Categoriearchief: Codes

Persvrijheid binnen de Nieuwspoort

Persvrijheid binnen de Nieuwspoort

Je hebt een perscentrum. Een internationaal perscentrum zelfs. Nieuwspoort. Je mag aannemen dat er door die poort heel wat naar buiten komt. Die verwachting mag je zeker hebben als het perscentrum op haar website met dikke letters meldt: Nieuws wordt hier gemaakt.

Tegenwoordig heeft elke zichzelf respecterende club een gedragscode. Zo ook Nieuwspoort. De meeste gedragscodes regelen fatsoenlijk gedrag. Je zet het niet op een zuipen op de werkvloer. Je slaat er niet op los. Maar je verwacht niet van een perscentrum dat de code ook voorschrijft dat er geen nieuws naar buiten wordt gebracht.

Dat blijkt wel het geval. Als er namelijk wel een borrel teveel wordt genomen of er hier en daar een tik uit wordt gedeeld en je zet dat in je krant, dan kun je de toegang ontzegd worden.

De Nieuwspoortcode zegt dat alles wat in de bar van het centrum plaatsvindt, niet gepubliceerd mag worden. De bar dient om journalisten en politici informeel bij elkaar te brengen. Bied je als journalist een politicus een drankje aan om hem wat loslippig te krijgen, dan mag dat feit niet in de krant en wat er gezegd is ook niet.

Een columnist van De Pers heeft de code geschonden. Hij schreef over het incasseringsvermogen van Johan Remkes en Frits Wester. Volgens de columnist kunnen die aardig wat innemen. Ook deed hij verslag van een knokpartij waarbij Mei Li Vos was betrokken.
De volgende keer dat de columnist uit de bar klapt, wordt hij geroyeerd.

Toen in 2002 Nieuwspoort, na een opknapbeurt, feestelijk werd heropend, verwoordde Balkenende al wat er zo al mis kan gaan in het perscentrum: “De veelbesproken “Nieuwspoortcode” doet nieuwbakken kamerleden – en dat zijn er nog al wat – vaak nieuwsgierig naar Nieuwspoort komen. Daarmee menig fractievoorzitter of fractievoorlichter de zenuwen bezorgend”.

JP, godfather van menig gedragscode, meende dat journalisten door alcohol gedrenkte citaten wel uit de pers zouden houden, maar herinnerde de aanwezigen eraan dat een journalist ook maar een mens is en dat je nooit zeker kon zijn of zijn geheugen toch niet, per ongeluk natuurlijk, een citaatje uit zijn geheugen zou laten glippen.

Balkenende wees er op dat: “Hoe vriendschappelijk de sfeer in Nieuwspoort ook is, niemand zal er geheel zijn rol vergeten. Voorlichters en kamerleden om hun nieuws te slijten of beelden recht te zetten, en journalisten om nieuwtjes op te snuiven”.

Juist. Dat lijkt me ook de rol van een perscentrum. Zowel in de officiële zaal, als in de wandelgangen, alsmede de wc's en niet te vergeten de bar.

Nu zijn de drankgewoontes van Frits Wester geen opzienbarend nieuws. Hooguit iets voor een ondermaatse column. Goed voor roddelblaadjes. Maar als hij een persvoorlichter onder tafel zuipt en dan zijn kans schoon ziet om de Prinsjesdagstukken uit 's mans colbert te rollen, dan heeft Frits weliswaar een laffe scoop te pakken maar gans het land weet dan wel wat ons op de derde dinsdag van september boven het hoofd hangt.

In 2004 pleitte NOS-hoofdredacteur Hans Laroes voor afschaffing van de Nieuwspoortcode. Mooi punt uit zijn betoog: “Eerst en vooral: wij hebben niets met elkaar. Een journalist is geen woordvoerder is geen politicus”.

Zo is dat. Afstand houden en ieder zijn werk doen. En vraag niet van een journalist zijn mond te houden als hij nieuws heeft ontdekt.

Zoetzure lastenverlichting

Zoetzure lastenverlichting

Het regent. Mooie gelegenheid het huishoudboekje op orde te maken. Daar is alle reden toe. Het kabinet gaat 's lands lasten met 3 miljard euro verlichten. Het bedrijfsleven krijgt de helft en de burgers de rest: 1,5 miljard euro.

De burgers? Hee, dat ben ik ook! Effe rekenen….

Bij het CBS staat de bevolkingsteller nu (14.56 u.) op 16.446.417 mensen. Allemaal mondjes die gevoed moeten worden. Die van mij ook. Nu gaat het kabinet ons 91,21 euro per burger tegemoet komen.

Wat geef ik ook alweer uit in de supermarkt?
Ha, ik zie het al. Vorig jaar was ik 35 euro per week kwijt. Maar nou heb ik wel het gevoel dat de boodschappen stukken duurder geworden zijn. Dat blijkt mee te vallen. Ik dacht even dat mijn eten 4,6 procent duurder geworden was, maar het is
slechts 2,7 procent. Op jaarbasis ben ik dit jaar maar 11,34 euro meer kwijt.
Nou, da's dan ruim gecompenseerd door het kabinet. Bijna 80 euro gewonnen!

Even verder rekenen. De boodschappen zijn niet de enige gestegen kosten. Ik heb een chronische kwaal en dat is me dit jaar 150 euro meer gaan kosten. Valt nog reuze mee, want mensen die amper naar de dokter moeten zijn maar liefst 450 euro meer aan zorgkosten kwijt.
Maar goed, in mijn geval:
150 meer voor de zorg, 11,34 meer voor de boodschappen, ruim 91 euro lastenverlichting doorberekenen, dat is, eh…

Verrek, ik kom zo'n 70 euro tekort! En dan nog maar hopen dat de 25 euro die de energieboer
teveel heeft berekend nog dit jaar wordt terugbetaald, anders kijk ik toch tegen een gat van bijna 100 euro aan!

Nog goed dat ik geen auto rij. De vakantieplannen kan ik echter wel schrappen. Dat zal een vakantiebaantje moeten worden.
Nou ja, daarmee voldoe ik dan wel aan mijn burgerplicht het
menselijk tekort aan te vullen. We moeten allemaal meer willen werken, zegt JP.

Maar lastenverlichting? Het is een complex financiëel product van het kabinet, die wel is vergeten de financiële bijsluiter erbij te leveren. Dat zijn ze toch verplicht volgens haar eigen gedragscode? En was er ook niet ergens een code tegen misleiding?
Je kunt maar beter zelf op de kleine lettertjes letten.

Nieuwe meldcode kindermishandeling

Nieuwe meldcode kindermishandeling Sinds we een staatsburo voor jeugdzorg hebben, staat de privacy van het gezin onder curatele. Bedoeld om problemen in een vroeg stadium te ontdekken. Tevens bedoeld om er ook wat aan te doen zodat we in de toekomst er minder probleemjongeren of getraumatiseerde volwassenen zijn.

Hoewel het er soms sterk op lijkt dat de Rouvoet-brigades vooral lastpakken moeten opsporen zodat zij alsnog modelburgers worden, is er een schrijnend probleem dat wat moeilijker aan te pakken is.
Er zijn naar schatting ruim 100.000 kinderen slachtoffer van een uit de hand gelopen pedagogische tik of juist het ontbreken van enige pedagogie: verwaarlozing.

Artsen hebben een rol bij het ontdekken van mogelijke mishandeling, maar hebben ook een beroepsgeheim. Bovendien zullen ouders, maar ook de kinderen zelf, niet snel zelf opbiechten dat de opvoeding wat gewelddadig verloopt. Lastig dus om het te herkennen, lastig ook om het te melden. Een arts zal zeker moeten weten dat een kind niet tijdens een onbesuisd spelletje van de trap is gevallen, maar klem heeft gezeten tussen onmachtige ouders. Een verkeerde melding kan heel vervelende gevolgen hebben.

Nu hebben minder dan de helft van alle organisaties die met kinderen hebben te maken een meldcode. De gezamenlijke artsen hanteren een meldcode van de KNMG (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunde). Vandaag heeft de KNMG een vernieuwde meldcode overhandigd aan minister Rouvoet.

De oude code schreef voor dat een arts alleen kindermishandeling mocht melden, als hij de problemen in het gezin niet meer zelfstandig kon oplossen en er toch veel gevaar voor het kind dreigde. De arts stond er dus in zijn eentje voor en had heel wat te wikken en te wegen voor hij de vertrouwensrelatie met het gezin op het spel zou zetten. In de wet is geregeld dat een arts wel degelijk het beroepsgeheim mag schenden als dat in het belang van het kind is. Waarom dan toch een nieuwe meldcode?

De nieuwe code regelt dat een arts er niet langer alleen voor staat en biedt ook een stappenplan, dat zorgvuldige melding moet garanderen. De code moet genoeg bescherming en houvast bieden, zodat artsen nu sneller dan voorheen tot actie overgaan.

De KNMG vindt dat een arts voortaan wel bij derden, zoals school, maatschappelijk werk of andere artsen, zijn bevindingen mag checken. Waarmee de privacy van het gezin wordt aangetast. Het stappenplan moet voorkomen dat dit ten onrechte gebeurt.

Vermoedt de arts, op basis van eigen onderzoek, kindermishandeling, dan raadpleegt hij eerst het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling). Daarnaast kan de arts een deskundige collega te hulp roepen. In deze fase mag de arts de personalia van het gezin niet openbaren. Zo zullen deze stappen, zegt het KNMG, een vroegtijdig contact garanderen.

Als de arts dan, op grond van het ingewonnen advies, meent dat verdere actie noodzakelijk is, wordt er met de ouders gesproken. Dat zal niet altijd verstandig worden gevonden. In dat geval neemt de arts contact op met andere professionele betrokkenen.
Met de zo verkregen informatie gaat de arts weer naar het AMK om samen te beslissen of een melding noodzakelijk is.

Als de ouders vrijwillig hulp aanvaarden, wordt de melding niet gedaan, maar houdt de arts de ontwikkelingen wel in de gaten. Blijft het verkeerd gaan, kan alsnog een melding worden gedaan. Tenzij de arts denkt dat de risico's zo groot zijn dat overleg met ouders en inschakelen van hulp eigenlijk al te laat is. Dan moet onverwijld de Raad van de Kinderbescherming of de politie worden ingeschakeld.

De nieuwe meldcode is in de kern van de zaak niet zo heel nieuw. Eigenlijk zegt de code dat artsen niet te laks moeten zij met meldingen van mogelijke kindermishandeling. Met de nieuwe code hoopt men dat de arts sneller en makkelijker, ook buiten ouders en kinderen om, aan de slag gaat als de professionele intuïtie zegt dat er wat aan de knikker is. Die professionaliteit wordt wel verbeterd door bijscholingen op gebied van kindermishandeling. Een arts zal de ene blauwe plek toch goed moeten onderscheiden van de andere. Een arts zal ook moeten herkennen wanneer de opvoeders om de hete brei heen draaien, als ze gevraagd worden naar hun opvoedkundige aanpak.

De gewetensvraag is nu: voldoet de huidige wet- en regelgeving om kindermishandeling aan te melden of is het juist goed deze te verruimen? Is de nieuwe meldcode van het KNMG een goede stap richting een vlotte aanpak van kindermishandeling?

(Bronnen: artikel op medischcontact.artsennet.nl en de website van het KNMG, alwaar de meldcode en het stappenplan in pdf-formaat gedownload kunnen worden).

Betrouwbaar gezicht

Betrouwbaar gezichtDe codering van het meest betrouwbare gezicht is ontdekt. De mond in een licht u-vorm, de wenkbrauwen opgetrokken en een beetje verbaasde blik zijn de drie ingrediënten voor een smoelwerk waar je zo je portefeuille aan zou vertrouwen.

De ontdekkers denken dat deze kennis nuttig kan zijn voor verkopers, maar ook voor criminelen. Mensen luisteren niet zozeer naar wat je zegt, maar kijken meer naar je gezicht of dat een beetje integer overkomt.

Ik heb toch zo mijn twijfels bij de uitkomsten van dit onderzoek. Als ik het prototype van dat betrouwbare gezicht vergelijkt met de officiële portretten van onze bewindslieden, dan kijken ze geen van allen betrouwbaar uit hun ogen.

Toch geniet dit kabinet steun uit brede lagen der bevolking en wordt menig portefeuille aan de diverse bewindslieden toe vertrouwd.
Ik zie de bewindslieden ook zelden met een verbaasde blik in het openbaar. Zelfs als de mp verbaasd is over het geklaag van het volk, kijkt hij eerder streng dan dat-ie zijn gezicht in de integere plooi trekt van u-vormige lippen met opgetrokken wenkkbrauwen.

Eerlijkheid, waar kom je zulk een deugd nog tegen, gebiedt te zeggen dat de gezichten van de bewindslieden ook niet matchen met het prototype onbetrouwbaar smoel.
Het model dat de onderzoekers daarvoor gevonden hebben, lijkt op de eerste de beste booswicht uit een derde rangs crimi-comic.

Nu is het wel een amerikaans onderzoek. En in Amerika heeft de man die niet in zijn eerste leugentje is gestikt, het wel een complete ambtstermijn als president vol gehouden. En als je menig foto van hem bekijkt, zul je zien dat hij vaak een wat verbaasde blik trekt en zijn wenbkbrauwen wat opgetrokken houdt.

Persoonlijk vind ik dat Bush dan meer op het stoute jongetje lijkt, dat onschuld acteert om aan zijn rechtvaardige straf te ontlopen. Die gezichtscode appelleert bij mij juist op: oppassen, dit mannetje heeft wat te verbergen.

Nou heb ik persoonlijk ook niet alle vertrouwen in onze eigen mp. Maar als je zijn foto naast het prototype van de amerikaanse onderzoekers ziet en dat dan weer met het gezicht van Bush vergelijkt, dan moet gezegd: JP springt er gunstig uit.
betrouwbare gezichten

Welke kenmerken heeft een betrouwbaar gezicxht volgen u? En welke politicus heeft dan het betrouwbaarste gezicht aller tijden?
Roept u maar…

Pedacode

Pedacode

Je mag van geluk spreken als je kind in Rotterdam bent. De wethouder voor jeugd zorgt ervoor dat het helemaal goed met je komt. Vorig jaar kondigde hij een opvoedkundig A4-tje aan en die pedagogische code is er nu.
Wethouder Geluk (CDA) noemt het overigens geen gedragscode. De tien regeltjes zijn, zo zegt hij, “vanzelfsprekendheden“.

Tot die vanzelfsprekendheden horen onder andere: het kind een warm en veilig huis bieden, kleden naar de weersomstandigheden, voor het 12e jaar van seksuele voorlichting voorzien en regelmatig met de school bespreken hoe het daar gaat.

Door gans het land vinden bestuurders dat ouders wel een steuntje in de rug kunnen hebben bij dat o zo ingewikkelde opvoeden. Denk nu niet dat het alleen een CDA of CU stokpaardje is. In Amsterdam maakt de PvdA zich hard voor pedagogische ondersteuning van de ouders.

PvdA-wethouder voor de jeugd, Lodewijk Asscher, kwam ook al tot de “formulering van minimale eisen“. Geen staatopvoeding, nee, ook van die vanzelfsprekendheden als ontbijt en warme kleren, grenzen stellen en handhaven, recht op ouders die warmte en liefde geven, moeilijke thema’s bespreekbaar maken en vaardigheden bijbrengen (Nederlandse taal).

In Den Haag heeft de VVD-wethouder Sander Dekker de opvoedprofessor René Diekstra ingeschakeld om tot een opvoedcanon te komen. De wethouder meent dat “kennis en opvoedvaardigheden van ouders essentieel zijn voor de ontwikkelingskansen van kinderen. Met het onderzoek, de Haagse Canon van de Opvoeding en de nieuwe Centra voor Jeugd en Gezin helpen wij ouders en aanstaande ouders bij hun opvoedingstaak”.

Wim de Bie schoot de wethouder te hulp door op zijn Bieslog al de eerste regeltjes aan te bieden. In het welbekende haagse taaltje, zodat de lokale ouders het ook echt zouden begrijpen. Haags pedagogische richtlijn om zeurende kindertjes aan te pakken: “En wie nâh nog z'n bek opendoet krègt un ongeloâflèk pak op z'n sodemieteâhr”.

Nou mag het prijzenswaardig heten om een complete bibliotheek aan opvoedkundige boekwerken terug te brengen tot een tiental regels, maar schieten we er wat mee op?

Wethouder Geluk uit Rotterdam weet niet eens of hij de pedacode zelf wel zal toepassen. Stel je ziet dat je buurkind veel te vet rondloopt. De wethouder weet niet zeker of hij de ouders er op aan zal spreken. Daarmee houdt hij zich nu al niet aan regeltje 8: Ouders zijn aanspreekbaar op hun omgang met hun kind en op het gedrag van hun kind.

Wethouder Asscher schreef in 2005 op zijn weblog al dat regels niet genoeg zijn. Wel veel geld (5 miljoen euro) voor een ambitieus plan, met gezinscoaches, centra voor ouder en kind en, om het leuk te houden, bezoekjes aan kindercircus Elleboog.

In Den Haag is wethouder Dekker er nog niet uit. Begin dit jaar zouden de resultaten gepresenteerd worden van een onderzoek naar wat de ouders zelf missen om goede opvoeders te worden. De te hulp geroepen professor is nog steeds bezig de pedagogische wereldliteratuur door te spitten en die tot een handzame samenvatting te minimaliseren. Nog even wachten dus op de opvoedcanon.

Ondertussen krijg je wel het gevoel dat zich de laatste decennia een pedagogische ramp heeft voltrokken, die nu met gedragscodes, richtlijnen en overheidscontrole opgelost moet worden. Niet met een doorwrochte visie, niet met een nieuwe pedagogisch geschrift van formaat, nee, met een A4-tje afspraken die de ouders worden opgedrongen.

Die ouders waren ooit zelf kinderen, wiens ouders maar wat aanklooiden met wat de dominee of dr. Spock ze voorhield. En de ouders van die generatie moesten het doen met katholieke canons, terwijl hun ouders weer, helemaal geen tijd hadden om grote gezinnen op te voeden. Dat gebeurde wel in de fabrieken en de landbouw, waar kinderen naar hun volwassenheid werkten.

Dat al die ouders er zo'n rommeltje van maakten is natuurlijk terug te voeren op de oude Grieken. Althans, op één oude Griek: Aristoteles. Die vond de heersende
Spartaanse opvoeding maar niks en bedacht een opvoeding die meer gericht is op een minder materiële, meer vormende opvoeding.

Sindsdien slingeren opvoeders heen en weer tussen dressuur (tucht, straf en beloning) en een geestelijke opvoeding (lees eens een goed boek, laat kinderen zelf wat ontdekken). Met alle gevolgen van dien. Er is geen periode voorbij gegaan, of er waren wel kinderen die zich niet aan de geldende normen en waarden hielden en pedagogen voorschreven wat je daarmee aan moest.

Zo gaat dat met opvoeding. Kinderen doen daar hun eigen ding mee. Of om Clarence Darrow, amerikaans jurist en agnosticus, te parafraseren: De ouders verpesten je jeugd, de kinderen doen de rest.

Blijkbaar bestaat opvoeding niet. In ieder geval niet in de vorm van klassieke pedagogische geschriften, want die worden continu herschreven. En zeker niet als handzame A4-tjes, waar je jaren mee vooruit zou kunnen, want elke generatie bedenkt haar eigen passende codes.

De hele opvoedkunde zou misschien beter tot één stelregel terug gebracht kunnen worden: herinnert u zich kind te zijn.

Gedragscode voor zwaailichten

Zwaalicht

De website Regering.nl is een van de sites waar je kan lezen waar het kabinet zo al mee bezig is. Gisteren stond er een nieuwsbericht op waarin een intrigerende passage is opgenomen.

Minister Eurlings is niet alleen hard aan het werk om voldoende snelwegen te bouwen, hij moet natuurlijk ook er voor zorgen dat de hulpdiensten goed hun weg kunnen vinden in al dat verkeer. Daarom komt er een aanpassing van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens.

Blijkbaar is het op dat gebied een rommeltje en moet er nodig wat duidelijkheid worden verschaft. Dus krijgen alle hulpdiensten hetzelfde geluidssignaal. Het loeiende geluid van voortrazende hulpverleners wordt ook beter hoorbaar gemaakt.

Ook de zwaailichten worden verbeterd. Extra blauwe lampen en richtingaanwijzers moeten er voor zorgen dat de “voorrangsvoertuigen” zich flitsend door het verkeer kunnen snellen.

Maar nu die intrigerende alinea: “Om ongewenst gebruik van voorrangssignalen tegen te gaan, komen er gezamenlijke gedragscodes. De regeling van optische en geluidssignalen wordt aangescherpt voor wat betreft de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden van chauffeurs”.

Kijk een aan. Zou de klagende burger nu toch gelijk hebben met het idee dat de politie of brandweer snel een bamihap gaat halen en daarvoor het zwaailicht gebruikt? Of zijn er van die romantisch ingestelde ambulancerijders, die bij het passeren van hun eigen huis even de drietonige toeter aanzetten om een 'hou van jou' aan moeders of vaders thuis over te brengen? Welk 'ongewenst gebruik' heeft men het hier over?
Het zal toch niet zo zijn dat we ook al hufters met zwaailichten hebben?

Misschien dat de regering heel iets anders bedoelt. Bijvoorbeeld wie van de aansnellende hulpverleners voorrang heeft bij bepaalde situaties. In Amsterdam ging het mis toen, na een melding van een brand, zowel de brandweer als de politie gelijktijdig een kruispunt naderden. Wie heeft in zo'n geval als eerste voorrang?
Blijkbaar wisten de chauffeurs het niet goed. Een uitwijkmanoeuvre was het gevolg. De brandweer koos een broodjeszaak, de politie het hazenpad.

Tja, als die chauffeurs nou een gedragscode voor zulke situaties hebben, weten ze misschien wel hoe het moet.

Er is ook nog een andere mogelijkheid waarom de regering een gedragscode noodzakelijk vindt. De politie in Hengelo heeft kort geleden een interessante proef gedaan. Men wilde wel eens weten hoeveel sneller een auto op de plaats van onheil zou zijn, bij gebruik van de voorrangssignalen.

Men liet een wagen met en een andere wagen zonder toeters en bellen uitrukken voor een ritje van 15 kilometer. De politieauto zonder de signalen mocht wel harder rijden dan is toegestaan en waar nodig een rood verkeerlicht negeren.
Het resultaat: de wagen met licht en geluid was slechts 7 seconden sneller ter plaatse.

Zal er nu in de aangekondigde gedragscode komen te staan dat de chauffeurs alleen licht- en geluidsoverlast mogen produceren als ze er zeker van zijn dat het wel een substantiële tijdswinst oplevert?

Ik denk dat die gedragscode helemaal niet nodig is. Natuurlijk: er zal wel eens een hulpverlener het zwaailicht gebruiken om snel een broodje shoarma te halen om in de kantine net op tijd nog Nederland-Rusland te zien. Een tevreden werknemer zal toch zeker ook betere prestaties leveren als de nood aan de man is?

Zeg me wie je bent

GeluidanalyseEindelijk kun je weer op je woord worden geloofd. Dankzij Siemens. Dit bedrijf gebruikte al enige tijd stemherkenning als middel tot identificatie van medewerkers die de helpdeks belden.
Inmiddels
meent Siemens dat deze technologie zo ver is ontwikkeld en zo goed werkt, dat het ook aan 'de consument' beschikbaar kan worden gesteld.

Groot probleem bij heldpdesks blijkt dat mensen hun wachtwoord zijn vergeten. Dat geldt ook bij het gebruik van de pc. Mensen die hun pc hebben beveiligd door hun de toegang tot het besturingssysteem met een wachtwoord te vergrendelen, kunnen nu automtatisch en snel aan nieuwe wachtwoord worden geholpen.
Door niet alleen hun persoonlijke gegevens (naam, geboortedatum, enz.), maar ook hun stem te laten registreren, wordt een vlotte afhandeling aan de helpdesk mogelijk. Je babbelt wat door de telefoon tegen een computer en binnen enkele minuten heb je je nieuwe wachtwoord.
Mooie oplossing voor mensen die last hebben van het
MAHSRO-verschijnsel?

Snel en makkelijk is ook het doel dat Albert Heijn voor ogen heeft bij de introductie van de vingerscan. Aan de kassa betalen met je vingerafdruk. Je kunt he pincode gerust vergeten.
De eerste gebruikers van deze methode zijn enthousiast en maken zich weinig zorgen over eventueel misbruik.
Overigens: dat je vingerafdruk aan slijtage onderhevig is, naar mate je ouder wordt, kan het zoveelste probleem van de vergrijzing worden.

Biometrie is betrekkelijk nieuw. Toch wordt het steeds meer gebruikt. De irisscans en gezichtsscans bij de paspoortcontrole op vliegvelden, het biometrische paspoort dat vorig jaar in Nederland is ingevoerd en nu dan ook de vingerscans en stemherkenning.
De consument lijkt de grootste twee bezwaren (falende tehcniek en inbreuk op de privacy) argeloos terzijde te schuiven. Albert Heijn wordt zonder meer vertrouwd, terwijl gegegevens van de klanten met een AH-bonuskaart gebruikt worden om uitkeringsfraude op te sporen. De Sociale Verzekeringsbank kan bij de grootgrutter controleren of de uitgaven van boodschappen een beetje passen bij het budget van een uitkeringsgerechtigde.
Zal Albert Heijn de recherche ook een handje helpen als die wil weten waar criminelen hun boodschappen doen?

In mei interviewde De Volkskrant de hoogleraar Recht en Informatisering en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Corien Prins. In dat artikel stelt de hoogleraar dat mensen neigen een bijna grenzeloos vertrouwen in de technologie te hebben. Quote: “Zo zit er achter de toepassing van biometrie een complexe technische wereld. Er worden afwegingen gemaakt waar burgers geen weet van hebben, maar die wel hun positie bepalen”.

Falende techniek kan van een argeloze burger een misdadiger maken. Het koppelen van verschillende databases met persoonlijke gegevens kan gebruikt worden zonder dat de burger er zelf iets van weet. De keuzes die bij het gebruik van al die gegevens worden gemaakt, maakt de burger niet zelf.
Als jij nooit een aanbieding van een verzekeraar in de bus krijgt, zul je blij zijn met het uitblijven van ongewenste reclame. Ben je ook zo blij als je weet dat de verzekeraar bepaalde buurten of mensen met een bepaald inkomen mijdt? Die gegevens heb jij niet geleverd, die haalt de verzekeraar uit bepaalde databases.

Om biometrie ook een aanvaarbaar onderdeel van de burgercontrole te maken, worden ook toepassingen de wereld in geholpen waar de burger voordeel meent bij te hebben.
Nooit meer wachtwoorden onthouden, want met een paar cijfers brabbelen heb je zo een nieuwe. Nooit meer je pincode onthouden, want je betaalt met je vingerafdruk.
Het gemak dient de mens. En voor dat gemak gooit de mens blijkbaar graag zijn privacy te grabbel.

Oranje kinderen

Kind

De waarde van oranje. Daar zal in deze tijden verschillend over worden gedacht en vooral met sport geassocieerd worden. Even de dagelijkse sores laten voor wat het is en je overgeven aan het plezier van een leuk potje voetbal.
Nu zijn er in de kleurensymboliek de meest uiteenlopende opvattingen over de waarde van oranje. Plezier wordt er mee geassocieerd, maar het kan net zo goed voor verdriet staan.
De treurige kanten van sportieve gebeurtenissen zou in augustus wel eens onder de aandacht gebracht kunnen worden. Een deense kunstenaar wil oranje
als protestkleur wil bij de Olympische Spelen in China.

Maar goed, da's allemaal gedoe van volwassenen. Bij oranje en kinderen spelen heel andere zaken. De meeste mensen zullen onmiddellijk aan het nageslacht van de koninklijke familie denken. De één krijgt dan een vlaag van vertedering, een ander zal verzuchten dat het jammer is dat Rouvoet de oranje-selectie vooral in god's hand wil houden.

In Gelderland hebben ze oranje kinderen in een wel heel bijzonder daglicht gezet. Oranje kinderen zijn probleemkids of afkomstig uit een ongelukkig gezin. Met die vaststelling zullen niet blij zijn in het koninklijk huis.

De politie in Gelderland heeft een systeem ontwikkeld om zo vroeg mogelijk kinderen met criminele ambities in kaart te brengen. Dat systeem wordt nu landelijk ingevoerd en kan op een staatssubsidie van 270.000 euro rekenen.

Met het systeem wordt geregistreerd welke kinderen in aanraking met oom agent komt en welk probleemgedrag het vertoont. Die informatie wordt gelinkt aan de thuissituatie. Komen daar criminele broertjes of zusjes voor of zijn er andere problemen, dan heeft men genoeg gegevens om het kind een code te geven.
En dat wordt op een wel heel creatieve manier gedaan. Wit staat voor geen risico, geel is opkomend risico. Ben je oranje dan ben je dus een probleemkind. Rood is crimineel.

Codes zijn bedoeld om bepaalde zaken simpel en overzichtelijk te houden. Maar had men in dit geval niet wat beter kunnen nadenken? Los van wat er in de diverse theorieën over de symboliek van kleuren wordt vermeld, is hier sprake van een codering die sterk stigmatiserende trekjes heeft. Of mogen we nog blij zijn dat zwart niet in het kleurenspectrum van het registratiesysteem voorkomt?

Nou mag de koningin zich niet al te veel met de keuzes van het kabinet bemoeien, maar hopelijk voelt ze zich nu zo zeer in haar oranje waarde aangetast dat ze in deze kwestie stevig ingrijpt.

CDA codes

Tjemp

Het gaan hele mooie Olympische Spelen worden. Het Chinese buro voor Decorum en Attitude (CDA) heeft een gedragscode voor buitenlandse toeristen opgesteld. Men verwacht kennelijk een tsunami van onsportieve hufterigheid en met 57 geboden zet CDA een offensief in om vooral normaal te doen en respectvol, hoffelijk en aardig te zijn.

Wie na de eerste gouden medailles van onze jongens en meisjes met blikken bier over straat gaat lopen lallen, kan op de harde hand van de Chinese politie rekenen en elke uiting van politiek activisme is verboden. Geen spandoeken met opruiende teksten.

De toeters en de vlaggetjes kunnen dus thuisblijven en onze trotse mascotte Tjemp zal zijn outfit moeten aanpassen, omdat oranje als protestkleur zal worden gezien.

In oktober 2006 vaardigde de chinese overheid ook een gedragscode uit. Toen bestemd voor chinese toeristen die hier op bezoek komen. Deze gedragscode zou tot aan de Olympisch Spelen gepromoot worden onder de chinese toeristen. Goed voorbeeld, doet goed volgen, moet men gedacht hebben.

En het heeft gewerkt. Thuis is het voor de chinese burger heel gewoon op straat te spugen, hier zie je ze dat nooit doen. Het irritante voordringen bij de toegang van de Keukenhof is gelukkig ook voorbij.

Je zou zeggen dat de gemiddelde chinese toerist flink de balen heeft van die staatsbemoeienis. Natuurlijk gaan ze graag op vakantie in onze streken om eens wat op te snuiven van die zo geroemde vrijheid. De gedragscode van hun eigen CDA moet een domper op de vakantievreugde zijn geweest.
Dat blijkt mee te vallen. In 2005 ondernamen de chinezen 31 miljoen reizen naar het buitenland en dat zal oplopen tot 100 miljoen in 2020. Nederland ontvangt een substantieel deel daarvan. We zullen er nauwelijks iets van merken, zo keurig gedragen de chinese toeristen zich.

Of de nieuwe gedragscode de lol van de sportieve fans beperkt, moeten we afwachten. Wie van zijn olympische reis een intense culturele uitwisseling wil maken, kan de gedragscode natuurlijk aan zijn laars lappen. Gewoon aan de chinezen laten zien hoe wij hier gewend zijn de vrijheden van supportersgedrag te manifesteren. Om vervolgens een paar dagen te logeren in een chinees staatshotel, alwaar de culinaire kwaliteiten van de gevangeniskoks beproefd kunnen worden.

Hoewel de chinese overheid niet de minste is in regelgeving, zou dat oosterse CDA eens tot een uitwisseling met ons westerse CDA moeten komen. Er zijn heel wat mensen die staatsbemoeienis erg vervelend vinden. Maar je kan het een stuk vriendelijker door de strotten krijgen, als je de boodschap op een leuke manier verpakt.
Het CDA had in 2006 hier
een campagne voor een leuker nederland. Op een inmiddels opgeheven site, kon je zelf delftsblauwe wandtegeltjes maken.
Wel, het chinese CDA kan de boodschap natuurlijk verpakken in fortune cookies, met daarin opwekkende spreuken die aanzetten tot goed sportief gedrag. Of bamboe bordjes die je thuis kan ophangen met Confusiaanse wijsheden.

Oost, west, cda-codes zijn het best.

Code van de zeven plagen

Denk vooruit

Regeren is vooruitzien. Dat is niet per definitie hetzelfde als vooruit denken. Dat blijkt wel uit de risico's die de overheid met de samenleving wenst te nemen.
Het kabinet heeft mogelijke rampen en dreigingen op een rijtje gezet. De deskundig samengestelde
inventarisatielijst telt zeven plagen, waar het land op voorbereid moet zijn.

De bijbelse inspiratie van het kabinet begint een plaag op zich te worden, want het is opvallend hoe de inventarisatielijst overeenkomt met de bijbelse Openbaringen, waar het eind der tijden in wordt verkondigd. Ernstige ziekte (grieppandemie), uitdrogen rivier, verzengende zon (hitte en droogte), verduistering (uitval elektriciteit), natuurrampen (in de bijbel aardbevingen en vernietigende hagelbuien, bij het kabinet: overstromingen), het staat er allemaal in.
Een oliecrisis en dreiging door polarisatie en radicalisering is nieuw. Hoewel: een oliecrisis kan ontstaan als de olie op is omdat er geen leven meer in de zeeën is en de acties van de zeven wraakzuchtige engelen zijn zonder meer een ultieme vorm van radicalisering.

De verantwoordelijke minister voor veiligheid, Guusje ter Horst, zegt wel dat “de bevolking niet moet denken dat de rampen snel zullen plaatsvinden”.
Niet moet denken? Wat wil de minister nu? Er wordt aardig wat geld gestoken in de campagne “Denk vooruit“. Burgers worden opgeroepen goed na te denken over rampen: “Rampen zijn niet te plannen. Voorbereidingen wel”, staat er met dikke letters op de bijbehorende website.
Nu het kabinet enige haast gaat maken met de voorbereidingen van op rampen, moeten wij ophouden met denken. Sorry Guusje, dat feest gaat niet door.

Volgens de wet is een ramp of zwaar ongeval “een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken”.

Vallen de zeven plagen die het kabinet presenteerde hieronder? Zeker wel, maar als we de codes erbij halen die het kabinet gebruikt om de rampen te rubriceren, blijkt de inventarisatie niet compleet en zeker voor discussie vatbaar.
De inventarisatielijst kent drie codes:

1. gkgg (grote kans, grote gevolgen): een grieppandemie en een oliecrisis.

2. kkgg (kleine kans, grote gevolgen): grote overstromingen en moedwillige verstoring elektriciteit.

3. gkkg (grotere kans, kleine gevolgen): polarisatie en radicalisering, landelijke uitval elektriciteit en hitte en droogte.

De codering kkkg (kleinere kans, kleine gevolgen) ontbreekt, hetgeen past bij het anti-klaag beleid van Balkenende. De kans dat een Apachehelikopter in een elektriciteitsmast vliegt is uitermate klein en treft dan hooguit een klein stukje nederland, dat slechts een paar dagen zonder stroom zit. Daar moeten we niet over zeuren, net zo min als men moet klagen over de drukte op het werk. Dat mag dan misschien tot 660 doden per jaar leiden, maar het kabinet ziet geen reden “een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines” in te zetten om deze “dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken”.

Op 7 mei jl. presenteerde ik op dit weblog en in een gastbijdrage op GeenCommentaar ook een inventarisatielijst van rampzalige zaken. Gebaseerd op het aantal mensen (slachtoffers, geëvacueerden) dat er jaarlijks en/of vanaf 1945 tot nu bij betrokken was.
Die lijst heb ik nu aangevuld en dan kom ik op een top-10 van zaken die wel degelijk het leven en gezondheid van personen bedreigen.
De mate waarin ze de openbare veiligheid verstoren verschilt. De meningen verschillen over de ernstige schade aan materiële belangen. Maar zeker is dat op slechts weinig zaken een gecoördineerde inzet van diensten wordt losgelaten.

Top-10

Gebeurtenis

Aantal betrokkenen

Code kabinet

Mijn
code

1.

Criminaliteit

1.218.447

geen

Gkgg

2.

Watersnood

263.836

Kkgg

Gkgg

3.

Privéongevallen

172.500

geen

Gkgg

4.

Griep

100.000

Gkgg

Gkgg

5.

Verkeer

29.269

geen

Gkkg

6.

Milieuvervuiling

21.000

geen

Gkgg

7.

Rampen

4971

geen

Kkkg

8.

Medische missers

1735

geen

Kkgg

9.

Werkstress

660

geen

Gkkg

10.

Terreur

26

Gkkg

Kkkg

De overheid meent wel een grootschalige aanpak van criminaliteit te hanteren, maar benoemt het niet als ramp. Terwijl de kans op een criminele gebeurtenis groot is, er veel mensen bij betrokken zijn, het veel schade aan mensen en materie toebrengt.
Zo ook bij privé-ongevallen. Grote kans (het gebeurt dagelijks) en grote gevolgen. De kosten voor de gezondheidszorg (ook een ramp op zich volgens minsister Klink) worden voor een deel hiermee veroorzaakt, evenals ziekteverzuim op werk.

Waarom het kabinet watersnood een kleine kans toedicht, is een raadsel. En wel om twee redenen: hoe langer een voorval niet heeft plaatsgevonden, hoe groter de kans dat die op korte termijn wel plaatsvindt. En: deskundigen menen dat het met de beveiliging (de dijken) droevig is gesteld. Het risico (de kans) is dus groter, dan het kabinet stelt.

Hopelijk is het parlement in staat de inventarisatielijst van het kabinet te wijzigen. Evenals de gehanteerde codes. Dat zal lastig worden, want kansen en gevolgen zijn sterk interpretabele parameters. Maar het kabinet moet niet een paar dagelijks aanwezige rampen onder het tapijt vegen om van het geklaag af te zijn.

Update: bekijk een overzicht van rampscenario's en oordeel zelf of het kabinet oliedom te werk gaat bij het voorbereid zijn op rampen.