Categoriearchief: Diversen

Gehaktdag: waar zijn de spaanders?

Houthakken Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Vandaag presenteerde minister De Jager de resultaten van de rapporten van de Algemene Rekenkamer. Heeft de rijksoverheid al haar voornemens en inspanningen goed kunnen verantwoorden? Twee zaken geven aan dat de overheid nog lang niet schittert in het verantwoorden van haar werk.

De Algemene Rekenkamer stelde acht vragen op, waarmee bekeken kon worden of de ministeries zich voldoende konden verantwoorden. Is er een zichtbare relatie tussen het budget en de prestaties? Is de gevraagde verantwoording juist, op tijd wordt geleverd en actueel? Sluit het jaarverslag aan bij de begroting? Is de informatie deugdelijk tot stand gekomen? Zegt de informatie in het jaarverslag ook echt wat het zegt? Is inzichtelijk gemaakt of prestaties zijn gehaald? Is daarmee ook duidelijk gemaakt of de beleidsdoelstellingen zijn gehaald? En is er een voldoende verklaring gegeven voor tegenvallers en onbedoelde effecten?

Niet alle factoren waren op elk ministerie van toepassing, maar als we alleen naar de voor elk ministerie geldende factoren kijken, kunnen we aan aardige balans opmaken. Slechts twee ministeries (Financiën en Onderwijs) scoorde behoorlijk goed. In totaal scoorden maar vier van de tien ministeries voldoende. Verkeer en Waterstaat, Defensie, Volksgezondheid, welzijn en sport en Justitie scoorde erg belabberd. Hier de percentages die staan voor het aantal keer dat op de van toepassing zijnde vragen een ‘ja’ kon worden genoteerd.

Fin OCW SZW WWI BuZA EZ VenW Def VWS Jus
86% 86% 63% 60% 50% 43% 40% 25% 17% 13%


De details kun je
hier inzien (exceldocument). Justitie scoort het slechts. Dat gaat Van Opstelten helemaal goed maken, want vandaag brulde hij dat alle jeugdbendes binnen twee jaar van straat geveegd zal hebben. Als hij de resultaten dan maar wel goed op papier zet, anders blijft hij nog op die 13 procent hangen.

In de
Staat van de Rijksverantwoording (pdf!) staat nog iets zeer opmerkelijks. De Rekenkamer wilde ook weten “wat het Rijk aan prestaties heeft geleverd en wat hiervan in praktijk voor burgers en bedrijven merkbaar is” (paragraaf 2.3.1).
Dat lijkt mij de ultieme verantwoordingstest. Zeker nu de bezuinigingen er inhakken. Dan willen we de spaanders ook in beeld. Wat zegt de Rekenkamer daarover? “Wij constateren dat de schakel tussen beleid en praktijk niet altijd goed werkt”. De Rekenkamer nuanceert dat meteen: “Hoewel informatie over de uitvoeringspraktijk doorgaans ontbreekt in de jaarverslagen van ministers, is het de vraag in hoeverre dat verwijtbaar is”, omdat “de praktijk is nu eenmaal niet altijd goed te vangen in concrete, compacte verantwoordingsinformatie”.

Dat valt een beetje tegen van de verder toch zo precieze Rekenkamer, die met halve of ondeugdelijke informatie geen genoegen neemt. De Rekenkamer heeft in vier gevallen zelf de proef op de som genomen en constateert dat “de betrokken departementen vaak toch wel over relevante praktijkinformatie beschikten”.
Toch wel dus? Alleen staan de praktijkbevindingen niet altijd in de jaarverslagen. Mij lijkt het een goed idee dat voortaan de praktijkervaringen met het kabinetsbeleid wel wordt meegeleverd. En dan leggen we die verslagen natuurlijk naast de bevindingen van organisaties in het veld, ombudsmanrapportages en de regelmatig gehouden polls en enquêtes onder de burgers. Dan kan in het Tweede Kamerdebat over de verantwoording een robbertje geknokt worden als er verschil in praktijkbeleving blijkt.

De beste trompettist.

Taptoe Het is volbracht. Dit jaar zonder schreeuwer. Gewoon weer zoals het hoort. Devoot en twee mooie minuten stilte. Wie niet bij de Nationale Herdenking kon zijn, of bij een van de vele anderen, heeft het ongetwijfeld samen met de televisie herdacht. Daar wil ik het even met u over hebben.

Het is misschien ongepast televisieregistraties van de dodenherdenking te recenseren, dus dat ga ik ook niet doen. De herdenking op de
Waalsdorpervlakte, uitgezonden door RTL4, heeft altijd mijn voorkeur gehad. Op de een of andere manier vind ik de soberheid van die plechtigheid veel beter passen bij het herdenkingsmoment. Een enkele klok en een zandduin als monument. Een paar mannen in overalls er om heen en een vrij alledaags publiek.
Hierbij vergeleken heeft de herdenking op de Dam het karakter van een groots gala en het is dat je als kijker wel beter weet, maar je mist in die entourage toch een beetje applaus en gejoel na de toespraken en de kransleggingen. Een gedachte die bij de Waalsdorpervlakte geen seconde in je op zal komen.

Vlak voor de twee minuten stilte gebeurt er elk jaar iets spannends en dat is het enige moment dat ik van de ene uitzending naar de andere zap. De taptoe.
Niet dat ik dat muziekje zo prachtig vind. Eigenlijk is het een saai deuntje, dat historische gezien ook nog een volledig misplaatst is op een dodenherdenking. Deze Taptoe, ook bekend als de Last Post, was ooit een trompetsignaal waarmee in kazernes duidelijk werd gemaakt dat het de hoogste tijd was om de brits op te zoeken. De kroegbazen moesten
de tap sluiten en de soldaten naar de kazernes sturen. Nu wordt het melodietje vooral bij herdenkingen getoeterd.

Op de Dam zie je altijd een muzikant met een ventieltrompet, op de Waalsdorpervlakte een natuurtrompet, zonder knopjes. Het maakt niet uit, want de Taptoe wordt ook op een ventieltrompet geblazen zonder de knoppen te gebruiken. Met louter variatie in lipspanning en blaastechniek, komt de melodie tot stand. Een beetje geoefende trompettist krijgt het deuntje er wel uit. Maar bij de dodenherdenking zijn er omstandigheden die het de muzikant behoorlijk lastig maken.

Het meest lastige is de temperatuur. Vaak staat er een erg fris briesje tijdens de dodenherdenking op 4 mei. De muzikant staat enige tijd te wachten en heeft amper gelegenheid de trompet op te warmen. Dat is link bij een koperinstrument. De solist heeft ook geen tijd even een opwarmend introotje te spelen. De Taptoe moet er in één keer uit. En natuurlijk zo zuiver mogelijk, want al zijn collega-muzikanten luisteren mee, het publiek staat boven op zijn lippen en hij is ook nog eens vol in beeld bij duizenden kijkers. Dat is lastigheid nummer twee: de zenuwen voor de voorstelling.
Ik weet niet of u ervaring heeft met een trompet. Ik wel en ik verzeker u dat je er stukken lastiger geluid uitkrijgt dan uit een vuvuzela.

Het grootste gedeelte van de melodie is gelukkig redelijk makkelijk. Het ligt keurig in het middenregister van het instrument. Alleen zitten er af en toe wat snelle ritmes in. Een paar noten die kort achter elkaar geblazen worden. Daar kun je met koude lippen gauw over struikelen.
Aan het eind loert het grootste gevaar. Tot drie keer toe moet een lage noot worden gespeeld. Een noot die al die tijd nog niet voorkwam in het stukkie en dat einde vraagt het meeste van de lip- en blaastechniek van de trompettist.

Dit jaar was de blazer op de Waalsdorpervlakte de beste trompettist. Die op de Dam was niet onaardig, maar hij had net iets teveel vibrato en die laatste noten waren blubber. Het is de man waarschijnlijk niet eens kwalijk te nemen. Misschien stond hij op de Dam meer in de wind, dan zijn collega op de Waalsdorpervlakte. Of had hij meer last van de zenuwen omdat hij een groter en sjieker publiek voor zijn snufferd had.
Hulde dus voor beide trompettisten, maar de beste was die op de Waalsdorpervlakte.

Voor wie het eens wil proberen: regel een trompet zonder ventielen, zoek op een kille avond een duintopje op en probeer dit dan eens te blazen.
Taptoe

Het menselijk tekort bestaat niet.

Helpt elkander Het menselijk tekort bestaat niet. Er zijn namelijk altijd wel mensen. Het tekort zit in de menselijke wil.

Er zouden te weinig mensen vrijwilliger willen zijn bij Oranjeverenigingen. Daarmee dreigt een stukje folklore verloren te gaan. De Koninklijke Bond van Oranjevereniging roept dan ook de minister van Cultuur ten hulp.
Maar, zoals gezegd, er zijn altijd wel mensen. In enkele plaatsen heeft men de oplossing gevonden. In Lienden helpen Polen mee, in Balk redden Somalische asielzoekers de Nederlandse traditie. Misschien kan Wageningen zo aan voldoende verkeersregelaars komen voor de 4 en 5 mei activiteiten?

Er zouden te weinig mensen zijn om de zomerkoninkjes op tijd te oogsten. Dus willen de tuinders Roemenen en Bulgaren inhuren. De minister van Sociale Zaken
wil dat niet. Er zijn altijd wel mensen. De werkelozen kunnen de aardbeien plukken en willen ze dat niet, dan moeten ze maar op de uitkering worden gekort.

Defensie zou, door
de bezuinigingen, met te weinig mensen komen te zitten om de taken naar behoren te doen. De minister van Defensie wil dat oplossen door niet-strategische onderhoudsactiviteiten zoveel mogelijk uit te besteden. De minister van Sociale Zaken zal er wel voor zorgen dat niet de Polen, Roemen en Bulgaren de kazernes onderhouden, maar het leger der werklozen voor de klusjes opdraait.

Het kabinet heeft een wel erg kleine meerderheid in de Tweede Kamer en in spanning wacht men de Eerste Kamerverkiezingen af. Het kabinet heeft daar nu nog een minderheid achter zich staan en het is lang niet zeker of er in mei wel een meerderheid komt. Het kabinet komt gewoon stemmen tekort.
Er zijn altijd wel mensen, die hun stem willen geven. Zou zouden Polen, Roemen en Bulgaren in ruil voor een werkvergunning hun stem kunnen geven. De Somalische asielzoekers geven hun stem in ruil voor het prachtige integratiewerk, dat ze in het Friese Balk leveren op Koninginnedag.
Want op het legertje werklozen hoeft het kabinet niet te rekenen, natuurlijk.

Er is geen menselijk tekort. Je moet wel voldoende mensen willen vinden.

Een tsunami van invasieve parkieten.

Parkieten Zo vrij als een vogel. Een gezegde dat door de waarheid is achterhaald. Bij de eerste tekenen van de vogelpest, moeten loslopende gevederde vriendjes onmiddellijk worden opgehokt. Alles wat zomaar wat rondvliegt, loopt de kans afgeschoten te worden. Dat geldt niet alleen voor ganzen, die het op het boerenland hebben voorzien. Het geldt ook voor de monniksparkieten.

In Groot-Brittanië hebben ze behoorlijk last van de monniksparkieten. De olijke beestjes vreten de roemruchte Engelse tuinen aan. Ze pikken graszaden en vreten bomen. Reden om op last van de overheid de vogels op te jagen en als dat niet helpt, af te schieten (meer
op BBC News –engelstalig).
Oorspronkelijk komen die vogels uit Zuid-Amerika, waar ook hun neefjes, de halsbandparkieten, vandaan komen. En van die vogels hebben we in Nederland weer last. Ze maken een hoop lawaai en ze schijten de boel flink onder. Hier kiest men voorlopig voor opjagen.

Deze parkieten horen tot de zogenaamde invasieve exoten. Een begrip dat vorig jaar meer bekendheid kreeg op de Internationale Dag van de Biodiversiteit en in Nederland aanleiding was een
speciale website te starten. Alle vogels die in de top-100 van deze website voorkomen, mogen afgeschoten worden. Behalve de huiskraai, de heilige ibis en de halsbandparkiet. In Groot-Brittanië gelden blijkbaar andere wetten en is de monniksparkiet vogelvrij verklaard.

Invasieve exoten komen steeds vaker voor. Niet allen geïmporteerde vogels, die hier ontsnappen of losgelaten worden, ook zoogdieren, reptielen, amfibieën, vissen, insecten en planten weten zich hier te vestigen. En dat kan ten koste gaan van de inheemse flora en fauna. Het weegbreefonteinkruid is in de Bollenstreek al lang verdrongen door de tulpen,waarvan het verhaal gaat dat die uit Turkije komen. Dat is dan wel een voorbeeld van hoe invasieve exoten uiteindelijk nationaal gemeengoed worden.

Zou het een ramp zijn als de parkieten de duiven verdingen? De over(ont)last(ing) zou in ieder geval hetzelfde blijven.
En dat hebben we dan te danken aan ‘vogelliefhebbers’. Dat zijn waarschijnlijk mensen die zo jaloers zijn op vogels, dat ze die in een hok willen houden. Het symbool van ‘zo vrij als een vogel’, opgesloten in een volière, tot men de verzorging zat is en de deuren van de kooi openzet.

Op de afbeelding linksboven: links de halsbandparkiet en rechts de monniksparkiet.

Witte boordentest.

Witte boorden Mannen van eer kunnen zomaar mannen van misdaad zijn. Gerespecteerde lieden, sommige zelfs gelauwerd als ‘beste topman’, doen ook wel eens duistere zaken.
Er staan nogal wat witte boorden onder verdenking. Katholieke boorden worden achtervolgd door aantijgingen wegens kindermisbruik. Rechterlijke boorden krijgen een wrakingverzoek aan de kraag, omdat ze Wilders niet objectief zouden kunnen veroordelen. Zakelijke boorden worden verdacht van een misdaad tegen de mensheid: de kredietcrisis.

Misschien is het wel zo dat onder witte boorden verhoudingsgewijs net zoveel criminelen voorkomen, als onder mensen zonder nette pakken. Hoe dan ook, ze zijn moeilijk in hun witte boord te vatten. Niet alleen omdat hun louche praktijken vaak te ingewikkeld zijn om aan klip en klaar bewijs te komen, maar vooral omdat ze als gerespecteerd bekend staan en hen geen criminele trekjes wordt toegedacht.
Je verwacht geen gesjoemel van de topman van de NMa, de toezichthouder op de financiële sector. Toch moet de man zich nu verdedigen tegen een aanklacht wegens meineed, in de Chipshol-zaak. En een voormalig topman van Bouwfonds bekende fraude in de Philips Pensioenfondszaak.

In de V.S. gaat een speciale eenheid van de F.B.I. daar nu eens goed op studeren. De FBI's Behavioral Analysis Unit, die gespecialiseerd is in het opstellen van profielen van seriemoordenars, gaat proberen profielen op te stellen van witte boordencriminelen (meer
op Reuters, engelstalig).
De profielmakers van de F.B.I., advocaten en criminologen zijn het in ieder geval met elkaar eens, aan welke kenmerken een witte boordencrimineel te herkennen zou zijn.

Acht kenmerken. Als u zich hierin herkent, dan bent u dus een potentiële zakencrimineel. Dat is iemand die graag de touwtjes in handen houdt, een control freak. Snel aangebrand en dus vaak agressief. Maar ook een charmeur en iemand met uitstraling. Verder weinig transparant als hij met klanten onderhandelt. Hij is natuurlijk een hebberige gierigaard en wraakzuchtig als er wat fout gaat. Hij heeft graag macht en waant zich superieur.

Bent u gezakt voor de witte boordentest? Niet getreurd. U kunt altijd nog opgepakt worden, omdat uw DNA
overeenkomt met het DNA dat bij een crimineel akkefietje is gevonden. Die F.B.I-profielen zijn leuk, maar al gauw van toepassing op meer mensen dan alleen een frauderende zakenman. Een DNA-profiel is het helemaal.
Wat zegt u? U wilt helemaal niets te maken hebben met welke criminaliteit dan ook? Dat kan. Het CDA wil alleen het DNA van mensen die in de buurt van een zwaar misdrijf waren. Dus daar loopt u met een hele grote boog omheen. En nooit meer naar herdenkingen, want iedereen kan als schreeuwerd opgepakt worden.

Nog even over dat F.B.I.-profiel. De kredietcrisis kan toch met recht een zwaar misdrijf worden genoemd. Maar hoe krijgen we de daders nu eindelijk eens te pakken?

Verwarde mannen.

Verwarde man De Alphenaar die zaterdag 9 april een bloedbad aanrichtte in een winkelcentrum, is een extreme uitzondering op het aantal verwarde mannen, die voor aardig wat onrust in de samenleving zorgen. De definitie “verwarde man” is misschien niet van toepassing op de Alphenaar, omdat tot nu toe nog geen motief bekend is. Hoewel er, na eerste onderzoek, geen aanwijzingen voor zijn, zou het wel een doordachte en geplande actie geweest kunnen zijn.

Maar laten we er vooralsnog vanuit gaan, dat zal blijken dat het wel om een verwarde man gaat. Een definitie die ook voor Karst Tates gold, ook al zou hij gezegd hebben het koningshuis te willen treffen.
De verwarde mannen dus. Mensen waar een steekje aan los zit. Lieden die de draad kwijt zijn. Ze zijn vaak verstikt geraakt in hun eigen breiwerkje, waarmee ze een onwerkelijk wereldje in elkaar hebben geflanst.

Dit jaar haalden 28 verwarde mannen het nieuws. Slechts drie vrouwen haalden de pers. Daarbij vielen 28 gewonden en 10 doden (inclusief enkele daders). De meesten vielen dus
in Alphen aan de Rijn: 17 gewonden en 7 doden. Een overzicht van deze sinistere actualiteiten in dit exceldocument, met links naar de nieuwsberichten.
De gemiddelde leeftijd is 38 jaar. Ter herinnering: ook Karst Tates was 38 toen hij in Apeldoorn dood en verderf zaaide. De meeste verwarde mannen van dit jaar, zijn tussen de 30 en 40 jaar. Zou hen de midlife crisis teveel zijn geworden?

De Alphenaar was 24 en niet alleen daarom een uitzondering. Bij de meeste ongelukkige acties van verwarde mannen, blijkt er wel een aanwijsbaar motief en blijft het geweld beperkt tot hoogstens wat materiële schade.
De meeste motieven betreffen verstoorde relaties met partners, buren of overheden. In de meeste gevallen stonden de verwarde mannen al als zodanig bekend bij familie, vrienden of GGZ-instellingen. Voor hen was het geen verrassing dat hun verwarde man een keer door het lint ging.

Verwarde mensen zijn niet uitzonderlijk. Eén op de 10.000 mensen maakt voor het eerst een psychose mee. Dat komt dus neer op 1668 duidelijk verwarde mensen. Stel dat een psychose tot gewelddadigheid kan leiden, dan is dat hooguit 84 keer per jaar waar. Altijd teveel, maar niet meteen een reden voor de overheid om er peperdure onderzoeken tegenaan te gooien om uit te vogelen of die paar gevallen voorkomen kunnen worden. Een enigszins hypocriete opstelling, want de overheid is wel bereid er miljoenen tegenaan te kwakken, om het aantal verkeersdoden terug te dringen. Het vorige kabinet
had een streefcijfer: van 720 in 2007 maar slechts 500 verkeersdoden in 2020.

Dat zijn er nog altijd meer dan het aantal slachtoffers, die aan acties van verwarde mannen overlijden, dus dat mag wat meer kosten. Maar de stelling dat drama’s zoals in Alphen aan de Rijn niet te voorkomen zijn, is uiterst speculatief, omdat dure preventie- en behandelmethoden in de GGZ niet van de grond komen, dankzij de bezuinigingen in die sector.
En als een enkel drama dan nòg niet te voorkomen valt, dan zou het wel slachtoffers schelen, als het een 24-jarige sukkel onmogelijk wordt gemaakt aan een zwaar wapen als een mitrailleur te komen.

De defintitie “verwarde man” mag ook wel eens herzien worden. Laten we afspreken dat iedereen die naar de wapens grijpt, of laat grijpen, verwarde mannen zijn. Op hen kan dan de Nederlandse wetgeving worden toegepast dat iedere verwarde, die een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving is, gedwongen opgenomen kan worden in een GGZ-instelling. Hoeveel onrust zou dat voorkomen?
(Sprak een verwarde man).

En hoe was het Blogbal nou?

Blogbal Gisteren, 15 maart, mocht ik de prijswinnaars van de Blogparel 2010 bekend maken. Op het Blogbal. Dat Blogbal werd voor de eerste keer gehouden en is een alternatief voor het Boekenbal.
Het Boekenbal is voor schrijvers, het Blogbal is dat ook. Er zijn wel bloggers die ook boeken schrijven. Zouden die naar de Amsterdamse Stadschouwburg zijn gegaan? Ik heb ze niet gezien in De Balie, dat er pal tegenover ligt en waar het Blogbal werd gehouden.

Het initiatief voor
het Blogbal is genomen door een blogster die de geuzennaam Oud Zeikwijf draagt. Samen met sterke hulptroepen heeft ze dit evenement van de grond gekregen. Op het programma stonden diverse acts en natuurlijk de prijsuitreiking van de Blogparel 2010.
Dikke hulde voor dit initiatief. Niet alleen voor het keiharde werk. Dat hoort erbij als je iets dergelijks organiseert. Het moet gezegd: de organisatie heeft alles uit de kast gehaald om er een bijzondere avond van te maken. Staat zoiets eenmaal in de steigers, zijn de laatste versieringen aan gebracht, zijn de act de weg gewezen, liggen gastenlijst en een aantal verrassingen klaar en staat de prosecco gereed om aan de gasten te overhandigen, dan kan een organisatie verder niet veel meer doen.

Dan is het aan de gasten om de avond compleet en geslaagd te maken. Nou, dat kun je wel aan bloggers overlaten. Wat doen bloggers als ze bij elkaar zijn? Twitteren! Het scherm waarop livestream tweets zichtbaar werden gemaakt, nodigde daartoe uit, natuurlijk. Handig als je even meldt dat je er bent en medebloggers zoekt. Niet elke blogger kent zij of haar collega’s van gezicht, maar wil ze graag ontmoeten. Toch?
Wat jammer dat de tweets door sommigen ook werden gebruikt om de acts af te serveren. Het kan best zijn dat je niet van bepaalde zang, muziek of theatrale acts houdt. De organisatie heeft de gasten wel de gelegenheid gegeven een andere ruimte te bezoeken. Over één van die acts schreef Blogparel-jurylid op zijn blog een recensie. Zowel over de act zelf als over het daarbij aanwezige publiek. Lees meer op Stroomopwaarts.

Wat opvalt is dat de eerste publikaties over het Blogbal vrij negatief van aard zijn. Rianne Meijer meent het Blogbal
op DeJaap.nl volledig de grond in te moeten schrijven. Het lijkt wel een kwaadaardig stukje en doet het Blogbal absoluut geen recht. Dat zeg ik niet omdat ze ook de Blogparel een veeg uit de pan geeft, of dat ik belang bij het Blogbal had. Goede kritiek is altijd prima. Maar dit stukje is ronduit zwartgallig.

De dames van Pinkbullets waren wat positiever. Maar
één van hen was blijkbaar zo onder de indruk van de negatieve tweets, dat ze veel van het binnengebeuren heeft gemist. Een collega van haar had het ook niet zo op de acts en telde 50 aanwezigen, maar is wel van plan volgend jaar het Blogbal weer te bezoeken.
Gelukkig is er ook een positiever verslag. Jeroen Mirck, die wel wat negativiteit gewend is bij zijn Dutch Bloggies-avondturen, vind het Blogbal het herhalen waard. Ook hij was niet onder de indruk van de acts, maar deelde nog wel een sneer uit naar de zeikerige twitteraars.

Er waren natuurlijk meer dan 50 mensen. Ik telde er ruim honderd. Waarvan een aardig deel buiten stond te roken of het café van De Balie opzocht. Waamee ik even een heikel punt van dit soort evenementen aan wil roeren.
Ook bij de Dutch Bloggies kon je waarnemen dat het publiek maar bijster weinig aandacht had voor het programma en meer voor elkaar. Het is natuurlijk ook leuk collega-bloggers eens te ontmoeten en over elkaar ervaringen te praten. Ik ben er zelf weinig aan toegekomen, omdat ik toch ook het programma wilde volgen.

Maar zou het genoeg zijn een zaaltje af te huren, de uitnodigingen rond te sturen, de drank klaar te zetten en dan ook ruim honderd bloggers over de vloer te hebben? Die dan blijkbaar meer dan genoeg hebben aan elkaar? Wat later op de avond leek de grote zaal steeds leger, maar dat kwam vooral omdat velen dus dat café of de stoep voor De Balie hadden opgezocht.
Als er wel een programma nodig is om gasten te lokken, wat moet er dan op staan om het publiek bij de les te houden? Dat wil ik graag eens weten. Want als ik zo’n evenement zou organiseren, dan zou ik alle tijd, energie en geld er natuurlijk alleen in steken, als ik zeker weet dat de zaal gevuld zal zijn en mijn gasten het naar hun zin hebben.

Gelukkig waren er vandaag ook veel tweets te zien, waarin mensen melden dat ze het uitstekend naar hun zin hebben gehad. Het Blogbal heeft voor hen dus de voorwaarden gecreërd, voor een prima avond.
Dat vond ik ook. Ik wens het Blogbal volgende keer meer publiek, meer belangstelling van media en meer positieve recensies.

En ondertussen elders in de wereld

Parelplein Vandaag wordt het een drukke dag. De allerlaatste voorbereidingen worden getroffen voor de prijsuitreiking van de Blogparel 2010. Vanavond mag ik op het Blogbal bekend maken wie de drie prijswinnaars zijn. Een feestje op een feest.

Wie dit weblog kent, weet dat het hier lang niet altijd feest is. Er zijn wel belangrijker dingen dan een blogaward. We volgen natuurlijk vooral het nieuws uit Japan, in de hoop dat de wereld niet met de grootste nucleaire ramp aller tijden te maken krijgt. Ondertussen dreigen andere ontwikkelingen elders in de wereld ook op een ramp uit te lopen.
In Libië is het al een grote catastrofe. Op het Parelplein in Bahrein verzamelden zich door de jasmijnrevolutie geïnspireerde burgers, die net als in Tunesië, Algerije, Egypte en Jemen de langdurige regimes zat waren en om meer vrijheid, democratie en welvaart vroegen. Nu dreigt het ook in Bahrein uit de hand te lopen. Het leger van buurland Saoedi-Arabië snelt de regering te hulp.

De jasmijnrevolutie, begonnen in Tunesië en in Nederland vooral veel aandacht gekregen toen de Egyptenaren het Tahrirplein in Caïro bezet hielden, is op dit blog van harte ondersteund. Omdat iedereen in vrijheid moet kunnen bloggen. Omdat iedereen een Blogparel of een Blogbal moet kunnen organiseren.

Er lijkt een omslag te komen in de hoe de zittende regimes die vraag beantwoorden. Er worden concessies voorgesteld, maar tegelijkertijd wordt er steeds harder opgetreden tegen de demonstranten. Inspireert de Libische dictator soms zijn naburige collega’s? Of is het juist het gebrek aan adequate steun aan de oppositiebewegingen, die de regimes doet denken dat ze wel hun gang kunnen gaan?

De demonstranten in Bahrein lijken morele steun te krijgen van Iran. De
Iraanse regering waarschuwt de Bahreinse overheid geen geweld tegen de demonstraten te gebruiken. Dat is je reinste schijnheiligheid, want Iran is ook niet te beroerd om demonstranten aan te pakken.
Als Iran zich er niet alleen met woorden, maar ook met daden mee gaat bemoeien, is de kans groot dat de roep om vrijheid en welvaart ten onder gaat in een heftige regionale oorlog. Waarbij een deel van onze energievoorziening, de Arabische olie, in de verdrukking komt. En dan zul je zien dat de Europese en Amerikaanse regeringen ineens veel meer bereidheid tonen tot ingrijpen en veel meer maatregelen in petto hebben dan nu het geval is.

Dat is de bedoeling niet. De uitdrukking 'het is bal', zou overal in de wereld de letterlijke betekenis moeten hebben.
De burgers in de Noord-Afrikaanse en Arabische landen hebben niet gevraagd om een kettingreactie van geweld. Maar hoe koel je verhitte regeringsleiders af?

Tot slot en niets met bovenstaande te maken: lees ook mijn gastlog op GeenCommentaar, geschreven onder het pseudoniem P.J. Cokema. Helpt heimwee naar betere tijden?

Sinterklaasprimeur.

Sint Even ander belangrijk nieuws. Ik weet ook wel dat men nu in andere delen van de wereld hoopt op de goedgeefsheid van medewereldburgers. Of dat nou uit mentale of concrete steun bestaat, het is allemaal welkom. Maar daar moeten ze toch even op wachten.

Al heeft de protesterende bevolking en de
Arabische Liga een no-fly zone boven Libië op het verlanglijstje staan, de internationale gemeenschap kan maar niet beslissen wat men de Noord-Afrikaanse en Arabische landen kado zal doen.
Het Nederlandse kabinet zit nog te wachten op het verlanglijstje van Japan, zoals ik gisteren hier schreef. De Japanners zullen eerder wat hebben aan de goedgeefsheid van de Nederlandse burgers. Een nationale hulpactie zal er nog wel van komen. De opbrengst natuurlijk verdubbeld door de overheid. Die verdubbeling zal deze keer lager uitvallen, want de VVD zit in de regering.

Herinnert u zich Haïti nog? Na de aardbeving kwamen burgers, bedrijven, verenigingen, gemeenten en provincies over de brug. Het Rijk verdubbelde de uiteindelijke opbrengst. En wat
zei de VVD toen? “Zo wordt collectief geld verdubbeld, en dat is niet de bedoeling”. De VVD was het niet eens dat de gulle gaven van provincies en gemeenten weden meegerekend bij Rijk’s verdubbelaar.
De VVD is, onder leiding van Rutte en trawanten, bezig de lokale overheden flink in te krimpen, dus de Japanners zullen deze keer blij moeten zijn met wat minder hulp.

Moeten al die mensen in de rampzalige gebieden wachten op een wonder? Want een ding is duidelijk: Nederland, althans het kabinet, is Sinterklaas niet. Niets wordt zomaar weggegeven. Het kabinet doet alleen wat kado, als het wat oplevert. Het foutje in Libië, waardoor Nederlandse militairen even in de knel zaten, is goed afgelopen. Het kabinet heeft geen concessies aan Libië gedaan, maar wel de helikopter kado gegeven. Netto-resultaat: de militairen zijn gelukkig weer terug en Gadaffi heeft er een machine bij om zijn burgers vanuit de lucht neer te maaien.

Bij zoveel ellende wil een mens weten of er nog ander belangrijk nieuws is. De Stentor, de krant voor oostelijk Nederland, heeft
de sinterklaasprimeur te pakken. Lang voor de gulle gever het nieuws zal domineren, geeft de Stentor het eerste sintbericht van dit jaar weg.
Deventer was de enige stad waar de Sint pas op 5 december zijn intrede deed. Jarenlang heeft men de traditie hoog gehouden niet aan de malligheid mee te doen al weken van tevoren de kinderen op stang te jagen met de aanwezigheid van de goedheiligman. Aan die traditie komt dit jaar een einde. Onder druk van de publieke opinie laat het welkomstcomité de vijfde december vallen, als enige juiste datum.

Neem er kennis van en ga weer over tot de orde van de dag.

Ministerraad beeft mee.

Japan De vrijdagse ministerraad eindigt meestal met een persconferentie waar de premier uit de losse pols al wat van de notulen prijsgeeft. Of hij stuurt zijn plaatsvervanger, als hij zijn bezigheden buitenshuis heeft. Maar hij is niet de enige, die uit de ministerraad klapt. Vaak zijn er nog wat ministers of staatssecretarissen die ook nog wat toe te voegen hebben. Vandaag leek het wel of bijna het voltallige kabinet er op los kakelde.

Verhagen mocht namens Rutte verklaren dat hij
geschokt was door de ramp in Japan. We begrijpen de goede bedoelingen, maar hoe groot de kracht op de schaal van Richter ook was, het kabinet kan niet echt geschokt zijn. Bedroefd, jawel. Geschrokken, zeker. Ontdaan, natuurlijk. En dat Rutte zijn medeleven toont, prima. Maar medebeven?

En dan de snelle reacties van andere leden van het kabinet. Minister
Schultz van Haegen biedt de pompen en expertise van haar Rijkswaterstaat aan. Niet dat ze wat aan pompen hebben, zegt ze, maar wij zijn wel experts in watermanagement. Dat weten de Japanners heus wel, dus als ze er om vragen, reizen we af.
Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) staat ook in de startblokken. Klaar om hulpteams te sturen, als Japan daar om vraagt. En wat doet Japan? Die vraagt eerst hulp van de V.S. Of men de in Japan gelegerde militairen aan het werk wil zetten, a.u.b.

Minister
Hillen van Defensie vond het spectaculaire maar verschrikkelijke beelden. Geen woord over gereed staande helikopters die Japan in zullen vliegen om mensen uit de rampgebieden te redden. Daar heeft hij natuurlijk vrij recent vervelende ervaringen mee.
Minister van Buitenlandse zaken, Rosenthal, vindt het vanzelfsprekend aan Japan te vragen waar we het land mee van dienst kunnen zijn.
Minister van Financiën, De Jager, had als eerste door dat Japan niet meteen hulp van Nederland zal vragen. Er zijn nog geen verzoeken binnengekomen, zei hij, maar “we zullen zien wat we eventueel kunnen doen en daarover eerst contact opnemen met de Japanse autoriteiten”.

Zoveel ministers hebben we niet aan het woord gehad, toen duidelijk werd welke ramp zich in Libië voltrekt. Zoveel bereidheid hulp te geven ook niet. Nederland en de internationale gemeenschap worstelt met Libië meer, dan met Japan.
Historisch gezien niet vreemd. Natuurrampen hebben altijd al zoveel tot de verbeelding gesproken, dat ze meer hulp genereerden dan andere rampen. Naar aanleiding van de aardbeving in Haïti, schreef ik vorig jaar dat de Nederlandse charitas gemiddeld zo’n 22 miljoen euro waard is. Burgers en overheid tastten het vaakst en het diepst in de buidel bij aardbevingen en overstromingen. Aan armoede en honger geven we ook wat minder en aan de gevolgen van oorlogen nog iets minder (zie uitgebreid overzicht in dit exceldocument).

Wat oorlogen betreft, gaat de gulheid natuurlijk naar de slachtoffers. Slechts één keer is er geld gegeven aan democratisering. In 1994 bracht de actie ‘Geef Zuid-Afrika een eerlijke kans’ 1,7 miljoen euro op. Een bijdrage om de eerste, echt vrije verkiezingen een handje te helpen.
Maar er waren ook wel acties die hulp boden bij situaties die enigszins vergelijkbaar zijn met de ontwikkelingen in de Noord-Afrikaanse en Arabische landen. In 1969 werd er geld ingezameld voor de slachtoffers en vluchtelingen, die de dupe waren van de oorlog die ontstond toen Biafra onafhankelijk wilde worden van Nigeria. In 1972 werd hulp geboden, toen er na de onafhankelijkheidsverklaring van Bangladesh een vluchtelingenstroom op gang kwam.
In 1989 viel de dictatuur in Roemenië en we boden hulp bij de economische malaise die er op volgde. Verder is er ruimhartig gedoneerd voor slachtoffers van diverse burgeroorlogen in Afrika en op de Balkan. Zie ook dit
exceldocument met een overzicht van hulp bij (burger-)oorlogen.

Op dit moment is de hulp aan vluchtelingen uit Tunesië en Libië maar magertjes. De tsunami van democratiseringsbewegingen spreekt blijkbaar minder tot de verbeelding, dan echte tsunamis.
De Japanners kunnen op mijn geld rekenen. Maar waar kan ik ook geld storten voor hulp aan de burgers in Noord-Afrika en Arabië?