Categoriearchief: Codes

12.000 belhamels in databank.

12.000 belhamels in databank Met behulp van een WOB-verzoek (Wet Openbaarheid Bestuur) heeft Defence for Children antwoord gekregen op de vraag hoeveel boefjes in de DNA-databank van het Forensisch Instituut voorkomen. Maar liefst 12 duizend, kopten diverse kranten.

Het zijn er 11.693 om precies te zijn. Twee keer zoveel als in 2008. Op het totaal aantal DNA-profielen dat het Forensisch Instituut per november dit jaar in beheer heeft (90 duizend) is dat zo’n 13 procent.
Nu mogen er alleen DNA-profielen opgeslagen worden van kinderen die 12 jaar of ouder zijn. Op de totale bevolking is het aandeel 12 tot 20-jarigen 11 procent.

De 90 duizend DNA-profielen die nu zijn opgeslagen is gerelateerd aan 0,5% van de totale bevolking. De profielen van de jeugdige boefjes betreffen 0,7% van alle 12 tot 20-jarigen, of 0,1% van de totale bevolking.

Waar maakt Defence for Children zich druk over, vraag je je af, na dit gegoochel met cijfers. Het is natuurlijk vreselijk stout wat de jeugd van tegenwoordig uitvreet, maar het gaat om een relatief te verwaarlozen groep.
Nu kan verwaarlozing tot criminaliteit leiden. Dus een beetje extra aandacht kan geen kwaad. Zeker als je in aanmerking neemt dat die DNA-profielen voor vergrijpen waar een straf van minder dan 6 jaar voor staat, tot 20 jaar bewaard mogen blijven. voor zwaardere delicten geldt een bewaartermijn van 30 jaar.

Dat betekent: eens een boefje, een kans op 20 jaar een boefje. Stel een jongere heeft van een eerste veroordeling de les wel geleerd en heeft zich tot het brave burgerschap bekeerd, dan bestaat er 20 jaar lang een risico opnieuw met de politie in aanraking te komen, alleen al omdat hij een ijsje heeft genuttigd in de zaak van een overvallen ijscoboer. Een onwerkelijk risico? Ja, alleen als er geen ijscomannen worden overvallen.

Diverse deskundigen hebben er al op gewezen dat de kans op fouten bij de opsporing groter wordt, naar mate de berg opgeslagen DNA-profielen en DNA-sporen groeit. Voor de jonge crimineeltjes is het risico toch beperkt.
Het Forensisch Instituut
doet ook melding van het verzoek van Defence for Children en stelt dat jeugdig DNA wordt vernietigd als de delinquenten meerderjarig worden. Van de 11.693 profielen zijn er om die reden nu nog maar 4808 over.

De conclusie dat er dus 6885 profielen zijn vernietigd, is voor rekening van uw redacteur hier. Want dat staat niet letterlijk in het bericht van het Forensisch Instituut. Maar laat ik het instituut het voordeel van de twijfel geven. Hetgeen je met belhameltjes nooooit moet doen, natuurlijk.
Nu eerst maar eens uitzoeken of de groeiende berg jeugdig DNA te maken heeft met het gegeven dat bij steeds lichtere vergrijpen, ook DNA wordt afgenomen. Dat is de stelling van Defence for Children: “Het gaat bij deze registraties ook om relatief kleine vergrijpen zoals het beschadigen van een lantaarnpaal of het stelen van een telefoon. Veelal is door de rechter een taakstraf opgelegd die ten tijde van de DNA-afname al succesvol is afgerond”.

De PvdA heeft er vandaag wat kamervragen over gesteld (op dit moment nog niet op internet beschikbaar). Eens kijken of die de waarheid kunnen opsporen.
Ondertussen een afsluitende vraag: Moet er geen DNA worden afgenomen bij lichte vergrijpen? En als dat wel zou moeten, hoort het DNA vernietigd te worden na het voldaan van de opgelegde straf?

Huiselijk geweld: feest en treurnis.

Huiselijk geweld: feest en treurnis Kon vorig jaar juni in Rotterdam de taart worden aangesneden wegens de heuglijke mededeling dat het aantal meldingen van huiselijk geweld met 50% was toegenomen, nu gaat de vlag uit omdat de 100e instelling de meldcode huiselijk geweld heeft ondertekend.

Dat is nog niet genoeg, dus past de gemeente Rotterdam een lichte vorm van geweld toe: meldcode niet ondertekenen? Dan ook
geen subsidie. Het Riagg-Rijnmond, die al vanaf het begin dwars lag, is het eerste slachtoffer.

Rotterdam was de eerste gemeente die met de meldcode voor huiselijk geweld is begonnen. Het pilotproject moest als voorbeeld dienen voor een
landelijk in te voeren meldcode.
De meldcode is een soort stappenplan, die zorgvuldig melden van huiselijk geweld en kindermishandeling moet bevorderen. Niet alleen voor gezinshulpverleners en huis- en kinderartsen, ook voor personeel in het onderwijs, de kinderopvang, politie en instellingen in de maatschappelijke opvang.

De meldcode moet geen verplichting tot melding bevatten, maar moet het makkelijker maken dat diverse professionals met elkaar kunnen overleggen en samenwerken.
Een eerste evaluatie van de invoering van de meldcode, valt voorzichtig positie uit. Het Verwey-Jonker Instituut constateerde dat de betrokken instellingen de meldcode geschikt vonden voor alle werksoorten. Er waren wel wat knelpunten.

Zo kost de invoering van de code meer tijd dat men verwachtte. Het Verwey-Jonker Instituut schrijft: “Het is niet een kwestie van een meldcode ondertekenen en de werknemers een cursus geven”.
Verder ontbreekt een kwaliteits- en registratiesysteem dat toezicht moet bieden op een juist gebruik van de meldcode.
Een bijzonder knelpunt voor de invoering van de code, vormen de vele reorganisaties en fusies, waardoor de invoering sterke vertraging oploopt (meer te lezen in het rapport van het Verwey-Jonker Instituut – pdf!).

Ligt het Riagg-Rijnmond daarom dwars? Nee, de invoering van de meldcode stuit op principiële bezwaren.
Vorig jaar noemde Riagg-directeur Jos Lamé
in een interview in het NRC, de meldcode één van de gedrochten van het “absurd stalinistisch, megalomaan” beleid dat Jeugdminister Rouvoet en zijn stad Rotterdam voorstaan.
Hij kondigde in 2008 al aan de meldcode huiselijk geweld niet te ondertekenen, omdat hij niet gelooft in “elektronische registratie, snelle gegevensuitwisseling tussen hulpverleners en één transparante behandeling”.

In het NRC-interview stelde hij dat het “juist heel belangrijk is, dat ideeën van professionals met elkaar botsen, dan blijft het debat gaande over de oplossing van de razend complexe problemen waarin mensen en gezinnen verkeren. Het is dus juist goed dat er schotten in de zorg bestaan”.
De Riagg-directeur meent dat de diverse hulpverleners en instellingen elkaar best goed weten te vinden, als ze dat nodig vinden. En toezicht op de hulpverlening is voldoende geregeld omdat verantwoording aan de inspectie moet worden afgelegd en er ook een intercollegiale toetsing bestaat.

Nu gaat het Riagg-Rijnmond dus de tol betalen voor de rebelse houding. Terecht?
Dat lijkt me te vroeg. In Rotterdam is alleen nog de implementatie geëvalueerd en daar valt nog wat aan te verbeteren, zoals het Verwey-Jonker Instituut concludeerde. Over de feitelijke, praktische toepassing van de meldcode is nog niets bekend. Behalve dan dat de verantwoordelijke wethouder juicht over de toename van meldingen, zelfs van zeer lichte gevallen van huiselijk geweld.
Dat lijkt mooi, maar kan tevens al signaal worden gezien dat er lukraak wordt gemeld om de subsidiegever tevreden te stellen. Of de betrokken gezinnen er ook goed mee geholpen zijn, is nog maar de vraag en veel te weinig over bekend.

De gemeente Rotterdam is wel een heel voortvarende regisseur van de plannen van Rouvoet en Hirsch Ballin. Dwang uitoefenen om alle betrokken instellingen tot ondertekening te krijgen, is een vorm van bestuurlijk geweld waar nog geen meldcode voor bestaat.

Update: zie nu dat er ook al een prima stuk over deze kwestie op Sargasso staat: Hulpverlening en de meldterreur.

Voorzichtig met huurders

Voorzichtig met huurders “De Woonbond pleit voor een landelijke code voor corporaties om voorzichtig om te gaan met huurders” (quote uit de Volkskrant over de sloop van goedkope huurwoningen).

In 2008 zouden er ruim elfduizend goedkope huurwoningen zijn gesloopt. Dat stelt De Volkskrant naar aanleiding van een eigen onderzoek onder 25 grote woningcorporaties.
Het bestand aan goedkope woningen is met 5 procent gekrompen, terwijl het aantal duurdere woningen met 13 procent is toegenomen.

Dat lijkt wel de heersende trend. Zo zijn er in 332 van de 443 gemeenten
meer koop- dan huurwoningen. Landelijk is het aantal woningen met een WOZ-waarde van 1 miljoen euro of hoger met 33 procent toegenomen. Dat is overigens een schamele 0,4 procent van de totale woningvoorraad.
Dat er meer koop- dan huurwoningen zijn, wil nog niet zeggen dat het duurder wonen is. De maandlasten van huurwoningen kunnen soms hoger zijn, dan die van koopwoningen. In ieder geval zullen de meeste koopwoningen duurder zijn dan huurhuizen in de sociale sector.

En in die sector wordt aardig gesloopt, maar blijft de vervanging met goedkope woningen achter. Dat is voor een aantal huurders probleem één.
De sloopt betreft vooral woningen die niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen en waarvan de corporaties renovatie niet effectief vinden.
Het tweede probleem is dat sommige huurders niet willen verkassen uit hun oude, vertrouwde buurt. Maar de corporaties vervangen de gesloopte huizen door duurdere woningen.

De overheid zou daar rekening mee kunnen houden in de maatregelen die men wil treffen tegen het woningtekort en de stagnerende nieuwbouw. Het ministerie van VROM kwam onlangs met het rapport “Verkenning effecten stimuleringsmaatregelen rond de woning bouw” (hier
als pdf-document). Daar stond in dat de nieuwbouw de komende jaren sterk terugloopt. In 2010 zal de bevolking met 0,8 procent toenemen, maar daalt de woningproductie met 13,5 procent.

De Woonbond wil de corporaties een landelijke code opleggen, die er voor moet zorgen dat huurders niet worden weggejaagd uit hun buurten en dat er in overleg met de bewoners fraaie renovatieplannen worden opgesteld. Een code waar de Tweede kamer ook voor is en graag in 2011 ziet ingevoerd.

Ook hier moet een code dus gewenste maakbaarheid afdwingen. Terwijl we toch een woningwet hebben en de politiek kan bepalen wat en voor wie er wordt gebouwd.
Blijkbaar is de overheid te voorzichtig met de corporaties omgesprongen en is er nu een voorzichtigheidcode nodig om huurders te beschermen.

Blijven we met mooie codes te tekortkomingen van beleid dichtplamuren?

Moresprudentie

MoresprudentieCodes zijn slechts inkt op papier”, stelde bestuursvoorzitter van de Rabobank op het Sustainability Congres in Den Haag, afgelopen donderdag.
De beste voornemens staan wel eens haaks op wat in de praktijk haalbaar is. De Rabobank wil graag een wezenlijke bijdrage leveren aan een duurzame wereld, maar hoe doe je dat, als er ook zaken gedaan moeten worden in China of Brazilië?

De Rabobank gaat dan te rade bij de eigen Commissie Ethiek. De bank, voortgekomen uit wat ooit banken met slecht lokaal belang waren (de coöperatieve Raiffeisen-bank en Boerenleenbank), doet nu wereldwijd zaken. Volgens de bestuursvoorzitter krijgt de bank dan ook te maken met controversiële zaken op het gebied van dierenwelzijn, ontbossing, genetische modificatie, mensenrechten en de wapenindustrie.

De ethische commissie van de Rabobank kan dan adviseren hoe te handelen. Noem dat “moresprudentie’. “Door bekendheid te geven aan deze moresprudentie wordt geprobeerd bij te dragen aan het ethisch handelen in de Rabobank-organisatie”,
aldus de voorzitter.

Zou elke bank, of elk bedrijf dat in het buitenland opereert een ethische commissie moeten hebben, om de moresprudentie vast te stellen?
Nee, zou het antwoord kunnen zijn. Overbodig, want wat goed of slecht is zou iedereen als vanzelfsprekend dienen te weten. Maar de eigen mores kan wel eens hemelsbreed verschillen met die van andere, verre landen. De tijd is lang voorbij dat we met elk handelsschip ook een legertje missionarissen meestuurden, om ook de eigen moraal op te leggen.

Bovendien zijn er conflicten binnen die eigen mores. China wel willen helpen bij de opbouw van de economie, in de verwachting dat de welvaart voor de gewone Chinees zal toenemen, is nobel. Maar wat, als dat betekent dat je er ook de wereldwijde milieuvervuiling een handje mee helpt?
Een lening verstrekken om soja te verbouwen, in de wetenschap dat daar hele bossen voor gekapt moeten worden?

Ja, zou het antwoord kunnen zijn, een ethische commissie is hard nodig. Het zal voor de Rabobank geen prettige reclame zijn, dat alleen de Triodusbank en de ASN-bank het zoveel beter doen in de controversiële thema’s. Althans, volgens de
eerlijke bankwijzer, die Oxfam Novib, Amnesty International, Milieudefensie en FNV Mondiaal hebben gelanceerd.
De Rabobank scoort voldoende op slechts 4 van de 8 thema’s als klimaat, mensenrechten of de wapenindustrie. En blijkt weinig goeds bij te dragen in sectoren als de landbouw, bossen, of visserij.

Maar of de zelf opgelegde moresprudentie er toe zal leiden bepaalde activiteiten alleen te financieren door wel de eigen mores op te leggen? Of beter nog: helemaal geen activiteiten ontwikkelen op gebieden waar het niet pluis is?
Wanneer zullen codes niet langer “inkt op papier” zijn, maar even geldig als de af te sluiten contracten?

De vrijheid van nummerplaat.

De vrijheid van nummerplaat Nederland is niet het enige land dat ernstige problemen heeft met het nummerbord. Hier mag heer Wilders dan uit zijn plaat gaan, omdat de vrijheid van letterkeuze in het geding is, maar zou hij in South Carolina (VS) hebben gewoond, dan zou hij wellicht alweer voor de rechter worden gesleept.

Een persoonlijk statement op de officiële nummerborden is in strijd met de grondwet, zo oordeelde een rechter aan de andere kant van de oceaan. Het parlement van South Carolina had het eerder goedgevonden dat een nummerplaat opgepimpt mocht worden met een religieuze boodschap. De rechter
keurt dat nu af, omdat het neutraliteitsbeginsel van de overheid ongeloofwaardig wordt.
Er mogen geen religies worden voorgetrokken. En zeker niet omdat er geen nummerborden beschikbaar zijn met symbolen van andere godsdiensten.

Geen “ik geloof” of een kruis op de nummerplaat. Politiek en religieus gehannes over een paar letters en cijfers, leidt hier tot een hysterische aanval van Wilders en in de VS tot een rechterlijk verbod. Maar het kan ook leiden tot een kabinetscrisis.
In België ligt de regering overhoop omdat een minister opkomt voor de rode lettertjes. Ook België moet aan de invoering van de Europese nummerplaat en de staatssecretaris voor mobiliteit grijpt de gelegenheid aan nummerplaten met zwarte letters in te voeren.

Vicepremier Milquet stelt dat het volk zeer is gehecht aan de rood-witte kentekens en gaat dwarsliggen. De Europese regels verplichten immers niet de kleur van de letters te veranderen. Als het logo van de EU er maar op staat, dan is het al goed.
Hoe dan ook, de Belgische regering is hiermee alweer gewikkeld in onderlinge onenigheid.

Wie in België niks van dat gedoe wil hebben, kan zich
melden bij Dina (Dienst Inruilen Nummerplaat voor Abonnement). Gewoon afstand doen van je karretje, nummerplaatje inleveren bij ov-bedrijf De Lijn en een gratis jaarabonnement verkrijgen.
Dat zou een mooi statement zijn tegen rollenbollende politici: “U heeft het te druk met ruziën over cijfers en letters? Ge doet maar, reduceren wij ondertussen de CO2-uitstoot”.

Maar het is wel treurig gesteld met de vrijheid van nummerplaatjes. Je krijgt, als burger, van alles en nog wat opgedrongen. Postcodes, huisnummers, burgerservicenummers, het monopolie ligt bij de overheid. Daar hebben we eurocommissaris Kroes nog niet over gehoord.
En helemaal consequent is de overheid ook niet. Ik heb mijn huisnummerplaatje versierd met de letters HWI (hier woon ik) en dat mag weer wel. Al zou ik mijn huisdieren erop afbeelden, geen instantie die aan de bel trekt.

De woede van Wilders is de plaat voor zijn hoofd, die dat stukje vrijheid aan zijn zicht onttrekt.

DSB-geld terug? Dig it

DSB-geld terug? Dig it Nog voor Kerst zullen de meeste DSB-klanten (een deel van) hun geld terugkrijgen, dat nu nog vast staat op betaal- of spaarrekeningen van de gevallen bank uit Wognum.
Da’s mooi op tijd, want de eerste vertraging is al een feit. De aanvragen uit het depositogarantiefonds van de DNB (De Nederlandse Bank) kunnen pas eind deze maand worden gedaan en niet deze week, zoals eerder was aangekondigd.

De tweede vertraging is vandaag aangekondigd. De
DNB waarschuwt: “Let op: als u een schriftelijke aanvraag doet, zal de procedure langer duren en moet u langer wachten op een vergoedingsbesluit
Waarom? Omdat het de bedoeling is met de DigiD de aanvraag te doen. De website die toegang geeft tot de digitale aanvraag wordt binnenkort geopend. Dat zal dus nog voor eind november moeten zijn.

Hoewel steeds meer Nederlanders (ruim 6 miljoen) een DigiD hebben, kan het voorkomen dat “e
r omstandigheden zijn waardoor u niet per computer en DigiD een aanvraag kan indienen”, aldus de DNB. Dat wordt dan een schriftelijk verzoek, maar of de gedupeerde DSB-klant dan nog een prettige Kerst zal hebben?

Er zijn sceptici ten aanzien van het digitaal contact met overheidsinstanties. Er kan natuurlijk iets fout gaan, zonder dat je dat achter de pc in de gaten hebt. Nu valt dat in de praktijk erg mee. De Nationale Ombudsman kreeg in 2008 nog maar
negen klachten. In 2007 waren dat er nog twintig. Niet veel op de 6 miljoen DigiD-houders.
De klachten betreffen vooral “de gebruiksonvriendelijkheid van de DigiD-aanvraagsoftware, het niet-ontvangen van een DigiD-activeringscode en de beperkte hulpverlening van de helpdesk”, constateert de Ombudsman.

Met betrekking tot veiligheid en service heeft de Ombudsman twee klachten nader onderzocht en geconcludeerd dat de overheid tekort schoot. Eén geval betrof de ex van een vrouw die de DigiD misbruikte om haar dwars te zitten. De andere zaak ging over een kwestie van naamsgeving waar de DigiD geen raad mee wist en waadoor de activeringscode te laat bij de eigenaresse aankwam.

Wat de veiligheid betreft:
dagblad Trouw publiceerde begin augustus een artikel, waarin Paul van Brouwershaven, technisch directeur van beveiligingsbedrijf Networking4all, proefondervindelijk had ontdekt dat 80 procent van de overheidssites beroerd omspringen met privacygevoelige gegevens. Formulieren waarmee je digitaal aanvragen kunt doen, zijn slecht beveiligd, waadoor het mogelijk is je burgerservicenummer kwijt te raken aan digitale boeven.
Volgens Paul van Brouwershaven heeft hij zijn bevindingen gemeld bij de overheid, maar heeft deze er nog niets mee gedaan.

Ja, waarschuwen. Dat wel. Een van de
veiligheidsadviezen van de DNB: “Vertrouw geen onbekenden ook al presenteren zij zich met een professioneel uitziende website en maken zij gebruik van bestaande adressen én personen”. Dus zoek eerst uit of je op de echte DNB-site zit.

Logisch dat niet iedereen popelt om aan de DigiD te gaan. Wellicht ook getraumatiseerde DSB-klanten. Je laat je niet één keer piepelen, toch? Dus volg je de oproep van de overheid zelf, voorzichtiger te zijn op internet. Misschien wel zo voorzichtig dat je internet mijdt, als het om belangrijke zaken als je geld gaat. Maar doe je een schriftelijk verzoek, zul je de kerstmaaltijd toch op een andere manier moeten zien te financieren.
Een veilige lening zoeken?

Rekenfout in salarissen woningcorporaties?

Rekenfout in salarissen woningcorporaties Het ligt niet aan de rekenboekjes, het ligt aan de meesters en juffen dat er zo belabberd wordt gerekend in Nederland.
Klopt! We nemen elkaar vaak de maat, maar zelden correct. Om maar eens een voorbeeldje van realistisch rekenen te geven.

De kritiek op die methode kan naar de prullenbak,
volgens de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen). Of de kindertjes nou realistisch rekenen of traditioneel rekenen krijgen, het maakt niet uit voor het bereikte nivo. Eerder moet het didactisch peil van het onderwijzend personeel een worden nagecalculeerd.

Okee, roept het ministerie van Onderwijs, reken er maar op dat we dat zullen doen. De volgende onderwijshervorming staat in de steigers. De
Pabo gaat verbouwd worden, volgens staatssecretaris Bijsterveld. Haar collega Dijksma vindt, ondanks de conclusie van de KNAW, het realistisch rekenen wel erg dominant aanwezig in het rekenonderwijs. Door een andere berekening van de geldstromen toe te passen, wil ze andere methoden evenveel kans geven.

Afijn, er wordt al jaren beroerd gerekend. Een case uit de dagelijkse praktijk”de salarissen van directies en besturen van woningcorporaties. Even goed opletten allemaal, want het wordt nu best lastig tellen.

De VTW (Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties) en Aedes (vereniging van woningcorporaties) zeggen
in een persbericht dat bijna driekwart van de bestuurders zich aan de eigen salariscode houdt en een kwart toch nog een te hoge beloning krijgt.
Een kwart, da’s 25%. Bijna driekwart is (gokje) 74,9%. Over de resterende 0,1% valt verder niets te lezen.

In de pers komen we de volgende rekenkundige interpretaties tegen.
De NOS zegt dat ruim 30% zich niet aan de salariscode houdt. Het NRC stelt dat 1 op de 8 bestuurders meer dan de Balkenendenorm toucheerde. Da’s dus 12,5%.
Blijven opletten, ja?! Ook daar achter in de klas!

Het NRC wijst op een brief van minister Van der Laan, die vindt dat de salarissen boventrendmatig zijn gestegen. De Balkenendenorm van 181.000 euro vindt hij meer dan genoeg.
Het NRC wijst op het rapport van de VTW en Aedes, die bij hun onderzoek de Izeboudnorm van 232.000 euro als uitgangspunt namen. Ofwel: 51.000 euro meer dan de Balkenendenorm.
Opgave 1: in het NRC-artikel staat: “een directeur van een kleine corporatie kan dus minder dan de Balkenendenorm verdienen, maar wel boven de Izeboudnorm uitkomen”.
Okee, neem allemaal pen en papier en reken eens uit hoe dat kan.

Tweede opgave: In
het VTW-rapport (pdf!) staat dat 34% van de directeuren en 47% van de toezichthouders meer verdienen dan de bovengrens van hun eigen branchenorm. Van alle bestuurders zat gemiddeld 34% boven die norm.
Reken uit waarom de NOS op 30% komt en de NRC op 12,5%.

Het zouden zomaar twee voorbeelden kunnen zijn uit de methode realistisch rekenen. Ik geloof dat ik toch maar aan traditioneel rekenen vasthou. Eén plus één is twee en kan nooit drie of meer zijn. Een rekenmethode die heel wat crisis had kunnen voorkomen.

Opm: uw redacteur heeft niet meer dan Pabo op zak, Onvolkomenheden in de rekenopgaven zijn daarmee verklaard.

Code Leedvermaak

Code Leedvermaak Collectieve paniek! Geen nood, als de consument lijdt, kan hij zijn leed vermaken aan belangenbehartigers, die wel even een fikse schadevergoeding zullen regelen. Naast gerenommeerde belangenbehartigers als de Consumentenbond, de Nationale Ombudsman en vakbonden, bloeien er tal van nieuwe clubjes. Vaak gespecialiseerd rond een specifiek thema. Maar met het algemene kenmerk de gedupeerde consumenten rijker te maken.

Leedstichtingen. Zo noemt advocaat Jurien Lemstra ze, in het Financieel Dagblad. Juridische adviseurs die misbruik maken van consumentenleed. Ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Als voorbeeld wordt genoemd de advocaten die een belangenstichting oprichten en vervolgens zelf de processen voeren. Goed voor hun eigen boterham, maar ook een vorm van belangenverstrengeling. Reden om te pleiten voor een
keurmerk of een gedragscode voor die zogenaamde leedstichtingen.

Waar heeft meneer Lemstra het over? Bedoelt hij Pieter Lakeman met zijn Stichting Hypotheekleed? Dat hij klanten van de DSB-bank opriep al hun geld op te nemen, mag als een kwalijke actie worden gezien, maar Lakeman zal daar zelf financieel niet wijzer van zijn geworden.
Misschien wel van die Stichting Hypotheekleed. Die beoogt mensen met probleemhypotheken te steunen. Wel met het oogmerk de verantwoordelijken tot schadeherstel te dwingen.
Of juist de Stichting Lakemanleed? Volstrekt onduidelijk wie daar achter zitten, maar als je je inschrijft en 10 euro dokt, garandeert de club wel een 100% schadeclaim aan de mensen die menen gedupeerd te zijn door Lakeman’s acties rond de DSB-kwestie.

Nog een recent bekend geworden voorbeeld:
advocatenkantoor Morand. Deze firma specialiseert zich in tal van zaken waar de consument mogelijk wordt getild, zoals de misleidende reclame van de Staatsloterij. Daartoe richtte het advocatenkantoor de stichting Loterijverlies op. Verder lijkt men te grossieren in diverse vormen van collectief onrecht en heeft zelfs een stichting Meldpunt Collectief Onrecht in het leven geroepen. Naast de loterij kun je ook door liften getild worden en natuurlijk heeft Morand daar dus een stichting voor.

Belangeloos leedvermaak? Natuurlijk niet. Dus een goede zaak om de vrije markt van belangenbehartigers aan een gedragscode te onderwerpen?
Lijkt normaal gesproken niet nodig. Juridische bijstand kost een lieve duit. De meest vermogenden kunnen zich zeker op eigen kosten elke dure advocaat veroorloven. De minder draagkrachtigen kunnen een beroep doen op rechtsbijstand. Bij een aanvraag voor rechtsbijstand kan de beoordelaar kijken of je een bonafide advocaat in de arm hebt genomen. Zo niet, geen rechtsbijstand.

Dat werkt bij individuele zaken goed genoeg. Het gaat echter om zaken waar grote groepen burger gedupeerd zijn. Dan is het natuurlijk aardig om als groep een advocaat er bij te halen, want de individuele kosten worden een stuk lager. Werkt doorgaans ook prima. Behalve dan dat de uitkomst van zulke zaken vaak lang op zich laat wachten en zelden tot een 100% schadevergoeding leidt. Zoals in de zaak van
Dexia Lease. De mensen die aan de collectieve afhandeling meededen, moeten het met een schikking doen. Degenen die daar niet aan meededen, moeten volgens een advies van de Hoge Raad het volle pond krijgen.

Ook de kwestie van een vals spelende Staatsloterij heeft de cliënten van advocaat Morand geen cent wijzer gemaakt. Een gedragscode zou dus op zijn plaats zijn. Maar dat kan soms een vodje zijn met wel heel weinig waarborgen. Dus een wettelijke regeling is misschien beter. De deken van de Nederlandse Orde van Advocaten wordt in het Financieel Dagblad geciteerd: “Als goede voorlichting onvoldoende helpt, kan een code uitkomst bieden. Of misschien moet ook worden nagedacht over regelgeving, zoals in het verleden is gebeurd bij de colportagewet”.

In kwesties als de DSB-bank, Dexia Lease en de Staatsloterij zou eigenlijk eerst de hebzuchtige burger zich eens wat beter moeten gedragen. Excuus voor dit morele vingertje, maar er zou heel wat uit te buiten leed minder zijn geweest als men zich meer had geconcentreerd op de kleine lettertjes dan op de fictieve bergen geld. Wie er dan nu opnieuw instinkt, in de hoop dat allerlei stichtingen hun collectieve leed kunnen omtoveren in een riante schadevergoeding, moet het zelf maar weten. Wat dat oplevert? De wijsheid alweer niet wijzer te zijn geworden.

De sprookjes van de week.

De sprookjes van de week Het is al de hele week sprookjesfestival. Sprookjes zijn verhalen, die in gecodeerde vorm aspecten van de werkelijkheid verbergen. Nu lijkt de werkelijkheid ook wel eens verborgen sprookjes te bevatten. Even een moment om naar de sprookjes van deze week te kijken.

Geen idee of het opzet was, maar twee hoofdstukken uit het sprookje van de Mexicaanse griep, sprookjes zijn deze week gecorrigeerd.
Allereerst dat aangrijpende hoofdstuk, waarin een van de hoofdpersonen overlijdt aan de griep, die als een vloek over het land waart. Het genoemde prinsesje blijft in het sprookje wel dood, maar is niet overleden aan de vloek. Waaraan dan wel, blijft voorlopig in nevelen gehuld, zoals dat in sprookjes betaamt.

In een ander hoofdstuk probeert een wonderdokter het land te redden door mensen tegen de vloek te vaccineren. Heel het volk gelooft het, maar de dokter blijkt een kwakzalver te zijn, die met
botte naalden menig huidzweertje veroorzaakt. Ook dat bleek een sprookje in een sprookje. De dokter heeft toch de goede spullen in huis en de naalden blijken prima in orde.

Er is zo’n groot aanbod aan sprookjes, dat je makkelijk de een met de ander verwart. Lees je de titel “
Woedende Bos gaat boetes uitdelen na verlies”, denk je al gauw dat de schatkistbewaarder eindelijk de boze banken van katoen gaat geven. Het blijkt echter om een stel lummelende voetballers te gaan, die hun zuurverdiende centjes moeten inleveren bij de in toorn ontstoken trainer.

En dan is er ook nog het sprookje van de koning, die maar niet wil vertrekken. Heel zijn volk staat voor de nieuwspoorten van het paleis staat te wachten op de mededeling dat de koning zijn nationale zetel gaat verlaten, om plaats te nemen
op een Europese troon. De koning, een ware meester in het aan het lijntje houden van zijn onderdanen, verschijnt af en toe op het balkon en roept: “Ik ga niet, hoor!”

Zomaar een greep uit de verhalen van het sprookjesfestival. Welke sprookjes vindt u opmerkelijk?

Wet beloning topfunctionarissen

Wet beloning topfunctionarissen Tot 23 november kun je je bemoeien met de beloning van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Minister Ter Horst heeft het wetsontwerp op internet gegooid en op internetconsultatie kun je reageren (zie ook het persbericht).

Natuurlijk gelijk gekeken in
het wetsontwerp (pdf!) wat ministers, burgemeesters, directeuren van ziekenhuizen en energiebedrijven mogen verdienen: niet meer dan de Balkenende norm.

In artikel 2.2 staat het allemaal beschreven. Het daadwerkelijke loon mag hoogstens € 181.773 zijn. Een weekloon van bijna 3500 euro.
Daar komt een maximale en belastbare onkostenvergoeding bij van € 15.685 (ruim 300 euro per week) en een verhoging voor de pensioenbijdrage van € 28.771 (wekelijks 533 euro).
Een totaal van € 226.229 ofwel een weekgage van 4350 euro.

De artikelen 2.3 tot en met 2.5 geven wel ruimte de normering te verhogen. Onder andere als “de bijzondere arbeidsmarktomstandigheden een hoger bedrag rechtvaardigen”.
De minister kan tot zo'n verhoging besluiten, mits dat “in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad” is.
Waarmee de topsalarissen onderwerp van ’s lands politieke grillen kunnen worden.

Topambtenaar Roel Dekker liet eerder weten dat
onverstandig te vinden. Jawel, het salaris van een minister-president mag door een politiek besluit tot stand komen, maar dat moet je niet toepassen bij ambtenaren en functionarissen in de publieke sector. Je moet geen politieke norm introduceren in professioneel gebied. Beter lijkt het Roel Dekker de ambtenaren naar prestatie te belonen.
Lijkt mij ook prima van toepassing op de salarissen van ministers en Kamerleden.

Ook wordt in bepaalde kringen gevreesd dat de nieuwe norm geschikte kandidaten voor topfuncties zal afschrikken. Dan zou je dus dubbel armoe in topsferen krijgen: onbekwame functionarissen die voor een fooi moeten werken.

Welke argumenten je ook hebt om voor of tegen deze wet te zijn, je kunt ze nu dus kwijt via internetconsultatie. Laat hier weten of je daar gebruik van gaat maken en zo ja, wat heb je daar aan reacties hebt achter gelaten?