Driemaal is scheepsrecht

Balthasar: “Yo, jongens, wordt ''t niet eens tijd…?”
Casper: “Mwah……”
Melchior: “Jonge, Balt…, je wordt toch echt te oud voor dat trendy taalgebruik.”
Balthasar: “Man, da''s nou typische zo''n ouw-zeur-opmerking; je bent zo oud als je je voelt, zeg ik maar.”
Casper: “Yep……”
Melchior: “Ik voel me anders prima. Prima genoeg om je aan te pakken Baltie, als je me nog een keer een ouwe zeur noemt.”
Balthasar: “Al goed man, al goed. Maar effe serieus: vinden jullie ook niet dat het eens tijd wordt?”
Casper: “Ach, kweenie…..”
Melchior: “Tijd waarvoor? Waar heb je het over?”
Balthasar: “Nou, ik denk dat we de mensen een groot plezier doen als we hem maar weer eens terug op aarde brengen, hè?”
Casper: “Nouwwwww, weet je geen leukere dingen?”
Melchior: “Tsja, ik heb ook zo mijn bedenkingen. Met die eerste is het toch niet helemaal goed afgelopen en die tweede is door niemand opgemerkt.”
Balthasar: “Ja man, maar achteraf gezien was dat toen niet de right time en the right place….”
Casper: “Hoewel ze in die tijd wel voor van alles en nog wat in waren; was wel een erg coole tijd.” Melchior: “Ja, precies. Ze waren zo cool dat ze niet eens zagen wie er terug op aarde was. Maakte niet uit in wat voor personage we hem toen neerzetten, ze zagen het niet.”
Balthasar: “Ah nou, we hebben toen wel het nodige in beweging gezet, dat moet je toch toegeven.” Casper: ” Yeah! ''t Swingde wel verschrikkelijk!”
Melchior: “En waar heeft dat allemaal toe geleid, hè? Ook vermoord en de wereld is er niet veel beter op geworden, dacht ik zo.”
Balthasar: “Yo! Dus maybe, ik zeg dus wel may-be, is de tijd er nu wel rijp voor.”
Casper: “Ach, kweenie…..”
Melchior: “Nee, wanneer weet jij wel eens wat, Cas?! Balt, leg eens uit, waarom denk je dat.”
Balthasar: “Wel, jullie hebben de laatste jaren toch ook niet liggen slapen hè? Massa''s zijn zoekende. En wat zie je gebeuren? Ze geloven echt alles, man! Maakt niet uit of het nou religieus is of niet. D'r zijn er zelfs die de eerste de beste idioten achterna lopen. Ik zeg je man, de mensheid is op drift en men heeft een enorme behoefte aan verlossing.”
Casper: “Heremejezus…. heb je wat gesnoven of zo Baltie? Dat hadden ze die vorige keren ook. En we gaven ze de verlosser en zie wat die dummy''s ermee gedaan hebben!”
Melchior: “Het is wat bout gesteld, maar daar heeft Cassie wel een punt Balt.”

Balthasar: “Maar jongens, luister, je bent het er dus wel mee eens dat de tijd er goed voor lijkt te zijn?” Casper: “Mwah….”
Melchior: “Jawel, maar dat zegt me dus verder nog helemaal niets!”
Balthasar: “Okay, blijf er even bij, hè? Kijk, ik had ineens een brainwave…”
Casper: “Ohwwww… , hij is gehersenspoeld…!” Melchior: “Nee wacht even Cas, wat bedoel je Balt? Heb je het licht weer gezien?”

Balthasar: “Ha, ha, ha, man! Nee, dat licht is gewoon een truucje, dat weet jij ook wel Mellie. Ik bedoel dit: waar ging het vorige keren nou precies mis?”
Casper: “D''r ging helemaal niks mis. De mensen konden het alleen niet goed waarderen.”
Melchior: “(Zucht), ik wordt soms een beetje moe van dat jeugdige inzicht van je, Cas! Ze konden het best wel waarderen, alleen konden ze er niet zo goed mee omgaan. Met alle fatale gevolgen van dien.”
Balthasar: “Right, man! En juist dat hadden wij beter moeten inschatten. Daar hebben we een cruciale fout gemaakt.”
Casper: “Een crucifixiale fout, zul je bedoelen!” Melchior: “Cas! Hou een op, ja?! Je lijkt die blogger wel op wiens veldje we nu kamperen!”

Balthasar: “Yo! Die blogger mag ik wel. Maar ter zake, boys. Ik denk dat onze fout was dat we een verlosser van menselijk vlees en bloed op aarde hebben gezet.”
Casper: “Ja zeg, ze moeten hem wel een beetje kunnen herkennen toch? En je moet toegeven dat we echt alles hebben geprobeerd!”
Melchior: “Da's waar. Toen het met die eerste niet is gelukt hebben we ze later toch die Ghandi gegeven. Ik geef toe dat het daarmee wel erg snel was afgelopen, maar toen we kort daaarna hem gauw verwisselde voor een echte koning, die nota bene zwart was, om jou een beetje tegemoet te komen met de brainwave die je toen had, was wel duidelijk dat de mensen helemaal niet verlost wilden worden!”
Balthasar: “Ja, was wel zonde van die King. Maar jongens, verlost worden willen ze allemaal. Zelf kunnen ze het niet, ook al hebben ze daar ik weet niet wat voor therapietjes, kursussen en gedragscodes voor bedacht. Ik geloof er heilig in dat het wel lukt als we het nu eens anders aanpakken. Wie weet is driemaal nu scheepsrecht!”
Casper: “Hoe wou je dat dan zo verschrikkelijk anders aanpakken?”
Melchior: “Ja, vooruit dan maar, ik ben benieuwd.”
Balthasar: “Hij komt terug op aarde, maar niet als mens!”
Casper: “Hallelujah! Tot zover de brainwave van Baltieboy, dames en heren, en dan u over tot de orde van de dag….”
Melchior: “Nou……, eens denken hoor, er zit wellicht iets in!”
Balthasar: “Iets?! Dit is de verlossende oplossing, man!”
Casper: “Dat heb ik weer! Heren, ga zo door en ik schrijf jullie in voor het eerste de beste verpleegtehuis!”
Melchior: “Nee Cas, nu even het hoofd erbij. Balthasar: “Juist, man! Het wordt tijd dat we onze magie weer eens gaan toepassen.”
Casper: ” Okay, okay, als het maar leuk wordt deze keer.”
Melchior: “Balt, ik begin wat te zien in die brainwave van jou. De tijd lijkt inderdaad rijp. Tuurlijk, mensen willen nog steeds verlossing en het lijkt er een heel klein beetje op dat ze nu meer hun best willen doen dan ooit. Maar ik zie nog niet wat voor andere verlosser we dan tevoorschijn moeten toveren.” Balthasar: “Wel, je kunt de mensen vandaag de dag alleen nog boeien als het iets echt anders is, iets zo onwaarschijnlijk dat het wel een wonder lijkt. En dat is precies waar ze op zitten te wachten.”
Casper: “Maar al het geen mens van vlees en bloed mag zijn, wat had je dan in gedachten? Heb je daar iets voor gezien in die brainwave van je?”
Melchior: “Als ik eens nadenk over hoe het de laatste tijd hier en aan toe is gegaan, voel ik hem al aankomen, geloof ik.”
Balthasar: “Right! Mensen maken zich ineens zorgen over hoe ze met de natuur omspringen. Ze zijn zelfs bereid daar serieus aan te werken.”
Casper: “Wat heeft dat er nou mee te maken?” Melchior: “(Gniffelt) Ja, ja, ja, ja. Balt heeft echt zijn hersens laten golven. Alleen in dit landje al willen ze bijvoorbeeld land aan water teruggeven, ze bouwen viaducten om dieren veilig over te laten steken, complete kassen moeten verduistert worden om nachtdieren te beschermen en er mag niet zomaar meer overal gebouwd worden als het ten koste gaat van bijna uitgestorven dieren.” Balthasar: ” Zie je wel?!”
Casper: “Ja, ja (grote zucht) en ze richten zelf een partij voor de dieren op. Mooi hoor!”
Melchior: “Juist, dus…..?”
Balthasar: “Yo, man, ouwe Mellebel!”
Casper: “Huh? Wat? Hee, wacht even, jullie bedoelen toch niet…..?”
Melchior: “Hihihihi, Cas, jawel, dat bedoelen we wel. Dit gaat onze beste magische truuc worden die we ooit hebben gepresteerd.”
Balthasar: “Right on! Jezus komt terug op aarde als dier!”
Casper: “Stelletje ouwe gekken! Maar dan wel op één voorwaarde!”
Melchior: “Ach jee, nou vooruit dan maar, de jeugd heeft tenslotte de toekomst, nietwaar?”
Balthasar: “Goed, een onbevlekte ontvangenis, Cas?”
Casper: ” Dat ook, dat ook. Het moet wel een compleet wonder blijven.”
Melchior: “Oh? Da''s niet genoeg? Meneer heeft zo nog zijn eigen voorwaarde?”
Balthasar: “Yo, man. Laat hem!”
Casper: “Het moet dan wel een beetje cool beestje zijn!”
Melchior: “Een koel beest. Hoe komt-ie erop?” Balthasar: “Okay, okay. Zeg jij maar wat het gaat worden, Cassieboy.”
Casper: “Een komodovaraan!!”
Melchior en Balthasar: “Briljant! Geen alledaags dier en vanwege de koude bloedsomloop zo ''cool'' dat warmbloedig temperament deze keer de boel niet in het honderd laat lopen!”
Casper: “Heren, aan de slag. Tijd voor de grote magie. Het echte kerstcircus kan beginnen. Ja, hij komt terug op aarde, ja, hij komt eraan, let u allen op…. hier is de komodovaraan!” (Met dank aan hetkanWel alwaar ik het bericht over de komodovaraan las).

De toekomst van een kind

KerstverhaalEr was dus een kindeke, geboren op aard' …..
Wat zou er van dat kind terecht zijn gekomen als het bevlekt ontvangen was, niet in een stal maar een in riante woning geboren was en niet door allerlei figuren omringd en bewonderd, waaronder drie heuse koningen?
Het schijnt zo te zijn dat we onze eerste vier levensjaren amper kunnen herinneren. Wel voltrekt zich de ontwikkeling van je hersenpan, waarmee de basis wordt gelegd voor wie je zal worden en wat je zal kunnen.
Of allerlei invloeden van buitenaf, tijdens de zwangerschap of je eerste levensjaren, ook nog medebepalend zijn, daar verschillen de meningen flink over. Maar het lijkt erg aannemelijk dat allerlei omstandigheden een neo-natus niet onberoerd laten.
Neem nou onze oranjekinderen. Geboren in een paleisje, onder het oog van de massamedia ten doop gebracht en overal horen dat je moeder een koningin is. Dat je dan, ondanks een normale bevalling toch eindigt als waterhoofd, is helemaal niet zo raar.
En, veel ernstiger, we weten donders goed dat kinderen die in armoedige omstandigheden ter wereld komen, nauwelijks te eten krijgen, de rest van hun leven vaak lichamelijk en soms geestelijke mismaakt opgroeien.
Dus wat moet dat worden met een jochie dat tussen een ezel en een os wordt geboren, twee doodvermoeide ouders aan zijn zijde, die ook nog eens lastig gevallen worden door allerlei nieuwsgierige figuren die in adoratie naast het kind neerknielen? Juist, die wordt de Verlosser, dat kan bijna niet anders.
Hoe dat verder is afgelopen met de arme jongen weten we maar al te goed. Vre-se-lijk! Niemand die dat zijn kind wil aandoen.
Sindsdien is het wachten op zijn terugkeer. Nou hebben aardig wat figuren erg hun best gedaan de mensheid opnieuw te verlossen, maar niemand heeft het idee gehad dat het om de reïncarnatie ging van de Verloren Zoon. Van alle historische helden kwamen Gandhi, Martin Luther King en Nelson Mandela misschien nog het dichtst in de buurt. Al Gore doet nu weer een poging, maar zolang er geen paus is die ze tot de ultieme wereldredder benoemt, lijkt het of we nog steeds in verwachting zijn van het nieuwe kindeke Jezus.
Ik snap Rouvoet wel, die met zijn rijksjeugdburo alle gezinnen in de gaten wil houden. Die wil natuurlijk de kans niet mislopen dat hij de terugkeer van dat kindeke over het hoofd ziet. En hij wil er ook zeker van zijn dat zo'n kind dan de juiste opvoeding tot verlosser zal krijgen. Hij heeft niks aan ouders die hun kind voor het rijksopvoedburo verborgen houden, indachtig het liedje van Boudwijn de Groot: “als-ie maar geen verlosser wordt, ze nagelen hem misschien halfdood…”
Begrijpt u nu waarom we zo voorzichtig moeten zijn met kinderen? Of zou de verlosser
niet als mensenkind ter wereld komen en hebben we vorig jaar een komodovaraan over het hoofd gezien?
Prettige kerst verder……

De mythe van tijd

NieuwjaarWie dit jaar nog geschiedenis wil maken, moet opschieten. We gaan de laatste week van het jaar in en dan zit het er weer op.
Het gekke is dat de laatste dag van dit jaar, volgens mijn Rijam-agenda, in week 1 van het nieuwe jaar valt. Dus het nieuwe jaar begint helemaal niet op 1 januari? Ik zie tenminste nergens staan dat week 52 acht dagen telt.
Nu zijn er genoeg mensen die een andere agenda hebben en voor wie het allang nieuwjaarsdag is geweest of nog even moeten wachten. Zelfs het aantal maanden waaruit een jaar bestaat, kan verschillen. En jaartellingen, daar wordt wereldwijd maar wat mee aangerommeld.
Tijd is een mythe. Of het nou om dagen of jaren gaat, het is nergens hetzelfde. Tijd is een even mythisch begrip als tal van andere zaken waar mensen in geloven. dus zijn er ongveer net zoveel tijden als er mensen zijn. Zomer- en wintertijd, oud- en nieuwjaar, tijd van komen en gaan.
Tijd is een afspraak. Het reguleert het dagelijks leventje en maakt wat zaken gemakkelijker. Als je morgen bij mij op de koffie wilt komen, is het wel zo handig een tijdstip af te spreken.
Tijd brengt ons ook in problemen. Hoewel er in wintertijd van kortere dagen wordt gesproken, blijft de klok hardnekkig 24 uren wegtikken. En dat brengt mensen uit hun ritme. Maar weinig mensen gaaan slapen als de duisternis invalt, maar kijken op de klok of het al de geschikte tijd voor de nachtrust is.
En minstens twee keer per jaar worden we ouder: verjaardag en jaarwisseling doen beseffen dat de klok doortikt. Gelukkig kan je tegenwoordig uit laten zoeken wat je “biologische”leeftijd is. Die kan aardig verschillen van je kalenderleeftijd. Heeft te maken, zegt men, met je leefstijl.
Nou is de leefstijl van veel mensen meer een race tegen de klok. Zelfs als die race te winnen zou zijn, worden we er niet jonger op, dus het heeft helemaal geen zin die wedstrijd te lopen.
Er zijn theorieën die zeggen dat de stress waar velen rond kerst last van hebben, te maken heeft met de drukte van die dagen. Ik denk dat we diep van binnen, ons laten beïnvloeden door de laatste week, het eind der tijd, de sprint naar de jaarwisseling. Opgejaagd, beseffen dat er bijna geen tijd meer is om nog een stuk geschiedenis te schrijven, realiseren dat we allemaal weer een jaartje ouder worden. Die frustratie knallen we met miljoenen de lucht in. Als we er al een kwade geest mee willen verdijven, dan is dat de tijdgeest. Akelig monster dat ons in een dwangbuis van uren, dagen, maanden en jaren vastknelt.
Probeer er maar eens aan te ontkomen, door je eigen tijdsrekening in te voeren. Als hele volkstammen hun eigen tijdsindeling er op na kunnen houden, waarom een individu dan niet? Begin dit jaar ben ik begonnen, wegens tijdgebrek, elke dag een uur meer te geven. Gevolg was wel dat alles zodanig opschoof, dat ik nu alweer drie maanden te laat op mijn werk kom. De baas heeft gezegd dat ik volgend jaar nog een kans krijg dat weer goed te maken.
Dat is dan weer wel het leuke van een nieuw jaar: er is weer hoop. Misschien moeten we afspreken dat we volgend jaar gewoon op het jaar 1 zetten. En maken we er meteen jaren van 24 maanden van. Leeft een stuk rustiger en mocht bijvoorbeeld de zomer tegenvallen dan kan de 2e zomer het jaar nog goed maken. Op naar het nieuwe jaar 1 dus, een jong jaar met schone lei, nieuwe geschiedenis, nieuwe tijd, nieuwe kansen.
Klok nieuwjaar

Hoe ruim je rommel op

Rommel nederlandAls je een dakkapel op je huis wil zetten of een hek rond je tuin wil plaatsen, dan is daar een vergunning voor nodig die aan een aantal regels is gebonden. Die regels moeten voorkomen dat Nederland een rommelig uiterlijk krijgt.
Nou geldt hetzelfde voor bedrijven en gemeenten, maar blijkbaar is daar iets goed mis gegaan. Want ineens is er de taskforce '
Mooi Nederland'. Rijksoverheid (VROM, LNV, EZ), provincies (IPO) en gemeenten (VNG) gaan de krachten bundelen om de hoeveelheid rommel die bedrijventerreinen leveren grondig aan te pakken.
Diverse deelnemers in die taskforce hebben verschillende opvattingen over hoe mooi nederland is. Op de website van het VNG zegt een SGP-wethouder uit Kampen, die op reisjes naar Zeeland zowel mooi ingepaste bedrijfsterreinen ziet, als foeilelijke lokaties, dat het landschap ernstig wordt ontsierd. De directeur van het Ruimtelijk Planbureau vindt het te gemakkelijk om te zeggen dat je tegen verrommeling bent en zegt: “De ruimtelijke inrichting van Nederland verandert, dat is zeker. Maar om te weten of zij rommeliger wordt, moet je voor ogen hebben hoe Nederland eruit behoort te zien.”
Tja, nu maar hopen dat de taskforce
in mei 2008 met het gevraagde advies kan komen. Minister Cramer van VROM zit ondertussen niet stil. Eerder dit jaar wilde ze weten hoe het landschap langs snelwegen er uit zou moeten zien. De snelwegen zelf laat ze natuurlijk met rust, gevoelig thema, maar wat de automobilist van achter zijn stuur wenst te zien, vind ze veel interessanter. En wat was het resultaat? De één geniet 's avonds en 's nachts van de verlichte raffinaderijen in het Rijnmondgebied, een ander prefereert een weidse blik over veengebieden bij Zoeterwoude. De Moerdijkbrug is voor iemand het meest mooie om naar uit te kijken, terwijl weer een ander wegzwijmelt bij de houtwallen essenrijen die het landschap doorsnijden bij Staphorst.
Tot zover de keuze van de burger.
Provinciale bestuurders waren erg gecharmeerd van een blik op de Zeeuwse delta of van een rij windmolens lang het Tjeukermeer.
Zoveel zielen, zoveel uitzichten. Wat me terugbrengt naar de directeur van het Ruimtelijk Planbureau, die zich afvraagt of de rijksoverheid wel met straffe hand de regie over de inrichting van het landschap moet nemen. Want valt er uit zoveel meningen wel een algemeen beleid te formuleren?
Zijn vraag over wat we onder rommel verstaan, zal ook geen eenduidig antwoord opleveren. Duidelijk is wel dat als Nederland wordt vol geplempt met raffinaderijen of fabrieksloodsen het niet goed is voor de ecologsiche hoofdstructuur. Louter alleen weidse weiden en beboste bermen is een stuk frisser, maar dat kan onze economie weer niet hebben. Wat dan wel?
Architecten en planontwikkelaars zouden de opdracht moeten krijgen meer gevarieerd te bouwen. Daar wordt het nog rommeliger van, zeker. Maar dat kan ook mooier zijn. Als je nu langs neerlands snelwegen jakkert, trekken herhaaldelijk deja vues van gelijk uitziende bedrijfsterreinen aan je voorbij. Het is dat je TomTom zegt dat je ergens anders bent, maar het idee dat je geen meter opgeschoten bent wordt hier sterk door bevorderd.
Dat geldt ook voor woonwijken. Waar je ook bent in Nederland, het blijft frappant hoe verschillende wijken op elkaar lijken. De diversiteit aan inwoners mag ook tot uitdrukking komen in een diversiteit aan bebouwing.
Tot slot kan de overheid ook zeggen: laat de boel eens met rust. De overheid kan een halt toeroepen aan nieuw te bouwen bedrijfslokaties, die vervolgens jaren leegstaan. Laat bedrijven eerst de nu nog leegstaande complexen bezetten. Pas als een dringende noodzaak aan nieuwbouw is aangetoond, kan overwogen worden daar een leuk plekje voor uit te zoeken.
Stel je bent bevordert tot rijksbouwmeester. Hoe mooi zou jouw rommel nederland dan maken?

Menselijke waarde

EtalagepoppenDit was de week van de menselijke waarde. De commissie Frijns liet weten dat de topverdieners in het bedrijfsleven in hun waarde gelaten moesten worden, minister ter Horst maakte bekend wat een beetje bobo in de (semi) publieke sector waard is en het SCP kwam met de armoedemonitor, die liet zien hoeveel mensen er eigenlijk geen stuiver waard zijn.
Wat een beetje mens nu echt waard is kan je lezen op
grenswetenschap.nl. Volgens amerikaanse onderzoekers is een mens niet meer dan 75 eurocent waard. Gemeten naar het aantal bruikbare mineralen dat we in ons lichaam hebben. Japanse onderzoekers benaderen het wat optimistischer. Als je je huid verkoopt, kan dat zo'n € 2,50 opleveren. Dat schiet lekker op.
Als je het zo bekijkt, vraag je je af waarom iemand die aardig bedreven is in een balletje ophouden voor een vreselijke smak centen het voetbalveld op wordt gestuurd. Mineralen en huid, wat meer is een mens tenslotte, zijn goed voor € 3,25 bij elkaar.

De vraag die dit alles oproept is: hoeveel mag een mens meer waard zijn, dan alleen de waarde van zijn materiële existentie.
Nu zijn er, behalve mineralen en huid, wel meer lichamelijke dingetjes met marktwaarde. Donororganen zijn beduidend meer waard en als je de hele rimram in de aanbieding gooit (op de wallen of als het volgende topmodel) kun je ook een leuk prijsje maken.

Maar een mens is meer dan fysieke existentialiteit. Althans, volgens vele mensen zelf. Neem nou de ziel. De meningen verschillen behoorlijk over de locatie van het geval, maar dat die te koop is staat vast. Vaste afnemer is de duivel. Gelukkig hebben we nu een regering die alles in het werk stelt dat we onze ziel niet voor een prikkie aan allerlei duivelse elementen overleveren.

En dan zijn er nog zo wat vage onderdelen als “kwaliteiten”, “competenties” en “vaardigheden”. Het bewijs dat het om vage onderdelen gaat, wordt geleverd door de grote verschillen waarmee die componenten worden beloond. Dat leidt weer tot voortdurende discussies over de marktwaardeverschillen tussen bakkers en chirurgen, tussen een treinmachinist en een minister-president en tussen de portier en een “dikke deur”.

Albert Einstein, die behalve aardig kon rekenen, ook heel gevatte dingen kon zeggen, beweerde ooit: “De werkelijke waarde van een mens kan gevonden worden in de mate waarin hij bevrijding van zijn eigenbelang heeft bereikt”.
Had de genius daar gelijk in? Of zijn er andere kriteria waarmee we onze waarde kunnen bepalen? Hoe bepaalt u uw waarde eigenlijk?

Fijn, Frijns!

Frijns Nou, het hoge woord is er uit. De commissie Frijns heeft gesproken. Het gaat prima met de openheid van het bedrijfsleven. Keurige jaarverslagen, aardig inzicht in doelen en werkwijzen, leuke overzichten van de organisatiestructuren, De aandeelhouders hebben eigenlijk niet te klagen over de informatie die ze ter beschikking kunnen krijgen. Wat zeuren die nou over een nalevingspercentage van 63 procent? Frijns weet wel beter: de code Tabaksblat wordt voor 95% nageleefd.

Twee dingetjes ziet de commissie Frijns graag nog wat verbetert. Meer vrouwen in de besturen. En misschien, heel misschien kan er ook wat aan de over-the-top inkomsten van de bestuurders worden gedaan?

Nee, geen ingrijpen van de regering, alsjeblieft zeg! Het zijn hardwerkende mannen en een enkele vrouw, dus dat mag ook beloond worden.

Hoe druk moeten we ons eigenlijk maken over topsalarissen en megabonussen? Bekijk de lijst eens die de Volkskrant heeft gemaakt. Ik kan me voorstellen dat penningmeester van staat, de heer Bos, daar toch iets van wil meepikken.

Doe dat nou niet Wouter, zegt Frijns. Laat ze het zelf regelen. Als je de commissarissen in de raden van toezicht wat beter op de topbestuurders laat passen, dan komt het best wel goed. Heel fijn, Frijns!

Een dag eerder had Frijns nog een persbericht de wereld ingestuurd, waarin hij zich beklaagde over te vroeg uitgelekte informatie uit zijn schoolrapport. Informatie die ook nog eens onjuist zou zijn (zie het artikel hier van afgelopen dinsdag). Oordeelt u zelf:

Commissie Frijns (persbericht)

Tweede rapportage Monitoring Commissie (inclusief marktconsultatie)

De corporate governance code werkt!

Op het gebied van het beloningsbeleid is de transparantie gering. Het beloningsbeleid en de uitkomsten ervan dienen in inzichtelijke en begrijpelijke termen aan de aandeelhoudersvergadering te worden voorgelegd. Het is de taak van de raad van commissarissen daarvoor te zorgen.

Beloningsbeleid

De Commissie is bezorgd over de geringe transparantie van de beloning van bestuurders en (de gegeven uitvoering aan) het beloningsbeleid. Het beloningsbeleid en de uitkomsten ervan dienen in inzichtelijke en begrijpelijke termen aan de aandeelhoudersvergadering te worden voorgelegd. Het is de taak van de raad van commissarissen daarvoor te zorgen; dit houdt in dat de raad van commissarissen moet toezien op de eenvoud van de beloningscontracten.

De Commissie bepleit een leesbare integrale en uniforme behandeling van het beloningsbeleid en de uitkomsten daarvan voor in een separaat onderdeel van het jaarverslag.

Het thema beloningen en beloningenbeleid zal in 2007 nader in kaart worden gebracht.

Uit het rapport:

Om onbegrensde en onbedoelde stijgingen van variabele beloningen te voorkomen zorgt de raad van commissarissen op het tijdstip van de toekenning van korte en/of lange termijn variabele beloningen (in het vooruitzicht stellen) ervoor dat elk van deze variabele componenten niet meer kan bedragen dan een bepaald maximum percentage van het vaste bruto salaris. Het door de raad van commissarissen gehanteerde beleid ten aanzien van de maximale verhouding tussen vaste en variabele beloning wordt door de vennootschap openbaar gemaakt.

Financieel Dagblad

Commissarissen moeten kritischer zijn op mogelijke excessen in de variabele beloning van topbestuurders. Zo zou moeten worden voorkomen dat een overnamepremie wordt verdisconteerd in het beloningspakket van de ceo.

Dat kan door de waarde van zijn aandelenpakket en andere variabele beloningsvormen te bevriezen bij aanvang van de onderhandelingen. Ook zouden opties moeten worden vermeden als beloningsinstrument, omdat die te vaak ongewenste effecten hebben.

Deze aanbevelingen doet de commissie-Frijns tijdens de presentatie van het onderzoek naar bestuurdersbeloningen. Frijns wil dat er een betere relatie komt tussen beloning en prestaties.
Commissarissen als poortwachters

De commissie die de werking van de Code Tabaksblat toetst, vindt dat commissarissen bij uitstek de poortwachters kunnen en moeten zijn in het beloningsdebat. Beloningspakketten zijn echter zo ingewikkeld geworden dat zij de mogelijke consequenties niet overzien en soms zelf ook verrast worden door de uitkomst. Daarom moeten de beloningspakketten worden versimpeld.

Frijns doet een aantal suggesties om te voorkomen dat de beloning door het dak gaat als gevolg van een koersexplosie door een overname of beurshausse.
Bedrag in contanten

‘Frijns’ wijst volgens ingewijden niet alleen op de mogelijkheid aandelenpakketten te bevriezen bij overnames. Een alternatief is om niet langer elk jaar een hoeveelheid aandelen toe te kennen, maar een bedrag in contanten dat de waarde van die aandelen vertegenwoordigt. Daarmee wordt het effect van extreme koersstijgingen geneutraliseerd. Een derde mogelijkheid is het gemiddelde van de koersontwikkeling over de regeerperiode van de topman te hanteren als waardebepaling.

De kernpunten zij dus wel degelijk genoemd en juist vermeld door het Financieel Dagblad: commissarissen moeten beter opletten en afspraken maken. En de invloed van variabele componenten (koerswijzigingen bijvoorbeeld) kan met een “bevriezingsprecentage” binnen de perken gehouden worden. Sjonge, sjonge, Frijns! Wat zat het Financieel Dagblad ernaast zeg!

Ik snap wel dat, diep in zijn hart, minister Bos iets wil doen met die hoge beloningen. Er zijn slechts 45 bestuurders die meer dan 1 miljoen per jaar incasseren en nog zo'n 66 die boven de half miljoen per jaar toucheren. Als je voor die twee groepen nou de hoogste belastingschijf (52%) op een misdadig socialistische wijze verhoogt naar respectievelijk 75 en 60 procent, dan zou dat de staatskas minstens 53 miljoen euro opleveren. Ter vergelijking: daar kan slechts 0,2% van de onderwijsbegroting mee betaald worden, maar weer wel 4,4% van de kosten van volkshuisvesting.

Nou hoeft een minderheid van 111 mensen natuurlijk niet solidair te zijn met de rest van nederland. Dat zullen ze, zo luiden diverse voorspellingen, ook niet zijn. Als minister Bos ook maar 1 minimaal procentje belastingverhoging voor die mensen invoert, smeren ze hem als de bliksem naar 'Het Buitenland'. En dan zijn we alles kwijt. Nee, het is maar goed dat Frijns deze kwetsbare groep in bescherming neemt.

De commissie Frijns gaat onverdoten verder. Ze gaan de marktpartijen consulteren met de bedoeling een reactie te krijgen over “de communicatie tussen aandeelhouders en vennootschap en over het toepassingsbereik van de Code (Tabaksblat)”. Ik ben benieuwd of de burger (consument, werknemer) ook zo'n marktpartij is. Want per 1 januari stijgen heel wat prijzen weer en is al aangekondigd dat bijna iedereen nauwelijks tot geen salarisstijging op zijn loonstrookje te zien zal krijgen. Dat is zeker. Zo transparant is de economie hier nou ook weer wel.

Maakbaarheid illusie?

MaakbaarheidDe 11e kandidaat voor de Donkey Shocking Award is binnen. Dankzij redacteur Spuyt van GeenCommentaar. Zijn stukje hier als gastlogje:

Quote van de Dag: Maakbaarheid is een illusie
Auteur: Spuyt12

Als we denken dat onze samenleving voor honderd procent maakbaar is, komen we bedrogen uit. Niet alles is calculeerbaar, controleerbaar. [..] Dan gaan we naar een staat die we niet willen, een politiestaat. Een overheid die tot achter de voordeur komt kijken wat we uitspoken. Willen we dat?

Hoogleraar Bestuurskunde Paul Frissen gelooft niet in de maakbare samenleving, en vindt deze zelfs gevaarlijk.

Onder zijn leiding kwam het boek 'Betoverend bestuur' tot stand, dat oproept de ontwikkelingen op het vlak van de staatsbemoeienis te keren. Het eerste exemplaar werd uitgereikt aan Minister Hirsch Ballin van justitie. Deze was het daar wel mee eens:
Bij de overheid zijn veel mensen bezig met deelgebieden, eigen projecten. Als je niet uitkijkt, weet je niet meer waarover het gaat. Of waar het goed voor is of voor wie.”

Spuyt bedankt, je hebt me een kandidaat geleverd voor de Donkey Shocking Award.
Nu ben ik helemaal geen expert op het gebied van “maakbaarheid”, maar ik vermoed wel dat we zonder niet kunnen. De vraag die de professor oproept is, hoe je dingen maakbaar maakt.In het persbericht is goed te lezen dat ook hij gelooft in maakbaarheid. Niet door wetgeving, protocollen en kwaliteitskeurmerken maar door “variatie, zingeving en betekenisvorming”. In zijn boek zal hij ongetwijfeld uitleggen wat dat kan inhouden.

Wat de professor doet is wat wij allemaal doen: iets werkt niet lekker en dan gaan we dingen verzinnen die het beter moeten maken. Dat gaat het hele menselijke bestaan al zo.En jawel, soms gaan dingen dan beter, soms ook niet, en veel vaker blijven we nieuwe dingen, termen, begrippen, procedures bedenken omdat het nooit af is.
Terecht merkt de professor op dat je niet 1 regeltje voor honderden mensen moet bedenken, maar honderden regeltjes; één voor elk mens. De verschillen moeten, zo zegt hij, gekoesterd en beschermd worden.

Hoe doen we dat? Door met elkaar afspraken te maken over hoe we “verschillen” definiëren, hoe we die dan “koesteren” en welke “bescherming” we nodig denken te hebben. Dat is maakbaarheidsdenken. We spreken wat af en denken dat het dan wel goed komt. Zo blijven we aan de gang. Meestal in golfbewegingen die erg op elkaar lijken. Zo is er in de 60'er jaren behoorlijk tegen overheidsbemoeienis aangeschopt, nu lijken veel mensen weer behoefte te hebben aan de regering als schoolmeester. Die gaat zich ook zo gedragen tot men dat weer zat is. Op naar de volgende golf.

Maakbaarheid is geen illusie. Het is een kenmerkende eigenschap van mensen en heeft zowel hele sterke, als zwakke punten. We vonden het vuur uit en kregen milieuvervuiling. We vonden het wiel uit en kregen een overhaaste samenleving. We ontdekten het DNA en zijn aan onszelf gaan knutselen. We vonden de democratie uit, die ook zo zijn tirannieke kanten kent.
We maken regels, richtlijnen, bedenken andere manieren om vitaal bezig te blijven en altijd levert het iets moois op èn zaken waar we minder tevreden over zijn.

Het positieve van het betoog van Paul Frissen is, dat we moeten erkennen dat we allemaal in maakbaarheid geloven en dat we wel continu kritisch moeten kijken hoe we daar mee bezig zijn. Keuzes durven maken, op je bek gaan, opkrabbelen en weer doorgaan. Erken dat elk stukje maakbaarheid een constructiefoutje zal bevatten.

Hoogleraar Paul Frissen bedoelt het erg goed. Maar houdt hij wel genoeg rekening met onderling onbegrip over woorden? En hoe voorkom je dat mensen zijn ideeën zo uitleggen dat ze precies in hun straatje passen en dus een ongewenste maakbaarheid krijgen?

Paul Frissen is hiermee de 11e en laatste genomineerde voor de Donkey Shocking Award. In januari vraag ik de lezers hier hun beste Donkey Shocking te kiezen. Ik hou jullie daarvan op de hoogte.

Heb je een code, dan heb je ook wat

Diverse codes Al die codes, wat moeten we er eigenlijk mee? Wel, mag ik de vogende codes even doorgeven?
De ster van Betlehem kan je niet zomaar vervangen door een meer geavanceerde navigator. Da's je reinste blasfemie. Dus mag de Reclame Code Commissie zich buigen over een klacht van de Stichting Schreeuw om Leven, die de reclame van electronica-gigant Dixons aan de kaak stelt. Dixons komt onder andere met een cartoon waarop de drie wijzen met behulp van een TomTom de weg naar de geboorteplaats van de jongeheer proberen te vinden.

Alsof TomTom een heldere ster is! Absoluut niet, zegt de VEB (Vereniging voor Effectenbezitters). Dat bedrijf scoort beroerd als het gaat om transparantie. De VEB komt met een lijst van 44 beursgenoteerde bedrijven die onderzocht zijn op naleving van de Code Tabaksblat. TomTom staat op een gedeelde 16e plaats en moet 34 bedrijven boven zich dulden. Over de hele linie kan de uitvoering van de Code Tabaksblat nog steed stukken beter, vind het VEB. De gezamenlijke effectenbezitters menen zelfs dat de commissie Frijns, die aanstaande woensdag met een nieuw rapport komt over de implementatie van de code, maar het beste vervangen kan worden door een veel krachtiger commissie. Overigens stelt de VEB, toch geen gezworen vijanden van meer liberale principes, dat wetgeving misschien beter is dan zelfregulering, om de Tabaksblat-code er nu eens goed in te rammen. Nooit gedacht dat effectenbezitters communistisch zouden worden, maar dat krijg je als men zich verenigt in solidariteit.

Dat de commissie Frijns maar eens plaats moet maken voor meer daadkrachtiger types, lijkt gestaafd te worden door een actie van de commissie zelf. Het Financieel Dagblad klapt vandaag al uit de school en publiceerde enkele bevindingen uit het rapport dat pas morgen wordt gepresenteerd. De commissie Frijns reageerde met een persbericht, waarin het niet alleen de “voortijdige” bekendmaking betreurt, maar bovendien stelt dat de gelekte informatie onjuist is. Dat laatste zullen we dus woensdag kunnen beoordelen.

De transparantie die de commissie Frijns moet stimuleren, geldt dus niet voor haarzelf. Het Financieel Dagblad beroept zich op 'ingewijde bronnen'. Kennelijk is er binnen de commissie ernstige onenigheid over hoe transparantie gedefinieerd en gepraktiseerd moet worden.

Hot item bij die Tabaksblat-code zijn nog steeds de hoge beloningen. De VEB meldt: ” Geen van de AEX en AMX ondernemingen is transparant omtrent methode en verantwoording van de toekenning van bonussen, zowel achteraf als vooraf.”

Het Financieel Dagblad lekt: “Commissarissen moeten veel kritischer zijn op mogelijke excessen in de variabele beloning van topbestuurders. Zo zou moeten worden voorkomen dat een overnamepremie wordt verdisconteerd in het beloningspakket van de ceo.”

Voorzitter Dorenbos van de stichting Schreeuw om leven klaagt: ” Vooral in de kersttijd ligt dat gevoelig. Er zijn grenzen.” Ja, allicht, hij vreest natuurlijk een overname van de kerstgedachte. Dixons is onderdeel van Dexcom, één van die buitenlandse investeerders die hier het commerciële erfgoed lijken over te nemen. Ook daar gaat de commissie Frijns wat over zeggen, maar dat mag ik dus nu niet verklappen. Als ik Dorenbos was, zou ik niet naar de Reclame Code Commissie stappen, maar een aanzienlijk belang kopen in TomTom. Dan kan-ie De Heer weer eens goed op de kaart zetten en alle dolenden de richting wijzen.

Nee, het zal nog wel wat jaartjes duren voor beursgenoteerde bedrijven de tranparantie die de bijbelse codes nu eenmaal missen, definitief van zich af schudden en glashelder hun beleid en beloningen kenbaar maken. Als dat er al ooit van zal komen.