoge kip-en-ei gehalte.

Zou de redenering naar de letter worden genomen, dan zou je nooit iets verdienen als je met niks start. Geen geld om ergens in te steken, dus komt er ook geen geld uit. Dus wordt het principe ruim genomen. Je schat bijvoorbeeld in wat een bepaalde inleg kan opleveren en betaalt alvast een startbedrag uit de verwachte opbrengst. Die is er niet meteen, maar als alles goed gaat komt het vanzelf boven water. Gaat niet altijd goed. De huidige crisis is er een fraai voorbeeld van.

Wat ook lastig is, dat er veel zaken zijn die geen geld opleveren. We betalen er wel voor. De kost wordt verdiend met werk en een deel verdwijnt, via de belastingen, naar de algemene voorzieningen. Zorg, onderwijs, infrastructuur, defensie, noem maar op. De baat zie je niet in keiharde pegels, maar in de aanwezigheid van die voorzieningen. Geld levert geen geld op, maar verandert in iets anders.

Dat is niet naar ieders zin. Als iets wat kost, dan moet het ook geld opleveren. Zo huldigt het bedrijfsleven het principe dat de kosten aan allerlei belastingen, personeel en gebouwen wel zodanig baten oplevert, dat er sprake is van winstgroei.
Zo zijn er ook burgers die menen dat hun belastingafdracht niet naar zaken moet gaan, waar ze zelf niet wijzer van worden. Het solidariteitsprincipe kan ze gestolen worden.

Nu is onze welvaartsstaat zo georganiseerd dat louter de aanwezigheid van burgers net zoveel kost als het opbrengt. Of zo'n burger nou werkt of niet, gezond is of ziek, hier al jaren wonend of net binnengekomen, het maakt niet uit.
Per individueel geval lijken er grote verschillen te zijn. Een werkloze kost meer dan een werkende, een zieke meer dan een gezonde burger. Daar staat tegenover dat een werkloze of zieke burger een aantal mensen aan het werk houdt. Bovendien: wat ze nog aan inkomen krijgen, geven ze ook weer uit.

Het aantal werkende burgers is al jaren veel kleiner dan alle werklozen, arbeidsongeschikten, gehandicapten, kinderen en gepensioneerden bij elkaar. En is het land failliet gegaan? Nee, wonderwel is er heel wat kost gegaan naar mensen die geen baat lijken te hebben, toch draait de samenleving heel aardig.
Nu lijkt de crisis dat te verstoren, maar de oorzaak daarvan ligt louter in het feit dat er geld verdwenen is in de financiële sector, die nu overeind moet worden gehouden met geld dat eigenlijk voor andere doeleinden was bestemd. Geeft niet, zegt de staatsboekhouder, dat zien we heus wel weer terug. Wanneer en hoeveel is onbekend.

Is het dan zinvol uit te rekenen wat de kosten en de baten zijn van elke burger? Ik heb echt geen idee. Ik zou het, voor de grap, wel eens willen weten. Voor de grap. Want, zoals gezegd, alleen al door aanwezig te zijn en de dingen te doen die een ieder al zo doet, draait de hele santenkraam wel.
De berekening lijkt me echter niet te maken. Ikzelf kost de samenleving klauwen vol geld. Werk in een gesubsidieerde sector, een chronische kwaal en geen salaris waar ik de economie nou eens een substantiële boost mee kan geven.

Maar ik betaal wel huur, zorgverzekering, gas, licht en water, boodschappen en nog zo wat dingetjes. Mijn bijdrage aan de woningbouw, de energie en de supermarkt. Die weer hun financiële bijdragen leveren aan aannemers, kabelleggers en groothandelaren. Die op hun beurt de steenfabriek, de gotengravers en de landbouw en industrie van geld voorzien.

Hoe moet je nou uit die wirwar de exacte kosten en baten van een burger zien te halen?

Overheidssteun voor crisisconsument

Overheidssteun voor crisisconsument Treft de crisis de consument, dan is de koek snel op. Mocht de crisis ook mij tot werkloosheid brengen, dan zal ik ruim 470 euro netto per maand minder in de knip hebben. Dat bedrag rolde uit de werkloosheidsberekenaar van het Nibud, dat onderzocht heeft hoe mensen het rooien als de crisis hen treft. Het laat zich raden dat die mensen betalingsproblemen hebben.

Uit het rapport 'Rondkomen in economische onzekerheid' (pdf!) blijkt dat 70 procent van de nieuwe werklozen moeite hebben hun uitgavenpatroon aan te passen. Nou, zou je zeggen, laat ze dan een voorbeeld nemen aan die 30 procent die er blijkbaar geen moeite mee heeft.
Hoe dat komt, vermeldt het rapport niet. Da's jammer. Want is het nou onkunde of spelen er andere factoren mee?

Er zou bijvoorbeeld een verschil in vaste lasten kunnen zijn, waar niet zo makkelijk in te snijden valt. Een hypotheekaflossing en een ziektekostenverzekering bijvoorbeeld. Die zijn er in soorten en maten en kunnen dus voor de een hoger zijn dan voor een ander.
Als ik al mijn abonnementen en lidmaatschappen opzeg, kijk ik nog tegen een tekort van 400 euro aan. Drastische vermindering van energiegebruik kan helpen, maar niet onmiddellijk. Daar zou ik pas bij de volgende jaarrekening iets van kunnen merken. Ik los het pas op als de boodschappen bij de goedkoopste super worden gedaan, stop met bloggen en het vakantiegeld volledig opgaat aan de rest van het tekort.

Geen probleem, want mijn eventuele werkloosheid is natuurlijk van korte duur. Een jaartje retraite van mijn huidige uitgavenpatroon zou misschien heilzaam kunnen zijn. Maar zou de economie mijn bijdragen niet missen?

De financiële sector wordt met miljarden overeind gehouden. Ook al verandert in het gewoontepatroon van die sector niets substantieels. Bedrijven worden gesteund met gesubsidieerde werktijdverkortingen. De allergrootste verandering in hun patronen, zie je vooral op het werkrooster.
De getroffen consument kan slechts een beroep doen op bestaande voorzieningen en mag het Nibud te hulp roepen om het uitgavenpatroon aan te passen. Geen extra steun dus.

Da's wel een beetje raar. Want het is toch helemaal niet goed voor de economie als consumenten minder gaan besteden? Moet de consument, onmisbare factor voor de elektronicabedrijven, de warenhuizen, de horeca en zelfs de supermarkts, niet worden gesteund?
Te denken valt aan tijdelijke verhogingen van de WW-uitkeringen, voor diegenen waarvan vaststaat dat er een onlosmakelijk verband is tussen de crisis en hun werkloosheid.De overheid is niet van plan de koopkracht te redden. Met die koopkracht lijkt het wonderwel mee te vallen, ook al gaat die volgend jaar achteruit. Alleen mensen die werkloos worden, zullen pijn lijden, zegt minister Donner. Geen reden om er iets aan te doen. Loonmatiging is veel belangrijker.

Tot zover de overheidssteun voor de crisisconsument.

Van de ezel en het gouden kalf

Van de ezel en het gouden kalf

Een ezel stoot zich in het gemeen, geen tweemaal aan dezelfde steen. Een mens dus wel. Het hoeft niet eens een steen te zijn, zelfs aan iets licht en luchtigs als een zeepbel kan een mens zich akelig stoten. Zeker als die mens een bankier, aandeelhouder of politicus is.

De lessen die kunnen worden getrokken uit de financiële crisis mogen niet worden vergeten“, aldus Jean-Claude Trichet, president van de Europese Centrale Bank (ECB) in het NRC.
Hij vreest dat nu de economie zich langzaam herstelt, men de crisis snel vergeten zal zijn. Over tot de orde van de dag. Hetgeen in de financiële wereld neerkomt op het eindeloos melken van Ezeltje Strekje. In de Efteling poept het beest almaar geld, alsof er nooit een crisis is geweest. Maar da's dan ook een sprookje en 's wereld economie is dat zeker niet.

Zijn er nou lessen geleerd? En welke dan? Als je de waarschuwing van econoom Roubini leest, valt te vrezen dat er geen enkele les is geleerd.
Hij voorspelt een nieuwe crisis. Deze keer niet wegens het verstrekken van ongedekte hypotheken en een doldraaiende vastgoedmarkt. Deze keer komt de dreiging van een onverklaarbare stijging van prijzen op de olie- en voedselmarkt (
meer in het NRC).
Ook twijfelt de econoom aan de betekenis van de verleende overheidssteun, die volgens hem, een gevaar voor het economisch herstel vormen.

Dat olie en voedsel duurder worden vinden we normaal, omdat we op school hebben geleerd dat alles waar weinig van is, duur moet zijn. Een onontkoombare economische wet. Alsof economie hetzelfde is als het weer. Je kan er van alles over zeggen, er iets aan veranderen kan je niet.

Van fouten leren, kan dat dan wel? Tja, in het complexe raderwerk is het lastig onthouden waar het om zou moeten gaan. Wellicht helpt het ezelbruggetje “Berg as”. Wie onzorgvuldig handelt met de zes elementen die in dat ezelsbruggetje zijn samengevat, kijkt niet tegen een hoop geld aan, naar tegen een berg as.
Die zes elementen zijn: een evenwichtige Betalingsbalans, evenwichtige Economische groei, Rechtvaardige inkomensverdeling, Gezond leefmilieu, evenwichtige Arbeidsmarkt en een Stabiel prijsniveau.

Nu is het met het voedsel zo dat het weer roet in het eten heeft gegooid: Tegenvallende oogsten door droogte. De wereldbevolking groeit door, dus het is erg vervelend dat er minder te eten is en dat de gierstenpap bij een deel van de bevolking niet meer op het menu staat, omdat die te duur voor het huishoudbudget is geworden.
De ellende zou te overzien zijn als er wel een rechtvaardige inkomensverdeling zou zijn en de prijzen stabiel blijven. Om maar twee elementen van de “berg as” te noemen.
Dat die prijzen de pan uit rijzen omdat ook speculanten zich met de handel bemoeien, wordt door sommige deskundigen niet als de oorzaak van de nieuwe crisis gezien. Tuurlijk, zo stellen ze, er ontstaat dan weer een zeepbel, maar als die uit elkaar spat, dalen de prijzen weer en is dat probleem toch opgelost?

Ofwel: laat de economische wetten hun werk doen en het komt allemaal wel goed.
Van de ene zeepbel naar de andere? Van de ene crisis naar de andere? Dan denk ik: verander dan die economische wetten. Die komen niet uit de lucht vallen als donderslag bij heldere hemel. Ons economisch stelsel is geen natuurverschijnsel.
Of is het dat geworden, omdat “de lessen die kunnen worden getrokken uit de financiële crisis” opzettelijk worden vergeten? Omdat er meer wordt gehecht aan traditie en rituelen, zoals de dans om het gouden kalf?

Geen koopjesjagers online?

Geen koopjesjagers online?

Zelfs wie niet voor een dubbeltje is geboren, wil voor hetzelfde geld op de eerste rang zitten. Dat is globaal het beeld van de zuinige Nederlander. Ook al is dat cliché in veel gevallen al lang niet meer waar, het is een imago waar we nog niet van zijn verlost.

Het beeld zou wel eens versterkt kunnen worden door het gegeven dat het eigenlijk het hele jaar door wel uitverkoop lijkt. Overal wordt je gelokt met aanbiedingen, kortingen en koop nu – betaal later reclames. Je zou kunnen denken dat de commercie de schraperige volksaard tegemoet wil komen.

Wat kritischer ingestelde consumenten vragen zich af waarom er continu prijsverlagingen, kortingen, outlets en voordeeltjes worden rondgestrooid. Om nog maar te zwijgen over de voorjaars-, zomer-, najaar- en winteruitverkoop. Waarom niet altijd alles goedkoper aangeboden?

Dat zou namelijk heel wat koopjesjachten schelen. In reeds vervlogen tijden, verzamelde mijn moeder uit de lokale krant de aanbiedingen en knipte de voordeelbonnen uit de advertenties. Dan was het op de fiets door de stad racen, om de goedkoopste boter, de voordeligste kaas en de twaalf eieren voor tien cent te scoren. Voor de aanschaf van kleding, meubels of andere luxe, was het wachten op de eenmaal per jaar gehouden uitverkoop.
Er was toen geen sprake van een economische crisis. Het was een koopgedrag dat mij moeder met de paplepel was ingegoten. Nu er wel een crisis is, gaan misschien weer veel mensen op koopjesjacht.

Online shoppen was er toen niet bij. Een verschijnsel dat nu een sterk uitdijende business is. Ook daar zijn de goedkoopste lokkertjes niet van de lucht. Eén probleempje: 70% van de online consumenten zou onwetend zijn van kortingscodes of niet weten hoe ze die moeten gebruiken.
Reden voor commerciële bijdehandjes om een website te lanceren (
kortings-code.nl) met behulpzame video handleidingen, die de koopjesjagers naar de webwinkels te leiden.

Behulpzaam nieuw tooltje? Welnee, het sterft van dat soort sites. Of het nou met een video is, of met een lijstje “nieuwste aanbiedingen”, bijna elke site leidt je naar de kortingscodes, die je moet invullen op de bestelformulieren.
De website die het video-initiatief publiceert, stelt dat het gebruik van kortingscodes
explosief zal stijgen, omdat webwinkels deze marketing methode op grote schaal zullen inzetten om de omzet te verhogen.

Het is dan nog niet de gratis-economie, waarover ik begin augustus schreef. Laten we het maar de dubbeltjes-economie noemen. Dat veel consumenten de kortingscodes niet weten te vinden of ze amper gebruiken, ligt volgens mij vooral aan de websites van de online winkels. Velen zijn onduidelijk, traag, of bieden kortingen op nauwelijks interessante producten.
Maar ook als het wel leuk lijkt, gebeuren er soms dingen, waardoor je zo snel mogelijk weer van een website af wil. Bijvoorbeeld als je bij het betaalproces ineens een mededeling krijgt dat je omgeleid wordt naar een onveilige site. De keuze is dan of je door wil gaan of niet. Ik kies dan natuurlijk voor niet.

De vraag van de kritische consument, waarom niet alles altijd goedkoper kan, is volkomen terecht. En het zou het webshoppen makkelijker maken. Geen gedoe met het traceren van kortingscodes en puzzelen waar je die code kwijt kan. En we zijn af van het cliché een zuinig, schrapend volk te zijn. Want de prijzen zijn gewoon laag. Of anders gesteld: je betaalt gewoon gangbare, normale prijzen. En die irritante oom, die op verjaardagen altijd weer weet te vertellen waar hij jouw recente aankoop veelgoedkoper heeft weten te scoren, kan ook zijn mond houden. Scheelt allicht wat familiedrama's.